Jezus wijst er in Zijn Bergrede op dat we God moeten liefhebben boven alles en de naaste als onszelf. Het gaat niet om het houden van de geboden en verboden, maar om het volmaakt zijn, zoals God de Vader volmaakt is. Wij halen voor dát examen een onvoldoende, maar Jezus heeft met Zijn offer volkomen betaald. Dankzij Hem is er vergeving.

Wanneer is het genoeg?

Gemeente van onze Heere Jezus Christus, wanneer is het genoeg? Daar denken we over na. Je komt thuis uit school, voor zover je in deze tijd thuis kunt komen uit school. Je hebt je cijferlijst geopend om te kijken of het cijfer al binnen is. Je hebt keihard geleerd – je had een goed gevoel erover. En nu, nu staat daar een cijfer in je dossier. Een 5,4. Net een tiende tekort, anders was het voldoende. 5,5 is voldoende. Met die 5,4 baal je. Je gemiddelde wordt ook niet beter. Nu zakt dat naar een 5,7. Stop met die afleiding, zeiden je ouders. Neem onze adviezen serieus! Moet je dit nu gaan vertellen? Of wachten tot je ouders het controleren? Je hebt geen zin in gesprek. Als je een onvoldoende haalt, krijg je de wind van voren. Als je een 7 haalde, dan had je op een 8 gehaald. Misschien ben je een streber. Of als sporter. Die wedstrijd, die je verloor. Wat is nu goed genoeg?

Wanneer is het genoeg? Je kunt zo’n vraag op veel situaties plakken. Huiswerk, studie, coronamaatregelen (moeten de cijfers verder dalen?), werk (nu juist heel druk, je probeert ondanks de situatie in de wereld resultaten te behalen, je werkt al maanden meer uren dan je betaald krijgt). Misschien hebben we te maken met druk van perfectionisme. Je haalt een 7, maar dat is geen 8. Trots op je werk. Maar ook drang om er meer uit te halen. We horen hoe mensen bezwijken onder de druk. Ernstig burn-out. De energie is dan op. Opgebrand. Als je dat langs je heen laat gaan, dan kan je toch blij zijn dat je in de kerk zit. Hier hoor je een ander geluid. Rust. Schuilen onder Zijn vleugels. De Herder die voor ons uit gaat.

Maar is dat zo, ik spreek genoeg mensen die anders denken over de dingen die ze in de kerk horen. In de kerk, je moet dit doen, dat mag niet, anders ga je verloren. Ik werd er zo depressief van?! Elke zondag die tien woorden. Het klinkt zo beladen in de kerk. Voelt de kerk als een druk, iets wat je moet, wanneer is het genoeg?

Vanmorgen het toppunt, of dieptepunt. Wat horen we van Jezus? Weest u dan volmaakt zoals uw Vader die in de hemel is, volmaakt is. Is dat wat ze in de kerk van je verwachten? Weest u dan volmaakt?! Die aanvulling ook: wees net zo volmaakt als God. Wanneer is het dan genoeg?

Wij horen dit uit de Bijbel, maar het is een geschiedenis. Jezus zit op de berg. De Bergrede. De mensen zitten te luisteren. Hoe zullen de mensen daar gezeten hebben? Naar die nieuwe Rabbi uit Nazareth. Die man kan vertellen, zeg! Ze hangen aan Zijn lippen. Ergens in het jaar 35. De situatie in het land was niet om naar huis te schrijven. De joden hadden te maken met de Romeinen. Had je een goede oogst, dan eisten ze een hogere afdracht. Deze mensen wonen in Galilea. Het noorden van het tienstammenrijk. Het verst van de Jeruzalem. In ogen van de joden een Heiden, een bastaard, een nietsnut. In ogen van de Romeinen hoorde je bij de joden. Ze moesten hard werken. Nu hebben ze even rust. Nu luisteren ze naar Jezus. Ook een man uit Galilea. Nazareth. Het afvoerputje van het land. Later in Kapernaum gewoond. Goed en kwaad werden daar met elkaar gemengd.

