Zondag 17 december 2017 – Hervormde gemeente Reeuwijk, 17:00 uur – prof. dr. A. de Reuver (Waddinxveen) – Lukas 1 vers 43
Schriftlezing Lukas 1:33-45+56, tekst Lukas 1:43 (Vanwaar mij dit? – zo staat het er in het Grieks).
Ja. Die Maria. Kreeg een boodschap. Zou je zeggen: ongeloofwaardig. Maar nee. Geloofwaardig. Zonder slag of stoot. Mij geschiedde naar Uw woord. Omdat God het zegt. Dat is altijd de grond van het geloof. Zelf uit Zijne mond gehoord. Daar rust het geloof op. Maria gelooft. Hoe ongeloofwaardig het ook klonk.
En dan krijgt ze haast. Vanwaar die haast? Gemeente, zou ik er naast zitten als ik denk dat de ontroering niet op haar eentje verwerkt kan worden? Delen met anderen. Diep verdriet. Of intense vreugde. Moet je kwijt. Vriend. Vriendin, vertrouweling. Zo doet Maria ook. Naar wie niet lang over nagedacht. Hint gekregen. Jouw oude nicht is ook bevrucht, zwanger. Al 6 maanden. Nou, daar moet je zijn. Zonder talmen gaat ze weg. Was een heel end. Naar plaatsje in Judese land. In het zuiden. 3 dagen gaans. Koerst ze regelrecht op het huis af. Je kunt nagaan, dat bezoek is welkom geweest. Die vrouw 5 maanden in retraite en uit publiciteit. Man sprak niet. In luwte. Die Zacharias kon niet praten. Was zijn eigen schuld. Had het woord niet geloofd. Dat doe je nooit goedkoop. Spraakvermogen kwijt. Reageren op een vraag, iets vertellen, ja dan een lei gebruiken om te zeggen wat hij wilde zeggen.
Ontmoeting verloopt zonder Zacharias inbreng. Staat aan de zijlijn. Aangehoord. Neemt er niet aan deel. Twee zwangere vrouwen. De een jong de ander op leeftijd. Goed met elkaar vinden. 3 maanden logeren. Hele tijd!
Hoe begon het nou? Voor de deur. Klopt aan. Vast en zeker verrukt over dit bezoek. Maria met open armen ontvangen. Rembrandt schildert dit uit. Twee armen om de schouders van Maria. Met open armen. Rembrandt was een goede exegeet. Preken met penseel kon hij. Wat een verrassing, kom erin! Jarenlang naar kind uitgezien, gebeden, maar leek alsof God doof was. Nu toch zwanger geraakt. Heb je het al gehoord. Is mijn fantasie dit. Elizabet een heel verhaal verteld? Lukas: nee hoor. Nadruk op begroeting van Maria. En zij groet. Vermeldenswaard? Zou ik denken. Die zal heel wat losmaken. Niet: hallo. Sjalom. Aramees gesproken. Bij ons groet vriendelijk en welgemeend, maar min of meer cliché. Sjalom. Meer dan formaliteit. Welzijn, vreugde, vrede. Paulus ook in zijn brieven. God u groet, half uur geleden, hier in de kerk. Genade zij u en vrede. Dat is begroeten. Meer dan formaliteit. Geladen. Ik herinner mij als we in Hongarije waren, mensen elkaar begroeten: genade en vrede. Als ze weer gingen, zeiden ze dat weer.
En het geschiedde. Heilsgeschiedenis.
