Jezus’ Hemelvaart was noodzakelijk om de komst van de Geest mogelijk te maken. De Geest neemt het uit Christus. Hij gebruikt mensen om het getuigenis aangaande Christus te laten klinken in de wereld. De Geest overtuigt van zonde, gerechtigheid en oordeel en overtuigt hen die geloven dat ze Gods kinderen zijn.

Gods Geest getuigt en geeft vreugde

Gemeente van Jezus Christus, broeders en zusters, jongelui, misschien herken je het wel: als kind hoorde ik verhalen over Jezus. Thuis uit de kinderbijbel, op school, zondagsschool. Soms probeerde ik me voor te stellen hoe het was om er bij te zijn. In Zijn aanwezigheid. Als Hij vertelt over de Goede Herder. Tussen de mensen te zitten. Als het laat is en Jezus brood en vis pakt. Het breekt en aan Zijn discipelen geeft. Zij mogen dat uitdelen. Mooi om daar tussen te zitten. Dat te zien en te ervaren.

Misschien heb je dat ook wel eens gedacht, als ik Jezus in levende lijve zou zien, was het makkelijker om in Hem te geloven en Hem te volgen. Was Jezus maar hier.

Maar wat zegt Jezus? Iets heel anders. Je bent beter af als Ik weg ben. Kun je je dat voorstellen? Iemand die voorgoed weggaat? Jezus die de aarde verlaat. Hoezo zijn we beter af?

Anders kan de Trooster niet naar jullie toekomen. Waarom zou dat een verbetering zijn? Jezus vertelde over het einde. De discipelen werden verdrietig. Dan zegt Jezus: Ik stuur de Trooster. Alsof je eerst iets aan doet en dan iets doet om te helpen. Door de woorden droefheid en Trooster worden we op het verkeerde been gezet. Parakleet staat er: Iemand die erbij geroepen wordt. Die je helpt. Die je terzijde staat. Advocare. Erbij roepen. Hier gaat dat over de Geest.

De eerste keer als Jezus spreekt over Parakleet, spreekt Hij over de andere Parakleet. Jezus zelf is de eerste Parakleet. Die andere komt in Zijn plaats. Die is helemaal verbonden met Jezus. Jezus en de Geest: niet los van elkaar denken. Ze horen bij elkaar.

In Zijn lichamelijke verschijning was Hij beperkt in ruimte en tijd. Hij kon maar op een plaats tegelijk zijn. Daarom is het goed dat Hij weggaat. De Geest kan komen in Jezus plaats. En ons altijd terzijde staan. Hij is niet alleen bij ons, nee ook in ons (14:17). De Geest zal in u zijn. Als je Jezus lief hebt en Zijn woorden, dan nemen God en de Vader intrek bij je (14:23). Jezus door Zijn Geest in jou! Daarom is het goed en nuttig dat Hij weggaat.

Dat is dus geen droefheid, maar diepe vreugde (14:28). Je zou blij zijn – nu kan Ik altijd bij u zijn. Hij woont zelfs in ons. U toch ook? Bij jou? Of niet? Is er geen plaats voor de Geest? Dat zou jammer zijn.

Jezus zegt dat het nuttig is dat Hij weggaat. En dat de Parakleet komt. Wat doet Hij? Die zal de wereld overtuigen van zonde, gerechtigheid en oordeel. Wat bedoelt Jezus? Is dat iets om blij van te worden? Jezus geeft zelf een toelichting. Ik denk dat je dezelfde ervaring hebt als ik: als je die leest, snap je er nog minder van.

Van zonde, omdat ze in Mij niet geloven. Wat bedoelt Jezus? Het is belangrijk om te kijken naar de oorspronkelijke bedoeling voordat we ze doortrekken naar onze tijd. Tegen wie zegt Jezus deze woorden? Tegen Zijn discipelen. Hij sprak over het einde van Zijn leven. Hij zal gedood worden. Hij had het goede voor met allen. Zijn discipelen geloofden dat Hij de Messias was. Jezus deed ook geen moeit om alles te zeggen, dat konden ze nog niet verdragen.

De joodse leiders geloofden er niets van. Volgens hen was Jezus een zondaar. En godslasteraar. Hij noemt God Zijn Vader. Uitdrijven van demonen? Dat kan hij alleen omdat de overste van de demonen Hem in bezig hebben genomen?

De Parakleet zal laten zien: ze hebben het mis. Bij wereld gaat het in eerste instantie om die joodse leiders. En allen die niet geloven. De Geest werkt met drie criteria.

Zonde. Niet Jezus is een zondaar. Nee. Zij! Waaruit blijkt dat? Dat bewijs is hun ongeloof.

Gerechtigheid. Dat is het tweede kenmerk. Jezus heeft het recht aan Zijn kant. Ze kunnen Hem wel veroordelen maar Jezus zal blijken de rechtvaardige te zijn. God zal Zijn Zoon rehabiliteren. Zijn discipelen zullen Hem niet meer zien. Maar Zijn opstanding laat zien: Hij is de Zoon van God.

