Johannes hoort de stem van God: God belooft alle dingen nieuw te gaan maken. Hier klinkt de echo van Jesaja, zoals in het boek Openbaring er veel verwijzingen naar de profeten zijn. God maakt de dingen nieuw; dat is Gods grote reformatie. Niet onze prestaties leiden daartoe, maar Gods genade. God maakt alle dingen nieuw, Hij rekent voor goed af met de dood, de satan en de zonde.

‘En Die op de troon zat, zei: Zie, Ik maak alle dingen nieuw.’

Gemeente des Heeren, we zijn er gewoon mee doorgegaan: het markeren van de hervorming van de kerk. Niet na 2017 gestopt, nu is het wel welletjes. Blijven leren op een tijdbalk, 31 oktober 1517. Die datum moet er in blijven. Het is natuurlijk iets, waarvan ik zeg: ik onderstreep dat. Dat dat niet weg zakt. De dag waarop Luther zijn stellingen timmerde, in Wittenberg. Er is veel over te doen, zelf gedaan of iemand anders. Had je iets te discussiëren, dan gebruikte je stellingen. Hij had nu zijn kanalen ook wel gevonden. Twitter en Instagram. Toen de drukpers. Het medium. Het kon zo meegenomen worden. Daar is het begonnen, zeggen wij. De reformatie is niet zo pardoes uit de hemel komen vallen. De kritiek leefde breed. Misstanden aan het hof. Wat Luther deed: vonk in een vat buskruit. Hij wilde een discussie op gang te krijgen. Knuppel in het hoenderhok. We noemen dat het begin van de reformatie. In de herfst, 31 oktober. Luther verbeeldde zich dat niet. Dat hij reformator zou worden. Je besluit niet op een dag: ik ga de kerk vernieuwen. Anderen geven je achteraf die titel.

Jaren later kijkt hij nog eens terug. En schreef erover. Aflaten werden verkocht om wille van schandelijke praktijken. Niet langer je oor laten hangen naar die schandelijke predikers. Er moest gebiecht worden. Luther was als priester bevoegd vergeving te schenken. Of extra boetedoening op te leggen. Een parochiaan haalde een briefje uit zijn zak: volledige vergeving. Ondertekend door de paus. Onhoudbaar. Luther protesteerde! Daar is het begonnen. Een einde aan de misstanden.

Reformatie is steeds weer nodig. Misstanden houden geen half bij deuren van de kerk. We hebben het nodig om hervormd te worden naar Gods bedoelingen. Paulus gebruikt een prachtig beeld. Efeze 5, gedeelte over man en vrouw en het huwelijk. Hij vergelijkt dat met Jezus Christus als de Bruidegom en de gemeente als de Bruid. Waar is Jezus nu mee bezig? Voortdurend met die kleding van de bruid. Dat wil namelijk niet zo: vouwen, vlekken, scheuren. Hij is bezig dat weg te halen. Een gemeente zonder smet; heilig en smetteloos. Zie dat voor je. Gemeente: volmaakt. Puur, volmaakt, vrolijk in de Heere. Geen censura morum bij het avondmaal.

Zeg nou zelf, je kunt je daar toch niets bij Voorstellen. En toch! Het bruggetje naar de tekst: Zie. Attentie. Ik maak alle dingen nieuw. En dan de werkelijkheid. Hoezeer zijn de kerken gescheurd en verdeeld. Reformatie is niet alleen op terugkijken en dankbaar herdenken. Maar steeds weer nodig. Hier Gods grote reformatie. Ik maak alle dingen nieuw!

Reformatie. Dat blijft een vreemd en lastig woord. Wat is dat nou precies? Reformeren. Kinderen thuis die bezig waren met klei. Om te boetseren. Kneden. Stel je voor je wil een hoofd boetseren. Je hebt een foto erbij. Ik ga jou namaken. Ik weet nu wel, dat wordt ‘m niet. Het hoofd wel rond, maar de rest. Moet je wel heel goed in thuis zijn. Maar je kunt het opnieuw vormen, proberen.

