Prof. J. Hoek
28 augustus 2016, 18.30 uur, Ichthuskerk
Psalm 67 (tekst)
In Psalm 67 vinden we het gebed om Gods zegen. Blikrichting: hemelhoog en wereldwijd.
Gemeente van onze Heere Jezus Christus,
Psalm is bekend als dankdagpsalm, ook wel als zendingspsalm en pinksterpsalm. In Hebreeuws bestaat Pslam 69 uit 49 woorden, 7×7, getal van de volheid. Gelezen in synagoge op 50e dag na Pasen, Pinksteren dus.
Vandaag preek ik erover, mijn vrouw is 67 geworden, dan lees je de psalm zo rond de verjaardag. Wat heeft deze psalm te zeggen? Bezig waren, zagen we, ook hele geschikte psalm voor deze zondag. Want we staan het begin van een nieuw seizoen, te maken met nieuwe startmomenten, scholen weer begonnen, winterwerk wordt weer opgepakt. Waar beter om vragen dan om de zegen van de Heere. Wat vragen wij aan God en met het oog waarop? Verlanglijstje, wensenpakket, de Heere bijna als vanzelfsprekend ons zonder meer aanvaart, zorg, leven met God zou neerkomen op een leven zonder vuiltje aan de lucht. God, onze wensen vervullen?
Maar ik las ergens de scherpe opmerking: de Heere is niet een hemelse sociaal werker of therapeut? Niet in onze wensen voorzien. Zou het niet heel anders zijn. Westminster Confession, 1667, hoogste doel van de mens is God verheerlijken en eeuwig van Hem genieten. En dat is ook wat hier in Psalm 67 staat. Grootste doel: Hem eren, van Hem genieten. Heere zegen ons: leer ons U zo kennen dat wij U van harte dienen en diepste vreugde en vervulling verlangens vinden in U. Psalm 67 is een hulp bij het bidden, echte bidden niet egocentrisch, maar theocentrisch. Niet ik, met mijn wensen, maar theocentrisch: God staat in het middelpunt. Zoals Jezus ons leerde in het volmaakte gebed. Uw Naam geheiligd, Uw wil geschiedde.
Een Psalm 67 voor een koorleider, bij snarenspel. In heiligdom in Jeruzalem. Stellen ons een feest voor, een oogstfeest, Pinksteren of het Loofhuttenfeest, volk, de jongeren en ouderen, om daar samen de Heere te prijzen voor al Zijn gaven. Loopt uit op hoogtepunt, als ze weer naar huis gaan, Hogepriester, spreken zegen uit over het volk, Numeri 6. Naam van Mij op het volk leggen. Dat is het hoogtepunt, climax. Bekende woorden van de hogepriesterlijke zegen: de Heere zegene u en behoede u… Ontvangen van die zegen is het hoogtepunt. Zegen houdt in dat de Heere meegaat naar hun dorpen, huizen en dagelijks werk. Meegaat met bescherming, met glanzende ogen naar het volk kijkt. Zoals een vader en moeder met liefde naar kind kijken. Leven sjaloom maken, gaaf, heelheid. Zegen: een goed woord meegeven (in Grieks: het goede woord aan de mens geven). Gods woord is krachtig en scheppend. Zit de zaak zelf in. Wat God schenkt, hoe Hij zichzelf schenkt. Zijn Naam op het volk gelegd. Moet aangrijpend gebeuren zijn geweest, einde feest, vlak voordat ze weer naar huis gingen. Wij elke zondag, tot 2x toe, ook hier in Reeuwijk. Dat de Heere aan het eind van de dienst, Zijn naam op ons legt. Stokdove man, niks verstaan kon, schreven op een briefje: waarom ga je naar de kerk? Ik krijg de zegen mee. Ook belangrijk. Je zou je kunnen voorstellen, einde dienst. Een stempel op je hand, jongens en meisjes. Moeilijk om af te wassen. Wat staat er op? Ik de Heere ben bij je. Ik God, ga met je mee, de hele week door. Zou het een keer kunnen doen, wel gebeurt, u en jou Zijn zegen meegeeft en dus aan het eind van de dienst gebeurt er wat. Moet je bij stilstaan, tot je laten doordringen. Wanneer de voorganger zegt: de Heere zegene u… Niet een aankondiging we gaan naar huis naar de koffie. Nee een hoogtepunt. Voor Gods aangezicht. Voorganger de mond van God tot het volk, de gemeente. Werkt uit? Niet automatisch, niet zoals zo’n stempel, alleen je hand maar ophouden, zegen die de Heere je meegeeft en ontvangt, die wil in geloof ontvangen worden. Door het geloof het zegenende woord en kracht je hart binnenkomt en je hele leven doorstroomt, je hele wandel en handel gaat stempelen.
