De drie mannen Sadrach, Mesach en Abed-nego zijn vastberaden en buigen niet voor het beeld van koning Nebukadnezar. Ze gaan de discussie niet aan als de koning hen bij zich roept en een tweede kans biedt om alsnog te buigen of in de oven geworpen te worden. Niet de omstandigheden zijn voor hen bepalend maar het rotsvaste vertrouwen op God die hen zal verlossen als het Zijn wil is.
Daniël 3 vers 16-18: ‘Sadrach, Mesach en Abed-nego antwoordden en zeiden tot den koning Nebukadnezar: Wij hebben niet nodig u op deze zaak te antwoorden. Zal het zo zijn, onze God, Dien wij eren, is machtig ons te verlossen uit den oven des brandenden vuurs, en Hij zal ons uit uw hand, o koning! verlossen. Maar zo niet, u zij bekend, o koning! dat wij uw goden niet zullen eren, noch het gouden beeld, dat gij hebt opgericht, zullen aanbidden‘.
Vrienden, wees gerust we zullen niet het hele hoofdstuk behandelen maar een drie verzen. Vers 16-18. Drie vrienden die voor de Heere uitkwamen daar gaat het vanavond over.
Voor de Heere uitkomen
Er kunnen allerlei verleidingen zijn om niet voor de Heere uit te komen. Belangrijk om bij dit onderwerp stil te staan. Hoe vaak zien we dat kerken afdwalen, compromissen sluiten met culturele ontwikkelingen. Hoe vaak zien we christenen compromissen sluiten ten opzichte van het Woord van God.
In ons persoonlijk leven kunnen we in moeilijke omstandigheden staan en het staan voor de Heere verliezen en niet getrouw zijn. We kijken naar de drie vrienden. Vaak noemen we ze de vrienden van David. Maar deze drie mannen staan voor zichzelf in getrouwheid.
605 voor Christus, 605 jaar voor de komst van onze Zaligmaker. Deze drie mannen uit de ballingschap. Kwamen voor de Heere uit in hun cultuur waar ze onderdeel van uitmaakten. We kijken naar de context. Nebukadnezar bouwde een standbeeld. Wordt gezien als een beeld van hemzelf en dat is geen vreemd idee. Dat gebeurde door koningen. Zo ook Alexander de Grote. 15x zo groot als een mens. Zoals het beeld in Rio de Janeiro.
Sadrach, Mesach en Abed-nego bleven staan. Dat werd gezien. Het is waarschijnlijk dat de deze mensen hen vanwege jaloezie in problemen probeerde te brengen. Deze genoemd vrienden van David. De koning roept hen en geeft ze de keuze. Met het geluid buigen of in de oven. Zo arrogant was deze man.
Vers 15 aan het einde: ‘en wie is de God, Die ulieden uit mijn handen verlossen zou?’. Drie jonge Joodse mannen en nu in een slavenvolk. Daar staande in dat deel van de wereld. En vanaf vers 16 de reactie van de mensen op de vraag van de koning. ‘Sadrach, Mesach en Abed-nego antwoordden en zeiden tot den koning Nebukadnezar: Wij hebben niet nodig u op deze zaak te antwoorden. Zal het zo zijn, onze God, Dien wij eren, is machtig ons te verlossen uit den oven des brandenden vuurs, en Hij zal ons uit uw hand, o koning! verlossen. Maar zo niet, u zij bekend, o koning! dat wij uw goden niet zullen eren, noch het gouden beeld, dat gij hebt opgericht, zullen aanbidden.’
1. Een voornemen om God te volgen
Wij hoeven u niet te antwoorden o Nebukadnezar. Waarom niet? Ze waren al vastberaden. Om de God van Israël te volgen. Geen ruimte om te discussiëren. Ze geven hem respect. Maar geen nood om deze zaak te overwegen. Ze waren vol zelfvertrouwen over hun identiteit in God. Dat tweede gebod geen andere goden te dienen. De ene God te dienen.
De eerste toepassing als gelovigen hebben we het vaste voornemen om deze ene God te volgen? Deze vrienden hadden dat. Laat ik u vrienden vragen bent u een gelovige, een volgeling van de ware God? Verbaast u deze vraag? De Heere zegt het zelf. Johannes 12 vers 26. Die Mij liefheeft volgt Mij.
Volgen we afgoden? Zoeken we Hem in al in alle delen van ons leven? Bezitten wij het Woord van God? Het Evangelie delen met buren en vrienden? Het gaat verder dan persoonlijk leven. In de kerk. Zijn we bij hen die uitgaan in de straten om het Evangelie te delen?
De Heere heeft een plan om het Woord uit te laten gaan in de wereld. Wie zien vreselijke dingen om ons heen. Waarom gaat dat door? Omdat de Heere mensen te redden heeft. We moeten doelen hebben om dienstknechten van de Heere te hebben. Hoe kunnen we kinderen van Hem zijn als we geen dienstknechten zijn? Er was geen ruimte voor discussie. We hoeven het niet te doen koning Nebukadnezar.
2. Een vertrouwen in Gods macht
Vers 17: ‘Zal het zo zijn, onze God, Dien wij eren, is machtig ons te verlossen uit den oven des brandenden vuurs, en Hij zal ons uit uw hand, o koning! verlossen’. Zo’n vertrouwen. In het midden ‘Hij wil’, Hij wil ons verlossen. Wat een vertrouwen. Vers 16 zien we de arrogantie van Nebukadnezar welke god zal u redden?
