Houdt u het voor mogelijk dat de Heere wacht met Zijn genade? Dat Hij op de uitkijk staat om u te ontvangen? De profeet Jesaja moet het aanzeggen: het volk vertrouwde op de wagens en paarden van Egypte. Is onze verwachting van de Heere? Zoals jonge vogels in de Lente reikhalzend uitzien naar eten en niet zonder kunnen? De Heere komt tot ons: Zie hier ben Ik.

Jesaja 30 vers 18: ‘En daarom zal de HEERE wachten, opdat Hij u genadig zij, en daarom zal Hij verhoogd worden, opdat Hij Zich over ulieden ontferme, want de HEERE is een God des gerichts; welgelukzalig zijn die allen, die Hem verwachten’.

Een wachtend God

Geliefde gemeente, de oude broeder was een Zeeuw. Na de ramp 1953 de grote overstroming naar de polder verhuisd, de Noord-Oost polder. Nieuw bedrijf te beginnen. Lid geworden van de gemeente op Urk.

Vreesde de Heere maar kende nogal wat aanvechtingen. Pufte aan zijn pijp, dat was toen nog gebruikelijk. Dominee, ik ben het met de dichter niet eens. Mijn ziel wacht niet op de Heere. Laten we eerst eens gaan zitten. Ik weet niet waarom ik het zei. Zou het zo kunnen zijn dat God op mij wacht.

Een wachtend God en een wachtend volk

  1. Een God wachtend met genade;
  2. Een volk wachtend op genade

1. Een God wachtend met genade

Dominee, klopt dat eerste punt wel? Ik geloof wel dat het waar is, maar is dit nu helemaal de strekking van dit gedeelte. Ik denk dat u gelijk hebt, althans in eerste instantie.

De hoveling onder de profeten. Hoge plaats in het koninkrijk rondom Juda. Ministaatje. Jesaja was eigenlijk de hofprofeet. In politiek opzicht. Wat is er gebeurd? Koning van het tienstammenrijk hulp gevraagd aan de koning van Assyrië. Uitvinders van de kruisdood. Wat gebeurde? Hij heeft na korte tijd de hulp aan het tienstammenrijk opgezegd en volk in de verstrooiing gestuurd.

En toen bedreigde hij Juda, tweestammenrijk, in het zuiden. Hoe zou de koning standhouden? Ik denk niet dat Jesaja bij dat overleg was. Maar een macht die de macht van Assyrië kan tegenhouden, dat is de Farao van Egypte. Gezanten gestuurd. En dan komt Jesaja. Als een stoorzender.

Wat een zegen zou het zijn als zo’n Godvrezende stoorzender komt. En het komende kabinet, als het er komt, de waarheid aan zou zeggen. Jesaja zegt de schuld aan. Jullie verwachten het van de wagens en paarden van Egypte. Spreek van zachte dingen.

God zal het niet tolereren. Jullie sterke is niet in samen sterk. Maar in stilheid, overgave, vertrouwen. En daarom wacht de Heere. Nee niet om genadig te zijn in de eerste plaats. De Heere wacht met Zijn genade totdat je het weet koning van Juda. Dat alle mensenhulp ijdelheid is. Uitgeklede mast op de top van een berg. Eenzaam ben ik en de last drukt mij neer. Dat je weet dat God toornt over een volk van Israël dat het van mensen verwacht.

Je zegt het wel, in stilheid zou uw vertrouwen zijn. Maar je hebt niet gewild. Dat Hij Helper zou zijn in tijden van nood. Daarom wacht Ik, Ik houd Mijn genade in. Is er veel toepassing nodig gemeente? U herkent het in uw eigen leven. Er zijn er die in deze tijd de Heere ernstig smeken om genade. Maar de hemel zwijgt.

Waar ligt het aan? Daar moet u, en ik, altijd eerst bij mijzelf zoeken is er iets. Hindernissen. Bergen die het werk van de Heere tegenhouden. Houden wij zonden aan de hand? Staan wij het tegen? Wat niet al? Dat we met die werkelijkheid op de knieën komen bij de Heere. Doorgrond mij en zie of er een schadelijke weg is en leidt mij op de eeuwige weg. Troost in noden, grote Hoorder van het gebed.