Dat zie je in Psalm 67. Als je goed leest, zie je het in Psalm 67. Volk in gebed met die zegen terugkomt. Vers 2. Wat ze gekregen hebben, komen ze letterlijk in gebed op terug. Heere, dat woord van U. Gedenk aan het Woord, gesproken tot uw gemeente, waarop Gij haar verwachting hebt gegeven. Laat het werkelijkheid zijn. Dat is bidden. God geeft ons Zijn hand, wij pakken die hand, wij willen Uw hart. U zegen over ons komt. Zegen ons algoede, neem ons in Uw hoede, verhef Uw aangezicht over ons en geef ons licht. Stort op onze bede, in ons hart Uw vrede, vervul ons met de kracht van Uw Geest, bij dag en nacht. Het gaat in deze zegen om God zelf.
In OT werden afgoden gediend, Baäl, Astharte, moloch. Kregen dan allerlei geschenken, bedoeling om vruchtbaarheid aan volk geven. Soort onderhandelingstactiek. Wensen vervullen. Dan gaat het om de gave, niet om de gever. Om zegeningen, maar los van de zegenende God. Dat is de afgodendienst. Hoe vaak bedrijven wij afgodendienst? Allang tevreden als God onze wensen vervuld. Ware geloof, om de Heere te doen. Als bij Jakob, worstelt met God. Ik laat U niet los, tenzij Gij mij zegent. Ik laat U niet gaan tenzij die zegen ook werkelijk mijn deel is. Dat gebed wordt door de Heere altijd verhoord. Is prioriteit in ons gebedsleven, datgene wat we niet verdiend hebben. Maar de Heere in Zijn belofte de hand heeft gereikt. Laat Uw woorden komen in mijn leven.
Ziet u het, Psalm 67. Blikrichting hemelhoog. En als die richting hemelhoog is, dan vanzelf ook wereldwijd. Gaan we naar het tweede couplet. Aan het eind van vers 2 daar staat het Hebreeuwse woordje Sela. Is niet vertaald. Onzekerheid over, hoe precies vertalen. Muzikale aanwijzing. Pauze is, maar ook een andere toonsoort is. Een switch is, een andere inhoud, perspectief komt. Hier ook duidelijk. Niet meer omhoog, ook om ons heen, wereldwijd. Niet egocentrisch ons gebed, maar ons gebed is theocentrisch, dan kijken we ook om ons heen. Zegen ons. Denken we aan heel de gemeente, broeders en zusters, huisgenoten van het geloof. Onze medegemeenteleden in Reeuwijk, maar ook de kerk van Jezus Christus wereldwijd, in armoede, in angst, nood, discriminatie, verdrukking, vervolging. Zegen ons. Niet staan alleen bij de gemeente en wereldwijde kerk, maar alle mensen in het vizier. De volken, naties. Universeel in vers 3, dan zal men op de aarde Uw weg kennen. De volken zullen U loven, zij allen. Mooi he, die gemeente van Israël, bij het heiligdom, zegen te mogen zijn voor de volken. Zegen ons om tot een zegen te zijn. Vanuit geestelijke groei is er een gemeenteopbouw, oog voor elkaar, ook getuigenis in de wereld. Evangelisatie en zendingswerk. Ligt zomaar in elkaars verlengde. Op z’n beste momenten, verstond Israël zich als een instrument in Gods handen tot heil voor de wereld. In Uw nageslacht zullen alle geslachten gezegend worden (tegen Abraham gezegd).
Uw heil kennen. In Hebreeuws, yeshua. Beluisteren we naam van Jezus in. Heiland. Uw Jezus mogen kennen. Waarom zouden de volkeren zich dan verblijden? Wat is dan het heil? Concreet, vers 5. Gemeente, het lijkt niet erg heilvol als het gaat over de oordelen. Zondag op zondag belijdt, apostolicum of niceum, oordeel, is eerder huiveringwekkend. Andere kant aan. Oordelen, richten, ook in: terechtbrengen. Orde op zaken te stellen. Strenge kant aan. Hij regeert, Koninkrijk niet slap of soft, maar verdrukkers verbrijzelen, onrecht bestraffen. Wie zou er niet naar verlangen, onrecht in de wereld gebeurt, onrecht aan Gods kinderen wordt aangedaan. Dat de Heere daar een eind aan maakt. Opneemt voor Zijn kerk. Niet soft, ook niet hardvochtig, wreed, dictatoriaal. Hij is een milde koning, universele zegen. Koningschap van God, zoals gezongen in Psalm 72. Sjaloom zal zijn, natiën zullen zich verblijden. Terechtbrengen, oordeel. Natiën zult U leiden. Internationale lofprijzing voor de Heere. Ervaren dat die regering van God goed is. Rechtvaardig en mild. Daarin vervuld wat wij zo graag zingen: bergen zullen vrede dragen… Het Koninkrijk van God zoals dat zich in Christus zich manifesteert, door Heilige Geest uitbreid.
Dat is wat wij hier met Israël mogen meebidden, in de ons met Israël geschonken verwachting. Daar ga je toch steeds meer naar verlangen? Dat Hij de eer ontvangt, niet alleen in je eigen leven, maar wereldwijd. Uw Koninkrijk kome. Regeer ons zo door Uw Geest en Woord, bewaar en vermeerder Uw kerk. Geef dat overal knieën voor U gebogen worden.
Zit een stuk herhaling in de Psalm. Vers 6, komt visioen nog een keer terug he. Volken zullen U loven. Kunnen niet genoeg krijgen van dat hartveroverende schouwspel. Israël niet als zondebok, maar als koorleider. God van de Israël krijgt dan applaus, niet Israël. Ik moest denken aan die grote manifestatie die we achter ons hebben, Rio de Janeiro. Beeld van Christus, die die stad zegent. Volken hebben vlag bij zich, trots; maar eenmaal de volken die samen zullen stromen, om Hem de eer te geven. Dat is het perspectief.
Iemand is die zegt, ja het is toch te mooi om waar te zijn. Laten we eerlijk zijn, wereld in werkelijkheid heel anders uit. Hoeft maar een keer krant/journaal te bekijken om van tegendeel overtuigt te worden. Loven? Lijkt er niet op. Noem maar op, in de krant las. In Jemen woedt een burgeroorlog, meer dan 9.000 doden, waaronder heel veel kinderen; woonwijken en markten bombardementen, artsen zonder grenzen zich terugtrekken. Italië, beving van de aarde, honderden doden zijn te betreuren. Meisje als door een wonder gered, Julia, hoorde reddingswerker haar stemmetje. Ze kwam eruit. Zouden haar vader en moeder de aardbeving overleeft hebben. Hoeveel Julia’s werden er niet gered? Boko Haram zet steeds vaker kinderen aan om zelfmoordaanslagen aan; in eerste jaar al 38 kinderen; 2 miljoen mensen op de vlucht. Soedan dreigt 4 christen te vermoorden. Pakistan. Syrië. Ver weg, ramp, Reeuwijkse Plassen, jochie van 9 jaar. Kan ik ook nog wel eens wat vertellen van onze pijn en teleurstelling, mijn worsteling, heel die schepping zucht nog steeds. Nog altijd die schepping in barensnood, ook na Jezus Opstanding. Waar blijf je nou met Psalm 67? Grote contrast ,bezongen en realiteit. Maakt geloven een aangevochte zaak. Psalmen weten daar van, ook vaak een roepen uit de diepte, een schreeuw, Heere God waar bent U? Waarom grijpt U niet in.
