Zonder wedergeboorte kunnen we het Koninkrijk van God niet zien en kunnen we niet in de hemel komen. Wedergeboorte is een ander woord voor geloof en bekering. Wedergeboorte is vertrouwen op de Naam van Jezus. Het geschenk van God, namelijk Jezus Christus, aanvaarden. Die Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft. Wedergeboorte is geloven dat Hij is wie Hij is. Geloven in Zijn Naam, dat betekent dat we erop vertrouwen dat Hij de eniggeboren Zoon van God is. Wedergeboorte is alleen en uitsluitend aan God te danken. Als je Hem hebt aangenomen, dan heb je dat niet van jezelf. Dat is net zo passief als de geboorte, in zekere zin. Het is een wedergeboorte: dat heb je aan God te danken. Als je Jezus als Zoon van God welkom geheten hebt in jouw leven, door Gods genade, dan mag je daar ook een conclusie aan verbinden. Dan heb je de volmacht om een kind van God te zijn. Sterker nog: als je dat voorrecht niet aanneemt, beledig je de Hemelse Vader. 

Wat betekent het om uit God geboren worden?

Geliefden in de Heere Jezus Christus, als ik me niet vergis gaat het bij ons in de kerk niet zo vaak over de wedergeboorte. Er zijn wel kerken waar het veel vaker of altijd over de wedergeboorte gaat. Wij gebruiken het woord niet zo vaak. In de preken staat het geloof centraal. Het is geen tegenstelling. Wel belangrijk, wat die wedergeboorte inhoudt. Uit God geboren. Waarom is dat belangrijk? Omdat Jezus zei tegen Nicodemus: tenzij iemand wederom geboren wordt, hij kan het Koninkrijk van God niet binnengaan. Je kunt niet in de hemel komen als je niet opnieuw geboren wordt. Je kunt het Koninkrijk van God niet eens zien! Tenzij iemand opnieuw geboren wordt. Het zijn mijn woorden niet, het zijn woorden van Jezus. Als je in de hemel wilt komen (daar moet het niet om gaan natuurlijk), als je met God wilt leven, een kind van God (daar gaat het hier ook over), dan moet er iets gebeuren. Dan moet je opnieuw geboren worden!

En dat brengt ons bij de indringende vraag: ben je eigenlijk wel opnieuw geboren? Misschien ben je 70, 75 jaar. Als het nog niet zo is, dan wordt het wel tijd. Of je bent 17. Je staat middenin het leven. Je bent bezig met het geloof. Je gaat naar de kerk, je hebt er geen hekel aan. Jezus zegt dat je opnieuw geboren moet worden. Dat is wel iets anders, meer. Wat is dat? Wederom geboren, wat is dat? Zo niet, dan kan je niet sterven. Dan kan je niet zien dat God Koning is! Jezus is toch glashelder. Jezus zegt het tegen een dominee, een Schriftgeleerde, Nicodemus.

Misschien moeten we het erover hebben. Of thuis. Papa, mama, pa, ma, bent u opnieuw geboren? Zou je dat willen vragen aan je vader of moeder, na de dienst? Dat we het gesprek erover hebben. Wat is dat, opnieuw geboren worden? Ik hoop dat de preek dan daar een beetje bij helpt natuurlijk. Als ik de bijbel doorga, kan ik vijf dingen noemen. Verschillende metaforen, voorbeelden. Uit de natuur of uit de biologie.

  1. Een nieuw hart. Dat gaat niet over een hartoperatie. De Bijbel zegt: we hebben een nieuw hart nodig. We hebben een stenen hart. God belooft een vlezen hart te geven, door de Geest. Heb jij een nieuw hart? Of is uw hart nog hard als steen? Of zacht gemaakt, door de genade en liefde van God?
  2. Je zou ook kunnen denken aan het woord: bekering. Letterlijk: veranderen van richting. Omkeren. Dat heeft ook met wedergeboorte te maken. Geloof, bekering, wedergeboorte: zijn woorden voor dezelfde zaak. Ga terug, staat bij Maarsbergen bij de snelweg. Wel eens gezien? Als je doorgaat, word je spookrijder. Levensgevaarlijk. Bekering is verandering van richting.
  3. Verlichting. Het licht gaat op! Als je opnieuw geboren wordt, wordt alles licht. Terwijl het heel donker was. Je gaat dingen anders zien. Meer zien. Het licht gaat aan. De verlichting van je verstand, door de Heilige Geest.
  4. De wedergeboorte wordt ook wel vergeleken met een opstanding uit de dood. Vroeger waren jullie duisternis, maar nu licht in de Heere (3e voorbeeld). Vroeger waren jullie dood, door de zonden, schrijft Paulus. Nu leven jullie echt, tot eer van God. Een opstanding uit de doden. Ben jij opgestaan met de Heere Jezus? Dan ben je opnieuw geboren? Zie je wel, het is een heel belangrijk Bijbels beeld. Misschien onterecht dat we er zo weinig over horen.
  5. Nog een beeld, dat zijn woorden van Jezus. Die kennen jullie, als Hij zegt: wij moeten worden als een kind. Soms, jongens en meisjes, nam Jezus gewoon een kind uit de menigte. Kijk eens naar dit kind. Hoe enthousiast en blij het is. Hoe vertrouwend het is. Een kind is helemaal niet bang – nou ja, misschien wel eng om naar voren te roepen. Maar we moeten worden als een kind. In ons vertrouwen op God. Ook weer een beeld van de wedergeboorte. Zo zou ik nog wel door kunnen gaan.

