God verloste het volk Israël uit Egypte in de nacht. Ook op Goede Vrijdag werd het nacht, door Zijn Zoon verlost God ons van onze zonden. God waakt en bewaakt Zijn kinderen. Hij wacht tot de laatste is bevrijd uit de slavernij van de zonde en gebracht is op de weg naar het licht. De Heere werkt in het verborgene, maar op de jongste dag zal Zijn verlossende werk aan het licht komen. Als het goed is, wekt Gods waken over ons, ons op om naar Hem te verlangen en ons leven aan Hem toe te wijden.

‘Een nacht van waken was dit voor de HEERE om hen uit het land Egypte te leiden. Daarom is dit een nacht ter ere van de HEERE: een waken voor alle Israëlieten, al hun generaties door.’

– Exodus 12:42

God in de nacht

Gods waken brengt:

  1. verlossing
  2. vertroosting
  3. verplichting

Gemeente, van onze Heer Jezus Christus, doorgaans brengt de krant van morgen, maandag, hetzelfde nieuws als de krant van de maandag ervoor. Het gaat over inbraken, vechtpartijen, vernielingen die er in een weekend plaatsvinden. Als je zo de berichten op een rij zet, zie je dat veel hiervan ’s nachts plaatsvindt. Ik heb daar zo mijn gedachten bij. Iemand die ’s nachts hier in de binnenstad om 3 uur wordt neergeslagen, dan denk ik: wat doe je daar dan ook? Je hoort in bed te liggen. Wat ’s nachts over straat gaat, is niet veel soeps, zei mijn vader.

Het probleem is dat de Heere God ook ’s nachts over straat gaat. God gaat ’s nachts op pad. Misschien dacht u bij de schriftlezing uit Markus: die man is niet goed bij de tijd van het jaar. Het is Pasen geweest? Het ging over de kruisiging.

Beide grote momenten van verlossing vinden in de nacht plaats. Exodus lazen we. En Goede Vrijdag: midden op de dag wordt het donker. Waarom doet God dat, ’s nachts? Het thema voor de preek is dan dus ook: ‘God in de nacht.’

1. Verlossing

God blijft wakker. Dat brengt verlossing. 430 jaar staat er. Zolang heeft God gewacht Israël te verlossen. Nu moet het in een nacht gebeuren. Waarom is dat, ’s nachts?

U weet misschien ook wel: de nacht kan heilzaam zijn. Een verademing. Stil, er is niemand met wie je moet praten, niemand naar wie je gelukkig niet hoeft te luisteren. Je gedachten op de rij zetten. Bezinning, stilte. Even met God te spreken – wat langer dan overdag. Of de nacht waarin God met mensen spreekt – zoals je tegen komt in de Bijbel. Zoals bij Samuël.

Maar vaker in de Bijbel is de nacht niet goed. Iets bedreigends. De nacht waarin de machten van de duisternis in actie komen. De duivel is de vorst der duisternis. Het ongedierte van de satan en zijn rijk voeren in de nacht de activiteiten op. Dat is de reden dat God juist in de nacht voor verlossing zorgt.

Verlossing betekent verlossing van de vijand. Op het juiste moment toeslaan. God zoekt de vijand op diens eigen terrein op. In het holst van de nacht in het hol van de leeuw. God gaat ’s nachts op baas. Dat doet Hij om te laten zien dat Hij de baas is. Dat Hij de Heere is. Hij heeft het voor het zeggen. De goden rondom Israël waren parttimers. Dat waren net mensen. Ochtendmensen heb je. In de loop van de mensen zakt het in. Je hebt ook laatbloeiers, die slapen liefst uit, kunnen lang doorgaan. Je had goden voor ’s morgens, ’s nachts enzovoorts. God zegt: hoezo parttime? Het maakt Mij niet uit hoe laat het is. Ik kijk niet op de klok als Ik wil toeslaan. God kan in de nacht bevrijden!

