Vlak voor Zijn hemelvaart geeft Heere Jezus Zijn discipelen de opdracht om het Evangelie naar alle volken te brengen. Hij geeft er een belofte bij: Hij zal bij de Zijnen zijn, alle dagen, zowel op blijde als verdrietige dagen. Ik ben met u alle dagen. Het is zowel een opdracht als een belofte van de Heere Jezus. 

Ik ben met u alle dagen

  1. De opdracht die Jezus geeft
  2. De belofte die Jezus geeft

Gemeente te Sluipwijk, in het noorden van IJsland is een grote waterval. Ik was er in de zomer van 2020. Nu zijn er meer grote watervallen daar, maar deze is erg indrukwekkend. Het maakt veel geluid. Je ziet er wel iets in van de majesteit van God. Deze waterval heeft een bijzondere naam: Goðafoss, de godenwaterval. Klinkt heidens, toch? Heeft het ook mee te maken. Rond het jaar 1000 was er een heidense man daar. De IJslanders stammen af van de Vikingen. Die dienden niet de God van Israël, maar de heidense goden. Deze man diende die goden. Op een gegeven moment is hij christen geworden en heeft hij zich bekeerd. Hij heeft al die afgodsbeelden in die waterval geworpen. Hij werd christen. Hij was niet de enige. Het christendom werd de enige godsdienst in het land. Het land ging over op het christendom. Een wonder als een land zo overgaat.

Dat dit moest gebeuren heeft alles te maken met deze opdracht. Zijn opdracht is, ga heen, geef onderwijs aan alle volken. Het onderwijs moet verspreid worden. Jezus gaat Zijn elf discipelen gebruiken.

Wat waren dat voor mensen? Ja, Zijn discipelen. Hadden zij een bijzonder geloof? Nee. We lezen dat sommigen twijfelen, vers 17. Mensen met aanvechtingen en twijfel. Het kan zijn dat je oprecht gelooft maar dat je je toch afvraagt of je wel echt bekeerd bent. En of het wel waar is wat God zegt. De duivel zit daarin niet stil.

Het was nog niet zo lang na de Opstanding. De discipelen waren eerst in Jeruzalem gebleven. Toch naar Galilea gegaan. Er is veel gebeurd. Christus staat als de Opgestane in hun midden. Schuchterheid kwam in hen naar boven.

Er is wel meer dan twijfel. Ze aanbaden Hem. Aanbidden is God groot maken. God is toch al groot? Ja. Maar onszelf klein maken. God zo heilig en rein. Aanbidden is jezelf voor ogen buigen. Neergaan. God groot maken en jezelf klein maken. Daar zit schuldbelijdenis in en verootmoediging. We moeten nederig voor de Heere zijn.

Je kunt een mooi wit tafelkleed hebben, maar als je er een lamp op laat schijnen, zie je vlekken. Zo is het ook voor God. We zien dan onze zonden. Aanbidding is ook schuldbelijdenis. Petrus stond er ook bij. Bij Johannes lezen we over het herstel. Duidelijk is dat iets van dat schuldbelijden naar voren komt.

Jezus kwam naar hen toe, vers 18. De afstand tussen de onheilige discipelen en de heilige God wordt overbrugd. Jezus kwam nabij. Er zit niets meer tussen. De blokkade wordt opgeheven. Dat is omdat Jezus met Zijn kruisdood en lijden verzoening heeft aangebracht. In Uw aanwezigheid, kan ik daar zijn? Ja. Zo wel. Dat is genade. Jezus heeft de afstand overbrugd.

En dan de belofte, Mij is gegeven alle macht in de hemel en op aarde. Er gebeurt veel. Nu in Oekraïne, een oorlog. Het komt erop aan dat we het met God wagen. De schepping zucht. Er zal een nieuwe hemel en aarde komen. Ja maar waarom grijpt God nu niet in? Misschien krijgen we die vraag! Misschien hebt u die vraag zelf ook.

Jezus zal niet direct Zijn almacht manifesteren. Er kwam niet toen al een nieuwe hemel en aarde. Het evangelie moet verspreid worden. De discipelen worden daarvoor gebruikt. Met hun twijfels. Wonderlijk dat God zulke mensen wil gebruiken!

De wereld moet weten van de Gekruisigde en Opgestane. En van de Drie-Eenheid. Hen te dopen, de volken, in die Naam. Hun te leren in acht te nemen wat Ik u geboden heb. Er moet gedaan worden aan zending en evangelisatie. Er zijn dus hier ook kerken gekomen. We horen nog steeds over de Bijbel. Dat Jezus is gekruisigd en opgestaan. God zorgt ervoor.

Het evangelie is op veel plekken terechtgekomen. Veel mensen probeerden het uit te wissen. De christelijke gemeente is geen sekte die zich afscheidt van de wereld. Nee, de gemeente wil juist de volken bereiken. De afgodendienst moet wijken. Het christelijke geloof moet ervoor in de plaats komen. De bijbel is inmiddels in 3.400 talen vertaald. God gebruikt daarvoor mensen. Wat wilt U dat ik daarvoor doe? Op je werk, in de kerk. Het komt erop aan dat je Hem wil dienen. Laten we onszelf daarop beproeven, met het oog op het avondmaal.

De volken moeten gedoopt worden. Jezus geeft opdracht om onderwijs te geven en in dat kader moeten ook de kinderen gedoopt worden. De Doop hier is meer dan de doop van Johannes. Dat was de doop van bekering. In deze doop komt de Drie-Enige God naar voren. Die God moet onderwezen worden. De doop wordt aan het onderwijs gekoppeld. Jezus stuurt Zijn discipelen erop uit.

