De koningin van Sheba, Makeda, heeft vragen, gaat op zoek naar antwoord en krijgt antwoord. Ze gaat te rade bij koning Salomo. In dit geestelijke staatsbezoek liggen lessen voor ons: wat zijn jouw levensvragen, waar zoek jij antwoord en heb je al ondervonden dat de Heere ántwoord geeft? Want Jezus is meer dan Salomo.
Geestelijk staatsbezoek
Ja, de koningin van Sheba loopt rond met levensvragen. Heb jij dat ook? Kiezen tussen je bijbaan en school. Help! Je heeft veel online vrienden, honderden, maar ja, vriendschap in het echte leven… Instagram en al die andere kanalen, schreeuwt om aandacht. Je wordt er doodmoe van. Maar ja, die ander verwacht wel dat je snel antwoordt. Hoe moet ik hiermee om gaan? Belangrijke vragen.
De koningin van Sheba heeft ze ook. Levensvragen. Ze is rijk. Hoeft aan niemand verantwoording af te leggen. Maar toch heeft ze vragen. Met haar adviseurs komt ze er niet uit. Ze hoort over die wijze koning. En over de God van die koning. En dan gaat ze op reis. En wij gaan met haar mee.
Wie is deze koningin? We weten niet veel over haar. Tot voor kort dachten we dat ze koningin was over Ethiopië. Maar nu denken we Jemen. En daarnaast ook Ethiopië. Mogelijk wordt ze Makeda genoemd. Geen relatie had ze. Maar wel was ze heel rijk.
Ze zit vol met raadsels en vragen (vers 2 en 3). Welke? Wat? Het staat er niet. Het zijn belangrijke vragen, dat is duidelijk. Niet: hoe kan ik snel rijk worden? En ook niet over vrienden. Rijke mensen hebben veel vrienden.
Welke vragen wel? Denk eens mee. Waarom leef ik eigenlijk? Heeft mijn leven betekenis? Leef ik na de dood verder? Loopt de wekker af, stopt het een keer?
Zijn het vragen die bekend voorkomen. Misschien had je ze ook vandaag. Een van je vrienden kreeg een slechte boodschap. Kanker. Waarom hij? Of mijn verkering is uit. Heere, waar bent U, als U al bestaat… Of je denkt aan je gezin met pubers. Opvoeding: Heere, waar bent U met Uw doopbelofte. En die zonden, drukken me neer. De wereld trekt. Was ik maar… Heb je dit soort vragen wel eens? Ze kunnen je dichter bij de Heere brengen.
De koningin gaat op zoek naar antwoorden. Ze spreekt met haar adviseurs en ministers. Maar ze komen er niet uit. De goden helpen ook al niet. Hoe dan verder? Hoe het gegaan is, weet ik niet. Misschien heeft iemand gesproken over die handelaar. Die handelaars uit Israël hebben het ook over hun wijze koning. En de God, die ze niet durven uitspreken. God heeft ervoor gezorgd dat we uit Egypte zijn verlost. En God heeft onze koning veel wijsheid en verstand gegeven. Hij heeft veel gedicht en gecomponeerd. Uit alle landen komen mensen naar hem. De koningin zegt, mij zegt het niet veel, maar misschien moet u op staatsbezoek. Mooi, als anderen naar Hem (de Heere) op zoek gaan!
Nou, ja, op staatsbezoek gaan. Is niet zo gemakkelijk. Reizen als koning of koningin doe je niet zomaar. 2000 kilometer. Een hele organisatie. De kans op een staatsgreep (ze is 6 maanden weggeweest) is er. Reizen door de woestijn is geen pretje. Maar goed, ze gelooft het niet zo (vers 7), maar als de helft al waar is… Hij heeft misschien wel de antwoorden.
Ze gaat wel op reis. Om antwoord te krijgen. Deze koningin houdt ons een spiegel voor. Kijk er eens in! Ze heeft vragen. Blijft er niet mee rondlopen. Maar gaat op zoek. Gaat het over u of jou? Ben je zo al eens op zoek geweest? Niet bij de koningin in Wassenaar. Maar bij de Koning!
Je zat met vragen over die ziekte. Of, Heere, ik ben U kwijt. Je ging lezen en bidden. Je moest naar de kerk. Of misschien al duizend preken gehoord. De vragen lieten je niet los. Om het leven te vinden in die ene Naam?!
De koningin komt aan. Hoe was de reis? Goed. Ze gaan met elkaar in gesprek. Ze vertelt alles wat haar bezighoudt. Misschien haar verdriet wel. Al die dingen waar ze maar geen antwoord op kan vinden. Salomo, ik heb gehoord dat je alles weet. De koning sputtert tegen, dat geloof ik vast. Hij heeft de wijsheid niet van zichzelf. Maar van de Heere gekregen. Toen hij nog jong en onervaren was. Hij vroeg om wijsheid om het volk te kunnen besturen. Hij vroeg niet om rijkdom of een lang leven. Het was goed in de ogen van de Heere en daarom gaf de Heere het hem.
