Johannes wordt op Patmos bemoedigd door Jezus, de Kurios, dat Hij de eerste en de laatste is, dat Hij alle macht heeft en dat Hij weder zal komen. De Openbaring aan Johannes begon of vond plaats op een zondag, de Opstandingsdag. Zal de Heere opnieuw op een zondag (weder)komen? We worden geroepen ons te bekeren en Zijn licht te verspreiden, temidden van een krom en verdraaid geslacht.

Het laatste oordeel: waar gaat het heen met deze wereld?

Vanavond een leerdienst over de dingen die op het laatst moeten geschieden. Ik had een ervaring tijdens een huisbezoek. Dat gaf mij de gelegenheid voor het thema: waar gaat het heen met deze wereld. Ik hoor het ze nog zeggen. Twee gemeenteleden op leeftijd. Deze zin sprong eruit. Al moet je er mee oppassen, het kan op een elegante manier over van alles gaan behalve over de mensen zelf. Maar hier was het anders. Deze mensen waren oprecht bezorgd. In wat voor wereld leven we, dominee? Je staat toch af en toe versteld. Ze waren oud en op leeftijd. Ze hadden het over hun kinderen en kleinkinderen. Die laatsten hebben een heel leven voor ze. Waar gaat het naar toe? Ik zie hij gezichten voor me. Geweld, oorlog, egoïsme. Men leeft voor zichzelf. Carpe Diem. Haal alles eruit wat erin zit. Wat een samenleving om in op te groeien. Ik heb niemand nodig en zeker geen mensen die mij vertellen hoe ik moet leven.

Ja, Gods volk is een kleine minderheid geworden in Nederland. Een goddeloos en geestelijk klimaat. Maar we mogen nog samen komen. We mogen nog tot eer van de Heer te leven. Goed om te realiseren dat er veel plekken zijn waar dat niet vanzelfsprekend is. Daar wordt ze gedwongen onder te duiken. In Saoedi-Arabië is het bezig van een bijbel een strafbaar feit.

De zorg hierover kan terecht zijn. Waar gaat het naar toe? Maar niet om een vinger te wijzen naar de boze wereld. Daar is het kwaad. Maar wij…?! Er zit zoveel wereld in ons. ‘Ons’ is nog heel breed. Ik heb het over Gods volk. Mensen die bekeerd zijn. Is de levenswijze van hen er een die opvalt? Daad, praat en gewaad.

Een man was 25 jaar bij een bepaalde zaak. Hij had het goed gedaan. Maar we hebben nooit gemerkt dat je christen bent. Daar werden we niet mee lastig gevallen… Onderscheiden we ons? Is ons leven een getuigenis?

Wat is de Heere ons goed dat Hij nog genadetijd gunt. Om een heilig leven te leiden. In lijn van de Geest. Maar ook voor hen die hun knieën nog niet hebben gebogen. Dat ze zich nog kunnen bekeren!

Ik ga terug naar die twee ouderen die voor me zaten. Waar gaat het heen? Komt er nooit een einde aan? Ik heb wel eens gepreekt over Noach. Ik kwam dat tegen, einde van Genesis 8.

‘En Noach bouwde een altaar voor de HEERE; en hij nam van al het reine vee en van alle reine vogels, en bracht brandoffers op dat altaar. En de HEERE rook die aangename geur, en de HEERE zei in Zijn hart: Ik zal de aardbodem voortaan niet meer vervloeken vanwege de mens; de gedachtespinsels van het hart van de mens zijn immers slecht, van zijn jeugd af; en Ik zal voortaan niet al het levende meer doden, zoals Ik gedaan heb. Voortaan, al de dagen van de aarde, zullen zaaitijd en oogsttijd, koude en hitte, zomer en winter, dag en nacht niet ophouden.’

Het herhalen van de seizoenen. Prediker: wat geweest is, zal er zijn. Er is niets nieuws onder de zon. Kijk, er is iets nieuw? Er is geen herinnering aan vroegere dingen.

Ja, ook dat zijn Bijbelse lijnen. Het is Gods goedheid dat de wereld nog bestaat. Door Gods onderhouding en voorzienigheid.

We zien ook een duidelijke andere lijn naar voren te komen in Gods Woord. Er zal een dag komen waarin er een einde komt aan Gods geduld. Dat is groot, groter dan van ons. Maar God zal recht spreken. Joel zegt dat dit de grote en ontzagwekkende dag van de Heere is. Petrus citeert dat in zijn Pinksterpreek.

Er komt een einde aan de wereld en de tijd. Waar gaat het heen? Die vraag, daar spreken de profeten over. En Openbaring. Genesis is boek van de wording. En Openbaring het boek van de voleinding. Laten we zorgvuldig op onze woorden passen.

Het laatste Bijbelboek is een onthulling (apocalyptisch). Het is één openbaring. Dus niet Openbaringen. Een grote onthulling. Niet van Johannes. Nee. Van de Heere Jezus, aan Johannes. Soms rechtstreeks, maar ook via tolkengelen.