Worden ze aan hun lot overlaten? De discipelen. Zoek het maar uit? Nee. Daar mogen we de Heere dankbaar voor zijn. Hij gaf een belofte meer.

2.

Zie, Ik ben met u. Let erop. Zie. Ik ben Immanuel, God met ons. Hier belooft Hij opnieuw Immanuel te zijn. Jezus is nabij, dat wordt zichtbaar en tastbaar in het avondmaal. In die tekenen is Hij met ons. Het geloof is uit het gehoor. Vier maal per jaar wordt dat zichtbaar. Het avondmaal is een zichtbare preek. Daarin wordt zichtbaar dat Hij verlaten is door de Vader opdat wij nooit meer verlaten zouden worden.

Hoe weten we dat Hij met ons is? Leven we met ons? Kunnen we aan het avondmaal? Alleen voor hen die oprecht met Hem leven. Geloven we dat onze zonden vergeven zijn? Voortaan de intentie en het verlangen hebben met Hem te leven.

We moeten terugdenken aan de doop. Daar krijgen we dat beloofd. Het gaat erom wat we ermee doen. Stel je voor je krijgt een pinpas. Er staat 10.000 euro op. Je krijgt ook de pincode. Wat erg als je het niet gebruikt! Het nieuwe leven wordt beloofd. Wat er als we er niets mee doen.

De gelijkenis van de rijke man en arme Lazarus, die man wordt in de hel nog kind genoemd. Een kind van het verbond. Wat erg!

Psalm 56, dit weet ik dat God met mij is. Jezus is Immanuel. Hij belooft het. Als God voor ons is, wie zal dan tegen ons zijn? De nabijheid van Christus wordt beloofd. Het komt erop aan ons daar aan vast te klampen. Ik ben met jullie.

Jezus zegt er iets bij: alle dagen, tot de voltooiing van de wereld. Dat komt nog. De discipelen zijn al gestorven. Jezus belooft met allen te zijn die Hem volgen. Ik ben met u. In het Grieks ligt de nadruk op Ik, op Christus. Wie anders? We kunnen steun hebben aan mensen om ons heen. Maar geliefden kunnen ons tragisch ontvallen. Weduwe en weduwnaars, dat is heel tragisch. Veel gemis geeft dat. Gemis kan en mag er zijn. Hier op aarde wordt het niet volmaakt. Toch zegt Jezus, Ik ben er alle dagen. Ook op dagen van verdriet en vreugde. Dagen van ups en downs.

We kunnen wel eens een gesprek hebben van hart tot hart. Mensen die dichtbij je staan. Mensen die je vertrouwd. Mooi is dat. Wonderlijk is het als Jezus tot ons gaat spreken. Dan merken we dat Hij alle dagen met ons is. Het is Pinksteren geworden. Zo merken we dat Hij altijd met ons is.

Tot de voleinding van de wereld. De voltooiing. Daar wordt de wederkomst mee bedoeld. Dan gebeurt er heel veel. Een aspect wordt er uitgelicht, die voltooiing kwamen we ook tegen in hoofdstuk 13. De gelijkenis van het onkruid. Jezus komt terug om te oordelen de levenden en de doden. In die gelijkenis zijn de levenden de tarwe en de doden het onkruid. Mensen die niet meer om Hem heen konden. En onkruid: mensen die Hem naast zich neer legden. Bij het oordeel worden de mensen van elkaar gescheiden. Dan pas. Niet nu. Want dan zou je met het onkruid de tarwe mee kunnen trekken.

Eerst moeten alle volken het evangelie horen. Nu weten wij nog niet wie geloofd zullen hebben en wie niet. Het is nog genadetijd. Als we nog niet persoonlijk in Jezus geloven – hoe kerkelijk meelevend we ook zijn. Roep Hem aan. Maar dat geloof moet ik hebben? Als u niet kunnen in geloof, kom dan naar om geloof. Als we Hem afwijzen, blijft gejammer en tandengeknars over. Aangrijpend is dat. Mensen die niets van het evangelie willen weten. Alleen God kan het maar geven. We moeten wel een persoonlijk getuige van God zijn. In liefde. God gaat door met Zijn werk. Hij belooft met ons te zijn, tot aan de voltooiing van de wereld. Hij wijst u de weg, vangt u op, Hij is door Zijn Geest nabij. Hij gaat mee. Wat kan je dan uitzien naar de nieuwe hemel en aarde. De rechtvaardigen zullen stralen als de zon. Blijdschap zal er zijn. Geen pijn en gemis. Altijd bij de Drie-Enige God. Ik ben met u. Amen, staat er achter. God doet wat Hij beloofd. Brood en wijn gebruiken we totdat Hij komt.

Amen.

Maak in Uw woord mijn gang en treden vast,
Opdat ik mij niet van Uw paân moog’ keren;
En wordt mijn vlees door ’t kwade licht verrast,
Ai, laat het mij toch nimmer overheren.
Verlos mij, HEER, van ’s mensen overlast,
Dan zal ik U, naar Uw bevelen, eren.

Gun leven aan mijn ziel, dan looft mijn mond
Uw trouwe hulp; stier mij in rechte sporen;
Gelijk een schaap heb ik gedwaald in ’t rond,
Dat, onbedacht, zijn herder heeft verloren;
Ai, zoek Uw knecht, schoon hij Uw wetten schond;
Want hij volhardt naar Uw geboôn te horen.

– Psalm 119 vers 67 en 88 (berijming 1773)

Hervormde Gemeente Sluipwijk, zondag 9 oktober 2022, 10 uur. Schriftlezing Mattheus 13:36-43 en Mattheus 28:16-20.