Ds. J.W. Maris (Apeldoorn), zondag 10 december 2017, CGK Gouda (Wegwijzer), 9:30 uur. Schriftlezing Mattheus 1:1-11, tekst 3,5,6b (over de vrouwen).

‘Wat Jezus met zich meedraagt’

1. De last van de zonden, die God serieus neemt

2. Het gewicht van Gods eigen beloften die Hij serieus neemt

Het lijkt een beetje saai. De Bijbellezing. Voorlezen in de kerk. Aan te horen. Maar wie zich met genealogie heeft zich bezig gehouden, snappen dat dit interessant kan zijn. Stel je voor dat je gaat terugzoeken naar familieleden. Dat je bij beroemdheden terugkomt. Recht op een familiewapen? Aan de muur hangen? Je kunt ook een misstap tegen komen. Onwettige verhouding. Of iemand die in de gevangenis terecht is gekomen. Doodstraf. Of slavenhandel. Zijn heel wat degelijke gereformeerde mensen in die 18e eeuw die zich daarom hebben bekwaamd. West-Indische compagnie. Niet trots op zijn. Niet al te diep op in te gaan?

Iets van het voorgeslacht draag je met je mee. Slechte dingen tegenkomt. Stel je voor. Dan hebben we wel een mechanisme: als het maar lang geleden is, dan raakt het je niet. Bij glimlachen. Grote bezittingen in familie, dan fantaseren.

Wat is de bedoeling van zo’n lijst met ouders van Jezus? Waarom staat het in de bijbel? Begin NT. Is omdat de zoon van God als Hij komt, mens wordt, Hij alles meeneemt wat in geslacht aan de orde was. Goed en kwaad. Jezus heeft gezegd: eer Abraham was, ben ik. Niet was ik er al. Betekenis: Hij is de eeuwige. God. En mens geworden. En nu is Hij gekomen om een van ons te zijn. Hij stond daarboven, maar Hij is daar onder gekomen. Voorouders gehad. Geschiedenis aangenomen. Een van ons. Een ding duidelijk: als Jezus op aarde komt dan wordt zoveel wat in die voorgeschiedenis voorkomt niet met een glimlach afgedaan. Niet: dat is lang geleden.

Paar namen in die lijst inzoomen. Twee dingen bedenken. Jezus draagt met zich mee wat aan Hem voorafging. En daarbij bedenken: dat God daarin de last van de zonde de eeuwen door serieus neemt. En God neemt Zijn eigen beloften serieus. Dat klinkt daarbij. Betekenis van Jezus, de gezalfde, die op aarde komt.

De hoofdlijn van dat merkwaardige hoofdstuk is wel dat Jezus de zoon van David is. Geslacht David. Dat betekent: er is hoop. Aan David beloften gedaan. Koningschap geen einde. Maar ook als een boomstam afgehouwen. Tronk. Geen heerlijkheid. Jesaja: er zal weer een rijsje voor de dag komen. God vergeet niet wat Hij belooft.

Mattheus noemt niet alle namen op die hij had kunnen noemen. Hier en daar een paar overgeslagen. Hij wil zoals in vers 17, in lijn neerzetten. 3x 14 geslachten. Tot David, tot ballingschap, tot Christus. Elke keer 2x 7. Gods heilige bemoeienis. 7. Volheid. Volkomen. Dat wil hij laten zien. Wij zouden zeggen: het is niet compleet. Laat het maar aan Mij over! Voor joodse geschiedschrijving is dit geen probleem. Zo is God bezig geweest.

Mattheus heeft dus gekozen bij dat schrijven. Salomo er in staat, snappen we. En aantal geslachten verder: Hizkia. Vrome koning. Maar Achaz weglaten? Die was zeer goddeloos. Manasse ook. Ze staan erin. Wonderlijk.

Heel mooi dat Mattheus namen van een paar vrouwen noemt. Moeders van Jezus. Evangelie is niet alleen maar mannenwerk. Waarom dan ook een paar niet? Sara? Zij staat wel in Hebreeën 11. En Rebekka niet. En vrouw van Jacob, Lea en Rachel ook niet. De vrouwen die er staan zijn stuk voor stuk een aanwijzing er van hoe de zonde een spoor getrokken heeft door dat heilige voorgeslacht.

Thamar als eerste. Genesis 38. Ik hoop eigenlijk dat de gewoonte om bijbel te lezen bij eten nog niet is uitgestorven. Maar zo’n hoofdstuk? Overgeslagen? Vragen van kinderen, lastig. Thamar. Schoondochter van Juda. Juda de zoon van Jacob. Stamvader van Israël. En de oudste zoon van Juda was getrouwd met Thamar. Kanaanitische afkomst. Zoon sterft. Geen kinderen. Was een regel voor. Volgende zoon verplichting op zich nemen om in plaats van overleden man bij die vrouw een nakomeling te verwekken. Die zou dan gelden als zoon van overleden broer. Heeft hij geen zin in. Juda laat het maar. Iets aangedaan wordt? Juda doet niks. Moment bij schaapsscheerdersfeest. Juda naar toe gaat. Thamar verkleedt zich als hoer. Onderweg langs de weg zitten. Hij maakt inderdaad van haar diensten gebruik. Zoon wordt stamvader van Jezus. Mooi rijtje dan zo! Ongehoorzaamheid. Ontucht. Bloedschade. Juda over wie zulke mooie dingen geprofeteerd zijn. Hoerenloper.

Tweede vrouw is Rachab. Wie was dat ook al weer? Bijnaam. De hoer. Verspieders gastvrijheid verleent. Belofte gekregen: jij zult niet omkomen. Rachab. Zij is wel degene die mooie plaats krijgt. Ondanks die achternaam (hoer). Dan blijkt toch een beetje: enerzijds in Hebreeën 11. Ze is niet omgekomen. Gelovige. Maar de hoer. Hadden wij nou graag het laten staan? Een van onze voorouders een prostituee?

