Thomas was er aanvankelijk niet bij toen Jezus aan Zijn discipelen verscheen. Thomas wilde het woord van de discipelen, van Maria en van Christus zelf niet geloven. Hij ontnam zichzelf de mogelijkheid dat Christus aan Hem zou verschijnen door de eerste keer thuis te blijven. Als Christus een week later wel verschijnt, is Thomas er wel bij. Christus bestraft Thomas niet, maar komt hem tegemoet in Zijn ongeloof en twijfel. Daar leert Thomas wat het is om te geloven met je oren: vertrouwen op het Woord van God, ook al zie en voel je niets. Christus staat voor ons in het gewaad van Zijn Woord en roept ons op Hem te geloven. Alleen dan kunnen we gered worden en zullen we Hem eens echt zien en ontmoeten.

Geloven met je oren

Gemeente, vanmorgen staan we stil bij Thomas. Een discipel. Hij wordt ook wel Didymus genoemd. Dat betekent tweeling. Waarschijnlijk was hij er een van een tweeling. Niet zomaar een Thomas, toch? Een ongelovige Thomas? Hebben jullie wel eens ongelovige Thomas gezegd? Tegen je broertje bijvoorbeeld? U kent die uitdrukking zeker ook wel. We noemen iemand zo als iemand het eerst gezien wil hebben voordat hij of zij het wil geloven. Zo was het met Thomas.

Hij wilde zien dat Jezus was opgestaan. Maar waarom gelooft Thomas niet? Jezus was toch al verschenen aan Zijn discipelen? Thomas was daar niet bij. Hij was thuis gebleven. Waarom was hij er niet bij? Dat weten we niet precies. Waarschijnlijk omdat hij er niets meer van begreep. Hij was Jezus gevolgd. Hij was erbij toen Jezus preekte en wonderen deed. Maar wat ging het anders dan ze verwacht hadden! De Heere Jezus werd aan het kruis gehangen. Hij stierf zelfs. Een grote teleurstelling! In bijzonder voor Thomas. Zijn Jezus, is dat nu de Messias? Waarom moest alles daar eindigen? Thomas dacht dat het over en uit was. Hij wist niet meer hoe het verder moest. Daarom was hij er niet bij. Hij was moedeloos, neerslachtig.

Misschien kunt u zich voorstellen dat Thomas thuis bleef. Ik kan me daar iets bij voorstellen. Maar het was niet goed. Hij ontnam zich zo de ontmoeting met de Opgestane. Als hij er bij was geweest, had hij het met eigen ogen kunnen zien. Dan was hij niet zo neerslachtig meer geweest. Dat geldt toch ook voor u en jou. Ook in deze tijd van het coronavirus. Wat zouden we graag bij een komen! Toch gaat de verkondiging door. U kunt deze dienst meebeleven thuis. Maar slaat u een dienst over omdat u moedeloos bent of u denkt dat het geen nut heeft? Dan sluit u erbuiten. Beseft u dan dat u een ontmoeting met de levende God ontmoet. Onder de verkondiging spreekt de levende God. Hij wil u aanspreken. Als u niet meeluistert, dan zorgt u er toch zelf voor dat u neerslachtig wordt?!

Thomas was er dus niet bij. De andere discipelen zeggen: we hebben de Heere gezien! Wat waren ze blij. Jezus verscheen aan hen. Hij liet Zijn handen en zij zien. Waarom deed Hij dat? Door Zijn handen en Zijn zij te tonen liet Jezus zien dat Hij het echt was. De spijkers gingen in Zijn handen. En een speer in Zijn zij. Het was echt de Heere Jezus. Hij was gekruisigd maar is nu opgestaan. Hij leeft!

Als de tien discipelen vol enthousiasme vertellen dat ze de Heere hebben gezien, gelooft Thomas het niet. Maar dat is niet het enige. Hij gelooft ook niet wat Maria Magdalena al eerder had gezegd, namelijk dat ze Heere had gezien. Maar ook wat Jezus zelf voor de kruisiging had gezegd. Drie keer zelfs. Hij zou opstaan. Later zagen ze dat dit woord in vervulling ging. Alleen Thomas geloofde het nog niet.