Dat God ’s nachts toeslaat is ook wijsheid en krijgslist. De meeste militaire acties in de geschiedenis zijn ’s nachts begonnen. Gods D-Day, in die ene nacht in Egypte. God blijft ervoor op om toe te slaan. Dat betekent, gemeente, dat God verlossing er niet bij doet. Even tussen door. Nee. Inspannen! Hij moet ervoor wakker blijven. Hoe ernstig en reëel is die strijd dus! God moet ervoor opblijven. Hij moet er ’s nachts voor op pad.

Hoeveel inspanning kost het de Heere om te verlossen? Dat is niet zomaar iets. De Bijbel spreekt over strijd. God moet waakzaam zijn, anders gaat het nog mis ook. Dat is ook wel het bijzondere van Gods werken. Ik weet niet hoe dat bij u of jou is, maar ik snap soms niks van hoe God te werk gaat. Ik denk: je zoekt de schijnwerpers op. Primetime. Als er iemand van het koninklijk huis gaat trouwen, of premier Rutte gaat weer een conferentie geven: dat is primetime.

Gods primetime is als het donker is, als niemand kijkt. Ik snap dat niet. Dwaasheid. Aanstoot. Exodus, Golgotha: Gods grote daden gebeuren in het donker. In het donker zit de vijand. Die moet Hij hebben. God in de nacht want Zijn volk zit in de nacht. Dat wil en kan Hij bevrijden. God werkt in het verborgene, dat is het! Zichtbaar is het alleen maar voor de ogen van het geloof. God is eerst in de nacht, daarna komt de primetime. Dan fulltime: op de jongste dag. Dan staat in Openbaring: er zal geen nacht meer zijn.

Het gaat dus ook over het oordeel. De engel van de dood gaat rond in de nacht. Overal waar geen bloed achter de deur zit, slaat hij toe. De nacht van het oordeel. Zoals op die Goede Vrijdag. Oordeel van de zonde van de wereld, over Zijn Zoon. Zo ook hier. Het oordeel. Scheiding. God brengt verlossing. Maar verlossing betekent ook scheiding voor hen die schuilen achter het bloed en anderen die zeggen: het zal zo’n vaart niet lopen. De deur vanuit de dood van Egypte, vanuit de slavernij, gaat open. Dan komt de keuze. Dan moet het tot een keuze komen. Blijf je? Of ga je?

Zo komt dat woord ook naar ons, gemeente. Naar u, jou, mij. De deur naar het licht gaat open. Ook in de preek van vanmorgen. Op dit moment. God waakt over de verlossing van Zijn volk. God blijft wakker en Hij schudt ons wakker. Wat doe je. Ga je mee naar het leven? Of blijf je in de dood? Volg je Jezus Christus als verlosser? Of zeg je: ik heb Hem niet nodig? Hoezo duisternis, het is niet donker? Het is prachtig weer buiten, licht in mijn leven, het gaat prima? Duisternis, ik snap niet waar je het over hebt.

Dat is ons probleem: dat we niet beseffen dat het duisternis is. Iemand die in het donker geboren is, weet niet wat het licht is. Het moet van buiten komen, het licht. God komt van buitenaf naar Egypte. Eruit allemaal! Ik wijs je de weg. Daar staat God. Als een bewaker te roepen. Bij een gebouw dat op instorten staat. God brengt verlossing in de nacht.

De nacht daalt over de wereld. Dat kan iedereen wel zien. De nacht is in ons leven. Nu moet de beslissing vallen. 430 jaar, staat er, had God gewacht. 430 jaar staat er twee keer. En nu in een nacht beslissen? Niet een nachtje over slapen? Dit is het moment! Er is niet veel tijd meer voor u, jou en mij. Neem de keuze nu. En volg de vorst van het licht. Kies de weg van Jezus Christus.

