De storm op het meer brengt de discipelen in doodsnood. De Heiland is echter aan boord. Op hun geroep wordt Hij wakker en met een machtswoord komt er een grote stilte. Het is alleen genade dat God redt. Eerst bestraft Hij de wind, daarna de discipelen. Want wat Hij beloofd heeft, doet Hij – Zijn kinderen aan de overkant (Thuis) brengen.

Het kan in je leven opeens gaan stormen, gemeente. In de bergen ook. Begint het te waaien. Storm steekt op. Hagel. Misschien meegemaakt. Zo ook in het leven.

Zo ook in het leven. Jong gezin. Overvallen. Noodweer. Levensbedreigend. Je schreeuwt het uit: o God, waar bent U? Overkomt dat ook kinderen van God? Ja. Op veel plekken in de Bijbel.

Ook in Markus 4. Korte geschiedenis. Paar minuten geleden. Het gebeuren zelf duurde niet veel langer. Flitsend snel. Geweld wind. Golven. Doodsnood. Angstgeroep. Jezus machtswoord. En dan is het stil.

Weer achter de rug. Ja, maar om nooit te vergeten. Petrus aan Markus verteld. Markus schrijft het trefzeker. Geen woord te veel. Levensecht. Wat bedoelde Markus ermee? Of laat ik het zo zeggen, wat bedoelde de Geest ermee? In een woord: evangelie. Goede boodschap. Christusnieuws. Heilsgetuigenis. Aan jou, u en mij. Zo is nu Jezus. Zul je het nooit vergeten. Voor al dan niet, als je levensschip slagzij maakt. Zo is Jezus.

Gemeente, dan kan het zijn, maar als Jezus echt bij je is, zo bij de hand, dan toch niet benauwd te zijn? Dan gevaar geweken? Raak je niet in paniek. Zit een diepe kern van waarheid in. Dat moet ik zeggen. Zou dat niet willen ontkennen. Oude nicht van me lag voor een operatie, kortgeleden, keek nogal gerust. Zegt die chirurg, bent u niet bang? Nee. Hoezo dan? Mijn Vader is er bij. Zegt die man: leeft uw vader dan nog? Die man snapte er niks van. Gaat me om die Vader van die nicht. Niet bang. Niet omdat ik zo’n held ben. Vader is erbij. Zo kan het gaan. Dat is mooi!

Maar als u dacht dat het altijd zo ging, maakt u een vergissing. Helaas. Spits van Markus is bepaald niet wie met Jezus vaart, raakt nooit in nood. Of is nooit bang. Boodschap is veel meer deze: ook met Jezus kun je in angst geraken. Maar in die nood zal blijken dat Hij redder is.

Luther zei (in een preek, heel kras): juist met Jezus. In het schip van ons leven. Steekt het noodweer op. In die omstandigheden en angsten zijn wij vaak nergens. Weet u waar Jezus is? Overal. Ook als ik nergens ben. Soms verborgen. Nooit nergens. Voor ons gevoel soms ver weg. Maar in werkelijkheid dichtbij. Zo dichtbij dat Hij ons draagt in Zijn hart. Wie is jou en u meer nabij dan Hij? Ik heb een Vader. Of een Heiland. Die draagt mij in Zijn hart. Hij koestert een liefde voor zijn onbeholpen volgelingen. Onbeholpen. Maar niet ongeholpen.

Luister maar. Volle dag geweest. Jezus was vermoeid geweest. Urenlang toegesproken. Eindelijk valt de avond. Laten we overvaren. Naar ander oever. Gelukkig, even vrij. Uit de drukte. Nemen mee in scheepje. Typisch. Zij namen Hem mee. Maar Hij nam het initiatief. Ze ontfermen zich over Hem. Is zo’n zware dag geweest. Gunnen Hem rust. Zij bekommeren zich over hun Meester.

Wel. Zo steken ze van wal. Nietsvermoedend. Overkomt ons ook vaak. Je weet niet wat je te wachten staat. Bang zijn ze niet. Zijn bedreven vissers. Bovendien, Jezus is aan boord. Meer oppervlak ligt er als een spiegel bij. Idyllisch. Verstild. Eindelijk rust. Paradijselijk tafereel. Maar het is geen paradijs.