Wat een ongelovige Thomas, zegt u. Maar besef dan wel: hij was een ongelovige gelovige. Wat is de Bijbel eerlijk. Ook kinderen van God kunnen vast zitten in twijfel en onzekerheid. Het geloof is een aangevochten geloof. Zekerheid zit niet in je broekzak. Dit ongeloof is natuurlijk niet goed te praten. Van u ook niet. Dat vertrouwt u God en Zijn Woord niet. U heeft toch gehoord: de Heer is waarlijk opgestaan!

Hoort u wat hij zegt? Als ik in Jezus handen niet het litteken zie van de spijkers, zal ik beslist niet geloven. Een stevige uitspraak. Pas dan geloven. Is het u opgevallen, hij wil het niet alleen zien, ook voelen! Vingers in de littekens en zijn hand in de zij. Dat klinkt brutaal, vindt u niet? Pas dan zal hij geloven. Hij had genoeg moeten hebben aan het woord van de discipelen, Maria en Jezus. Dat geldt ook voor ons. Wij moeten het woord vertrouwen. Al zie en voel ik het niet. U heeft het gezegd, dus het is waar. Dat is geloven met je oren. Dat had Thomas moeten doen.

In vers 26 lezen we dat Jezus na 8 dagen weer verschijnt. Hij komt nadat de deuren gesloten zijn. Deze deuren vormen geen barrière. Dat is wel bijzonder! Wij kunnen dat niet. Als je geen sleutel hebt, kan je niet naar binnen. Jezus komt door dichte deuren heen. Zo staat Hij hier ineens binnen.  Wonderlijk hè, het lichaam van Jezus is anders dan voor Zijn dood. Niet meer onderworpen aan aardse wetten. Toch is Hij geen geest. Hij kan eten en verschijnen. Zijn opstanding is letterlijk en lichamelijk!

Jezus in het midden. Dat is mooi hè. Vanmorgen ook. Hij het middelpunt van ons samenzijn. Wat zegt Hij? Vrede zij u! Hij deelt de vrede uit – die Hij verworven heeft. Hij had al gezegd, Vrede zij u, nu tegen 11 discipelen. Thomas is er nu wel bij. Gelukkig wel. Hij verzuimt nu niet.

Wat doet Jezus? Loopt Hij Thomas voorbij? Bestraft Hij Thomas? Waarom geloof je niet? Ik had het toch gezegd! Waarom was je er vorige week niet bij? Nee. Integendeel. Hij spreekt Thomas persoonlijk aan. Niet verwijtend maar liefdevol. Jezus had alle reden dat wel te doen. Maar Hij zegt: kom hier met je handen! Zie en voel maar dat Ik het ben. Dat Ik de dood ben ingegaan. Thomas mag het zien en voelen.

Dat is om twee redenen wel heel bijzonder. In de eerste plaats, het is precies waar Thomas om vroeg. Jezus weet wat Thomas vroeg. Hij doet er alles aan om Thomas te geloven. Het tweede: Maria mocht Jezus niet aanraken. Maar Thomas wel.

Hebben we dat gelezen? Een belangrijk iets! Steekt Thomas zijn vingers in het litteken? En de hand in Zijn zijde? Nee. We kunnen eruit opmaken dat Thomas dat niet heeft gedaan. Nu heeft hij wel genoeg aan het woord van Jezus. Hij gelooft hier met zijn ogen en oren. Jezus is echt opgestaan. Hij leeft!

Wees niet langer ongelovig, maar gelovig, zegt Jezus. Dat is een bevel. Hij gebiedt het. Maar hoe mooi, het is iets wat Jezus geeft. Wat Hij beveelt, geeft Hij. Hij laat Thomas niet in ongeloof maar geeft hem geloof. Hij had dat niet verdiend. Hij wordt overrompeld. Hij buigt nu neer. Mijn Heere en mijn God! Hij mag het heel persoonlijk belijden. Eerst was het onmogelijk te geloven; nu is het onmogelijk om niet te geloven. Omdat Hij zei: Ik voor u daar hij anders de eeuwige dood had moeten sterven. De Geest overwint Thomas. Hij belijdt Jezus als de Kurios. Dat kan niemand zeggen dan door de Heilige Geest.