Het gaat me om Johannes 1. Met alles wat ik genoemd heb (je kunt verder gaan: berouw, bekering), heb ik de kern nog niet eens genoemd. Het is allemaal waar, maar de kern staat in onze tekst. Zovelen als Hem aangenomen hebben, die heeft Hij macht gegeven om kinderen van God te worden. Blijkbaar gaat het bij de wedergeboorte om de verbinding met de Heere Jezus. Zonder Hem kun je niet opnieuw geboren worden. Misschien is dat zo evident, dat je denkt: natuurlijk, maar wat houdt dat dan in? Ik wil daar drie dingen over zeggen. Over die verbinding met Jezus en Zijn geboorte. Hij is eniggeboren Zoon van God en door Hem kunnen wij opnieuw geboren worden.

a. In Zijn Naam geloven

Een contrast tussen degenen die Hem niet hebben aangenomen en degenen die Hem wél hebben aangenomen. Hij is gekomen, staat er, tot het Zijne. Beetje moeilijk, misschien. Wat is er van Hem, van Jezus, van God, van het Woord van God? Nou, alle dingen zijn door Hem gemaakt. Alles is van Hem. Hij heeft heel de wereld geschapen. Hij houdt het als een tennisbal in Zijn hand. Wonderlijk is dat. Nu heeft God niet alleen de hele wereld geschapen. Hij is gekomen! Dat is een wonder. Dat de eeuwige God, zonder begin en einde, in het midden van de tijd geboren is in Bethlehem. Het Woord is vleesgeworden en heeft onder ons Zijn tent opgeslagen. Die hoge en heerlijke God, die we niet eens kunnen zien, is gekomen tot het Zijne. Heel de wereld was van Hem. Je zou zeggen: Hij kwam eens kijken hoe het er was. Hij kwam op huisbezoek in Zijn eigen wereld. Je hebt een nieuw huis gekocht, je gaat kijken naar de nieuwbouw. Wij hebben dat ook zo ervaren. Dan ga je verhuizen, dan kom je tot het jouwe. Zo is Jezus gekomen naar Zijn wereld. Hij had er recht op. Het was Zijn eigendom. Wat een vreugde dat God Zelf gekomen is naar Zijn huis. Verhuisd uit de hemel, naar de aarde.

Maar wat aangrijpend dan, je voelt de tragiek in Johannes 1: Maar de Zijnen (dat zijn wij mensen, door Hem geschapen en gemaakt) hebben Hem niet welkom geheten. Er was geen plaats voor Jezus in de herberg. Ga maar weer weg. Geen behoefte aan. Alsof je nieuwbouwhuis gekraakt is. Door mensen die er geen recht op hebben. Een ander slot op de deur, zodat je er niet meer in kan. Deze wereld is gekraakt door een stelletje krakers. De Zijnen (dat zijn wij) hebben Hem niet aangenomen.

Je zou misschien ook wel kunnen zeggen, maar dat voert voor vanmorgen te ver, dat de Zijnen dat dat Israël betreft. Zijn volk. Dat de tegenstelling is tussen het ongelovige en gelovige deel van Israël en de heidenen die Jezus wel hebben aangenomen. Maar ik moet me concentreren op die wedergeboorte. Tot onze verrassing zijn er uitzonderingen. Onder die krakers (dat gaat over jou en mij) zijn er toch anderen. Dat staat in de tekst. De Zijnen hebben Hem niet aangenomen, maar zovelen als Hem wél aangenomen hebben, die heeft Hij macht gegeven kinderen van God te worden. Namelijk die in Zijn Naam geloven.