De apostel Johannes. Van het evangelie en enkele brieven. Een belangrijke voorganger. De Romeinen hadden aanvankelijk weinig problemen. Zolang ze zich maar hielden aan algemene voorwaarden. Geen staatsondermijnende activiteiten. Belasting betalen en meedoen aan de keizercultus. De keizer werd gezien als een zoon van de goden. Daar konden ze niet aan mee doen. Jezus is Heere. Kurios. Hij en niemand anders.

En toen begon de moeilijkheid. Vervolging begon. Onder andere keizer Nero. Tot de dood vervolgen, ze werden martelaar. Dat gebeurt nog. Laten we ze in de gebeden meenemen. Om de mensen letterlijk te vervolgen en vermoorden. Je kunt ook de leiders aanpassen. Zoals in het Oude Testament. De Assyriërs namen ook de joodse elite mee. De keizer koos voor een andere variant: hij verbande Johannes naar Patmos. Een troosteloos eiland. Wat we nu Turkije noemen. Zou de gemeente het uithouden zonder de voorganger? En u als vacante gemeente. De keizer dacht van niet.

We zien Johannes voor ons. Gescheiden van de gemeente. Maar de Heere regeert. Hij bestuurt alles. Niet de keizer die zichzelf een godheid noemt. Ik ben met u! Dat klonk er. Ook met ons. Ook die dagen op Patmos. Ik zal jullie niet als wezen achterlaten. Ik woon met de Geest in jullie harten.

Als genade op genade krijgt Johannes een bemoediging in een adembenemend visioen. Voor hem zelf maar ook voor de gemeente. Welgelukzalig zijn zij die deze brief zullen voorlezen en horen (staat er in het Grieks). Wij zijn bevoorrechte mensen. U als hoorder en ik als spreker. Het machtige woord van genade in onze handen! Het woord van God heeft goddelijke dynamiet in zich. Om op te roepen vol te houden.

Op wat voor dag begon nou dit visioen? Daar lees je snel over heen. Vers 10. Het is op de dag des Heeren. De bij de Heere behorende dag. Niet de sabbathdag of de oordeelsdag. Nee. Die noemt Johannes de grote dag. Maar de zondag! De opstandingsdag. Die gezegende dag voor Gods kinderen. Als we samen komen, dan op deze dag. Om op te gaan naar Gods huis – nu voor de tweede keer vandaag. Om Hem te prijzen en door Hem geleerd te worden.

Het lijkt mij ook, het zal een dag geweest zijn waar op Johannes zijn broeders en zusters het meest heeft gemist. Anders had hij gepreekt. Nu zit hij hier. Het onderstreept de belangrijkheid van de zondag. Een dag van ontmoeting. Ja. Maar vooral een ontmoeting met de Heere (ook met elkaar).

Wij horen dit nu. De verkondiging begint. De dingen staan spoedig te gebeuren. De tijd is nabij. Duizenden jaren? De Heere denkt anders. Jezus kondigt Zijn wederkomst aan. Om te oordelen de levenden en de doden. We hebben dat net beleden. Normaal klinken de twaalf artikelen. Ik koos voor het afsluitende artikel van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Een luisterhouding: het zou vandaag al kunnen gebeuren….?! Hoe zit dat bij u, jou, mij?! Mag de Heere Jezus ook op deze zondag al weer komen? Zijn we daarop voorbereid. Dat het gaat gebeuren staat vast.

Genade zij u en vrede. Wat een begin. Wat een opening. We mogen het elke zondag horen. Daar vallen menselijke woorden bij in het niet. Niet ik wens u. Nee. Maar: genade en vrede aan u. Nu. Gelijk. Als de Heere spreekt, is het er. Dat gaat terug naar Exodus 3. Die braamstruik verteerde niet. Ik ben die Ik ben.

We horen over de zeven geesten die voor Zijn troon zijn. Geen telwoord is zeven hier. Maar getal van de volheid. Een volheid bij de Heere.

En we horen over Jezus als de getrouwe getuige. Hij was trouw aan Zijn opdracht. Hij opende de hemel voor zondaren. Hij had er de kruisdood voor over. Waar Adam faalde, bleef Christus getrouw. Hij was ook de eerstgeborene uit de doden. Een omschrijving van een geschonken positie. Ik ben de eerst en de levende. Ik ben dood geweest. Maar leef tot in alle eeuwigheid.

En dan komt het: Ik heb de sleutels van het rijk van de dood en van de dood zelf in handen gekregen. Wie in Hem geloofd, voor hem is de dood nooit meer hetzelfde. Niet meer het einde. Maar een doorgang naar het eeuwige leven.

En vorst van de koningen der aarde. Hij is de Messias. Hij maakt Zijn volk tot koningen en priesters. Een hoge roeping die nu al opgaat en straks politieke werkelijkheid wordt (Openbaring 5:10).