Het kan zijn, daar denkt u, de eerste keer misschien dat uw Avondmaal mocht houden. Maar nu zo verschraald. De dodigheid misschien wel met handen te tasten in uw leven. Waarom? Is er iets? Dat de Heere moet afbreken om plaats te maken voor het kostbare Geschenk dat we gedenken met Kerst, Christus in het vlees. Wat is het ergste? In deze Coronatijd. Of is de hemel geopend voor u?

Dat Hij kijkt tot de kerken in Nederland, de dienaren. Komen ze tot Hem? Roepen ze gezamenlijk een dag van boete uit? Als ze het niet doen, dan blijft de Heere wachten. De Heere werkt nooit om de zonden heen. Hij wil alles afbreken, dat is genade hoor gemeente. Hij wil alles afbreken dat de weg van de genade in de weg staat.

Wachten met Zijn genade. Zolang het volk altijd steunt op andere dingen dan op Hem. God is een God van gericht. God doet alles met het oog op Zijn eer. Kanttekenaren leggen het zo uit: Hij zal verhoogd worden. God des gerichts. Heilige God van het verbond. Weest heilig want Ik ben heilig. Wacht op Mij, in stilheid zal uw vertrouwen zijn.

Wie het niet van Hem verwacht, krijgt te maken met Zijn heilig ongenoegen. Wraak van Zijn toorn. Laten we daar niet te licht over denken. Heel dunnetjes gehoord in de prediking vandaag de dag, ook in de Reformatorische gezindte. Spreek ons van zachte dingen.

Avondmaalsformulier: God de zonden zo ernstig neemt dat Hij ze niet ongestraft kon laten. Toch leert ieder daar van Gods kinderen daar iets van zien, dieper of minder diep, U bent rechtvaardig. Wie kan bestaan als U naar onze zonden zou doen? Mag ik daar iets van zien, buigen onder het heilig recht niet kunt verschijnen. Dat God vanwege uw en mijn zonden niet met ons van doen kan hebben. Dat moeten beamen. Ik zeg het met huiver. Dat God ook verheerlijkt wordt als mensen die niet gewild hebben, eeuwig verloren gaan. Ik zeg er meteen achteraan: laat dat met u, en jou, niet gebeuren. De Heere heeft geen lust in uw dood.

Profeet Jeremia: bekeert u, bekeert u. Waarom zou u sterven. Als u iets van deze preek, onthoud dat dan. Bekeert u zegt God. God is een God van gericht. Hij kan geen gemeenschap hebben met heidense volken, de Heere kan het niet zien. Dan neem ik u mee naar het Advent.

Dat is de weg van het gericht. De Heere Jezus komt hier op aarde onder het gericht van God. Wat is dat nou, dominee? Ik lees toch ‘alzo lief heeft God de wereld gehad dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gezonden heeft opdat een ieder die in Hem gelooft niet verderve maar het eeuwige leven heeft.

Zeker, dat moet u voluit laten staan. Maar die liefde moet u ook zien dat Hij Zijn Zoon onder het oordeel laat komen, in plaats van ons. Dat komt niet zo zichtbaar in het Evangelie van Zijn geboorte, alhoewel daar ook al. Maar van de weg van het kruis, Godverlatenheid, weg van de hel, dan laat God zien dat Hij de ganse tijd het oordeel van God in het gericht heel Zijn heeft gedragen. God verheerlijkt Zijn recht in

Dan begrijpen we het wat Luther zei over het Kerstevangelie. De kribbe is gemaakt van hout. Nee dat klopt niet. Maar we laten het staan. Later het hout van het kruis. Diepe geestelijke les in. U mag het Kerstevangelie niet romantiseren zoals gebeurt in nogal wat liederen. Wat een wonder dat Hij gekomen is. Als Hij niet gekomen was in het vlees, dan waren wij allemaal verloren. Maar nu Hij gekomen is, is er genade te vinden op heel Zijn weg. Als Kruisdrager staat geschreven: genade voor genade.

Wat heeft het Hem gekost? God kon de zonden niet ongestraft laten, maar gestraft aan Zijn Zoon. De helse smarten die Hij gedragen heeft. Het Zijn de Joden die U geslagen hebben, die U gekruist hebben, ik ben het. Als we de last van de zonden thuiskrijgen, dan zeggen we wat zijn ze bitter. Nergens zijn ze bitterder dan bij het licht van het kruis.

