Zacharia profeteert dat het zwaard van Gods toorn en oordeel niet zal ontbranden tegen schuldige zondaren, maar tegen Gods eigen Zoon, de Heere Jezus. Hij draagt de straf die wij hebben verdiend. Opdat schapen die vanuit zichzelf afdwalen en onwillig zijn, tot Zijn kudde mogen behoren.
Vanmorgen staan we stil bij woorden van Zacharia, geprofeteerd 520 v. Chr. Afkomstig uit een priestergeslacht. Hij mocht machtige dingen profeteren. Hij ontving acht nachtgezichten. De HEERE zou zich over het volk ontfermen. Een heerlijke tijd zou aanbreken. Dat wordt zichtbaar aan het begin van hoofdstuk 13. Er wordt een bron geopend tegen de onreinheid. Die fontein dat is niemand anders dan Jezus Christus Zelf. De reiniging door Zijn bloed zal geweldige gevolgen hebben. De komst van de Zoon van God zal geweldige uitwerking hebben. Kijk ook maar naar het slot. Het volk zal Mijn Naam aanroepen. Ik zal horen. Het volk zal zeggen: de HEERE is mijn God.
Onvoorstelbaar dat de HEERE genadig zal zijn. Dat God zal zeggen: het is Mijn volk. Die woorden zullen in vervulling gaan. Dat heeft alles te maken met de tekst. De machtige woorden: Zwaard, ontwaak tegen de Herder. Sla de Herder. Ik zal Mijn hand tot de kleinen wenden.
Wat een zwaard is? Ook de kinderen weten dat al. Een vreselijk wapen. Werd eeuwenlang gebruikt om mensen het leven te benemen. Legers droegen zwaarden bij u. Wist u dat al aan het begin van Genesis sprake is van een zwaard? Als Adam en Eva uit het paradijs worden verdreven, wat doet God? Hij stelt engelen aan. Die dragen een zwaard. Dat blijkt dat ze ze dat omdraaien. Als de zon aan de hemel staat, dan weerkaatst dat. Het lijkt wel alsof het in brand staat. Met opzet liet God ze daar staan. Om te voorkomen dat Adam en Eva zouden terugkeren om te eten van de boom des levens. Ze mochten niet nemen van die vrucht.
Dat zwaard dat draagt de toorn tegen de zonden. God haat de zonde. Gods rechtvaardigheidsgevoel herkennen wij. Een jongen uit Waddinxveen overleed bij een vakantie in Spanje. Gasten die dat hebben gedaan, die mogen niet vrij rond blijven lopen, zeggen we dan. Wij hebben nog iets van rechtvaardigheidsgevoel. God is rechtvaardig. Maar ook barmhartig. God had het recht gehad om Adam en Eva te doden. Maar ze stierven niet. Ontwaakte dat zwaard niet? Jawel. Soms wel. Denk aan de geschiedenis in Egypte. De Farao en de eerstgeborenen. Of Korach, Dathan en Abiram. Of de 185.000 Assyriërs. Soms ontwaakte het zwaard. Doorgaans blijft het in de schede. Niet tegen Adam en Eva, niet tegen Aaron, of tegen David. God is grenzeloos barmhartig. Hij liet dat 4.000 jaar rusten.
Hier krijgt Zacharia het bevel te profeteren. Zwaard, kom in actie. Hier is sprake van beeldspraak. Alsof het een levend persoon is. In Jeremia komt het ook voor. Het is de HEERE van de legermachten die dit zegt. De God van Israël. Hij maakt zich bekend als een legeraanvoerder. Hij kan de zonde niet dulden. Hij ziet de zonden niet door de vingers. Vervloekt is een ieder die niet blijft in hetgeen geschreven is in het boek der wet.
Dat zwaard is het oordeel van God. Beeld van de toorn van God. Tegen wie moet dat zwaard in actie komen? Het antwoord is eenvoudig. Tegen mensen die schuldig zijn. Mensen die God de rug hebben toegekeerd. Elke morgen als de tien geboden gelezen worden, dan trekt God het zwaard uit de schede. Wij verdienen het om door het zwaard getroffen te worden. Jesaja zegt het treffend: wij dwaalden als schapen. Wij dwaalden. Zijn wij niet als schapen die wat rond dolen? Wij die onze eigen gang gaan? Die in opstand zijn gekomen.
Dit geldt eerst Israël natuurlijk. Het volk van het verbond heeft het er niet beter afgebracht. Israël heeft het verbond gebroken. Brengen wij het er beter van af? God sloot een verbond met ons. Hier bij het doopvont. Hij wil ons wassen. Hebben wij geleefd als kinderen van het verbond? Is het niet terecht dat God zegt: zwaard, ontwaak!
Weet u wat bijzonder is? God is genadig. Hij is onnavolgbaar in Zijn trouw en liefde. Dat zwaard ontwaakt niet tegen de schuldigen. Maar dat ontwaakt tegen Mijn Herder, tegen de Man die Mijn Metgezel is. Wie is de Herder van God? De Man die over de kudde is aangesteld. Dat gaat om Jezus Christus zelf. Christus is van God. De Zoon van de Vader. Jezus heeft zichzelf ook zo genoemd. Ik ben de Goede Herder. Hij heeft het op zich genomen om Herder te zijn.
