[themadienst catechese] David had in zijn leven te maken met verwarring en twijfel. Dat kan ook onder jongeren (en ouderen) voorkomen. Ook de vraag naar God: wie is God, hoe ervaar ik God? Belangrijk is om de focus op God gericht te houden: eerst Zijn Koninkrijk te zoeken (en ons niet te focussen op wat daarna komt). In de gemeente mogen we met elkaar oplopen, jong en oud, en mogen we een ‘samenheid’ zijn om elkaar ook in twijfel, verwarring en vragen nabij te zijn.
Het ervaren van God
Jongeren, geliefde gemeente, ik heb iets afgestoft: de tussenzang. We gaan met een tussenzang aan de slag, het lied ‘Beveel gerust uw wegen’.
Er zijn veel vragen aangeleverd door jullie. Dat is mooi. Deze onderwerpen spreken jullie aan. Thema’s die jullie bezig houden. Geloofservaring. Of eerder: het gemis. Relatie met en tot God. Persoonlijke relatie. En ook, maar als het nou misgaat, waar is God dan? Hoe moet je omgaan met misleidende gedachten? Hoe zit het met mijn gevoelens? We gaan daarmee aan de slag. Het zijn betrokken jongeren. Je kunt hier ook passief zitten. Ik denk dat we ook een aantal jongeren missen. Voor hen is het nog verder van het bed. Laten we elkaar vasthouden. Er zitten zoekers en afwachters. Ik maak daar geen verwijt om. Er zit een diepere grond onder. In de puberteit. Maar ook daarna. Waar heb ik het nu? De een reageert zoekend, de ander passief. Hoe moet het dan in de praktijk?
Ik wil ook aandacht geven aan het punt dat er verdriet in je kan schuilen. Dingen die mis zijn gegaan. Als je beseft: ik zit in de gemeente van Christus. Mensen die om je geven.
Je vader en moeder zullen jullie wel bijpraten? Heb geduld? Dan komt het wel goed? Ouders zitten misschien met rode oortjes te luisteren. Waar gaat hij het over hebben. Ik kan met diezelfde vragen zitten.
Ik heb geen kant en klaar antwoord. Wij zijn heel verschillend. Er zitten hier denkers, doeners, dromers. We zijn heel divers. Niet dus: doe het zo, dan komt het goed.
Ik stuur jullie straks naar huis met leestips. Psalm 139. Niet gelezen maar wel gezongen. Lees ‘m nog eens even door. In verschillende vertalingen. En Efeze 4 hebben we gelezen, maar als je verder leest wordt het heel praktisch. In Exodus kan je ook verder lezen, dan gaat het heel erg mis.
Wat leren we van Israël? We gaan duizenden jaren terug in de geschiedenis. Het gaat hopeloos mis. Er is geen vrijheid meer. Maar ze worden bevrijd. Ik vertel het in een snelkookpanritme. Hoe gaat dat? Bloed aan de deurposten. De verderfengel komt langs. Er is dood en verderf. Die tien plagen. Dat zien ze. God is aan het werk! Ze gaan door de zee. God is aan het werk voor hun vrijheid.
En dan in de woestijn. Maar er is eten en drinken. Zichtbaar, tastbaar, smaakbaar. Een geloofservaring! Die God wil je wel belijden en offeren.
Maar als het even stil is, God spreekt niet, Mozes is op de berg. Mozes is even weg en dan gaat het mis. Wij weten niet wat er gebeurd is. Wat nu? Ze hebben een oplossing? Ze zorgen voor een eigen godservaring. Ze maken hun eigen god. Een gouden kalf.
Dat is herkenbaar. Doen we allemaal. Ons zelfoplossend vermogen is geweldig. We hebben allemaal verzekeringen. We kunnen God zomaar kwijt zijn. Jongeren, ouderen hebben dat ook. Er is niets nieuws onder de zon.