Dat is wat je hoort: reformatie. Hervormen. Opnieuw vormgeven. God vormt het opnieuw. Reken erop dat het mooi wordt. Geen mislukking!

Openbaring is niet bepaald makkelijk. Al die hoofdstukken, die twintig, hoe moet je dat lezen? Als je langzaam leest, je kijkt naar die verwijsteksten, dan zie je dat: Ik zag een nieuwe hemel. Jesaja 65. Hebben wij gedaan. Lees je al bij Jesaja over. En zo ga je door. Al die teksten erbij pakken. Je merkt: voortdurend moet je naar de boeken van de profeten. Jesaja en ook Ezechiel. Johannes kende dat gewoon. Hij leefde daarmee. Voortdurend haalt hij woorden van Jesaja, Jeremia en Ezechiel naar voren. Johannes mag in beelden spreken.

Laat ik duidelijk zijn: het is geen tijdlijn. Je kunt niet zeggen, midden in de Coronacrisis, de aardbeving in Turkije, verkiezingen in Amerika. Zoek er maar een hoofdstuk bij. Boeken als ‘Planeet die aarde heet’, H. Lindsey. Nee. Zo werkt het niet. Lees het boek als een indringende waarschuwing om niet te verslappen. Lees het als een boek van hoop. Ja, besmettelijke ziekten kunnen over de wereld gaan. Maar wij leven van de hoop. Niet de chaos, epidemieën, aardbevingen h t laatste woord hebben. Maar: Ik maak alle dingen nieuw.

Een nieuwe hemel en aarde. Een beeld. We zien het voor ons. God gaat boetseren. Het klinkt als een heldere bazuinstoot. Hemel, aarde, Jeruzalem, de wereld. Alle dingen. Je kunt vanmiddag niet alles lezen. Even klein stukje terug, hoofdstuk 19 vers 11. De overwinning van Christus over de valse profeet. Afrekening met de satan en zijn wereld. Die wordt in de afgrond gegooid. Afgerekend met de dood. Dat is de achtergrond van het woord ‘nieuw’. Heil, vrede. De eerste aarde is zo gehavend. De zee is geen chaos meer: alles is vernieuwd. Een gemeenschap tussen God en de mens, als in het begin. Verdriet, rouw: wat bemoedigend. De eerste dingen zijn voorbij gegaan.

We luisteren naar Johannes. Je stelt elkaar een vraag: wat zie je? Nieuwe hemel, nieuwe aarde, een tent, een hand die tranen afveegt. Wat zie je? Waar Jezus over sprak. Het Koninkrijk is nabij! Wat zie je nu? Nou, we zien waar we om bidden. Uw Koninkrijk komen. Ja, met het Onze Vader, dat kennen jullie natuurlijk. Een mooi gebed. Je kunt het snel afraffelen. Je hebt haast. Maar, ja, dat gebeurt gewoon. Maar lees en bid het eens heel nadrukkelijk. Uw Koninkrijk kome! Je ziet het hier voor je. God gaat reformeren. Ik maak alle dingen nieuw. Dat werkt door tot in de haarvaten van ons leven. Alle dingen. Heftig en grondig. Het gaat niet vanzelf. Gods grote ingrijpen zit er tussen.

Johannes grijpt terug op Jesaja. Jesaja zag ook al dat er grote dingen zouden gebeuren. Jesaja zag het op een plek: de heilige berg. Johannes ziet de hele wereld. Alles anders. Johannes die leeft met die woorden. Hij hoort de woorden van Jesaja terug.

Bijzonder de tekst van vanmiddag. De eigen stem van God! Het is er wonderlijk aan toegegaan in de Bijbel. De eerste bladzijde, of je hoort Gods stem. Duurt niet lang. Overweldigend. Daar zij licht! En daar was licht in de duisternis. En God zag dat het goed was. Daarna zie je dat God spreekt door engelen, profeten en tenslotte door Zijn Zoon. Maar dan aan de rand, aan het einde, dan neemt Hij Zelf het woord. Een woord van verlossing. Johannes kan het verstaan. Die toekomstmuziek hoort Johannes in het heden. Ik maak.