2. Vertroosting

Als je leest, deze tekst, dan zie je hoe liefdevol onze God is. Niet: Ik ga voorop en kijk maar hoe je achter Mij aan komt. Ik waak en Ik wacht. Hebreeuwse woord heeft twee betekenissen: waken en bewaken. Niet alleen wakker om te verlossen, maar Hij waakt over de verlossing. Een nacht van waken voor de Heere. God die onze Vader wil zijn. Hij staat daar aan de poort van Egypte, Hij tuurt tot de laatste uit dat rijk van ellende is vertrokken. Dat is een andere God dan de goden van toen en nu. Doe dit en het komt goed? God zegt: Ik doe het en het komt goed. God wacht en Hij bewaakt.

Ik denk, het beeld van zoals God hier laat zien, is een beeld dat heel wat vaders en moeders zullen kennen. Als je ’s avonds op je zoon of dochter staat te wachten, elf uur thuis, en het is kwart over elf. Wat doet u dan? Je gaat voor  het raam staan, kijken of ze er aan komen. Alsof het helpt. Je bent blij als je een fietslamp ziet. Dat zal ze wel wezen. Zo staat God te wachten totdat de laatste van Zijn kinderen binnen is, uit Egypte vertrokken, op de weg naar het leven.

Dat is mijn vertroosting. Mijn geloof kent veel nachten. Zoals je soms in de nacht geen hand voor ogen kunt zien. Je kunt alle zicht op God kwijt raken. Zoveel in leven, zonde, dat je denkt: God wil me niet meer zien. Of ziekte in je leven, pijn, gemis, verdriet, psychische nood die je het stikdonker maken. De vraag bij je, misschien in deze weken waarin je niet naar de kerk kunt: geloof ik eigenlijk wel? Het kan je beklemmen. Of dat die vraag je helemaal niet beklemt? Donker!

En dan moet niemand zeggen: dat komt wel weer goed. Goed? Als Israël uit de duisternis van de nacht van Egypte komt, wacht hen eerst 40 jaar woestijn. Misschien komt het met sommige dingen in uw leven wel helemaal niet goed. Maar God waakt. Hij bewaakt! Dat geeft zekerheid en rust. Ook een worsteling: want als Hij waakt, is het dus wel nacht. Omdat het nacht is, zie ik Hem niet.

Broeders en zusters, ik wil geen goedkope troost bieden. Die troost is niet goedkoop, want om ons in het licht te brengen, moest de Vader Zijn Zoon in de duisternis onder laten gaan. Hij moet er voor vechten. Niet goedkoop: je huwelijk, gezin, leven: een reis door de nacht, onderweg allerlei ongelukken. Geen nacht, maar 430 jaar lijkt te duren? Dan moet je voorzichtig zijn en laten we niet zeggen: bid maar veel, God waakt wel over je. De troost is er van God zelf. Hij zegt: als je zelf niet kunt slapen, blijf Ik met je wakker. De Heere neemt de nacht niet weg uit ons leven, maar Hij komt bij ons in de nacht. Als de macht van de boze bij je komt, met bommen van vragen, is er wel een God, kap er toch mee; als die vragen op je leven vallen, dan houden die aanvallen en aanslagen echt niet op. Maar de Heere zegt wel: Ik zal je bewaken. Die aanvallen zullen schade geven maar je leven met Mij niet dodelijk treffen. Dat is de troost – bij alles wat nog komt.

De zon kan nu schijnen. We weten hoe rap het kan veranderen. Dat het duister wordt. God waakt. Hij moest wakend toezien hoe Zijn Zoon in de nacht van zonde verdween. Hij ziet wakend toe dat Zijn kinderen in het leven komen.

Ook als de nacht van sterven komt. De dood. Benauwen. Dat akelige graf. Het kan je benauwen: als zondig mens voor de Heere verschijnen. Daarom, neem de toevlucht tot deze God. De God die wakker blijft, als ik moet sterven. Die mij doet ontwaken in Zijn hemels koninkrijk. God die waakt en wacht – tot de laatste vertrokken is. Zo waakt Hij tot ik door die rivier getrokken ben en veilig aan.

3. Verplichting

Het derde punt is eigenlijk overbodig. Maar ik heb in Apeldoorn geleerd dat je het beste drie punten kunt hebben, dus nu ook.