God van het gericht die de minste zonden van de mensen niet door de vingers kan zien, is een God van ontferming. ‘En daarom zal de Heere wachten, opdat Hij u genadig zij, en daarom zal Hij verhoogd worden, opdat Hij Zich over ulieden ontferme […].’

Ontferming in Zijn toorn en oordeel, maar meer nog in Zijn recht en genade. Hij wacht om genadig te zijn. Achter die muur waar Hij die genade inhoudt als ik het zo mag zeggen, daar brandt Zijn hart van ontferming. Gedrongen om genade te bewijzen. Hij zegt het verder in het hoofdstuk, dat het volk met zijn rug naar God toestaat, achter zich een stem hoort. De Heere spreekt toch nog.

De Heere zegt wandel in de weg. Zoek mij en leef. Dat zegt de Heer nog. Hij spreekt van bekering. Van ontferming. Van genade. Dat is het liefste wat de Heere wil, aan zondaren genade bewijzen. Zijn hart dringt van Christuswege. Zoek die Zaligmakende genade, laat u zaligmaken. Zoals Paulus in 2 Korinthe 5: wij bidden u van Christuswege, laat u met God verzoenen. Grondtekst: gunstbewijs van God. Hij gunt het je zo. Zoek het toch bij Mij.

Als de Heere uw hart heeft aangeraakt, ik hoop dat u het allemaal kent, iets van je nood kent. Dat je onrustig bent. Dat je ‘s avonds een poosje niet kunt slapen. God ik ben zo arm, want ik mis U. U zwijgt. Als ik in mijzelf kijk, alles schuld. Wees mij genadig. Ik mis U maar kan U niet missen.

2. Een volk wachtend op genade

Hem verwachten, God verwachten. Blijkbaar was er in deze donkere tijd, top van ministerie van binnenlandse en buitenlandse zaken, toch nog een rest die de Heere verwachten. Wat is dat? Niet afwachten. In stilheid en vertrouwen zal uw sterkte zijn.

Spurgeon zegt ergens: als je zonder verwachting naar de kerk komt, dan kun je beter thuisblijven. Nou dat is wel heel radicaal zou je zeggen, de Heere kan het gebruiken als je in de kerk bent. Toch begrijp ik Spurgeon wel.

Het moet ons tot schuld zijn gemeente. Allereerst dominees. Als je zonder verwachting aan de voet van de kansel staat dat God deze preek gebruiken kan om zondaren tot bekering te brengen, kun je beter thuisblijven.

Wat God ons te zeggen heeft. We nemen het voor kennisgeving aan. Misschien nog een zinnetje. Het was een aardige preek, of het was niet zoveel vanmiddag. Dan hebt u geen verwachting.

Spurgeon over Jesaja 40: wat is verwachten? Heb je wel aan het begin van de Lentetijd zo van boven in een nestje gekeken. In een haag, struik. Wat zie je dan? Open bekjes. Kunnen niet wachten. Dat is verwachten zegt Luther. Mijn ziel dorst naar de levende God. Zalig zijn die hongeren en dorsten naar gerechtigheid. Is dat uw leven, is dat uw Adventsleven? Ik wil het voor niemand weten. Man, vrouw, meisje, verloofde niet. Mag je best over spreken. Mijn ziel schreeuwt. Daarin niet gaan rusten. Dan ben je er niet.

Als die vogeltjes met die open bekjes. Niet in rusten. Ik heb Hem nodig. Niet iets verwachten, maar Hem verwachten. Mijn ziel wacht, mijn ziel verwacht de Heere. Meer dan de wachters op de morgen, de morgen ach wanneer. Zal die morgen komen? Juist iemand die zoekt, die in zijn gemis de Heere nodig heeft, die wordt wel aangevallen. Veel last hebben van de duivel.

Die oude broeder waar ik het over had. Als je verwacht, dan zijn er aanvechtingen. Zelfs verdenkingen van Hem, nog erger. Wie is God? Hoe laat Hij zien wie Hij is? Als Mozes het vraagt in Exodus 34, na de geschiedenis van het gouden kalf. Volk voor getuchtigd. Toon mijn Uw majesteit, glorie. Nee, zegt de Heere: dat kunt niet zien. Geen mens kan het zien en leven. Mozes krijgt wel iets anders te horen. Mozes moet in een rotskloof staan, in een kloof. Naar het duister.