Wat is de kern van de wedergeboorte? Dat is niet een proces, maar een feit. Het gaat in de tekst niet om een proces (hoe is het gegaan), maar om het resultaat. Dat zijn de kinderen van God. Misschien gaat het in sommige kerken teveel over het proces van de wedergeboorte. Hoe gaat het in z’n werk? Wat maak je mee? Hoe voelt dat? Hoe gebeurt dat? We kunnen als christenen van elkaar leren – ik hoef dat niet te veroordelen. Misschien herkennen de mannen dat: je gaat op kraamvisite en dan wordt in geuren en kleuren die bevalling gedeeld. Dat hoeft van mij niet. Als vrouwen dat willen delen, is dat best. Ik stond er zes keer naast. Je staat er als man bij en kijkt ernaar. Maar je kunt zo bezig zijn met: hoe gaat dat in z’n werk dat je het resultaat vergeet. Hier in de tekst gaat het om het resultaat. Die heeft Hij macht gegeven kinderen van God te worden.

Hoe dan? Dat is het eerste: die in Zijn Naam geloven. Zo eenvoudig is het ook wel weer. Al kun je er vijf of tien dingen over zeggen. In essentie komt het aan op geloof. Dat wil zeggen: vertrouwen op de Naam van Jezus. Het geschenk van God aanvaarden. Die Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft. En dat we Hem ontvangen. Of dat we geloven dat Hij is wie Hij is. Geloven in Zijn Naam, dat betekent dat we erop vertrouwen dat Hij de eniggeboren Zoon van God is. Denk maar aan een paspoortcontrole op Schiphol. Altijd spannend moment. Als de marechaussee streng kijkt, kijkt naar je gezicht en paspoort. Maar als hij zou vragen: ben jij dat wel? Ga maar even mee naar het kamertje. Als je een vals paspoort hebt, hang je. Dat beeld. Het gaat om geloven en vertrouwen dat Jezus geen vals paspoort heeft. Dat Hij is wie Hij is. De enige Zoon van God! Geloven dat Hij inderdaad is wie Hij is. De Zoon van God. De Zijnen (dat waren wij, de krakers) hebben Hem niet aangenomen. Jezus is niet de Zoon van God, zeiden wij. Een valse identiteit. Hij is de Messias niet. Maar degenen die Hem aangenomen hebben, die zeggen: Hij is het wel. Die in Zijn Naam geloven, hebben Hem aangenomen als het Woord dat gekomen is in deze wereld. Welkom Jezus, ik kan U niet missen, ik kan niet zonder U. Die zijn opnieuw geboren. Uit God geboren.

Je vader en moeder zouden straks kunnen zeggen (al vind je dat moeilijk, ik hoop het wel): ik heb de Heere Jezus nodig. Ik kan niet zonder Hem. Dat is nou hetzelfde. Twee kanten van dezelfde zaak. Als je in Jezus gelooft, dat Hij de Zoon van God is, dat je Hem nodig hebt, omdat je Hem niet kunt missen als Zaligmaker en Heiland: dan ben je opnieuw geboren! Al ben je niet gewend om dat zo te zeggen. Dan ben je ook – dat is de verwondering in de tekst – een kind van God!

b. Het is genade, aan God te danken

Dat is het tweede: waar komt dat dan vandaan? Die wedergeboorte is belangrijk om uit te leggen waar dat geloof vandaan komt. Dat heb je niet van jezelf. Niet: die anderen zijn de krakers, maar ik ben de gunstige uitzondering. Ik heb wel geloofd. Ik ben beter dan de rest. Dat is niet zo. Heb je niet van jezelf. De Bijbel gebruikt daarom vaak dat andere woord voor bekering en verlichting: wedergeboorte. Dat wil nou juist uitdrukken, dat heb je niet van jezelf. Dat heeft God gedaan.

Jongens en meisjes, weten jullie nog dat je geboren bent? Nee, daar weet je niets van. Is maar goed ook. Je hebt wel foto’s gezien. Maar hoe het ging, weet je niet meer. Je moeder weet het nog wel. Het punt is: daar heb je zelf niets aan gedaan. Je bent, je wordt (passief), je werd geboren. Je hebt jezelf niet geboren, dat kan helemaal niet. Je bent, je werd geboren. Een geschenk. Daarom benadrukt Johannes met drie uitdrukkingen (er zit herhaling in, het is een poëtisch gedeelte):

  • niet uit het bloed (in de grondtaal staat er: bloeden, meervoud),
  • niet uit de wil van het vlees,
  • niet uit de wil van een man…