Maria komt eraan. Sjalom Elizabet. Op zelfde moment gebeurt er iets. In HSV, jammer dat het er zo staat (verder allemaal prima hoor….). Geschiedde. Dit is echt geschiedenis. Heilsgeschiedenis. Extra lading. Hier geschiedt iets. Voltrekt zich iets. Met dat Elizabet die groet verneemt, hevig geëmotioneerd. Voltrekt zich spontaan iets, in reflex. Het kindje, waar is dat kind? Kindje? Onderstreept worden. Aborterende tijd! Ongeboren leven heet in de Bijbel kind! Onderstrepen. Springt op. Van vreugde. Kennen we uit OT. Uitbundige blijdschap. Doet kindje in schoot Elizabet. Doorstroomt? Meebeweegt? Of vreugde die het kind zelf doortrekt. Dat kleine Dopertje, zo zegt Luther het. Zelf opspringt! Ik begrijp het niet. Ik ben hierheen gekomen om paar dingen uit te leggen,maar dit kan ik niet uitleggen. Dit is een wonder. Laten zich niet uitleggen. Die kun je niet ontrafelen. Dan raakt het ontwonderd. Ontheiligd. Wonderen behoren tot Gods domein. Heilige komaf. Lukas legt het aan ons hart. Tekent aan. Met eenvoudige woorden dat Elizabet werd vervuld met Heilige Geest. Levenswekkende adem. Die binnen komt. Elizabet vervuld met Heilige Geest. Kenmerkend voor dat innerlijke werk, dat Hij dat innerlijk ook binnenste van keert. Komt naar buiten. Met luide stem. Of schreeuwt (sommige vertalingen!). Cri de coeur! Gezegend onder de vrouwen. Elizabet laat de echo horen van de engel. Gezegend van Godswege. Door de hemel begenadigd. Wist Elizabet dat al? Lijkt me niet. Niet waarschijnlijk. Maar wie wist het wel. Heilige Geest wist het wel. Vervuld roept Elizabet het dan uit. Vaardig. Zingt het uit. Met recht zou je kunnen spreken over de lofzang van Elizabet. Ze zingt het uit. Gezegend onder de vrouwen en gezegend de vrucht van je schoot. Ook blij met Maria. Vereerd met bezoek. Maar laatste geeft de doorslag: vrucht van uw schoot. Iedere zwangerschap een wonder van boven. Kunnen vreselijke dingen gebeuren, maar daar heb ik het niet over. Dankbaar voor zijn. Aan de Bijbel ontleende uitdrukking: in gezegend omstandigheden zijn.
Via eerste moeder kwam de vloek op aarde. Via deze moeder alle zegen. Maria draagt een kind. Een kind van naam. Unieke naam. Jezus. Zalig maken van hun zonden. Weergaloze naam. Immanuel. God niet meer tegen ons. Maar met ons. Niet zomaar een kind. Het kind. Redder uit verlorenheid. Kind van Maria. Helemaal. En kind van de Hemelse vader. Dit Kindeke niet geboren, dan waren wij allen verloren. Gezegend. Geprezen. Vrucht van je schoot!
Vanwaar mij dit?
Net alsof Elizabets stem even stokt. Ogen niet droog kan houden. Godswonder in haar huis. Vanwaar mij dit? Mij? Dit! Waaraan te danken? Mijn Heere. Moeder van mijn Heere. Tot mij komt. De Heere zelf. Heiland. Tot mij. Hoe is het mogelijk? Deze woordjes spellen. Nu vanavond. Maar ook morgen en overmorgen. Spellen van deze woorden. Hij tot mij?! Laat die uitroep van Elizabet bezinken. Getuigt van een diepe ootmoed. Even diepe verwondering. Toch? Elizabet krijgt het niet klein. Heere! Jezus. Mijn Kurios. Dat U nou omziet naar mij. Uw eerste visitatie mij betreft. Zou iemand kunnen zeggen: niet overdrijven. Verwonderd zijn? Jij bent ook niet zomaar de eerste en beste. Geslacht Aäron. Je mag er zijn. Niet allooi zondaren en booswichten. Nee, rechtvaardig. Bovendien een hemelwonder jou overkomen! Voorloper Messias. Ligt voor de hand. Jij de voorkeur hebt?! Dit soort praat zou aan Elizabet niet