Een beetje zweverig klinken die eerste woorden over gelukkig, zalig. Jezus maakt een afslag. Wat zegt Hij nou? Hij heeft de wet niet afgeschaft maar is gekomen om te vervullen. Als je kijkt naar een vrouw, heb je al overspel gepleegd. Wat is dat? Oog voor oog. Maar Ik zeg, als ze je slaan, keer dan ook je andere wang toe.

Terwijl ze in complete verwarring zitten te luisteren, horen ze ook deze woorden. Wees dan volmaakt. Volmaakt! Weet je wanneer je volmaakt was? Als je je hield aan de geboden en verboden van God. 365 verboden hadden ze. En 248 geboden. Bij elkaar 613 wetten/regels. Als je die hield, ja dan was je volmaakt. Maar er waren dus ook 613 kansen om te falen, te mislukken.

Ouders kunnen verwachten dat kinderen perfect zijn. Of je echtgenoot. Zonder dat je eerlijk naar jezelf kijkt. Je verwacht soms het onmogelijke. Verwacht Jezus dat? Verwacht Jezus van ons dat we perfect zijn? Moeten we ons aan die wetten houden? Ons conformeren aan de verwachtingen van anderen.

Het lijkt er op dat Jezus het over de wet heeft inderdaad. Ik ben gekomen om de wet te vervullen. Ik zeg u… Zes keer gaat Jezus in op een specifieke wet. Zit er achter de wet nog een rits wetten? Hoe denkt u of jij daarover? Vraagt God het onmogelijke? Niet alleen Mattheus 5, maar ook als het over geloven gaat: vraagt God of we ons aan wetten houden of iets anders? God vraagt om geloof, leerden we. Maar dat geloof moet God je geven, dat is verkiezing. Als je er zelf iets aan bijgedragen hebt, werkt het al niet meer. Vraagt God om het onmogelijke? Misschien heb je last van dit Godsbeeld.

Wanneer is het genoeg? Het antwoord staat in vers 28. Volmaakt zijn, zoals je hemelse Vader volmaakt is. In het verband staat er: kom tot je bestemming. Doe wat je moet doen, zoals je hemelse Vader doet wat Hij doet. Wat moet je doen? Lief hebben! God boven alles en de naaste als onszelf. Daartoe zijn we geschapen. Dat wil Jezus duidelijk maken.

Jezus spreekt tegen mensen die weten hoe het geloof in elkaar zit. De geschiedenissen waren door verteld. Over de woestijn, de wetten, de spelregels voor het leven. Uitgewerkt in die 613 wetten. Lukt het niet? Dan was er een hulplijn. God knijpte af en toe een oogje dicht. Je verdiende straf. Maar je kon een offer brengen. Liefst met het allerbeste van je beesten. Hier, God, laat dit dier de straf voor mij dragen (we lazen dat in Leviticus). Dan ben je geheiligd. Je leefde van offer naar offer.

Hier komt Jezus. Hij zet daar een streep door. God vraagt niet om offers. Brandoffers noch offers voor de schuld, voldeden aan Uw eis. Het is voor God pas genoeg als je jezelf geeft. Maar hoe dan? Dat legt Jezus uit. Oog voor oog. Jij slaat een tand uit mijn mond, dan ik ook bij jou. Nee, zegt Jezus. Je moet je niet verzetten. Die regel stond er niet voor niets. Ik zou woedend worden als iemand een tand bij mij eruit slaat. We willen altijd een stap verder gaan. Die woede gaat verder. Deze wet wilde die woede voorkomen. Jezus zegt, Ik verwacht liefde. Jezus geeft extra voorbeelden. Stel dat je geslagen wordt op je rechterwang. Om iemand te slaan op de rechterwang, moet je de achterkant van je hand gebruiken. Een tik op je rechterwang. Dan verneder je iemand. Een vernederend gebaar. Er stonden straffen op. Als je iemand de grond in wilde trappen. Jezus zegt, laat zien dat je bereid bent die belediging te incasseren! Als iemand je onderkleed eist, in een rechtszaak, als iemand daar recht op had, dan kon iemand dat eisen. Niet het bovenkleed, dat had je zelf nodig. Maar geef dat ook maar, zegt Jezus. Romeinen mochten van iedereen eisen dat mensen mee doen. Het was wel begrenst, ze mochten wel mankracht eisen, 1 mijl (1,5 km). Mensen die mopperden. Maar Jezus zegt: loop 2000 stappen! Jezus vraagt nu toch het onmogelijke? Dachten die mensen daar. Hier is het probleem. Jezus zegt, weet je, Ik eis liefde. Het is genoeg als je lief hebt. Liefde moet van twee kanten komen, moet je hard voor werken, ontbijt op bed vandaag [Valentijnsdag]. Liefde is, volgens Jezus, geven, geven, geven. Kijk naar de hemelse Vader! Hij laat het regenen over goede en slechte mensen. Het is pas genoeg als je de Vader lief hebt. Hij had de wereld zo lief, dat Hij Jezus gaf.