Ze doen het heel actueel. Heel hip. Ze komen uit Egypte. Als je zoekt op Google, Egypte en koegoden, dan zie je allemaal goden opkomen. Bij de koegoden moet je zijn. Wij zijn ook actueel bezig. Met wat van vandaag. Die voorbeelden zouden we kunnen noemen. Samen straks bespreken! Ik kan er wel een paar bedenken. De Israëlieten waren heel modern.
Ik wil een volgend stapje zetten. We komen uit bij David. We zongen ervan. Een paar duizend jaar verder. Er is niets nieuws onder de zon. Ik heb daar eerder over gepreekt. Dat is dus plagiaat. Maar ik schaam me er niet voor.
David als hij klein is, een jonge gast. Wordt uit werken gestuurd. Op schapen passen. Niet heel eervol. Dan komt Samuel. Er moet een nieuwe koning worden gezalfd. Alle broers komen. Knappe kerels. Het gaat niet over de zussen. Samuel denkt die koning wel te vinden. Maar God heeft die niet aangewezen. Zijn dit al uw zoons? 1 Samuel 16/17. Een natuurlijke zoon, commentaren vinden daar van alles van. Ja, nog een. We gaan nog niet eten, zegt Samuel. Tot David er is. Hoe moet dat voelen? Grote broers, zalving, zij niet… Je ziet die broers. De profeet is de Godsman. Davidje komt eraan lopen. Wacht maar. Het lijkt mij heel moeilijk. Maar hij wordt gezalfd. Angstzweet, verwarring? Misschien geen fijne geloofservaring?
Later stuurt zijn vader hem op pad om proviand te sturen voor zijn broers in het leger. Een broer stuurt hem weg. David gaat dan bij anderen vragen, wat is er mis? Er is veel verwarring.
In die jonge jaren was er echt wel verwarring bij David. Een groot gedeelte van de psalmen is van David. God, waar bent U mee bezig? Er zijn vijanden om me heen… Zoek maar eens psalmen op. Vriendje Google kan helpen. God waar bent U? David nota bene! Die Godservaring kwijt zijn. We zongen net Psalm 139. Lees die nog eens rustig door. Ik denk dat we nu maar de tussenzang gaan zingen.
‘Beveel gerust uw wegen
al wat uw leven deert,
bij God aan, die u zegent
en die ’t heelal regeert.
Die wolken, lucht en winden
wijst spoor en loop en baan
zal ook wel wegen vinden
waarlangs uw voet kan gaan.’
We zongen over die machtige God die alles in de hand houdt. Je kunt God vertrouwen. Zo gaat Psalm 139 ook. In het laatste vers kijkt hij in de spiegel. In de berijmde versie:
‘Doorgrond m’, en ken mijn hart, o HEER;
Is ’t geen ik denk niet tot Uw eer?
Beproef m’, en zie, of mijn gemoed
Iets kwaads, iets onbehoorlijks voed’;
En doe mij toch met vaste schreden
Den weg ter zaligheid betreden.’
Naar God toe, die weg. Door je gedachten en gevoelens niet misleid worden. Daar heeft David redenen toe.
Hoe verder? Nu de praktijk nog. Hoe gaat dat vertrouwen op God? Hoe kan je voelen dat Hij nabij is? We hebben veel wensen. En we denken te weten hoe dat gaat.
We kunnen goede voornemens hebben. Hoe we God willen dienen. Maar: zoek eerst het koninkrijk van God. Eerst. Daar de nadruk op. Wij schakelen snel door, naar al het andere. Nee, zoek eerst! Daar beginnen. Dat wil God toch ook. Onze Vader die in de hemelen zijt. Uw koninkrijk komen. Eerst door God bepaald worden, door Zijn koninkrijk.