Als derde. Ruth. Nou alleen maar prachtig. Met schoonmoeder vanuit Moab. Getrouwd met zoon van Naomi. En toen met schoonmoeder mee terug gegaan. Uw volk is mijn volk. In voorgeslacht koning David komt. Prachtig verhaal. Ook een achternaam. We denken het erbij: de Moabitische. De vrouw van Moab. Twee volken: Moab en Ammon. Israël veel ellende van meegemaakt. Plaag voor Israël. Herkomst gaat terug naar Lot. Neef van Abraham. Die door een list van dochters zijn eigen dochters zwanger gemaakt. Fijne geschiedenis?! Ruth. Een heidense. Maar God, de Heilige Geest: een paar namen in het geslacht? Dan moet Ruth erin. Jezus draagt met zich mee. Eerste bladzijde NT zo treurig. Schijnwerper op de zonde.

En dan nummer 4. David die Salomo verwekte bij vrouw van Uria. Klopt toch niet? Ellendige geschiedenis David die verliefd wordt op buurvrouw. Gezien toen ze aan het baden was. Haar man als officier leger in gestuurd. Naar paleis. Ze heeft niet geprotesteerd. Blijkt ze zwanger te zijn. Geschiedenis dat Uria in beeld komt. Anders een probleem. Hoe komt het dat Bathseba zwanger is?! Uria naar huis gemanoeuvreerd. Manschappen kunnen niet overnachten. Terug naar het front. En dan terug naar de oorlog. Waarop David de moord op Uria organiseert. Een van de schandelijkste bladzijden uit leven van David. Man van God. Leugen, moord, bedrog, overspel. Toen was Bathseba de vrouw van Uria. Kind is gestorven. David daarna getrouwd met Bathseba. Waarom heet ze de vrouw van Uria? Kind Salomo heeft verwekt. Slaat toch nergens op?! Uria was ook nog een heiden (Hethiet). Iets bij voorstellen: op laaghartige manier dood in gejaagd. David boete gedaan. Psalm 51. Diep schuld beleden. Als ik aan mezelf overgelaten ben, een en al duisternis. Maar vergeving ontvangen. Waarom oude koeien uit de sloot? Omdat God zijn zoon gezonden heeft voor mensen met zulke geschiedenissen. Jezus draagt het met zich mee. Hij krijgt het over zich heen. Hij zal ervoor boeten. Zo komt het evangelie. In persoon van het kind.

In Romeinen 5 staat op een rijtje voor wat voor mensen Jezus gekomen is. Verzoening voor onze zonden. Tussen vers 5-9. Vier woorden: toen wij zondaars waren, zwak waren, vijanden waren, goddelozen waren. Dat is ons plaatje. Je vindt het terug in de lijst namen. God heeft vijanden lief. Want dat zijn wij. Ons plaatje. Dat draagt Jezus met zich mee. Maar ook als beloften komt het op ons af. In die ergernissen van die geschiedenis. Mensen zoals wij. Mensen wat we zelf in hart aan lelijks herbergen. Zonde, zwakheid, haat. Andere kant dan God bedoeld heeft. In zonden ontvangen en geboren. Jezus kwam op de koningszoon. Zoon van Thamar, Ruth, Rachab, vrouw van Uria. God vergeet het niet. Geschiedenis in licht van Gods genade te staan. Licht van de Verlosser. Namen klinken erin mee. Wat een licht gaat er op over de volken en heidenen. God vergeet Uria niet. Hij was vermoord. Bedrogen. Uit geschiedenis. Maar hier zegt de Heere: kijk ook Uria is een naam die ik nog noem. Hij zal delen in mijn eindeloze ontferming. In nageslacht van zijn vrouw die hem bedrogen had. In Gods recht. God doet recht. Voorliefde naar slachtoffers. In rechtspraak in Nederland is sinds enkele tientallen jaren meer aandacht voor slachtoffers. In sommige gevallen mogen spreken tijdens rechtszaak. Voor meer geldt dan van de Heere God. Slachtoffer in licht van Christus. Schuld uitwissen. Ontferming verkondigen. Kromme geschiedenissen. Aan Zijn Zoon gehangen. Meedraagt naar het kruis.

Nu wij. Mensen met onze omgeving. Families. Ouders die tobben met kinderen. Kinderen die geen raad weten met ouders. Wat kan er voor de dag komen! Mensen in deze maatschappij. Heiland nodig. Hem nodig die in ons leven en schuld en verlorenheid de handen naar ons uitsteekt. Wie in Mij gelooft (alleen maar geloof!). Trekt Gods genade je uit de wirwar van lelijkheid. Moeite. Verlossing. Vrede. Eeuwig leven. Dan pas kun je glimlachen ook over je eigen geschiedenis. Dan pas. Wanneer je Christus mag toebehoren en Thuis mag zijn. Het kan niet zonder Hem. Gekomen om van verzoening te spreken. Vrede met God. Reiniging door offer en bloed. Stem en naam de wereld door. Jezus de zoon van David. Vol van genade. Geslacht van Gods ontferming. Gods liefde. Onze kinderen bijbrengen. Voor onszelf weten als houvast. Leef er van! In gebed een plek. Voor ons, zondaars, zwak, goddeloos, gekomen is opdat wij ons zullen toevertrouwen aan Hem. Hij draagt mensen als ons met zich mee als Hij naar het kruis gaat. In Hem te geloven. Onmogelijkheid te erkennen. Hem keer op keer horen zeggen: kom. Hij is het die het zegt. Amen.