Plotsklaps steekt er een valwind op. Kwam wel meer voor. Meer verandert in een kolkende ketel van schuimende golven. Water slaat over en in de boot. Scheepje loopt al vol. Dat wordt zinken. Geen houden aan. Tegenover zoveel geweld staan ze machteloos. Ze redden het niet. Geen poging tot zelfbehoud.

Ze gaan naar Jezus. Waar is Hij? Achterin. Goddank. De behouder is aan boord. Scheepje onder Jezus hoede. Groter dan de helper is de nood toch nooit. Maar nee. Leed geleden? Ergste komt nog. Hoe ongedacht dat ook is. Jezus is er wel. Maar ik zekere zin ook niet. Ik bedoel: Hij slaapt. Wat is nou de aanwezigheid van een slapende? Jezus niet zomaar licht. Hij lag met hoofd op een kussen. Weet nergens van, naar het lijkt. Alsof er geen vuiltje aan de lucht was. Van effectieve aanwezigheid valt geen vleugje te bespeuren. Afwezigheid.

Is dat niet herkenbaar? Komt u misschien bekend voor. Telkens momenten en fasen in ons leven. Ik bedoel, in leven met Jezus. Geloofsleven. Momenten, uren. Hij is er wel. Overal. Maar Hij slaapt. Ik bedoel, Hij grijpt niet in. Lijkt langs Hem heen te gaan. Wat? Mijn vragen, zorg, kwelling, vragen, ziekte, handicap. Cultuur die me omringt: waar is God? Al dit soort dingen, lijkt langs Hem heen te gaan. Brengt me in verwarring. Dit kon toch niet? Is in strijd met Zijn belofte? Ik ben met u….! Zijn naam is toch Jezus, de Heere redt? Waarom grijpt Hij niet in? Waarom laat Hij ons zinken. Kind van God zich zo vergeten en verlaten kan voelen. Juist als deze Hem niet kan missen? Machten vrij spel hebben. Naar onze waarneming totaal afwezig.

Kan iemand zeggen, Jezus wordt wakker zodra je Hem roept. Maar wie tegen die verborgenheid van de aanwezige is aangelopen, weet hoe lang die verbijstering kan duren. Je denkt: Hij heeft me vergeten en verlaten. Te laat. Maar dat is schijn.

Hij komt op Zijn genadetijd. Kohlbrügge zegt: dat horloge van ons loopt altijd voor. Als U nou niet komt Heere, is het te laat. Ik kom op Mijn tijd. Gottes Zeit ist die allerbeste Zeit. Hart van reddelozen. Daar kan Hij zich kwijt als Redder. Daar is Hij de Redder. En wat voor een! Een Redder, die van ons dieptepunt een keerpunt maakt. Kijk maar.

Jezus werd niet wakker door de storm en golven. Ongelofelijk. Discipelen roepen en dan: klaar wakker. Staat op. Gereed om te redden. Wat riepen ze? Ze schreeuwen. Boven geraas uit. Bekommert het U niet dat wij vergaan? Merkwaardige vraag. Goed tot je door laten dringen. Ik weet niet hoe je die vraag moet taxeren. Angst? Of toch ook verwijt? Ontgoocheling? Bekommert U zich er niet om? Zo van, wij waren om U bekommert. Dit wordt verdrinken. Getuigt niet van kalm geloofsvertrouwen. Nee. We hebben Vaders Zoon aan boord? Nee. Gaan wij U niet ter harte? Laat het U onverschillig?

Wel, Jezus zal woorden straks van commentaar voorzien. Hij voorziet eerst in hun nood. Dat is veel zeggend. Niet eerst discipelen bestraffen maar de storm. Hij staat. Hij staat op. Associatie? Opgestane! Ook hier is Hem alle macht gegeven. Paselijk spreekt Hij. Wordt gemuilkorfd! Dat staat er letterlijk. Hier worden demonen bestrafd. Water en zee symbool demonische doodsmachten. Openbaring: en de zee zal niet meer zijn. Jezus kan ze temmen. Petrus niet. Jij niet.