Hoe doe je dat? Biddend. Eerst bij God bepaald worden. Onderweg op de fiets. Kan een schietgebedje zijn. Een schreeuw of roep naar God, zoals Ron van der Spoel zei. Petrus op het water, red mij! Op het water. Op school. Een calamiteit in een vriendschap. Eerst bij God te rade gaan. Heftige dingen. En bij mooie dingen. Waarom zou je niet denken, Heere dit heb ik van U gekregen! Wees dankbaar. En de aandacht op God richten. Hij gebruikt de dankbaarheid om nabij te zijn. Zoek eerst het koninkrijk.
En daarnaast, we schuiven langzaam naar de Efezebrief. Paulus legt daar de gemeente neer als het lichaam van Christus. ‘Samenheid’ tegen ‘ikkigheid’. Die woorden zijn niet van mij – die heb ik gestolen. ‘Ikkigheid’, daar word je verdrietig van uiteindelijk. Verdriet komt ook uit anderen naar ons toe. We zijn niet alleen. Hoe kan je alleen problemen oplossen? Dat werkt niet. We zijn onderdeel van een gemeente. Een ‘samenheid’. Hoe belangrijk dat is, in de gemeente. Alleen kom je nergens. God zegt: trek met elkaar op. Onder Christus zegen!
Hoe werkt dat dan, die ‘samenheid’? Goed naar elkaar luisteren. Geloofservaringen. God werkt tussen mensen. God is goed, Hij helpt mensen die het goed hebben.
Op die weg van zaligheid geleid te worden, daar mag je samen lopen. Is er iets onbehoorlijks? Heeft een vriendje of vriendin verkeerde gedachten? Dat je elkaar erbij houdt. Als er niemand meer zegt: je zit er naast. Dan loop je toch verloren, leeg.
Ik ga terug naar de inleiding van de preek. Je kunt behoefte hebben aan ervaringen. Een duiding van de tijd. We willen veel meemaken. Met onze zintuigen. Het kan zijn dat je telefoon trilt. De McDrive is in Gouda ook in de nacht open. De nachtwinkels, je gaat en je koopt. Als dat de kerk binnen komt, wordt het moeilijk. Wij willen snel iets ervaren. Onze eigen gouden kalfjes. In onze telefoontjes zitten wel een paar kalfjes. Online gamen. Aan de lopende band word je bezig gehouden. Zoek eerst het koninkrijk?! Ook hier de goede volgorde. Laat als je blieft niet de permanente gevoelshonger je de baas hebben. Luther zei: God voelen en ervaren, is Hij er dan niet? Hij is er wel! Het gevoel kan je in de weg zitten. Mee uitkijken. Ik zeg niet dat alle gevoelens verkeerd zijn. David zegt: laat ik voorzichtig zijn. Ik zit er wel eens naast.
Vertrouwen op God, ook als we Hem niet zien. Met elkaar dat doen. Waar is die plek om dat te ervaren? In de gemeente, bij elkaar. Daar werkt Gods Geest. Dat wordt concreet in Efeze 5. Je komt er niet bedrogen mee uit. Ga toch die weg. Zoek het bij elkaar. Bij broers en zussen uit de gemeente. Hou elkaar vast. In dat ene lichaam, van Christus. In dat lichaam beleven we mooie dingen en soms pijn. Maak van je hart geen moordkuil. Deel die ervaring met elkaar. Bid dat God in die ‘samenheid’ iets goeds wil doen.
Lees Psalm 139 en Efeze 4 en 5 door. Ga in gesprek met elkaar. Heb het erover! We zingen het vervolg van het lied. Amen.
‘Uw trouw en uw genade,
o Vader, weet zo goed
wat voor de mens tot schade
of winste worden moet.
Wat Gij hebt uitgelezen,
dat werkt Gij, sterke held,
en brengt in stand en wezen,
wat Ge U hebt voorgesteld.’
Hervormde Gemeente Reeuwijk, zondag 19 januari 2020, 17 uur. Thema dienst catechese. Schriftlezing Exodus 32:1-8 en Efeze 4:1-7.