Jezus lijkt zich hard op te stellen tegenover een man die aangeeft zijn vader te willen begraven. Volg Mij, zegt Jezus. Vandaag nog. Vandaag wil Ik dat je het evangelie van het Koninkrijk gaat verspreiden. Een heftig woord, dat toch ook troostrijk is: Christus duldt geen uitstel. We mogen niet achterom zien, maar ons uitstrekken naar wat voor is. Christus heeft aan het kruis geleden voor ons verleden en wil ons Zijn toekomst bieden.
Zulke radicale woorden van Jezus vragen om een reactie. Om tegenspraak. Zoals Nicodemus. Hoe kan dat nou, twee keer geboren worden? Die man begreep er weinig van. Hij moet veel leren. Een mens moet opnieuw geboren worden.
Binnen die radicale uitspraken van Jezus zijn verschillende trappen. Radicale en nog heftigere woorden. Hij die roept: volg Mij! Hoe moet je dat lezen? Hoe rijmen met dat Hij de Goede Herder is? Hij huilde bij het graf van Lazarus. Nu iemand in rouw voor hem. Jij gaat je vader niet begraven maar het koninkrijk verkondigen. Één ding is duidelijk: wie dit leest, Jezus heeft niet alleen iets te zeggen in gewone dagen, maar ook in dagen van crisis. Midden in de storm. Hij laat voelen: Ik ben nabij. In een storm voel je het misschien meer dan anders. David heeft dat ook gevoeld, Psalm 11 bijvoorbeeld. Hij werd belaagd door goddelozen. Moedig zingt David: ik heb de toevlucht tot de Heere genomen. De oprechten zullen de Heere aanschouwen. Hij wist wat hij aan God had.
We willen luisteren naar dit woord van Jezus. In de crisis waar we in zitten. Dat oude normaal. Dat je uit volle borst kon zingen. Catshuis vandaag: lockdown verlengen want we redden het niet. En dan het goede nieuws van het koninkrijk? Dat zullen de ontvangen: die erfenis. Jezus zegt, je zult veelvoudig terug ontvangen in de wereld die komt.
Dan dat heftige woord, dat die man verstek moet laten bij de begrafenis van zijn vader. De dwaasheid van het kruis. Geen halfslachtigheid. Geen mensenwoord. Maar Jezus’ woord! Uitleggers hebben geprobeerd er onder uit te komen. In alle bochten wringen. Maar wat we ook doen, het blijft een radicaal woord. Je voelt hoe zwaar dat verlies is. Sta mij toe dat ik eerst mijn vader mag begraven. Kan het geen dag lijden? In Israël werden mensen diezelfde dag begraven. Verdriet, eenzaamheid, gemis. De dreiging om even het woord te parkeren. Ons hart loopt over van verdriet! Het gaat nu niet. Een crisis is voor de boze een kans om in te kapselen in dat verdriet. Die waarom-vragen. Die komen op je af. Hoe moet dat nu?
Jezus ontkent het verdriet niet. Hij wuift het niet weg met een dooddoener: het leven gaat verder?! Nee. Je ziet Hem neerbuigen. Hij ziet wat je nodig hebt. Vandaag moet je naar Mij luisteren. Doen mij. Luister naar Mijn stem. Een heftig woord. Tegen je borst stuit het. Hier spreekt de goede herder.
Toen ik me voorbereidde, dacht ik, hoe kan de Heere dat bevelen? Onmogelijk en onmenselijk toch? Laat de doden hun doden begraven. Inderdaad, voor ons onmogelijk met onze kleine kracht en pijn. Zei Jezus niet iets over mogelijk en onmogelijk: wat bij de mensen onmogelijk is, is mogelijk bij God. Je wordt ontmaskerd in deze tekst. Ik kan niet volgen. De Heere trekt. Je blijft in de kring. Het evangelie trekt.
Je voelt ook hoe het leven en het hier en nu trekt. Stemmen en tegenstemmen. Je voelt de kracht van het evangelie: volg Mij. Maar ook de tegenkrachten. Begrafenis, afscheid, akker, span nieuwe ossen. Vertaal het eens naar je leven toe. Volgen. Ja. U volgen. Maar! Mijn werk, zorgen, gezin, vrije tijd, cursus. Moet toch kunnen? Volg Mij!