Hij proclameert zich, verkondigd. Heere. Die de schuld vergeeft. Die de schuldige geenszins onschuldig houdt. Maar luister vooral eens naar die eerste Naam, Heere. Groot van lankmoedigheid, die de zonden vergeeft. Wacht op Hem, stil, ootmoedig, maar wel vurig, verlangend. Heere laat me dat zien. De Barmhartige, die de zonden vergeeft.

Dat heeft Hij ten volle verklaard in de Zoon van Zijn liefde. Toen Hij de Zoon in de kribbe neerlegde, toen zingen de engelen ere zij God. Johannes: het Woord vlees geworden, wij hebben Zijn heerlijkheid gezien. Mozes kon het niet zien. Maria, Jozef, herders, wijzen, hebben Zijn heerlijkheid gezien. Vanmorgen twee kinderen gedoopt, altijd heerlijk om te zien. Toen Hij geboren als een kindje in Bethlehem.

In een vernederende Heere Jezus Christus heerlijkheid te zien. 2 Korninthe 8: om uwentwil arm geworden daar Hij rijk was, door Zijn armoede rijk zou worden. Een arme zondaar die nergens bij kan, die hunkert naar de Heere, gaat als God licht gaat geven over je leven, heerlijkheid zien in een vernederde Heere Jezus Christus. Een arme zondaar en een arme Heere Jezus. Hij is arm geworden om door Zijn armoede rijk te worden.

Dan ga je zoveel in de Heere Jezus zien. In Zijn weg, zweten in de hof, kruisdood, verlaten van God, Ik voor u daar u anders de eeuwige dood had moeten sterven. Dan ga je verwachten, niet alleen dat Hij in gunst op je moet neerzien, maar verwachten om Hem te zien. Hem genade op Zijn lippen uitgestort. Ziet hier ben Ik.

Wat een wonder als je zo van Advent naar Kerst mag heenleven. Heere U bent soeverein, U bent aan niemand iets verplicht. Maar zou u Zich tot Mij willen komen en Zich willen openbaren, ziet hier ben Ik.

Spurgeon, prediker van de negentiende eeuw. Prins der predikers wordt hij wel genoemd. Hij had grondiglijk geleerd zichzelf niet prinselijk te noemen. Hij liet door Londen. Hij zocht het overal. Donkere winterzondag. Zware sneeuwstorm. Daar rechts een kapeltje. Naast de kachel. Een lerend ouderling of zo. Dominee kon niet komen. Laat ik maar weggaan.

‘Wendt U naar Mij toe, wordt behouden, alle gij einden der aarde! want Ik ben God, en niemand meer.’ Tijdens dat povere woord wat die man eraan toevoegt, brak God zijn banden. Toen vluchtte ik tot Jezus, Hij heeft mij gered, verlost van het vonnis van de wet, zegt McChey’ne. Niet eerder rusten dan Hem hebt gezocht, Hem door het geloof hebt ontfermd. Dat is Adventsverwachting. De Heere wacht om die genade uit te delen aan arme zondaars. Die genade is genoeg om heel de wereld te bedekken, Dordtse Leerregels. Hij is bereid die genade uit te delen.

Eind van Jesaja: de ganse dag heb Ik Mijn hand uitgestrekt naar een volk dat het niet waard is. Zie hier ben Ik. Handen uitgestrekt. Net als de vader van de verloren zoon, als ik het zo mag zeggen. Die zoon. Haveloze gezicht. Van de varkens nog zichtbaar, en je kon het nog ruiken. De vader rende naar hem toe. Zie hier ben Ik, zie hier ben Ik. Wat een genade als je zo Advent mag vieren, dan ga je steeds meer pleiten op het Woord dat de Heere waar heeft gemaakt aan je. Gedenk aan het Woord gesproken tot Uw knecht, waarop U mij verwachting hebt gegeven.

Amen.

 

Derde Adventszondag 12 december 2021 – Christelijke Gereformeerde Kerk Beth-El Katwijk – prof. dr. A. Baars – Schriftlezing Jesaja 30 vers 1-21