Koning Belsazar vertoont menselijke arrogantie als hij spot met God. Hij laat bij de maaltijd het goud en zilver gebruiken om daarmee zijn macht te tonen. Het servies was uitsluitend voor de heilige verrichtingen in de tempel. God laat met een menselijke hand op de wand schrijven dat de dagen van het koninkrijk van Belsazar geteld zijn. De profeet Daniël wordt gevraagd de droom uit te leggen. Gods oordeel volgt. Hij vernedert de hoogmoedigen en verhoogt hen die -door Zijn Geest- nederig van hart zijn.
Daniël 5 vers 5 en 6: ‘[5] Ter zelfder ure kwamen er vingeren van eens mensen hand voort, die schreven tegenover den kandelaar, op de kalk van den wand van het koninklijk paleis, en de koning zag het deel der hand, die daar schreef. [6] Toen veranderde zich de glans des konings, en zijn gedachten verschrikten hem; en de banden zijner lendenen werden los, en zijn knieën stieten tegen elkander aan’.
We gaan door Daniël 5 heen. De hoofdstukken 2-7 hebben een duidelijke structuur. Het boek in Hebreeuws geschreven maar hoofdstuk 2-7 in Aramees. Het gaat over een droom. Gods Koninkrijk zal nooit vergaan. De aardse koninkrijken zullen allemaal vergaan. Als een boterham met verschillende lagen. Hoogmoed komt voor de val.
Vorige week zagen we de vernedering van koning N in hoofdstuk 4. Dat God regeert over alles. Deze week komen we tot een man die zou moeten hebben geleerd van N, zijn vader. Maar B leerde er niet van. Daniël 5 is luid en duidelijk in onze Bijbel als een waarschuwing: hoogmoed komt voor de val. Hoor de waarschuwing voordat het te laat is.
Misschien ben je hier vanmorgen, hoor deze boodschap voordat het te laat is. Of ben je hier als een christen. Dat God je roept om je te vernederen en gekleed worden met genade. Ons grootste roeping is om ons te vernederen. God geeft genade tot die zich vernederen.
1. Menselijke arrogantie ontmoet iets hoger
Vers 1-9. Het was het jaar 562 voor Christus. Babylonische rijk. B komt op de troon. B laat zien hoeveel hij kan drinken voor de mensen. Ik ben de baas, ik bepaal. Hij in het centrum van het feest. Daar houdt hij van. De wijn vloeit rijkelijk. B heeft een idee om dit te tonen. Goud en zilver op de tafel. Uit de tempel.
Het kan lijken dat het klein was dat hij deed maar het was groot. Alleen voor heilige verrichtingen in de tempel was dit goud en zilver. Menselijke arrogantie die de Heilige God in het gezicht sloeg. Maar in vers 5 gebeurt er iets dat de atmosfeer totaal veranderde.
Een menselijke hand schrijft op de wand. Vers 6. Het gezicht van het koning veranderde. Zijn knieën stieren samen. Zo arrogant eerst. En nu beeft hij. Hebreeuws, er staat letterlijk iets als hij deed het in zijn broek. Als er een toilet beschikbaar was, zou hij die gebruiken.
Wat gebeurde dat moment met de koning? Hij werd gewetensvol. Stond voor de Heilige. Als menselijke arrogantie staat voor de Heilige, dan valt dat helemaal weg. Heb je ooit de aanwezigheid van de heiligheid van God ervaren? Wie God is, wie jij bent. Het vernederd je. Ben je vernederd met een glimp van de Heilige God?
Laten we mensen zijn die naar de Heere uitroepen: toon ons meer van Uw heiligheid. Breng mij meer naar het kruis waar ik vergeven ben.
2. Menselijke wanhoop zoekt een getrouwe getuige
Vers 10-17. Om deze woorden des konings en zijner geweldigen, ging de koningin in het huis des maaltijds. Lid van de koninklijke fase. Wist van Daniël. Toen niemand het wist wat de droom betekende, werd hij gevraagd. Let erop wat zij zegt van Daniël. Vers 11: ‘Er is een man in uw koninkrijk, in wien de geest der heilige goden is, want in de dagen uws vaders is bij hem gevonden licht, en verstand, en wijsheid, gelijk de wijsheid der goden is’. Vers 14: ‘[…] dat de geest der goden in u is, en dat er licht, en verstand, en voortreffelijke wijsheid in u gevonden wordt’. En vers 12 dat er wijsheid in hem en dromen uitlegt.
We zien hier een les uit het leven van Daniël. Voor een christen in een werkplaats. Daniël overleefde al die tijd in de Babylonische tijd. Nu een andere tijd. Daniël was geïsoleerd. Probeerde hem Babylonisch te maken. Al het beste voedsel. En zij veranderden zijn naam: Balthasar.
Dat hij zou vergeten wie hij was. Maar in Daniël 5 vijf keer zijn naam, als een machinegeweer. Vers 13. Daniël tot de koning gebracht. Iedereen probeerde te laten vergeten wie hij is. Hij was geen dominee maar in civiele dienst. Deze Daniël in een werkplaats.
Hoe kunnen wij getrouw zijn zouden Daniël? De druk is er. Misschien heb je gezien wat er in Belfast gebeurt. De erosie van onze identiteit heeft de topprioriteit. Maar onze identiteit als christen moet onze hoogste prioriteit zijn. We horen niet bij deze wereld. Wij worden geroepen om getrouw te zijn in ons leven.
Als een balling in een gevallen wereld. We gaan allemaal door moeilijke uitdagingen. We hebben ongeredde familieleden en vrienden. We hebben stress. Hoe gaan wij ermee om?
Zacharia 4 vers 6. Niet door macht niet door geweld maar door mijn Geest. Het boek Daniël is er vol van. Hij was gezalfd. Gezegend door de Heilige Geest. Die was op hem. De vrucht van de Geest in zijn leven. Die Geest rust op elk kind van God.
Efeze 5:14. We kunnen meer of minder gevuld zijn met de Geest. We zijn gevuld met de Geest van God. We lezen Gods Woord in de morgen en zingen. En een andere keer lezen we en dan is het droog. We willen in vlam staan voor God. Niet half lauw. Ik heb de kracht niet om consistent te zijn in de werkplaats voor dertig jaar, maar Heere help mij.
Als jij een sterke christen wilt zijn, heb je een nieuwe vervulling van de Heilige Geest nodig en vraag de Vader en Hij wil het geven. Lukas 11 vers 13. Als de aardse vader al weet te geven aan zijn kind, hoeveel te meer de hemelse Vader? Wanneer heb je het voor het laatst gevraagd aan God? Niet door macht, geweld maar door de Heilige Geest.
In je werkplaats een getrouw getuige te zijn. Je kunt denken ze zien mij niet voor een lange tijd. Maar ze zien je. Over een lange tijd. Waar God ons geplaatst heb. We zijn allemaal missionarissen. Maar we vragen er vaak niet om. We hebben het niet omdat we er niet om vragen.
3. Gods oordeel
Het gaat om een punt uit het verleden, heden en toekomst. B gegeven in vers 18: ‘Wat u aangaat, o koning! de allerhoogste God heeft uw vader Nebukadnezar het koninkrijk, en grootheid, en eer, en heerlijkheid gegeven’. En dan vers 20. Toen gedroeg hij zich alsof hij zelf een god was. Nu kijkt Daniël naar het heden nadat hij naar het verleden heeft gekeken.
Vers 22: En gij, Belsazar, zijn zoon! hebt uw hart niet vernederd, alhoewel gij dit alles wel geweten hebt. En vers 23. Maar gij hebt u verheven tegen den Heere des hemels, en men heeft de vaten van Zijn huis voor u gebracht, en gij, en uw geweldigen, uw vrouwen, en uw bijwijven hebben wijn uit dezelve gedronken, en de goden van zilver en goud, koper, ijzer, hout en steen, die niet zien, noch horen, noch weten, hebt gij geprezen; maar dien God, in Wiens hand uw adem is, en bij Wien al uw paden zijn, hebt gij niet verheerlijkt. U, u, u. U hebt niet gehoorzaamd. Dat is krachtig.
Als Daniël dit als een donder over hem heen laat komen. Denk erover hoe krachtig dit is, want het is van God: MENE, MENE, TEKEL, UPHARSIN. Dit is de uitlegging dezer woorden: MENE; God heeft uw koninkrijk geteld, en Hij heeft het voleind. Geteld, geteld. Gods schrijven aan het wand zegt uw koninkrijk is geteld.
Dat zal het geval zijn van elk leven waarin Christus niet is gekomen als Zaligmaker. U wist ervan Belsazar, van uw vader. Ik vraag mij af of er iemand zoals Belsazar is.
Romeinen 1 vers 18-23. Alle mensen weten van nature dat er een God is. Maar vanwege de zondige natuur dienen we God niet maar gaan onze eigen weg. God strafte Belsazar. Dit is een waarschuwing voor ons. God geeft ons de adem. Als de duivel komt en God onze adem van ons neemt. En we staan voor God in het oordeel. Als we niet voor God kunnen staan, dan gaan we naar de hel. Want God is heilig. Je zult niet de hemel ingaan als je in de zonden bent.
Maar er is een weg: bekering. Dat het niet voor je op de wand hoeft te worden geschreven over je leven. Het kan zijn dat je leven als een draad boven de hel hangt. Het is Gods genade dat je er niet in gevallen bent. Het is Gods barmhartigheid. Je kunt vergeven van worden van je zonden.
Er is Een die verandering kan brengen: de Heere Jezus Christus. Hij is de Steen waar in hoofdstuk 2 is geschreven. De hoop voor het leven is in Hem. Nebukadnezar had geen interesse en God liet hem vallen. Buig je je voor deze God, die een boodschap heeft, een prediker? Buig je je niet net als Belsazar? Of buig je je?
God zond Zijn Zoon uit. Christus kwam en droeg op het kruis de straf, de dood. Hij zegt tot allen vanmorgen: Ik geef je alles wat je nodig hebt.
De hand die het oordeel schrijft zendt Degene die het oordeel wegneemt. Dit is wonderbaarlijke genade. Paulus: ontvang de genade van God niet tevergeefs. Nu is de dag der zaligheid. Vandaag.
Daniël is geëerd. Maar Belsazar gedood, vers 30. God verhoogt de nederige. En vernedert de hoogmoedige. Blijf niet in hoogmoed staan, anders zul je de eeuwigheid in de hel doorbrengen. Maar bekeer je. Je weet wat je moet doen maar doet het niet. Bekeer je. Je moet wedergeboren worden. Je moet reageren en je voor God vernederen.
En voor die al christen zijn, Jezus is daar en meer heb je niet nodig. Hij heeft in het oordeel gestaan. We hebben alles wat we nodig hebben. De Geest van God zonder mate. Een nieuwe week in, wetend de kracht van de Heere. Laten we heengaan en verblijd zijn en het Koninkrijk ingaan van de vreugde des Heeren.
[Gebed] Heere, deze boodschap in de Bijbel. En het kruis dat Christus daar kwam voor ons en de hel en door overwon. De enige reden dat we dat met vertrouwen kunnen zeggen is vanwege Christus. Hij is onze hoop.
Ik bid dat iemand die deze boodschap hoort nu of later, niet voortgaat met zich verzetten tegen U. Dit is de dag der zaligheid. Bid dit in Jezus’ naam.
Amen.
Zondag 30 oktober 2022 – Great Victoria Street Baptist Church Belfast, Northern Ireland – S. Auld – Schriftlezing Psalm 8 en Daniël 5