De vrouwen gaan vroeg (diep) in de morgen naar het graf om te doen wat ze vanwege de Sabbath niet meer konden doen: Jezus’ lichaam balsemen. In het Lukasevangelie volgt de ene tijd op de andere; ook Pasen valt in een cyclus. Lijden en opstanding hebben alles met elkaar te maken. Zo ook de Sabbath en de eerste dag van de week. Met pijn en verlies in de rug komt Jezus hen tegemoet. Hij staat op, nog vroeger. Hij is ons voor. Met onze specerijen vinden we Hem niet, het geloof vindt Hem wel.

Diep in de morgen

Gemeente van Christus, vanuit mijn studeerkamer heb ik zicht op een boom. In de herfst wordt de boom mooi geel. Nu zie je de knoppen zwellen. Het nieuwe groene. Nieuwe groene, frisse bladeren. Heel nieuw. Maar die bladeren groeien op een oude, houten boom van vorig jaar. Die bladeren zitten vast aan hun boom. Nieuw. Wat kan het woord nieuw dichtbij komen. Momenten dat je een nieuw begin zou willen maken. Een nieuwe dag. Goed voornemen. Soms worstel je met het oude. Het lijkt alsof het je achtervolgt. Oude dingen die dingen stuk kunnen maken. Als je om je heen kijkt in de wereld kan je het gevoel hebben: mooi, dankbaar, vreugde in je gezin. Dankbaar voor zijn. Maar met een disclaimer: Linquenda. Het moet verlaten worden. Je kunt geen rechten laten gelden. Het leven is begrensd. Dat geldt ons allemaal. Ook al het is het een nieuwe dag, je torst het verleden met je mee.

We vieren vandaag Paasfeest. Het feest van het nieuwe leven. De grootste vijand heeft niet het laatste woord. Een ongehoord woord! Ook voor dat nieuwe woord geldt, net als voor die boom voor de studeerkamer: de bladeren zitten vast op het oude hout.

Een nieuwe dag, ook bij Lukas. Die begint droevig. In de mineur. Als paasvierders mogen we los gaan. Er mag gespeeld worden, O Hoofd vol bloed en wonden. En dan ook: Hij doet ons dankbaar schouwen in het licht. Lukas fluit ons even terug. Dit begint niet met een heerlijk Paaslied.

Lukas begint met de tijdsaanduiding. De donderdag eerst. En dan, de Sabbath brak aan. Op de eerste dag van de week gingen ze heel vroeg naar het graf. Van dag tot dag en uur tot uur kunnen we het volgen. Wij hebben er hoofdstukken en verzen van gemaakt. Maar dit loopt door. Je moet doorlezen. Het begint op vrijdag. Het aanbreken van de Sabbath. Om zes uur begint die. Als je in Israël bent, wil je dat meemaken. Als de eerste ster zichtbaar is.

En dan? Op de eerste dag van de week gingen zij naar het graf. De eerste dag. Die wij Zondag noemen. De dag des Heeren. Voor Lukas: de eerste van de week. De eerste van de sabbathen. Zo werd dat genoemd. De nieuwe dag. Eerste van de cyclus. Maar die zit wel vast aan de vorige. Het gemis, de pijn in het hart van de vrouwen. Een dag die helemaal vastzit aan de vorige.

Het is geen Sabbath geweest als de andere. Eerder: uitzitten. Nieuw. Zoals de nieuwe bladeren. Vrijdagmiddag was de voorbereiding. Ze hadden met Jezus gegeten en gezongen. God heb ik lief. En daarna waren ze in een slechte achtbaan gekomen. Teveel om te benoemen. Van een afstand hadden ze het gezien hoe Jezus in het graf werd gelegd. Er was haast bij. De Sabbath kwam eraan. Die begint als het donker begint te worden.

Een dag met pijn. Te weinig tijd om te zalven. Ze hadden dingen gezocht. Als de Sabbath voorbij was wilden ze Hem op fatsoenlijke wijze begraven.

Het woord Sabbath neemt ons mee naar de eerste bladzijde van de Bijbel. Zo werden de hemel en de aarde in hun rijkdom voltooid. De lente getuigt daarvan. Als je ziet hoe alles gaat uitlopen. De ene dag zie je nog niets, de andere dag spuit het de grond uit. God heiligde de zevende dag en zette die apart. Later kwam het vierde gebod. De rustdag hebben we nodig. Meer dan ooit. Een beveiliging op het leven. We weten niet meer van ophouden. Velen plukken daar de wrange vruchten van. De jacht, de druk. Niet meer van rusten weten. De HEERE zelf heeft het voorbeeld gegeven. Jullie zullen rusten! Een dag om te luisteren naar de goede boodschap. Dat er bij God rust is. Dat jullie slaven zijn geweest, er is geen rust meer in, je weet wat dat is, dat slavenleven. Ik ben je Bevrijder. Hij wil je uit de banden van de zonden losmaken. Hij schenkt nieuw leven. Om je schuld te overdenken en Hem te belijden. Na de zondeval is het een dag om te kijken naar Christus. Gods nieuwe begin.