Zo zal Ik weder komen. Hoe? Als de Alfa en de Omega. Als Hij die is, was en komt. Als de almachtige. Op de wolken. Ieder zal Hem zien. Iedereen. Wat is dan de eerste reactie? Een ieder zal rouw over Hem bedrijven (Zacharia 12). De joden zullen het ook zien. Ik zal de heidenvolken wegvagen. Maar over Jeruzalem de Geest uitstorten. Ze zullen Mij aanschouwen die zij doorstoken hebben. Dat ze dat gaan begrijpen. Met een rouwklacht, als over een enig kind. Al komt Hij terug als de almachtige, Hij blijft herkenbaar als het Lam dat is geslacht (Openbaring 5). Hij opent de eindtijd. Hij mag de zeven zegels verbreken. Er stond een Lam als geslacht. De almachtige. De leeuw uit Juda. Een Lam! Herkenbaar. Jezus die aan het kruis doorstoken is. Rouw als teken van inkeer en berouw. Maar ook als uiting van vertwijfeling en wanhoop.

En nu wij. Hoe zou de gelovige reageren? Het volk van God. Een gedicht van Revius, daar moest ik aan denken. Hij droeg onze smarten. Ik citeer het vaak op Goede Vrijdag.

‘Het zijn de Joden niet, Heer Jezus, die u kruisten,
en die, verraderlijk, u sleepten voor ’t gerecht,
en die, verachtelijk, u spuwden in ’t gezicht,
en die u builen sloegen met hun harde vuisten.

Het zijn de krijgslui niet, die met hun wrede knuisten
de zware hamer dreigend hebben klaargelegd,
op Golgota ’t vervloekte kruishout opgericht,
uw dure kleed verspeeld, verdobbeld en ontluisterd.

Ik ben het, Heer, ik heb die pijn u aangedaan,
ik ben de zware balk die u gebukt deed gaan,
ik ben het taaie touw waarmee u werd gebonden,

de spijker, en de speer, de gesel die u sloeg,
de kroon die bloedig doornen in uw schedel joeg.
Want alles is gebeurd, helaas! om al mijn zonden.’

Ik ben het die U dit hebt aangedaan. Het is geschied om mijne zonden. Niet van U, maar van mij. Daarom denk ik dat Gods volk niet staat te juichen. Ze weten: we worden gered door louter genade.

Wat een boodschap! Je komt zintuigen tekort. Schrijf het nou op! Stuur het aan de zeven gemeenten. Niet als een nummer, maar symbool van volheid. Heel de kerk. Tot aan hier – tot aan Reeuwijk. Dan mag je Jezus zien. Jezus te midden van de gemeente. Als Johannes Hem ziet, is alles vergeven en indrukwekkend. Dan is het niet zo vreemd dat hij als dood aan Zijn voeten valt. Toon mij Uw heerlijkheid, vroeg Mozes. Hoe zou Johannes Christus kunnen zien?! En dan het wonder. Dat is nou genade. Hij legde Zijn rechterhand op mij. Wees niet bevreesd. Dat is toch evangelie! Zo is Openbaring bedoeld als hoop. Wees niet bevreesd. Ik ben bij je. Al die dagen. Ook die laatste dag. Hij loopt tussen de kandelaren door. Zinnebeelden van de gemeente. Hij is nabij. De Menora. Die moest altijd branden. Als licht voor de volken. Psalm 67: een lied met zeven verzen. God doe Zijn aangezicht over ons lichten. Zo mag de kerk Zijn licht verspreiden. Nog nooit iets gemerkt dat je gelovig bent?! Dat kan niet! We worden geroepen Zijn licht te verspreiden. En die zeven sterren, zijn dat de ambtsdragers? Zij zijn verantwoordelijk voor het licht. Anders zijn het vallende sterren.

Zo nemen we afscheid. Waar gaat het naar toe? Wat Johannes erover geopenbaard kreeg. Een boodschap vol hoop en verwachting. Hij komt met de wolken. Elk oog zal Hem zien! Welnu, wat zou mijn, uw verwachting zijn? Mag Hij al komen? Zijn we er klaar voor? Op een zondag mocht Johannes dit zien en horen. Wie weet komt Hij op een zondag weer opnieuw. Misschien vanavond al…. Wat zal Hij zeggen? Denk aan Mattheus 25. Kom, gezegende des Vaders, beërf het koninkrijk. Wat een belofte. Maar het kan ook anders. Ga weg van Mij, vervloekte, in het eeuwige vuur. Daarom deze oproep, gemeente: laat u redden uit dit verdorven geslacht. Of, zoals Johannes het kreeg te horen om door te geven aan Sardis:

‘Wie overwint, zal bekleed worden met witte kleren en Ik zal zijn naam beslist niet uitwissen uit het boek des levens, maar Ik zal zijn naam belijden voor Mijn Vader en voor Zijn engelen. Wie oren heeft, laat hij horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt.’

Amen.

Hervormde Gemeente Reeuwijk, Ichthuskerk, zondag 21 juli 2019, 18:30 uur. Schriftlezing Openbaring 1. Belijdenis van geloof met Artikel 37 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis.