In het Markusevangelie, het oudste evangelie, zien we Jezus optreden in Nazareth. Zijn dorpsgenoten zijn aanvankelijk onder de indruk (‘ontsteld’), maar al snel keren ze zich van Jezus’ boodschap van geloof en bekering en van het Koninkrijk van God af. Hoe zitten wij in de kerk? Zitten wij te wachten op een woord van Jezus? Laten we ons gezeggen?
…of zij luisteren of dat nalaten…
Gemeente van onze Heere Jezus Christus, wie denk je wel die je bent? Dat gebeurt nogal eens in de opvoeding. Ik maak zelf wel uit of ik naar de kerk ga. Ik ben al 18 geweest. Je kunt dat invullen. Of op je werk. Jij moest ergens over meedenken. En op een vergadering met goede inbreng, dat dan wordt duidelijk gemaakt dat je ergens niets over te zeggen hebben. Of in de kerk, jongeren die ideeën presenteren aan de kerkenraad. Kerkenraad kan er soms niet mee om te gaan. Of thuis, die heeft wel bravoure hoor, laat hij het eerst maar eens zelf ervaren die dominee. Of de aanslag op Peter R. De Vries. Boosheid en woede. Bruut de mond te snoeren.
Dat gebeurt ook in de Bijbel. Mensen zeggen: wie denk jij dat je bent. Timmerman. Simpele ziel. Zoon van Maria. Hoepel toch op man. Wij lazen Markus. Bij Lukas werden er stenen opgepakt. Het leek op Peter R. de Vries.
Ik had weinig tijd deze week dus nam ik de preek die ik vorige week al hield. Preekrooster van de wereldraad van kerken. De woorden raakten me. Of ze nu luisteren of niet, u moet die woorden spreken. Dat is Ezechiel. Blijkbaar is er iets te kiezen. Er zijn verschillende luisterhoudingen. Let op Ezechiel. Als jij gaat spreken, gebeurt er wat. Het kan zo zijn dat ze naar je luisteren. Ik hoop dat ook altijd. Er zijn mensen die de preek aankijken. Soms mensen instemmend ja knikken. Of mensen die de glas in lood interessanter vinden. Beter luisteren als je naar je mobieltje tuurt, jongeren?
Het woord kan binnenkomen. Dan raakt het je. Diep. Je hart en leven. Of het gaat rond in je hoofd. Je vormt een mening. Of je spuugt de woorden weer uit. Dat gebeurt in Markus 6. De mensen luisteren eerst aandachtig. Dan nadenken. Dan spugen ze het uit.
Markus wordt gezien als het eerste evangelie. Meest origineel. Mattheus en Lukas een eigen versie hebben geschreven (wat ze meer gezien of gehoord zouden hebben). Markus is echt heel fijn. Hij schrijft vlot. Het is krachtig. Geen poespas. Geen zoetsappig verhaal over de geboorte. Nee, Hij is er gewoon. Wat komt Hij doen? Let op,Hij predikt het koninkrijk van God. De tijd is vervuld. Geloof het evangelie. Daar is het evangelie op gericht. Daar was Jezus kwam predikte Hij en leefde Hij het uit. Markus legt er de vinger bij, kijk maar. Hij geneest, bevrijdt. Hij raakt de onaanraakbaren aan. Hi laat lammen lopen. Hij staat boven de macht van de dood. Zie je het! Markus heeft bij het schrijven echt genoten, denk ik. Bladzijde aan bladzijde, mocht hij dat neerpennen.
In hoofdstuk 6 komt Jezus in Nazareth. Niet geboorteplaats, wel waar Hij is opgegroeid. Als je daar vandaan kwam, was je niet blij. Nazareth was een scheldnaam. Een heel klein plaatsje. Dat kleine groepje huizen is voor Jezus belangrijk genoeg er te zijn. Het woord daar te verkondigen.
Hoe kwam Hij daar? Hij ging vandaar weg (bij Jairus). Daar had Hij die klaagvrouwen weggejaagd en de dochter opgewekt. De vrouw die Zijn mantel aanraakte, had Hij genezen. Vol verwondering was Hij over hun geloof. Gezond worden. Dan moet je bij Jezus zijn. Behouden worden, dan moet je bij Jezus zijn. Die mensen begrepen Hem. Jezus is vol daarvan.
Hij is er vol van. Hij gaat ermee door. Je moet bij Mij zijn. Die boodschap verkondigt Hij. Hij vertelt in de synagoge over Gods Koninkrijk. Geloof de blijde boodschap van God. Woorden van liefde en behoud. Het kan niet anders dat de mensen aan Zijn lippen hebben gehangen. Elk woord komt binnen. Een gunnende prediking, werd vroeger gezegd. Puur, gunnend.
Wat gebeurt er dan? Vers 2. Het was sabbath geworden. Hij begon te onderwijzen. Sabbath. 10 mannen die volgens joodse wet volwassen zijn, dat mag er een dienst zijn. Die mannen mogen het woord voeren. Jezus stond misschien ook op. Hij begon te onderwijzen. Markus maakt een onderscheid. Het was sabbath geworden. Die sabbath is een feit. Die begon bij zonsondergang. Daar kan je niet meer onder uit. Jezus begon te onderwijzen. Markus zegt: Jezus is begonnen. Hij begint met Zijn preek. Hij is nog niet klaar. Misschien wilde Hij een uur preken? Terwijl Hij bezig is, gebeurt er van alles.
Tegenwoordig hebben we de homiletiek. Onderzoek naar preekreceptie. Hoe komt dat binnen. Hoe kan je zitten? We kunnen niet van elkaar zien hoe het in ons hoofd landt. Wat gebeurt er als die woorden dan vandaag over u uitgestort worden. Markus is een van de eerste homileten. Er waren velen die luisteren, zegt hij. Ze stonden versteld van wat ze hoorden. Dat is mooi. Je staat versteld. Ik hoop dat je dat overkomen is. Zo mooi, waardevol, krachtig, nieuw, fris. Je staat versteld. Hoe komt Hij aan zulke woorden? Zoveel wijsheid! En de wonderen door Zijn hand. We zijn perplex.
Versteld staan is niet per definitie positief, blijkbaar. Je kunt versteld staan en dan denken: is het niet te mooi om waar te zijn. Wacht even. Is dit niet te mooi om waar te zijn? Is dit niet de timmerman? Ik moest denken aan een telefonisch gesprek. Bel me niet register. Je bent een dief van je eigen portemonnee als je niet op hun aanbod ingaat. Ze bieden dingen gratis aan. Maar het blijkt toch geld te kosten. Je beseft dan, het klopt niet. Je denkt, ik moet hiervan af. Vriendelijk bedankt.
Dat lijkt hier ook te gebeuren. Mooie dingen. Zo aannemelijk. Denk aan die vrouw en het dochtertje. Je zou het zo gaan geloven. Maar dan komt het verstand, de ratio. Ze gaan er iets van vinden. Ho eens even, denken ze. Die man liep met Zijn overall hier rond. Die eettafel, die heeft Hij gemaakt. Mijn kinderen, het was zo’n braak jongetje. Hij deed nooit iets fout. Verschrikkelijk gewoon. Ho eens even, dit is die Jezus van Nazareth. Broer van Jacobus en Joses. En Judas en Simon. Nou, daar kunnen we ook nog wel wat over zeggen. En Zijn zussen, die brengen het hoofd op hol van de mannen. Wie denkt Hij wel dat Hij er iets over te zeggen heeft? Die twaalf meelopers, wat een losers. Nee. Hier ga ik niet in mee.
Ze namen aanstoot aan Hem. Maria, Zijn broers en zussen komen voorbij. Is dit niet de timmerman? Jezus is te bekend. Hij is teveel een van hen. Als je in een dorp woont, je doet mee, dan pas je er wel, maar als je terugkomt na studeren, dan lijkt het wel weer niet te passen. Jezus is anders. Hij is het dorp ontgroeid? Wat anders is, moeten we niet? Ik hoop dat u dit nare trekje niet hebt. Het evangelie leert toch dat Jezus oog heeft voor wat anders is. Hoeren, melaatsen, tollenaren. Niet dat ze mogen zijn wie ze willen zijn (zoals onze tijdgeest), nee, dat ze kinderen van God mogen worden. We moeten gastvrij zijn. Open staan voor anderen. Niet discrimineren. Dat is niet de kernboodschap van Markus hier.