… maar uit God geboren. Er is veel over gespeculeerd waarom dat er drie keer staat. Misschien dat Johannes zoekt naar woorden om het tot uitdrukking te brengen. De gedachte was dat bloed een rol speelde in voortplanting. De stuwing van bloed, dat je het er warm van krijgt. Is het technisch-biologisch zo, het gaat hier niet om voorlichting. Of dat het te maken had met menstruatie. Of uit Abraham, Izak, Jacob: het zaad. Later zeggen ze dat ook. Wij zijn zaad van Abraham. Jezus zegt dan: nee, jullie zijn kinderen van de duivel. Je moet een kind van God worden, door wedergeboorte. Bloed kan dus met afstamming te maken hebben en dus niet met de voortplanting.

Maar wil van het vlees: dat is seksualiteit. Vlees in Johannes niet zo negatief als bij Paulus. Hier niet. Het Woord is vlees geworden: niet zondaar, maar mens. Lichamelijke omgang, lichamelijke eenwording. Bloeden. Meervoud. Niet uit de wil van het vlees. Seksualiteit soms zo moeilijk te beteugelen, als een geslachtsdrift, zoals we dat dan noemen. Daarin moeten we rein en heilig zijn voor het aangezicht van God. Is een strijd soms. Je lichaam, lijf doet ook mee. Of dat je ervoor kiest om een kind te krijgen (zouden wij tegenwoordig krijgen). Kiest om te krijgen. Zit spanning in he. We nemen geen kinderen, we ontvangen ze uit Gods hand. Hier gaat het wel om de wil van een man. Dat je het erover hebt: staan we ervoor open om een kindje te krijgen? Toen waren er geen voorbehoedsmiddelen. Ik laat dat verder rusten.

Het zijn uitdrukkingen over hoe het gaat, die geboorte. Niet uit het bloed, niet uit de wil van het vlees, niet uit de wil van een mand. Niet biologie, niet je afstamming (je kunt niet zeggen: ik ben zus en zo en daarom ben ik wedergeboren, nee). Het geheim: die uit God geboren zijn. Het is mooi dat sommige kerkvaders zeggen: het is eigenlijk een enkelvoud. Niet die uit God geboren zijn. Maar het gaat om die Ene: die uit God geboren is. Niet uit bloed, niet uit seksualiteit, niet een beslissing van Jozef om op het huwelijk vooruit te grijpen. Nee. Er is er maar Eén: Jezus. Dan is deze tekst een verwijzing of op z’n minst een parallel van de maagdelijke geboorte van Jezus. Ik weet niet zeker of het zo is. Maar het zit er wel in. Die wedergeboorte uit God, dat nieuwe leven, is verbonden aan het heilsfeit van Kerst. Als ik vraag, ben je opnieuw geboren, zou ik ook kunnen vragen: is het al Kerstfeest geworden in je leven? Ik vind dat eigenlijk wel mooi. Een parallel tussen heilsfeiten en de heilsorde. Tussen wat God deed in de geschiedenis en God deed in jouw leven. Is het al Kerst en Goede Vrijdag geworden? Dat je zag dat Jezus stierf voor jouw zonden. En is het al Pasen geworden? Dat je mag weten van de opstandingskracht van de Heere Jezus Christus. Is het al Pinksteren geworden? De Geest is uitgestort maar dat je daar ook in mag delen. Het is geen treintje met stationnetjes, zo bedoel ik het niet. Maar die heilsfeiten mag je leren in het geloofsleven. Dat heeft ook te maken met groei. De wedergeboorte is nog maar het begin. Dan gaat het door: steeds verder, steeds dieper. Die uit God geboren is, dat is er maar Één: Jezus. Maar het zijn er ook meer: dat zijn degenen die Hem als eniggeboren Zoon van God hebben aangenomen. Die hebben gezegd: welkom Heere Jezus, welkom in mijn huis, welkom in mijn leven, welkom in mijn agenda, welkom in mijn hart. Als Jezus in je hart komt, wordt het van een stenen hart een vlezen hart.

c. Leven uit het voorrecht en de volmacht

Nog een ding, daar rond ik mee af. Naast die beelden zagen we al dat het gaat om het aannemen van Christus bij de wedergeboorte (heb je Jezus aangenomen of vertrouw je het nog niet helemaal?). Als je Hem hebt aangenomen, dan heb je dat niet van jezelf. Dat is net zo passief als de geboorte, in zekere zin. Het is een wedergeboorte: dat heb je aan God te danken. Dank Hem er dan ook voor. Niet dat je er niets aan hoeft te doen, dat je maar moet wachten. Maar de verwondering: het is Gods werk. Dat hebt U gedaan, dank U!

Nog een ding staat er in de tekst: die heeft Hij macht gegeven om kinderen van God te worden. Sommige uitleggers zeggen: het is een keus. Je hebt de macht, maar je hoeft het niet te doen. Je mag een kind van God te worden, de keuze is aan jou. De mogelijkheid, wordt het dan. Dat staat er niet. Is een dwaling. Er staat zoiets als: je hebt er recht op. Maar dat is ook niet zo, het is genade. Het is van God. Wel een juridische term. Jezus zegt later tegen Pilatus dat hij [=Pilatus] geen macht over Jezus zou hebben als hij dat niet van Boven zou hebben gekregen. Pilatus was rechter. Hij had de macht. Hij had het gezag, hij had het recht om recht te spreken. De volmacht, is het eigenlijk.

Als je Jezus als Zoon van God welkom geheten hebt door Gods genade, dat heb je namelijk niet van jezelf, dan mag je daar ook een conclusie aan verbinden. Dan heb je de volmacht om een kind van God te zijn. Wat is dat diep! Als we dat even op ons in laten werken. Ben je opnieuw geboren? Dat vraag je straks aan elkaar. Je kunt ook vragen: mama, papa, bent u een kind van God?! Misschien schrikt u ervan. Zijn we niet zo gewend. Dat komt omdat we de volmacht niet gebruiken. Dat laten we liggen. Dan leven we onder de maat. Als we het recht of de volmacht niet eens durven uit te spreken… ja. Ik zeg erbij: Heere, dank U wel, ik ben een kind van God. Durf je dat te zeggen? Als je gelooft in de Heere Jezus, als je Hem niet kunt missen. Als je Hem door genade hebt aangenomen, durf je het dan te zeggen? Het is een voorrecht. Ja… ik ben een kind van God?

Nou zeg je, dat durf ik niet. Ik praat er zo niet over. Ik vind dat te hoog gegrepen. Nou, dat is een belediging van de Vader. Laat ik dat ronduit zeggen. We beledigen de Hemelse Vader. Weet je wat het Hem gekost heeft? Alzo lief heeft Hij de wereld gehad dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft. En zeg je dan: nee, dank U wel. Ik heb Hem niet nodig?! Ga mijn deur maar niet voorbij. Dat is voor mij veel te groot. Een cadeau: veel te groot, veel te gek. Maar als je het teruggeeft, beledig je tot degene die het geeft? Ik probeer het dichtbij te brengen. O Heere, ik beledig U als ik zeg, dat is veel te groot, veel te hoog voor mij. Dat durf ik niet. Dan ga je het toch niet teruggeven aan de Heere? Zovelen als Hem aangenomen hebben, die heeft Hij macht gegeven… Waag het niet het voorrecht terug te geven. Macht gegeven om kinderen van God te worden. Dat heb je niet uit jezelf en ook niet uit het bloed of de wil van een man.

We hebben Zijn heerlijkheid gezien, zegt Johannes dan, de heerlijkheid van de eniggeborene van de Vader. Het gaat er niet om of ik een kind van God ben – het gaat niet om mijn bekering, geloof of wedergeboorte. We hebben Zijn heerlijkheid gezien, de eniggeborene van de Vader. Vol van genade en vol van waarheid. Om Jezus’ wil durven we niet meer te ontkennen dat we ook kinderen van God zijn. Dan komt de opdracht (die werk ik vanmorgen niet uit): als je dat voorrecht en die volmacht kreeg, leef ernaar in dit nieuwe jaar. Ik zeg het verkeerd: leef er dan ook uit. Uit die genade. Uit dat kindschap, die adoptie. Zeg dan: Heere, dank U wel, dat ik een kind van God mag zijn. Dat is alleen maar om Jezus’ wil.

Amen.

Zo ik niet had geloofd, dat in dit leven
Mijn ziel Gods gunst en hulp genieten zou,
Mijn God, waar was mijn hoop, mijn moed, gebleven?
Ik was vergaan in al mijn smart en rouw.
Wacht op den HEER, godvruchte schaar, houd moed:
Hij is getrouw, de bron van alle goed;
Zo daalt Zijn kracht op u in zwakheid neer;
Wacht dan, ja wacht, verlaat u op den HEER.

– Psalm 27 vers 7 (berijming 1773)

Hervormde Gemeente Woudenberg, zondag 2 januari 2022, 10.45. Via Hervormde Gemeente Woudenberg – Kerkdienstgemist.nl en via Spotify (Preek voor elke dag).