Jezus gaf Zijn leven als een offer. Het is volbracht. Hij rust van het werk dat Hij volbracht heeft. Een hele Sabbath lang.

Het evangelie begint met een tijdsaanduiding. Het klinkt soepel: heel vroeg in de morgen. De nevel komt nog op. Maar toch iets van het weerbarstige van het Grieks. De Naardense Bijbel is heel precies bij het Grieks en Hebreeuws gebleven (ds. Oussoren). Hij vertaalt:

Op de eerste van de sabbathsweek komen zij, diep in de morgen… Diep! Diep in de nacht, als dat er staat, was er niets aan de hand geweest. Maar de diepte van de morgen…?! Dat kent onze taal niet. De nacht en het graf, in de diepte… Diep in de nacht. Maar ook een diepte in de morgen. Diep begraven. Een diep gat. De morgen van de eerste sabbathsweek is diep. Het is een geheim. Niemand was erbij. De kern van Pasen ligt verborgen. Het licht is naar buiten gebroken. Hoe groot en schitterend is Zijn eer!

Op pad gegaan voor het allerlaatste. Vrouwen, we kennen ze uit Lukas 8. Ze volgden Jezus. Zij zorgden voor het eten. Maria van Magdala, zeven duivelen waren uit haar verdreven. Alle aandacht voor deze vrouwen. Niet voor de leerlingen. Ze hebben Hem lief gekregen.

Nu is Hij gestorven. Tot de dood toe zijn zij verdrietig. Misschien is de liefde versterkt op de Sabbath. Met gedachten gefocust op Jezus. Wat Hij voor hen deed. De liefde maakte hen vindingrijk.

Ze gaan om weg. Ze moeten Hem vinden. Voelen zich aangetrokken tot het graf. Een levende Jezus vinden? Geen sprake van! En een dode Jezus, wat kan Hij? Diep, diep in de morgen naar het graf. Kunnen we het in een woord zeggen? In vers 5: bevreesd. Verborgen gezicht. Maar die emoties, die zijn toch niet te schilderen? Een woord wat overblijft: liefde. Ze hadden Hem liefgekregen. Specerijen hadden ze bij zich. Een lichaam van een gestorvene wilden ze verzorgen. Ze moeten iets doen. Uiting aan die liefde geven. Hem beschermen tegen bederf. Het is niet te pakken in woorden. Wel uitgedrukt in die kostbare zalf.

Misschien vanmorgen hier in Johannes. Vanavond in Lukas. Je kunt de woorden dromen. Maar raakt het nog? Wat draag je? Wat zit er in je tas?

Verdriet, zonden, je beseft: dank dat U mijn zonden het graf in meegenomen hebt. Wat draag je? Blijdschap in God? Of, diep verlangen om met Jezus verbonden zijn? Zoals Paulus: Jezus leeft in mij. Dat de geur van liefde om je heen hangt. Dat is Pasen vieren.

Hoe zit het met de liefde tot Jezus in je leven? Dat is de ene kant. Jezus wil ook laten zien wie Hij voor ons is. Licht en leven!

Jezus is nog vroeger opgestaan. Hij was het graf al uitgegaan eer ik Hem kon bezoeken. God heeft Zijn eigen Zoon opgewekt. Dat laat Hij zien: een nieuwe schepping. Weer de beweging naar de eerste dag. Het eerste woord, over een woeste, lege aarde: er zij licht! En er was licht. Het leven, dat aangetast is door de zonde, je eigen weg gaan: dat is het donker. De dood heeft het voor het zeggen. De doodsklokken luiden. Maar God zegt, er zij licht! God heeft gesproken. Hij heeft Hem opgewekt uit het graf. Wij hebben de dood en vergankelijkheid in de wereld gebracht. God wekt Zijn kind op. Het resultaat: de overwinning op de dood, op de vijand. Onze specerijen vinden Hem niet, het geloof wel.

We lazen ook Romeinen 10. Wie zal in de afgrond neerdalen? Scherpe woorden. Dan wordt het geen Pasen. Wat je nodig hebt: de herinnering. Met de mond belijden dat Jezus de Heer is, dan zul je behouden worden. Paulus schreef dit op met apostolisch gezag. Dit staat als een huis. Als een rots. Met je hart geloven dat God Hem opgewekt heeft. Die herinnering: zij herinnerden ze zich zijn woorden.

We eindigen met iets wat er niet staat. De tas met specerijen hebben ze pardoes laten vallen. Ze zijn er wel mee gekomen. Maar je leest er niets meer over. In plaats daarvan keren ze terug met een herinnering. Ongrijpbaar en onschatbaar. Wat Hij zelf zei: dat Hij zou opstaan. Ze hebben geen spijt gekregen. Want die aroma, die geur, hoe heerlijk ook: het weegt niet op tegen de belofte van God van een nieuwe schepping. Een nieuw begin. Vandaag. Vanavond. Voor eeuwig.

Amen.

(Psalm 30:1, 2 en 8, berijming 1773)

Hervormde Gemeente Reeuwijk, Dorpskerk, zondag 9 april 2023, 18:45 uur (Eerste Paasdag). Schriftlezing Lukas 23:49 – 24:8 en Romeinen 10:4-11.