Voor hen is Nebukadnezar een machtige man. Maar God is machtiger. Vrienden geloof je dat God in je leven kan werken? Bij deze mannen geen twijfel dat God dat kan. ‘Zal het zo zijn, onze God, Dien wij eren, is machtig ons te verlossen uit den oven des brandenden vuurs, en Hij zal ons[…] verlossen’. Hij kan dat. Als Hij dat wil, Hij zal dat doen. Ze noemen Hem onze God.
Het gaf hen standvastige macht. Hoe kunnen soldaten blijven staan? Omdat ze geloven in zo’n God. Hoe zullen wij staande blijven? Hoe gaan we ermee om. Vrienden we hebben te mediteren over wie God is. We kunnen soms bidden en klein denken van God maar we moeten bedenken hoe groot God is.
2 Koning 6 vers 16. Groot leger. Maar vrees niet want wij zijn met meer. Onze God is groter. Dat geloof is God aangenaam. God werkt en grijpt in hun levens. In het Oude Testament greep God krachtig in, in het Nieuwe Testament werkt God door omstandigheden.
In de brandende oven. Wat een wonderen. Geen haar van hun hoofd. God doet dat. De omstandigheden waren geen verhindering voor hoe God handelt. En Hij zal ons uit uw hand verlossen. God kan dat.
Zo vrienden een toepassing. Kan God in het seizoen, in een paar maanden, de zondagschool vullen? Of mensen bekeren hier in Shepherd’s Bush. Zoveel die eraan voorbij gingen. We moeten geen tijd laten gaan maar op God vertrouwen dat Hij het kan doen.
3. Vastberadenheid door moeilijke tijden
Vers 18: ‘Maar zo niet, u zij bekend, o koning! dat wij uw goden niet zullen eren, noch het gouden beeld, dat gij hebt opgericht, zullen aanbidden’. Wat een antwoord. Vastberaden hun plicht te doen. Ongeacht de omstandigheden en wat zal gebeuren. Wij moeten hetzelfde doen, de Heere vertrouwen.
Micha 6 vers 8 dat mooie vers. Te doen wat goed is en te wandelen met de Heere. Vrienden de toepassing is als we door een moeilijke situatie gaan op de Heere vertrouwen en het op een akkoord gooien met de wereld. Deze vrienden, in vers 18 het negatieve, we zullen het niet doen.
Niet de omstandigheden waren doorslaggevend maar te staan voor de Heere was belangrijk voor hen. Ik heb recent een boek van Maarten Luther uitgelezen. Maarten Luther, voor de Duitse heerser Karel V. Het staat vast dat ik een geweten heb. In mijn geweten overwonnen en gevangen in het Woord van God. Daarom kan en wil ik niets herroepen, omdat tegen het geweten iets te doen nog veilig noch heilzaam is. Hier sta ik, ik kan niet anders. Het hadden de woorden van Sadrach, Mesach en Abed-nego kunnen zijn.
Als deze mannen hadden gezegd. We zijn gelovigen. We kunnen het wel een keertje doen. We zullen gedood worden. Zoveel andere mensen en Joden hadden geboden. En voorvaderen afgoden gediend. Maar nee ze deden het niet. Ze waren vastberaden om te staan voor God.
Om af te sluiten met een paar toepassen. We moeten getrouw zijn. Niet zozeer ons leven verliezen. Maar meer een geliefde verliezen. Onze baan verliezen. We moeten getrouw zijn. Niet zozeer dit is de roeping van de Heere. We hebben Filippenzen gelezen. Niet alleen dat wij het hebben te doen, maar de Heere geeft het ons. Psalm 55 vers 2 werpt uw bekommeris op Hem, want Hij zorgt voor u.
Het tweede is getrouw in het werk van de Heere. Het kan zo moeilijk het zijn. Op de straat te gaan. We zien zoveel mensen maar zo weinig die ervoor openstaan. Maar wij dienen vol te houden.
1 Korinthe 15 vers 58 werk van de Heere niet tevergeefs. De Heere werkt erdoor heen voor Zijn doelen. Zo getrouw te zijn in God’s werk en getrouw in het Woord. Dit is waar we zo anders zijn dan andere kerken. Verschillen van Rome waar het vertrouwen in een priester en bisschop. Nee, we moeten op het Woord van God vertrouwen.
Lukas 11 vers 28 gezegend zijn zij die het Woord God van horen en bewaren. Niet geld geven. Nee het Woord bestuderen in getrouwheid. Getrouw in het verdedigen van het Woord van God. Niet zozeer in debat te gaan en van iemand proberen te winnen. 1 Petrus 3 vers 15 een antwoord te geven van de hoop die in ons is. Niet te schamen.
Hier te staan voor het Woord. Waar overheden druk uitvoert om van het Woord af te wijken. Te staan voor de doctrine. Ik sluit af met 1 Petrus 3 vers 15: ‘Maar heiligt God, den Heere, in uw harten; en zijt altijd bereid tot verantwoording aan een iegelijk, die u rekenschap afeist van de hoop, die in u is, met zachtmoedigheid en vreze’.
Amen.
Zondag 18 augustus 2024 – Uxbridge Road Tabernacle Londen, Verenigd Koninkrijk – Mr. T. Nahayo – Schriftlezing Filippenzen 1 vers 12-30 en Daniël 3