Ik maak alle dingen nieuw. Als je dat vandaag hoort, dan kunnen de twijfels je toch bespringen? Wat is er nieuw aan het worden? De kerk is verdeeld. Het oude dreigt te blijven? Wie ben ik, een zakkendrager? Een zware last. Oude schulden. Oude zonden. Oude gebreken. Je sleept het met je mee. En dan zeggen wij, met een mooi beeld, het gaat erom dat die oude mens afsterft. Bekering noemen we dat. Wat kan dat vaak traag zijn. Als de wijzer van een klok. Natuurlijk, die beweegt, maar je ziet hier dat ‘ie beweegt. Of een plant. Als je een pit in de grond stopt, je wilt dat ‘ie gaat groeien, maar wat een geduld moet je hebben voordat ‘ie uit de grond komt of groter is dan jou. Zo is dat ook met ons leven. Wanneer wordt het nieuw?! Het gaat zo langzaam…

En dan die stem. Ik maak alle dingen nieuw. Als God spreekt, hebben wij te geloven. Dit is een geschenk, een troostwoord. Een belofte. Tussen zeggen en doen kun je hele weggen leggen, zeggen wij. Maar bij God niet.

Je komt bij Jezus terecht. Bij Zijn opstandig. Die eerste dag van de week. Het komt tot voltooiing. Hij is de eersteling. Hij die Jezus is voor allen gestorven opdat allen die leven niet meer voor zichzelf leven, maar voor Hem. Is iemand in Christus, dan is hij een nieuwe schepping. God heeft ons met zichzelf verzoend, door Christus (2 Korinthe 5, adembenemend is dat!). Je kijkt naar jezelf. Je ziet het aan de buitenkant. Ik word grijzer, minder haren enzo. Paulus zegt: dat is de buitenkant. In Christus! Hoe weet je dat? In Christus, als Petrus. Als hij naar Jezus keek, kon hij lopen op het water. Naar Jezus kijken, dat is ons leven! Niet je leven laten draaien om wat wij denken en doen. Johannes leert denken vanuit God. Niet mijn prestaties voorop.

Dan zijn we weer bij 1517. De kern is precies hetzelfde: niet mijn werk, maar gods genade geeft de doorslag. Kom Schepper Geest, vernieuw ons. God is aan het begin scheppend aan het werk geweest. Zo ook aan het einde. De Alfa en Omega. Straks zal blijken dat al die woorden vervuld zijn. Niemand zal gemist worden. Tranen zullen er niet meer zijn. Tranen zijn het voorlaatste. Ze zullen afgewist, door God zelf. Hij komt zo dichtbij. Zo diep daalt Hij neer. Dat heil en die belofte is niet vrijblijvend. Waar sta ik zelf?

Luther heeft dat bezongen: nu bidden wij de Geest om het geloof, dat Hij ons naar huis geleide! Hij zag dat zo voor zich in de crisis. Dat Hij ons verblijde en ons naar huis geleide.

Je bent geneigd vers 8 weg te laten. Hoe voelde u dat? Zulke mooie dingen lezen, dat God alle dingen nieuw maakt. Maar vers 8, in een keer een ijskoude douche. Maar ook dit kan niet gemist worden. We blijven niet buiten schot. Als er niets zou zijn veranderd, de zonde kan er niet meer bij zijn in het nieuwe Jeruzalem. Daar is alleen ruimte voor het nieuwe lied. Lof zij de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.

Amen.

Hervormde Gemeente Reeuwijk, Ichthuskerk, zondag 8 november 2020, 17 uur. Schriftlezing Jesaja 65:17-25 en Openbaring 21:1-8.