De profeet Hosea citeert een schijnbaar prachtige uitspraak van het volk Israël. Zij roepen elkaar op om terug te keren naar de Heere, aangezien Hij met Zijn oordelen rond gaat. Deze terugkeer is echter halfbakken, niet oprecht. Met hun offers en rituelen denken ze de Heere te behagen en het oordeel af te wenden. Zo kunnen wij ook denken in onze heftige tijd, met het Coronavirus. De Heere wil echter trouw en goedertierenheid. Hij eist ons hart op. Jezus Christus citeert later de woorden van Hosea, in antwoord op de Farizeeërs, en put hoop uit Hosea’s woorden dat de Heere Hem na drie dagen zal opwekken uit de dood.
‘Kom, laten wij terugkeren naar de HEERE, want Hij heeft verscheurd, maar Hij zal ons genezen; Hij heeft geslagen, maar Hij zal ons verbinden. Na twee dagen zal Hij ons levend maken, op de derde dag zal Hij ons doen opstaan en zullen wij voor Zijn aangezicht leven.’
– Hosea 6:1-2
Geliefden in de Heere Christus, ik heb geaarzeld of ik over deze tekst zou preken. Een heftige tekst. Maar het is ook een heftige tijd. Het is ook lijdenstijd.
Ik ontdekte iets dat ik nog niet wist. Ik dacht dat het een oproep was van de profeet. Dat lijkt zo. Een oproep tot bekering. Maar als je naar de context kijkt, blijkt het geen oproep te zijn, maar de mensen zeggen het tegen elkaar. Word het geen tijd de Heere te zoeken? Wat zou het mooi zijn als Nederland dat zou zeggen.
Weet je wat erg is, die oproep naar elkaar is niet gemeend. Het is niet oprecht. Er zit een luchtje aan. Om het niet te ingewikkeld te maken (we moeten ons al concentreren vanmorgen om mee te luisteren vanuit huis), leg ik eerst uit wat er in de tekst uit. En waarom dat niet genoeg is. En dan gaan we naar de Heere Jezus.
I. Geen oproep van de profeet, maar van het volk
Eerst de tekst zelf. Het zijn op zichzelf mooie woorden. Er is niets mis mee. Laten we terugkeren naar de Heere. Ik vond het moeilijk om erover te preken om wat er daarna staat. Hij heeft ons verscheurd, Hij zal ons genezen. Kan je dat zo wel zeggen? Dat God het heeft gedaan? Hier staat het wel.
Maar diep in ons hart en in de Coronacrisis kan je dan zeggen, waar duizenden mensen aan sterven en waar de wereld piepend en krakend tot stilstand komt met gevolgen voor economie en wereldvrede, we voelen ons een soort melaats. Onrein. Besmet. In de supermarkt kijken we om ons heen. Handschoenen om het winkelwagentje niet aan te raken. Het voelt alsof de wereld besmet is. En dat is ook zo.
Kan je zeggen dat God dat gedaan heeft? Geslagen, verscheurd? Ik kan daar niet op ingaan vanmorgen. De bijbel spreekt wel zo over God en Zijn oordelen. Maar er is ook een verwoestende macht van het kwaad. Denk aan Job. Job raakt alles kwijt. De Satan heeft macht om kwaad aan te richten. Het kwaad komt niet rechtstreeks van God. Het heeft ook te maken met onze schuld en zonden. We hebben voor de boze gekozen. Niet rechtstreeks dus. Maar de worsteling van Job en Hosea is dat uiteindelijk de Heere regeert. Er ontsnapt niets aan Zijn aandacht en voorzieningheid. Het loopt Hem niet uit de hand. De Heere regeert! Het kwaad dat ons treft is in Gods Vaderhanden,
In het Oude Testament hebben de oordelen te maken met de relatie tussen God en Zijn volk. Hier is dat zeker zo. Bij Hosea. Het volk heeft afgoden gediend. Ze zochten hulp bij Assyrië. Daarom lazen we ook hoofdstuk 5. Ze zijn naar de koning van Assyrië gegaan. Ze hebben Mij niet nodig. Ze houden Mij voor het laatst, zegt de Heere. En daarom komen de oordelen over het volk. Daarom ben Ik voor Israël als een jonge leeuw. Die zijn prooi pakt en verscheurd. Kan dat zo, over God spreken? Ja, dat kan. Hosea doet het. Heeft te maken met het verbond. De liefdesrelatie. Achter die woorden van Hosea zit droefheid en verdriet van gekrenkte liefde van de Heere. Hoe kunnen jullie dat doen? En vreemdgaan bij de machten en krachten van de wereld? Verdriet en pijn klinken door in de heftige woorden. Ook pijn die Hosea in zijn eigen huwelijksrelatie had, zijn vrouw was vreemdgegaan. Hosea kende de pijn van Israëls God. En daarom staan die woorden in de tekst.