Geen vraag was nu voor Salomo te moeilijk. Hij heeft vast advies gegeven. Over de vreze des Heeren. Zal hij niet vooral over de Naam van God gesproken hebben.
Stel he, morgen vraag iemand: vertel eens wat over de Heere. Wat zeg je dan? Dat is lastig toch. De God van Salomo, is Hij ook jouw God? Hij heeft een Naam. Hij is geen abstracte geest in de lucht, onbereikbaar. Nee. Hij wil zich bij Zijn Naam laten noemen. Als je iemand bij de naam noemt, ken je iemand. Zo is het ook bij de Heere. De Heere wil ons kennen en ontmoeten. Verbond aangaan! Er is geen ontmoeting met de Heere gelijk: Abraham, Salomo, of deze koningin. Ze gaat op staatsbezoek. In Jeruzalem ontmoet ze hem. Hij luistert naar Abraham. Hij geeft Salomo. Hij antwoordt Makeda.
Er gebeurt ook wat. Deze Heere is niet zomaar een vriend. Abraham durfde zijn vragen bijna niet te vertellen. Salomo bracht offers. En Makeda is sprakeloos. We hebben deze Heere niet in de vingers. Hij is niet te manipuleren. Deze God is toch ook rechtvaardig en heilig? Er is ook een weg naar de dood, al lees ik het in 1 Koningen 10 niet. In het OT is het de Heere die mensen zoekt. Maar het verbond staat voortdurend onder de druk. De liefde is vaak eenrichtingsverkeer. Bij de Heere vandaan. Hij is uit op jouw leven! Ook vandaag. De Naam van God laat zien wat Hij wil: relatie met ons. Hij geeft, luistert, antwoordt!
Heb je de Heere al eens ontmoet zo? Dat je sprakeloos was? Eerbiedig neerknielde? Onder de indruk van Zijn genade en liefde. Vanwege dat Verbond. Hoe je reageert weet ik niet, maar je vergeet het nooit meer.
Terug naar de koningin. Je hebt vragen. Je gaat op zoek. En je krijgt antwoord. Dat is toch geweldig. Je legde het voor de Heere neer. Alles. Je vragen, zonden, verdriet. Ik kan niet bestaan voor U! En je kreeg antwoord. Krijg je altijd antwoord? Nee. Maar een vraag wel: hoe kan ik in het reine komen met U? Dan krijg je antwoord. God laat bidders niet staan. Andere vragen, dat kan best moeilijk zijn. Vragen die je leven beheersen: werk, ziekte, relatie. Soms krijg je antwoord, soms niet. Dat doet pijn. Wat nu?
Ik moest denken aan Asaf, een profeet in de tijd van David. Hij keek om zich heen. Wat hadden de goddelozen het goed. Maar toen… Zag hij het einde van hun leven. Door God verlaten. Weggevaagd. Toen hield hij zijn mond. Dan is niet alles opgelost. Maar hij legde alles bij de Heere neer. Richt daarom je hoofd omhoog. Verwacht het alleen van Hem. Hij zal je dragen!
Terug naar de koningin. Ze hoort niet alleen over de wijsheid, ze ziet het ook. Ook de glorie van zijn God. Ze krijgt een rondleiding. Het sluitstuk van de rondleiding. Ze gaan naar het voorhof. Ze ziet hoe de Heere wordt gediend. Ze ziet de priester, de hand op de kop van een dier. Plaatsvervangend offer. Dat alleen op deze manier de zonden van het volk worden kwijtgescholden. Dat ze alleen zo hun God kunnen ontmoeten.
De koningin heeft het gezien. Vers 5: ze is buiten zichzelf. Dit overtreft alles. Vragen heeft ze niet meer. Sprakeloosheid blijft over. Wat een koning is deze Salomo! Of wat een koning is deze God! Ja de koningin is onder de indruk. Wijnkelder, paleis, eetzaal en als klap op de vuurpijl, de tempel. Als je bijbelvast bent, ken je Salomo wel beter. Hier lijkt hij op een voetstuk: rijk, wijs, hij weet alles. En 1 Koningen 11 dan, al die vrouwen? En over zijn buitensporige rijkdom?! En verder terug, 1 Koningen 2, het bloed dat hij aan zijn handen heeft? Dat is Salomo helemaal niet zo’n goede koning. Dan heeft Makeda en wij niet genoeg aan Salomo.