Oordeel. Satan zal overwonnen worden. Daar zal de Geest van overtuigen (verzen 9-11). Het zijn wat cryptische teksten.

De Geest toont overtuigend aan dat Jezus de waarheid. Als Parakleet getuigt Hij van Jezus. Een betrouwbaar getuigenis.

Een heerlijke waarheid voor ons! Een waarheid om heel blij van te worden. Jezus heeft de zonde overwonnen. De kloof overbrugd. We delen in Jezus’ gerechtigheid. God ziet ons als rechtvaardige. Tegen de duivel kan je zeggen: je hebt verloren. Jezus is Heer, niet jij.

Maar hoe doet de Geest dat dan? Hoe weet ik dat die waarheid betrouwbaar is? Waarheid en mening lopen door elkaar vandaag. Jij hebt jouw mening en ik de mijne. Tegengestelde meningen en waarheden kunnen tegenover elkaar komen te staan. Het christendom als een van de geloven, net als islam en boeddhisme. Waarom zou Jezus anders zijn dan Mohammed? En de Bijbel, wat is dat voor boek? Deze vragen kan je zomaar krijgen.

Opvallend is dat er niet staat hoe de Geest dat doet. We lezen (15:27): u zult ook getuigen. Met andere woorden: de Geest gebruikt mensen. Ze zijn oog- en oorgetuige. Ze zijn er steeds bij geweest. Ze hebben het gehoord en gezien. Ze zijn betrouwbare getuigen. Ze waren wel gaan twijfelen toen Hij ter dood werd gebracht. Het paste niet bij hun beeld van de Messias. Totdat Jezus opstond uit de dood. Het was zonde, ja, dat de joodse leiders ter dood brachten. Jezus overwon de machten van dood en zonde. Toen de Geest was uitgestort, getuigde Petrus er vol vuur van (Handelingen 2:37).

Wat de Geest nog meer heeft gedaan (14:26). In alle waarheid leiden en in herinnering brengen wat Jezus gezegd heeft. Dingen die toen duister waren. Ze kunnen dat nu nog niet begrijpen. Ze worden uitgezonden als apostelen. Direct na de Opstanding en Pinksteren was er een kerk.

Ik heb me de afgelopen maanden verdiept in de begintijd van het christendom. Er was een mondelinge traditie ontstaan. Allerlei hymnes over Jezus en pre-existentie. Dat Jezus geleden heeft en opgestaan is. Paulus haalt dit aan, dan hebben we het over 20-30 jaar na de opstanding. Dan zijn er nog volop oor- en ooggetuigen. Er is geen verschil tussen een historische en kerkelijke Jezus, zoals theologen ons willen doen geloven. Nee. Er is een Christus.

De Geest heeft Zijn hand gehad in het opstellen van de canon. Door mensen heen. Door de kerk, in de wereld. De Geest gebruikt mensen. Hij wil u en jou gebruiken. Misschien als predikant. Er zijn predikanten nodig. Iets om over na te denken. God roept. Wil jij Zijn getuige zijn? Jij, of u?

De Geest overtuigt de wereld. En ook: tegen de wereld. Hij doet dat door de kerk, al eeuwenlang. Ook persoonlijk. Hij wil ook in u werken. Hoe merk je dat?

  • De Geest wijst altijd naar Jezus (13-15). Het is de Geest om Jezus te doen, net als Johannes de Doper. Hij wijst naar Jezus als de waarheid in persoon. De Geest verzint niet zomaar wat. Hij spreekt wat Hij gehoord heeft. Hij brengt het lijden en opstaan in herinnering. Hij neemt het uit Jezus. Dat is de bron waaruit Hij put. Dus, hoe weet je dat de Geest werkt, in je woont: staat Jezus centraal in je leven? Jezus eren in je leven!
  • Het tweede ligt in het verlengde hiervan: in acht nemen van Gods geboden. De richtlijnen niet als een last, maar lust. De richtlijnen van God in acht nemen, dan zal de Geest in je wonen. Dan krijg je God steeds meer lief. Je kunt concreet denken aan Galaten 5, wat we lazen. Lees dat nog eens door. Spiegel je leven eraan. Werkt de Geest in mij? Is er groei? Hoe zit het met de vrucht van de Geest? Is er sprake van een rijpingsproces? Word ik steeds meer volwassen?
  • Tenslotte, de Geest met onze geest getuigt dat we kinderen van God zijn (Romeinen 8:16). Een bijbeltekst, lied, preek, breken van het brood. Het blijft haken. Het trilt. Je ervaart: Hij is ook Mijn Redder. Dat leert de Geest zeggen. De Geest leert roepen: Abba Vader.

Wat een vreugde. De Geest die getuigt en vreugde geeft.

Amen

Protestantse Gemeente Gouda, zondag 18 juni 2023, 10 uur. Schriftlezing Johannes 14:15-31 en 15:25 – 16:15. Gebod uit Galaten 5:13-26.