besteed zijn geweest. Leeft voorbeeldig, ja. Maar gaat ze niet prat op. Niet op beroemen. Misschien niet eens weet van gehad. Zo gaat dat. Zal ik het eens vertellen? Nee. Ze weet dat het puur genade is. Geen verdienste of waardigheid. Rechtvaardig in Gods oog omdat ze in eigen ogen onwaardig is. Ben ik diep van overtuigd en dat heb ik uit betrouwbare bron. Allereerste waarmerk van een rechtvaardig mens bestaat uit ootmoed. Tweede uit ootmoed. En derde uit ootmoed. Die onrechtvaardige tollenaar. U kent hem wel. Die was in Gods ogen rechtvaardig. En die zelfverzekerde Farizeeër? Nee. Paulus kerstboodschap: ik sta vooraan als zondaar. Alle heiligen op een rijtje, dan sta ik achteraan. Deze de moed en nederigheid, echte nederheid, die de verwondering voedt. In die verwondering roept Elizabet het uit. Van mijn Heere. Kurios. Niet alleen koningen en keizers aangeduid. Ook de vertaling van de Godsnaam. Adonai. Jahweh Adonai. Moeder van mijn Adonai. Ongeboren kind van Maria daarin gaat de eeuwige schuil. God. De zoon. Een met de Vader. God van Israël. Heilige. Weergaloos verheven. Kwam neer. Met dat Hij neer kwam komt Hij dicht tot mij. Komen. Dat is overrijk. God doet van alles. Spreken. Schiep. Riep. Maar tenslotte kwam Hij. Neer. Aan. Zelf aan te pas. Ontvangen van de Heilige Geest. Kwam tot een wereld vol verzet, toen en vandaag. Vervreemding en verderf. Mensen die naar Hem niet talen. Als jullie dan niet komen, dan kom Ik! Dat is kerstfeest. Zijn hart is bewogen. Tot in de schoot van Maria. Schoot van een kribbe. Schoot van de aarde. Heel de weg van kribbe tot kruis. Hij kwam. Dus kwam niet om uit te roeien maar uit te redden. Niet om af te rekenen maar rekening vereffenen. Hij komt. Elizabet weet dat niet bij intuïtie maar bij inspiratie. Heilige Geest komt altijd met verwondering. Oudste dochter van het geloof: verwondering. Ook mij op het oog! Ze zegt niet: natuurlijk, precies hier. Nee: dat U deze zondaarssteeg in sloeg! In deze sloppenwijk. Ja, Ik kom jou halen. Waaraan dit te danken? God lof. Hij komt. Hij weet je te vinden. Hij komt echt helemaal, finaal. Niet je tegemoet. Zodat jij ook nog een beetje moet komen. Nee. Tot in hart van onze machteloosheid. Daar waar ik van huis uit ben: verlorenheid. Geen vin beroeren tot eigen behoud. Hij redt en brengt me aan wal. Op kosten van Zijn eigen leven. Deze Jeshua komt tot jou. Tot je huis en hart. Hij komt maar en Hij komt maar. Komt straks, op de dag van Bethlehem. Dag van Getsemané. Gabbatba. Nacht van Golgotha. Op klaarlichte dag van Pasen. Komt. En dan gaat Hij weer, Elizabet. Hemelwaarts, hemelhoog. En dan komt Hij weer op de dag van Pinksteren. In Zijn Geest. Zeer nabij. Tot in het hart. Hij houdt contact met ons. Als je jong, oud bent; Hij weet je te vinden hoor! Daar waar je bent. Soms wil je naar Hem toe en het gaat niet. Hij komt te hulp. In elke nood. Ook in de zwartste nacht. Totdat Hij definitief komt. Allen die Mij verwachten. Ik kom jullie allemaal halen. Wie zijn dat? Eenvoudig. Dat zijn al die Elizabet-mensen. Naam betekent: Mijn God heeft gezworen. Een God op wie je aankunt. Al die mensen die zich klampen aan die naam. U hebt het beloofd. Geen recht op laten gelden. Die bidden: ga mij niet voorbij, o Heiland. Als Hij komt, roepen: Gij tot mij? Ja, je bent van Mij. Daarom kom Ik tot jou. Gij tot mij? Vanwaar?! Hier is mijn antwoord. Vanwege Mijn eeuwige liefde. Vandaar. Amen.