De onderdanigheid waar Paulus de Efeziërs toe oproept, heeft alles te maken met de vervulling met de Geest. Vanuit die vervulling krijgt de lof, dank, aanbidding en onderdanigheid vorm in het leven van Gods kinderen. Toch is de oproep nodig, omdat wij zelf zo graag op de troon zitten. Onderdanigheid heeft tegenwoordig een negatieve connotatie, Paulus bedoelt het elkaar de ruimte geven, vanuit en gestempeld door de vreze Gods.

Wees elkaar onderdanig in de vreze Gods

Gemeente des Heeren, is het niet wat vreemd dat we aan elkaar onderdanig te moeten zijn? En een vers verder, dat de vrouw onderdanig moet zijn aan de man. In onze tijd roept onderdanigheid weerstand op. Ook in de gemeente weten we er geen raad mee. Onze tekst, over het aan elkaar onderdanig zijn, kleurt het onderdanig zijn van man-vrouw, kinderen-ouders, slaven-meesters. In deze preek de vraag hoe die onderdanigheid die verhoudingen kleurt.

Een karikatuur van het geloof: als gezegd wordt dat de vrouw niets in te brengen hebben. En dat werknemers onverbiddelijk moeten luisteren. Dan wordt een aspect verabsoluteerd. Geen nuance dan, bij Paulus. Die nuance is onze tekst. Wees elkaar onderdanig in de vreze van God.

A) Elkaar onderdanig zijn

Dat elkaar onderdanig zijn vloeit voort uit iets anders. Dat staat niet op zichzelf. In onze vertaling kan je dat niet goed zien. Letterlijk staat er (vanaf 18): word vervuld met de Geest, sprekende onder elkaar met psalmen en lofzangen en lovende en dankende de Heere, elkaar onderdanig zijnde in de vreze Gods. Paulus roept er toe op om vervuld te worden met Gods Geest. Dat vervuld worden wordt zichtbaar in een lied, lof, dank, onderdanigheid. Dan wil je de ander juist ruimte geven. Paulus zegt ergens anders: doe niets uit eigenbelang maar laat in nederigheid de een de ander voortreffelijker achten. Een leven van lof en dank en onderdanigheid zijn genadegaven. Als je beseft wie je bent! Het liefst op de troon, de baas. Als je ziet tot verzoening daarvan dat God Zijn Zoon zond. Sterven en opstaan! Gods liefde, van Zijn kant. Onverdiend. Wandel in de liefde zoals Christus ons heeft liefgehad. Hij heeft zich voor ons overgegeven. Als Christus dat niet had gedaan? Dan was er geen gemeente in Efeze en Reeuwijk.

De brief is gericht aan mensen die Hem kennen. Voorheen wandelden ze in de zonden. Maar ze zijn uit genade zalig geworden. Paulus bidt dat Christus in hun harten zal wonen. En dat hun leven gekenmerkt zal worden door liefde.

En dan die oproep, niet eerst vers 21, maar word vervuld met de Geest. En dan pas vers 21. Wij komen tot onze bestemming niet als we netjes leven. Kijk eens, wat een geweldige christen. Nee. Als we genade krijgen! Als in ons leven de vrucht van de Geest aanwezig is (vers 8). Goedheid, rechtvaardigheid en waarheid. Dan leggen we de oude levenswandel af. De nieuwe mens wandelt in nederigheid en zachtmoedigheid. Is niet altijd makkelijk. Wel de band van de eenheid bewaren.

De oproep is dus gericht aan mensen die met de Heere leven. Een kerkbrief. Hoe ben je christelijke gemeente, kerk? Je aanvaart de roepstem ook alleen als je Hem lief hebt. In onze samenleving uitleggen hoe de man-vrouw verhouding is, dan kan je rekenen op onbegrip. Als je de Heere vreest, dan pas kan je die onderdanigheid aanvaarden. Dan niet gedwongen, maar vrijwillig. Je weet dat de Heere ermee geëerd wordt. Daarom: geef de ander de ruimte. Wees elkaar onderdanig in de vreze van God.

B) Vreze Gods

Dat is het motief. Dat betekent niet dat je bang bent. Maar ontzag hebt. God is de hoogste autoriteit aan wie je maar wat graag onderdanig bent. Elkaar onderdanig zijn staat niet op zichzelf. Maar is een uitvloeisel van de vervulling met de Geest.

Maar de vernieuwing door de Geest en de verhouding tot de naaste (gemeente, huwelijk) is in dit leven ten dele. We zullen nooit volmaakt zijn in het lied, dank, lof, onderdanigheid. Niet omdat de Heere karig is met Zijn genade. Maar omdat wij de neiging houden onze eigen wegen te gaan. Juist ook in onze verhoudingen. We worden daarom steeds opgeroepen: word vervuld met de Geest. Ons oude leven afleggen. De oproep is gericht aan mensen die de Heere vrezen. Onze neiging is eigen wegen te gaan – ook als u de Heere van harte lief hebt.

Is dat niet vreemd: word vervuld?! Normaal word je oproepen iets te doen. Het gebeurt ‘aan’ jou. Je doet er zelf niets aan. Hoe kan dat? Dat is het geheim van het christelijk geloof. De Heere vraagt van ons met Hem te leven. Het feit dat je met Hem leeft is alleen Zijn initiatief. Laten we ons hierover verheugen. Sola gratia! Het is alleen genade.