Kom, laten we terugkeren naar de Heere. Hij heeft verscheurd, maar zal ons genezen. Op zichzelf genomen is er niks mis met deze woorden. Je zou denken dat de profeet oproept tot bekering.
Laat ik daar even bij stilstaan. Net doen alsof de profeet oproept tot bekering. Mag ik het doorgeven? Er is geen ander die ons helpen kan in 2020. Het jaar dat opgeschreven zal worden als een grote wereldwijde crisis. Waar zouden we heen gaan? Als kerk, gezin,? Laten we terugkeren naar de Heere. Hij heeft ons verscheurd. Hij zal ons genezen. Hij heeft ons geslagen. Zoals we zongen: sla mij met medelijden, als een vader doet. Wel een straf, maar van een liefhebbende vader. Hij heeft ons niet over voor het kwaad waar we zelf voor kozen. Hij zal ons verbinden. Het staat er in het voorafgaande vers: totdat het volk zich schuldig zal voelen. In hun benauwdheid zullen ze Mij ernstig zoeken.
II. Geen offers en rituelen, maar goedertierenheid en trouw
Er zit een luchtje aan. Op zichzelf genomen is het een indringend oproep. Maar hier gaat het heel erg snel. Het voorbeeld voor jullie jongens en meiden. Is je vader wel eens boos? Ik hoop het wel. Of je bent volmaakt of je mag alles. Dat laatste is niet goed voor jezelf. Stel je voor: nu blijf je de hele dag op je kamer, je levert die mobiel nu in, morgen weer, het is helemaal klaar. Als jij dan zegt: o, sorry pa, dat had ik niet mogen doen. Mag ik dan beneden blijven? Of dat je zegt: sorry ma, ik had u niet willen irriteren, mag ik mijn mobieltje terug? Dan is het geen oprecht berouw. Een manier om aan de straf te ontkomen. Manipulatie! Wij vaders en moeders trappen er soms in ook.
Gaat het zo? Lees maar vers 4. Wat zal Ik u doen? Het is alsof de Heere zegt: geen sprake van. Alsof je vader zegt: ben je helemaal betoeterd? Jullie nemen het oordeel niet serieus.
Misschien duurt het nog maar twee of drie dagen. Laten we terugkeren naar de Heere. Dan is het misschien snel voor bij. Een weken of twee weken. Dat je wakker wordt: is dit een droom? Ik wou dat ik wakker werd in een coronaloze wereld. Dit gaat geen twee dagen of weken duren. We mogen blij zijn met twee of drie maanden.
Dit gaat te makkelijk zegt Hosea. Je ziet de pijn van God in vers 13 van hoofdstuk 5. Ze zijn naar Assyrië gegaan in plaats van naar God. Hoofdstuk 11 vers 3: ze erkenden niet dat Ik heb genas. God had zo vaak Zijn volk geholpen maar ze hadden Hem niet erkend.
En nou is het afgelopen. Heilige verontwaardiging. Nu is het genoeg. God is jaloers op Zijn eer. Net als een echtgenoot. Verontwaardigd is, verbitterd, is als een geliefde vreemd gaat.
Wat is er precies mis? Vers 6. De Heere zegt: Ik vind vreugde in goedertierenheid. En in trouw. Niet in offers. In erkenning. Niet in brandoffers. Eigenlijk moet je die woorden zo lezen: laten we naar de tempel gaan, laten we gaan offers, we gaan een paar offers brengen, dan komt het weer goed. Dan kunnen we God gunstig stemmen. Met onze offers en rituelen. God zal zich dan weer genadig tot ons wenden. Dat is de manier!