Zalig zijn zij die niet gezien zullen hebben, maar toch geloven, zegt Jezus. Jezus is opgevaren. Hij verschijnt niet meer zoals toen. Zalig bent u als u toch in Hem gelooft! Wie in Hem gelooft, heeft het eeuwige leven. Omdat Hij het eeuwige leven heeft. Zalig bent u als u Hem niet gezien hebt, maar toch in Hem gelooft.

Maar hoe dan? Hoe dan toch in Hem geloven? Hoe komen mensen vandaag toch in geloof? Door te horen naar het Woord van God. Door de verkondiging. Het geloof is uit het gehoor en het gehoor door het woord van God (Romeinen 10). Daarom is het goed dat u hier of thuis zit. Onder de verkondiging van het woord werkt de Geest. Hier opent Hij blinde ogen. Hier schenkt Hij ogen van het geloof. Hij zegt: wees niet bevreesd. Ik ben dood geweest, en zie Ik ben levend tot in alle eeuwigheid.

Zeg eens, heeft u aan dat Woord genoeg? Gelooft u dat Jezus is opgestaan? Misschien moet u toegeven dat dat niet het geval is. Misschien wilt u eerst zien. Ik geloof niet, waarom laat God zoveel kwaad toe? Het woord zegt vanmorgen: de Heer is waarlijk opgestaan. Is dat echt zo, zegt u? God zegt het vanmorgen! Vertrouwt u God niet? Dat is ongeloof. Wat erg. Vertrouw Hem op Zijn Woord. Maar ik kan het niet geloven? Als het aan mij ligt is het onmogelijk om zalig te worden! Een ander zegt: ik kan het niet meer geloven. Tijden gehad dat ik het mocht geloven. Maar nu zit ik vast in ongeloof en vertwijfeling. Zit u ermee? Dan mag ik tegen u zeggen. Hij komt terwijl de deuren gesloten zijn. De deuren van uw hart. Hij staat in het gewaad van Zijn Woord voor u. Hij zegt tegen u: Thomas, Thomas, Thomas. Kom hier met uw vinger. Bekijk Mij handen. Steek uw hand in Mijn zij. Hij bestraft u niet. Hij laat zien dat Hij dood is geweest maar nu leeft in eeuwigheid. Hij is gekruisigd, gestorven en opgestaan. Om zondaren zalig te maken. Om de schuld te verzoenen.

Wat een verkondiging vanmorgen! Zijn werk is volbracht. Hij zegt, wees niet ongelovig maar gelovig. Jezus dringt aan op een geloofsantwoord. Wat Hij beveelt, geeft Hij ook. Hij staat voor u. Hij toont Zijn zij en handen. Hij zegt: zie en voel maar dat Ik het ben. Aan dit woord moet u genoeg hebben. Ook Thomas had er genoeg aan. U kunt niets anders dan belijden: Mijn Heere en mijn God. Dat heeft de Geest dan gewerkt. Als u zo neer valt en zo schuilt achter Jezus, dan mag u het weten: Hij voor mij daar ik anders de eeuwige dood had moeten sterven. Dan is het Pasen geworden. Dan mag ik u feliciteren. Dan heeft u het leven in Zijn naam. Dan leeft u door het geloof als pelgrims op de aarde. Eens zal het geloven overgaan in aanschouwen. Dan zult u Hem echt ontmoeten. Wie Hem niet leerden kennen en Hem niet beleden hebben, zullen straks ook knielen. Angstig knielen. Dan is het eeuwig te laat. Gaat weg van Mij, Ik ken u niet. Maar wie leerden knielen, voor hen zal het een heerlijke ontmoeting zijn. Hij die hen zo innig lief heeft gehad. Dan zal hun ongeloof weg zijn. Als sneeuw voor de zon zal het verdwijnen. Eeuwig bij Hem zijn. Eeuwig Hem genieten. Wat een vreugde zal dat zijn! Is dat uw vooruitzicht? We zullen het straks zingen: ‘Maar blij vooruitzicht, dat mij streelt, ik zal ontwaakt Uw lof ontvouwen, U in gerechtigheid aanschouwen, verzadigd met Uw goddelijk beeld.’

Amen.

Hervormde Gemeente Reeuwijk, Ichthuskerk, zondag 25 april 2021, 9:30 uur. Schriftlezing Johannes 20:24-31. Dienst met beperkingen: aanmelden voor bezoek (max. 30), geen samenzang, mondkapje bij in- en uitgaan (i.v.m. covid-19).