We moeten verder kijken. Wat de koningin zag was een voorspel van wat komen zou. We moeten zoeken naar iemand die meer is dan Salomo. Iemand die geen zonden heeft. Dat is Jezus geworden. Lukas 11: meer dan Salomo is hier. Jezus. Hij was ook eenmaal sprakeloos (1 Petrus 2, Jesaja 53). Hij deed Zijn mond niet open. Ervaar je dat zo? Hij voor mij? Hij de dood in omwille van mijn zonden. Hij mijn zonden, ik Zijn wonden? Jezus je alles geworden? Hij die arm werd, opdat jij door Zijn armoede rijk zou worden. En dan Zijn rijkdom: de helft was je nog niet verteld. Antwoord op je vragen. God kwam naar je toe. Om je te behouden. Dan ga je zingen, niet van Salomo. De belastingdruk was onwaarschijnlijk hoog. Nee. Van Jezus. Zijn last is licht. Hij wil uitdelen: genade, vergeving, trouw. Je zingt het uit. Zingen laat zien wat er in je hart leeft. ‘Beminlijk Vorst, uw schoonheid hoog te loven, Gaat al het schoon der mensen ver te boven; Genâ is op uw lippen uitgestort.’
Ben je zo wel eens op bezoek geweest? Bij de Heere? Dan kan je naar huis. Net als de koningin. Ze gaat weer terug. Ze is veranderd. Ze heeft antwoord. Dankbaar en blij is ze. Dat ze van God heeft gehoord. Deze God heeft zich aan haar geopenbaard. Leren kennen mocht ze Hem. Ze is van Hem gaan houden. Ze weet waarom ze leeft: tot eer van God. Na dit leven gaat ze naar God toe. Hoe? Dat weet ze niet. Daar wordt in het OT niet veel over gesproken. Het is geen wekker en dan afgelopen. God zal recht doen. Er staat iets groots te gebeuren. Kan je met haar meevoelen? Ook zo de kerk uitging? Dankbaar de bijbel dicht sloeg? Omdat je weet van Zijn liefde voor jou? Dat is prachtig hè. Of niet? Of niet? Dan wordt het wel tijd. Waarom?
Jezus spreekt over deze koningin in Lukas 11. Richting de Farizeeën, als waarschuwing. De koningin zal straks uit de dood opstaan en mensen veroordelen die niets van Jezus wilden hebben. De Farizeeën wilden niets van Hem hebben. Deze koningin is een voorbeeld voor jullie. Zij was een heidin. Zij moest afgaan op geruchten. Zij moest duizenden kilometers reizen. Zij had eerlijke vragen, jullie strikvragen. Jullie willen niet geloven. Jezus was niet zachtzinnig. Deze koningin zal straks de Farizeeën en ook nou oordelen, als je niet wilt geloven. Wat heb je nodig om in Hem te geloven? Het ligt voor je: de Bijbel. Te reizen hoef je niet. Een kameel of vliegtuig is niet nodig.
Ik keek nog terug (toen ik bijna klaar was met deze preek) naar die toespraak van vers 6-9, waarschijnlijk bij het staatsbanket of zo. Twee dingen. Misschien wat scherp, maar dat hoor ik dan wel van u.
- De helft van de wijsheid was haar nog niet verteld. Positief dus! Wat als het andersom leest? Als je vandaag of niets van doen wilt hebben met de rijkdom van de meerdere Salomo? Dan roep je het uit: de helft van dit oordeel en de pijn was mij niet aangezegd… Daar moet je niet aan denken. Nee. Ga maar naar hem toe. Dat was één.
- Het tweede: Makeda kreeg een rondleiding. Ze komt daarop terug in vers 5. Ze zag het voedsel en zag de dienaren. In vers 8, in de toespraak, wijst ze naar de hofhouding. Ze zegt: wat zijn dit gelukkige mensen. Ben jij al zo gelukkig? Zoals die koningin naar die hofhouding wees. Ben je al onderdeel van de hofhouding van Jezus. Verlang je ernaar om Hem te zien van aangezicht tot aangezicht? Weet dan dat je straks met Hem aan tafel zult zitten. Het zal een vreemde maaltijd zijn. Het voedsel hebben wij vandaag nodig. Maar daar wordt je verzadigd met Gods beeld. Aan eten en drinken denk je dan niet meer. Dan zit je met Salomo en de koning van Sheba. Je kleding wit, je zonden vergeven, je bent rein. Voor eeuwig.
Weet je, dan zijn al die vragen, hoe je met alles om moet gaan, dat is dan voorbij. Daar ben je alleen nog maar gericht op het bezingen van de Koning, die veel meer is dan Salomo. ‘Stralend van goud, stralend van licht en vreugde / gaat gij als bruid tot wie uw hart verheugde. / Men leidt u binnen waar hij resideert, / die eenmaal koos en u voorgoed begeert.’ Ga met God. Amen.
Mijn hart, vervuld met heilbespiegelingen,
Zal ’t schoonste lied van enen Koning zingen;
Terwijl de Geest mijn gladde tonge drijft;
Is z’ als de pen van een, die vaardig schrijft.
Beminlijk Vorst, uw schoonheid hoog te loven,
Gaat al het schoon der mensen ver te boven;
Genâ is op uw lippen uitgestort,
Dies G’ eeuwiglijk van God gezegend wordt.
Hervormde Gemeente Reeuwijk, Ichthuskerk, zondag 29 september 2019, 17 uur. Schriftlezing 1 Koningen 10:1-13 en Lukas 11:31.