Geloof is een groot tentamen: je wordt getoetst op liefde. Nu halen we een onvoldoende. Maar nemen we dat papier mee naar Jezus. Hij geeft ons Zijn cijfer. We krijgen een herkansing.

[Onderbreking – Tussenzang Psalm 130 vers 2 en 4.]

God vraagt liefde. Liefhebben. Niet alleen maar jezelf, maar het gaat verder. We redden dat niet. We zakken. Onvoldoende. Gezakt. De joden hadden een oplossing: ze kochten een cijfer met een offerdier. Maar dat is niet genoeg. Liefde moet uit de grond van je hart komen. Uit de diepte van jouw hart.

We krijgen een herkansing. Deze week ook in het nieuws, een extra herkansing. Je hoeft het niet zelf te maken: Ik maak dat. Vandaag de eerste lijdenszondag. Kijk naar Mij. Ik word verraden met een kus. Ik word veracht. Ze timmeren Me aan het kruis. En dan: Vader, vergeef het hun, want ze weten niet wat ze doen. Onder- en bovenkleed; naakt wordt Hij gekruisigd. Zo ver wilde Hij gaan. Niet één of twee mijl, Hij ging door. Hij stond op uit de dood. Hij overwint niet alleen de zonde, ook het gevolg van de zonde. De dood. Deed Hij dat voor mensen die van Hem houden? Voor goede mensen? Voor mensen die een voldoende halen? Nee, voor goede en slechte mensen. Voor mensen als jij en ik. Jezus vraagt een antwoord op Gods liefde. Het kan niet zo zijn dat we zeggen, ik heb een voldoende voor liefde. Maar pak het rapport maar op. Ga op je knieën. Ik bak er niks van. Het is genoeg als je bij Mij uit komt, zegt Jezus. Want het is volbracht. Geloof in de vergeving. Vergeving die er altijd is geweest. Wanneer is het genoeg? Als je aan Zijn voeten uitkomt. Daar is plaats, vergeving, ook vandaag.

Amen.

Zo Gij in ’t recht wilt treden,
HEER, en gadeslaan
Onz’ ongerechtigheden,
Ach, wie zal dan bestaan?
Maar neen, daar is vergeving
Altijd bij U geweest;
Dies wordt Gij, HEER, met beving,
Recht kinderlijk gevreesd.

Hoopt op den HEER, gij vromen;
Is Israël in nood,
Er zal verlossing komen;
Zijn goedheid is zeer groot.
Hij maakt, op hun gebeden,
Gans Israël eens vrij
Van ongerechtigheden;
Zo doe Hij ook aan mij.

– Psalm 130 vers 2 en 4 (berijming 1773)

Hervormde gemeente Reeuwijk, Dorpskerk, zondag 14 februari 2021, 9:30 uur. Schriftlezingen Leviticus 22:26-33; Mattheüs 5:38-48; Hebreeën 10:14-18. Dienst met beperkingen i.v.m. coronavirus (max. 20 bezoekers, geen samenzang, mondneusmasker bij in- en uitgaan).