Dan: Grote stilte. Het was ook een grote storm. Slechts doorbroken door een vraag. Wonderbaarlijke stilte. Water gaat liggen. Hier echt stil. Een stilte die je kon horen. Klinkt een stem. Wat zijn jullie vreesachtig? Hoe heb je geen geloof?! Is een vraag. Klopt grammaticaal. Maar ook een uitroepteken. Het woord bevat verbijstering. Ik denk dat die vraagtekens bedoelen een zware onvoldoende voor de discipelen. Geen geloof. Alleen maar angst en verdriet. Ken je dan Jesaja 43 niet? Golven zullen je niet overstromen. Je bent de Mijne. Ken je dat niet? Hoe is het mogelijk? Had Ik niet gezegd dat we zouden overvaren? Denkt, dat jullie Mij niet ter harte gaan? Hoe haal je het in je hoofd, dat Ik me niet om je zou bekommeren. Waar zie je Mij voor aan? Hoort u de vraag aan jou gericht? Waar ziet u Mij voor aan? Ook als Ik slaap, en zwijg, ook als Ik Mij verborgen houdt, ben ik erbij. Geen spiegelgladde overtocht beloofd. Wel behouden aankomst. Die overtocht lag verzekerd in het Woord. En wat Ik beloofd heb, zal Ik doen. Je hebt het niet geloofd. Beschamend. En ook, keerzijde, ook bevrijdend. Ik zal u uitleggen waarom. Bevrijdend. Want, zo prent Jezus ons in wat genade is. Brengt ons tot de belijdenis dat Hij het alleen is. Die ons redt. Puur genade. Niet dankzij ons geloofsvertrouwen. Dat was er helemaal niet. Ondanks ons volstrekte gebrek eraan. Zo royaal is de Heere. Zo vrijgeving.

Wie dit nou een beetje kan volgen en leert beamen – dat is wel een les, gaat niet van vandaag op morgen. Althans ik heb er levenslang voor nodig om dit te beamen dat Jezus het werkelijk, voor 100%, alleen is die redt. En dat er niets van mij in aanmerking komt. Doet niet mee. Jezus alleen. Wie dat leert beamen en elke keer weer, dit soort dingen meemaakt, kan niet anders reageren dan die 12 drenkelingen. Weet je wat ze deden? Vreesden met grote vreze. Diep ontzag voor deze Redder. Grote vreze. 3e keer groot. Grote storm, grote stilte en grote eerbied.

Wie is toch Deze? Zeggen ze tegen elkaar. Wie is toch Deze? Ook de wind en golven Hem gehoorzaam zijn. Zo-even dachten ze dat ze het antwoord paraat hadden. Deze? Hij valt tegen? Hij laat ons in de steek? Bekommert het U niet? Nu niet alleen uit de nood, maar ook uit de droom geholpen. Wie er tegen viel? Wij. Onszelf. Wie is toch Deze? Is geen retorische vraag. Soms wel. Pure verwondering. Maar echte vraag: wie Hij is? Zoals Markus Hem hier schildert. Zoals ik Hem mocht schilderen. Jezus. Voor uw ogen geschilderd. Storm en golven commandeert. Juist als nood hoog is. Hij tegenvallen? Nooit. Hij valt weergaloos mee. Hij doet niet naar onze zonden. Beschamend, ons wantrouwen. Hij doet niet naar ons kleingeloof.

Hele antwoord? Dan Markus uitlezen. Jezus bekommert om ons heil. In onze plaats berging. Eer dat Hij ons liet verdrinken. Ging Zijn leven onder. Nacht van God verlatenheid. Negende uur, riep Jezus: eloi, eloi, lama sabachtani. Hij sliep niet. Maar stierf. En werd begraven. Over en uit. Lijkt het. Dan breekt de derde dag aan. Steen is van het graf gewenteld. Jezus niet in het graf. Wie is toch Deze? Engel zegt; Hij leeft. Voor hoe land? Voor eeuwig en altijd. Nog een keer; wie is toch Deze? Dat zelfs dood en graf Hem onderhorig zijn. Hij zelf gaf het antwoord aan Johannes op Patmos. Ik? Wie Ik ben? De eerste en de laatste. Alles daar tussen is Zijn tussenmacht. Eerste en de laatste. Die leeft. Dode geweest en zie Ik leef, in alle eeuwigheid. En jij, mijn bange volgeling, bevreesd denkeling, vrees niet. Sta op. Ik heb de sleutels van de hel en van de dood en niemand anders. Als ik zeg, wij varen over, dan komt u aan de overkant. Thuis. Beloofd is beloofd. Amen.

Hervormde gemeente Reeuwijk, Ichthuskerk, zondag 10 juni 2018, 18:30 uur. Schriftlezing Jesaja 43:1-3, Markus 4:30-41.