En toch blijven wij Psalm 67 zingen, tegen de klippen op. Er is blijde hoop. Gaat hier niet om sprookjes. Geloven toch dat het echt uit gaat komen?! Wij verwachten naar Zijn belofte een nieuwe hemel en aarde. Volken zullen misschien ooit… Nee, ze zullen Heer U loven!
Je zou kunnen zeggen, dan ben ik bij het eind, bij de slotakkoord, ligt dicht bij elkaar: omhoog en wereldwijd. Eerst blik weer omhoog, vers 7. Aarde opbrengst gegeven, God zegent ons. God zegent ons. Lofzang klinkt uit Sions zalen tot deze God, dag aan dag draagt. En dan weer wereldwijd: en alle einden der aarde zullen Hem vrezen. Is dan inderdaad een oogstfeest, God is goed geweest voor Zijn volk, zichtbaar en tastbaar geworden in koren en vruchten. Al dan goede van een gelukte oogst en welvoorziene voorraadschuur wordt een teken, een sacramenteel teken. Van een nieuwe wereld. Niet onderweg naar chaos en ondergang, maar onderweg naar God machtige toekomst, Zijn sjaloom. Wordt wereldwijd werkelijkheid. Proeven we. Bron van alle zegeningen. Zijn plannen zal vervullen. Wat Israël op die manier mocht proeven en tasten, mogen wij in het eenvoudige stukje brood en teugje wijn proeven en tasten. Gedaan heeft, enige Zoon gezonden. OP derde dag is opgewekt. Aan rechterhand Vader zit. Geest uitgestort. Geeft gegronde verwachting, geen illusie en sprookje. Nee, realiteit. Belofte in Christus vervuld. Hij Zijn belofte volmaakt vervullen zal.
Laten we tenslotte ook de stem van Paulus nog even beluisteren, zoals we gelezen hebben uit Timotheüs. We krijgen zoveel goeds uit God hand, geen recht op. Kan je je voor schamen. Kan/mag je wel genieten in een wereld met zulke schrijnende tegenstellingen? Luister dan in die verzen uit 1 Timotheüs, wij allen rijken, in Nederland een beetje krap of heel ruim, vergeleken met meeste broeders en zusters wereldwijd. Zeg aan de rijken dat het God is die alles gegeven heeft. Durft de apostel te zeggen: verschaft alle dingen in rijke mate om van te genieten. Stel je voor, van je kind houdt, mooi cadeau voor haar verjaardag, geeft aan het meisje, ja maar ik wil er niet mee spelen, want er zijn heel veel arme kinderen. We geven je uit liefde. Je mag ermee spelen. We zullen ook wat geven aan de arme kinderen in Afrika. De Heere geeft ons om te genieten. Mag. Psalm 67 ook genoten wordt. Maar rijken, niet op je rijkdom vertrouwen, alsof dat je houvast is. Is tijdelijk, gaat voorbij. Is niet alleen gegeven voor jezelf, maar om goed te doen, om rijk te zijn in goede werken, vrijgevig en bereid om te delen.
Dat is hoe Psalm 67 en apostolisch onderwijs samen komen, gaven en voorspoed een zegen is waarmee we daarmee de naaste dienen. Een professor tekent hierbij aan: de aarde een grote betuwe wordt, wat zal dat heerlijk samen kersen eten zijn! Gods heil, samen genieten. Opnieuw gezegende aarde. Alles zal bloeien tot eer van Zijn Naam, daar gaat het naar toe. Moed houden, midden in dit leven met alle moeite en zorgen, in wereld in ellende, handelen in hoop, in voetspoor van Jezus Christus. Hoop voor Israël en volken. Vreemdelingen, armen uitdelen. In je eigen omgeving met hart en ziel betrokken zijn bij zending, getuigend gesprek. Zo zingt Psalm 67 in ons hart, zo zien wij door het geloof hemelhoog en wereldwijd. Amen. [1936]
Geef een reactie