Israël moet ook eenmaal per jaar waken. Dat waken van God schept een verplichting om ook te waken. Dat gaat toch vanzelf? Dat wil je toch? Als je ziet wat God geeft?! Het gaat vanzelf. Ja, dat kun je misschien wel zeggen, maar ik lees in de bijbel ook van discipelen: wij blijven met U wakker. Jezus draaide zich nog niet om, of ze vielen al in slaap. Dat lukt ons wel? Voorzichtig zijn.

Samuël: Heere, hier ben ik. De Heere waakt over Zijn belofte. Hoe waak ik over mijn beloften aan Hem? Israël moet het in de agenda zetten: een keer per jaar waken voor de Heere. Misschien moeten wij dat ook doen. Waken over wat ik God beloofd heb. Trouw zijn in gebed en Bijbellezen. Of, anders: hoe is het met je belofte, toen je belijdenis deed? Bij de Doop van onze kinderen? Een voorbeeld voor kinderen wilden zijn in christelijke levenswandel en trouw in kerkgang? Heere, als ik uit deze ellende kom, dan maak ik 25 euro over naar een goed doel? Heb je dat al gedaan. Als ik weer beter mag worden, dan zal ik… Komt het er van? Waken. Zet het in de agenda. Of beter: schrijf het in je hart.

En ook het andere: bewaken. Ervoor oppassen dat er niks komt tussen God en jou. Niet omgaan met mensen die je terug brengen in de duisternis, van de weg met Jezus afbrengen. Waakzaam zijn. ’s Morgens met de Heere beginnen. En ’s avonds: Heere, wilt U over mij waken?

Jezus zegt: Waakt en bidt, opdat u niet in verzoeking komt. Wij zijn de Heere wat verplicht. Is dat wel het goede woord? Niet beter: verlangen? Hij heeft je bevrijd uit schuld, zonde, gevangenis? Er is toch een verlangen om Hem te dienen? Wie in de gevangenis heeft gezeten, weet hoe kostbaar de vrijheid is. Wie beroerde nachten heeft, weet hoe fijn het is als het weer licht wordt. Wie de Heere kent, wil met en voor Hem leven. Geen verplichting, maar verlangen. Het hoort bij het ritme van het leven.

Bovendien, het mooie van dit vers is: Zijn waken gaat voorop. Er staat niet: als jullie wakker blijven, doe Ik het ook. Zijn bewaking gaat aan ons waken vooraf. Niet krampachtig mee omgaan. Omgeven door Zijn bewaking! Ook als ik het niet meer zie zitten of als het tegenvalt. Ik hoef niet in paniek te raken. Ik vind genade in het waken van God.

In de nacht komt het ongedierte tevoorschijn, vinden inbraken en vechtpartijen plaats. Lijkt de boze de baas. En daarom is God in de nacht. Daarom gaat God ’s nachts over straat om te bestrijden en te bevrijden, om te verlossen en te vertroosten. Soms zie je in het geloof geen hand voor ogen. Lig er maar niet wakker van, dat doet de Heere wel. Amen.

‘Wanneer ik wakend in de nacht
mijn geest bij U, Heer, laat vertoeven,
dan mag ik weer uw goedheid proeven;
uw hulp wordt nooit vergeefs verwacht.
Waar zich uw vleugels breed ontvouwden,
zing ik mij van mijn zorgen vrij.
Mijn ziel, Heer, is U zeer nabij,
door uw hand word ik vastgehouden.’

– Psalm 63:3 (berijming 1967)

Protestantse Gemeente Gouda, St. Janskerk, zondag 26 april 2020, 10 uur. Schriftlezing Exodus 12: 29-42 en Marcus 15:33-37. Online uitzending i.v.m. maatregelen Coronacrisis (YouTube).

‘Wat God doet, dat is welgedaan,
daar laat ik het bij blijven.
Al moet ik door de engten gaan
waar mij de dood zal drijven
als God mij leidt
kan ik de tijd
van duisternis verdragen:
ik zal zijn licht zien dagen.’

– LvdK 432 vers 3