Het gaat Markus om iets anders. Die mensen wisten al lang wat ze wel en niet wilden horen. Here Jezus, om Uw Woord, zijn we bijeen gekomen. Is dat zo? We zongen dat. Ben je hier om Jezus’ woord te horen? Bekeert u en geloof het evangelie. Nou, dat weet ik zo net zo niet. Ik denk dat het ver weg is. Het is nabij? Anders leven? Dat maak ik zelf wel uit. Wat is het evangelie? Zonde en bekering? Dat wil ik niet horen. Natuurlijk met vallen en opstaan. Maar vertel dat God van me houdt. Het leven is lastig genoeg. Om mijn woord ben ik hier? Niet te gek, niet te scherp. Beetje op afstand. Het woord gaat vaak aan ons voorbij. We gaan de confrontatie uit de weg. Jezus doet dat niet. Het is een al confrontatie. Het koninkrijk is realiteit! Dood, verder, ziekte, wind, zee. Alles wordt anders! Een aanraking van de vrouw. Dat dochtertje, dood volgens jullie. Ik toon mijn macht en kracht. Bekeer je. Breek met wat niet van God is. Leef van Mijn liefde. Alsjeblieft, bekeer je.
Nog voor Hij uitgepraat is, Hij is nog maar net begonnen, is Hij uitgekotst. Autonomie. Toen al. Snap je, het komt nabij. Allergie van de westerse wereld. Laat niemand je iets opleggen. We slaan door, ook God niet?! Geen mens, religie, god? Daarmee staat deze opvatting haaks op het evangelie. Het evangelie legt een claim op ons leven. Het zegt dat het anders moet. Als we wel horen maar niet luisteren, loopt het slecht met je af. Wil je horen dat je moet stoppen met je leven, met je egoïsme, stoppen met het graaierige gedrag, met je toekomst? Of raak je dan geïrriteerd. Wat gebeurt er als je geïrriteerd raakt? Jezus verwonderde zich over hun ongeloof. Dat is Jezus hè. Hij kon niets doen. In Nazareth gaat de deur geestelijk dicht. Slechts enkelen werden genezen. Weer zo’n contrast van Markus. Markus wil ons waarschuwen. Ons allemaal. God gaat door. Kijk maar hier. Of je luistert of niet. Hij legt de hand op en geneest. God ramt het evangelie niet bij ons naar binnen. Als je niet wilt luisteren, God kan er door heen breken, wat gebeurt er dan? Jezus verwonderde zich over hun ongeloof en trok de andere dorpen door. In Lukas staat: Jezus ging in het midden van hen weg. Er komt een moment dat Hij opstaat. Er zijn nog dorpen in de omgeving. Als jij niet wilt luisteren, ga Ik verder. Nederland, China. God laat ons ons in de steek? Als je erkent dat je eigenwijs bent, dan is het goed dat je dit hoort. Hij wil niet dat een van ons verloren gaat. Hij wil dat je bij Hem komt. De zelfbepaling op te geven. Stuur over te geven. Hij laat zien, als je dat doet, leg Ik mijn handen op je. Het moment kan komen dat Jezus voorbij gaat. Wat een wonder dat we hier zitten. Hij praat nog tegen ons. Ook vanmorgen. Hier. Of je nu luistert of niet.
Amen.
Komt, laat ons samen Isrels HEER.
Den rotssteen van ons heil, met eer,
Met Godgewijden zang ontmoeten;
Laat ons Zijn gunstrijk aangezicht,
Met een verheven lofgedicht
En blijde psalmen, juichend groeten.Want Hij is onze God, en wij
Zijn ’t volk van Zijne heerschappij,
De schapen, die Zijn hand wil weiden;
Zo gij Zijn stem dan heden hoort,
Gelooft Zijn heil- en troostrijk woord;
Verhardt u niet, maar laat u leiden.– Psalm 95 vers 1 en 4 (berijming 1773)
Hervormde Gemeente Reeuwijk, zondag 11 juli 2021, 9:30 uur, Ichthuskerk. Schriftlezing Ezechiël 2:1-7 en Markus 6:1-6.