Concreet in ons huwelijksleven of als kinderen richting ouders of in ons werkzame leven, hoe leg je dat onderdanig zijn uit? In volgend vers staat er dat de vrouw aan de man onderdanig moet zijn? Zijn er situaties waarin de vrouw het voortouw kan nemen? Ja. Een vrouw die dichtbij de Heere leeft en daar woorden aan wil geven maar die man die daar minder woorden aan kan geven, is het dan verkeerd dat die man zegt, doe jij het maar. Dan kan gesprek aangaan toch door vrouw gedaan worden? Ja maar de man moet de priester zijn? Wees elkaar onderdanig. Kijk bij elkaar waar de ander goed in is. Geef ruimte aan elkaar. Het is vrucht van de vervulling van de Geest. Elkaar onderdanig zijn in de vreze Gods! Het leven met de Heere is in het geding. Draag elkaars lasten. Vervul zo de wet van Christus. Misschien kan de een de last beter dragen. Laat het hem of haar doen. Wees elkaar onderdanig in de vreze Gods. De bijbelse opvattingen over verhouding begint bij de Heere, bij de Geest. Erop uit zijn om de ander de ruimte te geven. Daardoor komt de Heere meer aan Zijn eer.

Neemt niet weg dat de Heere wel het een en ander over die verhoudingen zegt. De Heere heeft er wel in voorzien. Bepaalde leden van de gemeente zullen de lasten dragen en anderen niet. Je moet er niet aan denken dat kinderen gaan bepalen hoe het eraan toe gaat in het gezin!

In het voorgaande zegt Paulus wel wat over die verhoudingen. Ook daar staat het niet op zichzelf. De verhouding tussen man en vrouw heeft alles te maken met Christus en Zijn gemeente. De gemeente is onderdanig aan Christus. En Christus dient de gemeente. Hij heeft Zich overgegeven. De gemeente is het lichaam. Als Hoofd koestert Hij het lichaam. Dan blijft er niets over van die karikatuur? Jammer dat het woord onderdanig zo beladen is onze tijd. Een vrouw is bij de Heere geen doetje. We kunnen er wel verkeerd mee omgaan.

Zoals dat echtpaar, ging niet goed in hun huwelijk, ze raadpleegden een predikant. Beiden dachten een oplossing te hebben op basis van Efeze 5. Mijn man heeft mij niet lief. Terwijl Paulus daartoe oproept. Vers 25. Mijn man doet dat niet. Als hij dat zou doen, is het opgelost. De man zei, mijn vrouw is mij niet onderdanig. Als mijn vrouw zich houdt aan wat de Heere zegt, is het opgelost. De dominee dacht even na. Jullie moeten van tekstje wisselen, zei hij. Man en vrouw mogen zich niet laten voorstaan op wat de Heere tegen de ander zegt. De vrouw heeft geen boodschap aan de tekst voor de man en de man geen boodschap aan de tekst voor de vrouw. Luister naar de Heere. Ga na wat Hij vraagt in jouw huwelijk. Wat zegt de Heere in mijn leven? Je zoekt het goede.

Dat elkaar onderdanig zijn, blijkt ook in de verhouding tussen kinderen en ouders. Ook in hoofdstuk 6. Kinderen wees je ouders gehoorzaam in de Heere. Het gaat om het dienen van de Heere. Als je alles ziet als van de Heere gegeven, dan is het geen slaafse onderworpenheid, maar van je veilig voelen. Je ouders hebben het beste voor. Voed je kinderen op in terechtwijzing van de Heere. Geen onderwerping aan jouw regime. Maar je hebt het beste voor: dat ze met de Heere gaan leven.

Dat zie je ook tussen werkgever en werkgever (slaaf – heer). Je voegen naar de werkgever. Maar als die leiding een grillig karakter krijgt: laat het dreigen achterwege. Weet dat de Heere in de hemel is! Steeds worden de verhoudingen geplaatst in het licht van het leven met de Heere. Ruimte aan elkaar geven. Het is vrucht van de Geest. Dan komt het tot uiting in ons lied, lof, dank en onderdanigheid.

Mooi gezegd, dit alles. Maar misschien iemand op de puinhopen van een mislukt huwelijk, slechte opvoeding, moeizame verhouding op het werk!

1. Deze aansporingen zijn het bewijs dat het vaak anders is dan dat de Heere het wil. Als het goed gaat, is dat onverdiende genade. God geeft in Zijn oneindige genade aanwijzingen voor een leven dicht bij Hem. Hij wil ons behoeden opdat we Hem zouden vrezen en liefhebben.

2. Niets in ons leven staat los van het dienen van de Heere. De Heere gaat over alles. Nergens zegt de Heere: zoek het daarin maar zelf uit. Nee. De Heere weet overal raad in. Er is geen onderwerp dat u onbesproken hoeft te laten in het gebed.

3. Aansporingen zijn ons bedoeld om ons vooraf de weg te wijzen. Niet bedoeld om achteraf terecht te wijzen. Nog los van de vraag of u fouten heeft gemaakt, dat kan het beste in een pastoraal gesprek aan de orde komen. Al ziet u bij uzelf dat u verkeerde keuzes heeft gemaakt, dan is het juist een aansporing om de Geest alsnog te ontvangen. Hij doet onze overtredingen van ons, zo ver het west verwijderd is van het oosten.

Het eerste doel is God aan Zijn eer laten komen. Elkaar de ruimte geven. Maar de samenleving dan? In de praktijk? Dat blijft niet onopgemerkt. We hebben een taak met elkaar. Anderen die de Heere niet vrezen; dat ze dit gaan zien. De buitenwacht ziet dan welke zegen God hieraan verbindt. Dat is dan evangelisatie ten top. Dan blijkt hoe goed het is om de Heere te vrezen.

Amen.

Hervormde Gemeente Reeuwijk, Ichthuskerk, zondag 25 juli 2021, 18:30. Schriftlezing Efeze 5:14-21.