Twee woorden. Volg Mij. Ga heen verkondig het evangelie van het koninkrijk. Hij heeft haast. Er kan kostbare tijd verloren gaan. Jezus wacht niet tot het bij ons wat rustiger is geworden. Tot het ons goed uitkomt. Stel je voor dat Hij wacht. Hoe lang zou Hij moeten wachten? Tot wij zeggen: nu is het zover. We zijn er klaar voor. U kunt me gebruiken. Ik denk dat Jezus lang moet wachten. Daarom zie je hier, midden in die onmogelijkheden, Hij breekt er door heen met Zijn roeping. Volg Mij. Uitgerekend in zo’n crisissituatie. Iemand sterft en moet begraven worden. Jezus staat geen uitstel toe. Hij roept je bij je naam. In de crisis.
Ik? Belijdenis gaan doen? Leiding gaan geven aan een club? Ik… Je moest eens weten hoe druk ik ben. Jezus geeft een opdracht. Hij komt en zegt het. Heden.
Het lijkt een keihard woord. Bikkelhard. Alsof Jezus over dat verdriet heen gaat. Maar het is een woord dat gaat bevrijden. Nu moet het. Niet wachten tot het virus onder controle is. Vandaag zegt het woord: volg Mij. Hij geeft wat Hij eist. Hij mag de opdracht geven. Navolging achter de Meester aan.
Hoe doe je dat: volgen, gehoorzamen, luisteren? Jezus zegt daar ook iets over. Niemand die achterom kijkt, is geschikt. Het eerste wat je moet leren: vooruitkijken. Ploegen op de akker. Mijn eerste beeld hierbij is, gefietst, in de Flevopolder. Schitterend. Door de polder. Geploegde klei. Met kaarsrechte voren. Heel modern. Kaarsrecht. Jezus heeft het hier over heuvelland. Ossen, ploegen, vaste hand, vooruitkijken. Omkijken kan niet, dan zit er gelijk een kronkel is. Verslapt de aandacht dan krijg je niet rechte voren.
Steeds maar Hem in het oog houden! Ga je omkijken, dan kijk je teveel naar jezelf. Jullie kennen het verhaal van Petrus die over het water liep. Toen hij naar zijn voeten keek, ging het mis. Achterom kijken, dan ligt hoogmoed op de loer. Kijk wat ik heb gedaan. Daarom: hand aan de ploeg slaan, vooruit kijken. Ik doe een ding, zegt de apostel: ik jaag naar het doel, vergeet naar wat achter me ligt. Hij vermijdt niet alleen de blik achterom, maar wordt door een magneet naar voren getrokken. Kijk niet naar wat je niet hebt, maar kijk naar wat je voor je ziet.
Petrus zegt, Heere wij hebben alles verlaten? Een ieder die dat doet zal het veelvoudige ontvangen, zegt Jezus. Eenvoudig: volg Mij. Het is moeilijk om niet achterom te kijken. Helemaal voor Hem leven. Als de Heere je roept, laat Hij je halfheid zien. Paulus: niet dat ik er al ben. Ik moet strijden. Ploegen. Niet achterom kijken.
Zo wil Jezus ons bevrijden tot die navolging. Hij kent ons. En Hij weet hoe moeilijk het is om afscheid te nemen van het verleden. Zeker. Een geliefde loslaten. Begraven. Breevaart, dat vliesje ijs, 1999, op de plassen, broeder […] die ons niet herkende op het ijs. Je gedachten gaan snel terug naar het verleden.
Aan het kruis heb Ik ook geleden voor jouw verleden. Gehangen voor schuld in verleden en heden. Hij schenkt nieuwe hoop voor de toekomst. Hij troost als pijn op komt. Hij keek aan het kruis achterom. Mag Ik jouw verleden, dan krijg je Mijn toekomst. Die moordenaar aan het kruis deed het. Vooruitkijken. De doden hun doden laten begraven. Het evangelie is met Hem sterven. Sla de hand aan de ploeg. Wat achter ligt, vergeten en reikhalzend naar voren te kijken.
Amen.
Ik zet mijn treden in Uw spoor,
Opdat mijn voet niet uit zou glijden;
Wil mij voor struikelen bevrijden,
En ga mij met Uw heillicht voor.
Ik roep U aan, ‘k blijf op U wachten,
Omdat G’, o God, mij altoos redt,
Ai, luister dan naar mijn gebed,
En neig Uw oren tot mijn klachten.Maar (blij vooruitzicht, dat mij streelt!)
Ik zal, ontwaakt, Uw lof ontvouwen,
U in gerechtigheid aanschouwen,
Verzadigd met Uw Godd’lijk beeld.– Psalm 17 vers 3 en 8 (berijming 1773)
Hervormde Gemeente Reeuwijk, Ichthuskerk, zondag 10 januari 2021, 9.30 uur. Schriftlezing 1 Koningen 19:19-21 en Lukas 9:51 – 10:4.