Ook Metgezel. Je kunt ook vertalen: Gods kameraad, Gods naaste (met eerbied gesproken). Een nauwe relatie. Deze metgezel is God en volkomen mens. Er is bloedverwantschap. De eeuwige Metgezel van God. Het gaat dus om God de Zoon. Het zwaard van de toorn van God ontwaakt tegen de Herder van de kudde. Daarin zien we iets van de onuitsprekelijke liefde.
Zijn toorn liet Hij op Zijn Zoon ontbranden. Opdat wij vrijuit zouden gaan. Jezus wilde deze weg gaan. Onvoorstelbaar. Het zwaard is neergekomen op de Zoon van God. Als Abraham zijn zoon moet offeren, dan klinkt: strek uw hand niet uit naar deze zoon. Maar hier klinkt die stek niet.
Het zwaard brengt ons in een hof. De hof van Getsemane. Hij is er naar toe gegaan. Zich afgezonderd. Het zwaard is ontbrandt daar. Zo zwaar. Jezus zweet zelfs bloed. Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten? Daar woedt het zwaard van Gods brandende gerechtigheid. Daar moet afgerekend worden. Wij hebben straf verdiend. Wonder, o wonder. Wij hoeven die straf niet te ondergaan. Dat zwaard treft Gods eigen Zoon.
Wat gebeurt er dan? We lezen in vers 7 dat de schapen overal verspreid zullen worden. Uiteenspatten, zegt dat woord. Soms in oude kerken heb je een stenen vloer, als ik een glas zou laten vallen, dan spat het glas alle kanten uit. De discipelen vluchten alle kanten op. Ze raken in paniek. De band met de Herder raakt verbroken. De schapen raken verstrooid. Ook in de laatste ogenblikken van Jezus’ leven. Niemand die Hem volgt als Hij veroordeeld wordt (op Petrus na) of als Hij gekruisigd wordt (op Johannes en Maria na). Ongelooflijk. Drie jaar lang met Hem geleefd. En op het zwaarste: dan laten ze Hem in de steek.
Wat waren het voor schapen? Twistende schapen. Hoogmoedige schapen. Schapen die niet met Hem konden waken. Vooral ook schapen die zichzelf niet kenden. Ze zullen aan Mij geërgerd worden, maar ik niet, zei Petrus. En de Emmaüsgangers: ze dachten dat Jezus een koning was die de Romeinen zou verjagen. Hun ogen waren gesloten dat het leven alleen maar in Jezus is te vinden. Als je blind bent, stoot je je aan Jezus. Moest dit zo? Kon het niet anders? Staat het er zo slecht voor met ons?
Wat is een schaap zonder herder? Die staat er slecht voor. Gevaarlijk. Kuilen, roofdieren. Die schapen zullen verstrooid worden. Voor zulke schapen – ik noemde net wat kenmerken – voor zulke ontrouwe schapen, die zich aan Hem ergerden, voor hen is Jezus de dood ingegaan. Jezus heeft die schapen niet alleen gelaten. Hij is ze niet kwijtgeraakt. Na de opstanding is Hij hen voorgegaan naar Galilea.
Ik zal Mijn hand tot de kleinen wenden. Hij strekt Zijn hand uit naar de kleinen. Niet in toorn. Maar in liefde en trouw. God vraagt niet om grote mensen. De wereld wel. God maakt nooit grote mensen. Hij vraagt niet naar mensen die veel hebben. Maar naar arme zondaren. Mensen die het elke week verknoeien. Ik durf en kan niet geloven. Wees mij toch genadig. Naar zulke mensen strekt Hij zijn handen uit. Je kunt wel te groot zijn, niet te klein.
Zondag aan zondag strekt Hij Zijn handen uit. Hij probeert u te winnen voor Zijn liefde en trouw. We mogen ook denken aan kinderen van 1, 3, 8 jaar. Ook kinderen van 30, 50 jaar: die gebroken hebben met God. Ook naar zulke kinderen strekt God Zijn hand uit. Het kind is afgedwaald. Strekt U toch Uw hand in liefde uit!
Moeten wij niet allemaal worden als een kind. Dat zegt Jezus. De kleinen, dat zijn de hongerigen. De treurenden. Ik zal Mijn hand naar de kleinen wenden. God heeft ons allemaal op het oog. Mensen die schuld aanbrengen. Voor zulke mensen is het zwaard van de toorn ontwaakt. Ook anno 2023 sterkt Hij Zijn hand uit. Hij is op zoek naar de kleinen.
Dat werk van Jezus is niet tevergeefs geweest. Johannes zag er iets van op Patmos. Hij hoorde zingen: Gij zijt geslacht, Gij hebt ons Gode gekocht! Er is een Lam geslacht. Er wordt een Lam aangeboden. Leef niet aan Hem voorbij. Er is volkomen betaald. Bij Hem is redding. Verwacht het van Hem en zoek het Blij Hem.
Amen.
(Psalm 79 vers 7, berijming 1773)
Hervormde Gemeente Reeuwijk, Ichthuskerk, zondag 26 februari 2023, 9.30 uur (Tweede Lijdenszondag). Schriftlezing Zacharia 13 en Mattheus 26:31-36.