En dan zegt de Heere: ik heb een hekel aan de offers. Het gaat om jullie hart en trouw. Om de erkenning van Mij. Scherpe en heftige woorden, misschien. God wil ons hart. Hij wil jouw trouw en erkenning. Hij wil zeker weten dat het ons echt om Hem te doen is. En niet om de genezing en herstel van de crisis. Hem nodig hebben. En Hem weer lief krijgen. Als dit oordeel langer duurt dan ons lief is, dan zit daar Gods liefde achter die ons bij Hem wil hebben. Bidden is goed hoor. Ik heb ook meegedaan met de Paus. Onze Vader gebeden. Maar laten we niet denken dat we het daarmee oplossen.
III. Jezus putte hoop uit Hosea’s woorden
Geliefden in de Heere Christus, als er Eén was, die dat wist, was het de Heere Jezus zelf. Tegenover de verontwaardiging van de Farizeeën zegt Hij: die gezond zijn hebben de dokter niet nodig, maar die ziek zijn. Ook die woorden herinneren aan Hosea. Alsof Jezus zegt: hebben jullie de dokter echt nodig? Of alleen maar de medicijnen die hij voorschrijft? Gaat het om de geneesheer of om de medicijnen? Die tollenaren en Mattheus en Levi, hoeren, zondaren: die hebben Mij echt nodig. Maar jullie? Jullie hebben Mij niet nodig.
Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaren tot bekering. Dan haalt Jezus de woorden uit Hosea 6 aan. Ik wil geen offers en rituelen. Maar barmhartigheid. Het gaat ook om de barmhartigheid naar elkaar. De Farizeeën waren trots en ongebroken naar elkaar. Maar de Heere wil barmhartigheid. Als we een ding kunnen leren uit de crisis, al voelen we ons melaats en besmet, is omzien naar elkaar, contact opnemen, meeleven. Wel anderhalve meter afstand maar toch dichtbij elkaar. De Heere wil geen offers maar barmhartigheid en erkenning van Zijn heilige naam.
Jezus heeft die woorden van Hosea opgenomen. Hoewel de bekering van Israël halfgebakken was (zegt Hosea: de koek werd niet omgedraaid tijdens het bakken), maar Jezus heeft de wet volmaakt vervuld. Uit Egypte heb Ik Mijn Zoon geroepen, ook dat is een woord van Hosea. Hij is de weg gegaan in gehoorzaamheid. De profetieën heeft Hij vervuld. Hij ging naar Jeruzalem niet om een offertje te brengen. Maar hét offer. Hij zou geslagen en verscheurd worden. Door Pilatus en Kajafas. En door Zijn hemelse Vader overgeleverd in de handen van de onrechtvaardigen. Hij wist wat Hem te wachten stond. Voor onze zonden. Ik hoor het Hem zeggen: kom laten we terugkeren naar de Heere. Hij heeft verscheurd, maar Hij zal ons genezen. Hij heeft geslagen – dat doet pijn, om door Zijn Vader geslagen te worden. Vastgespijkerd. Maar Hij zal ons verbinden. Ja, na twee dagen ons levend maken en op de derde dag laten opstaan.
Zo heeft Jezus troost geput uit Hosea. Hoop op Zijn opstanding. Hij wist die Hem sloeg. Hij heeft Zijn leven afgelegd. De roede gekust. De straf gedragen. Op de derde dag zou Hij opstaan. Zo ging Jezus naar Jeruzalem om het offer te brengen waar God een welbehagen in heeft. Onze offertjes doen niet mee. Er is maar een offer dat de schuld wegneemt. Hij heeft onze smarten, ziekten en pijn gedragen. Laat dit Godsoordeel ons brengen bij het Lam van God dat de zonden der wereld wegneemt. Amen.
O God, hoe hebben wij getreurd,
Door U verstoten en gescheurd!
Gij zijt op ons vergramd geweest;
Keer weer tot ons; wij zijn bevreesd.
Gij hebt, o HEER, het ganse land
Geschud, gespleten door Uw hand;
Het wankelt, het gevoelt Uw slagen;
Ai, red, genees het van zijn plagen.– Psalm 60:1
Hervormde Gemeente Reeuwijk, zondag 29 maart 2020, 9:30 uur. Online kerkdienst i.v.m. maatregelen Coronavirus. Schriftlezing Hosea 5 : 13 – 6 : 6 Mattheüs 9 : 9-13 en 20 : 17-19.