Voor de profeet Jesaja is het een vraag wat zijn prediking, het profeteren uitgewerkt heeft. De Heere is groot en zo goed voor Zijn volk maar wat heeft het uitgewerkt? Toen maar ook nu uit het Woord van God in de Evangelische Jesaja. Zijn we verslagen van geest en hebben we geleerd om de Heere te dienen?
Jesaja 66 vers 1-2: ‘Alzo zegt de Heere: De hemel is Mijn troon, en de aarde is de voetbank Mijner voeten; waar zou dat huis zijn, dat gijlieden Mij zoudt bouwen, en waar is de plaats Mijner rust? Want Mijn hand heeft al deze dingen gemaakt, en al deze dingen zijn geweest, spreekt de Heere; maar op dezen zal Ik zien, op den arme en verslagene van geest, en die voor Mijn woord beeft’.
We hebben hier in dit specifieke hoofdstuk 66 de conclusie van heel het boek. In het eerste hoofdstuk gelezen dat hij de zoon van Amos was. Hij leefde lang. Hij is bekend als de Evangelische Jesaja. Zoveel profetie over de Heere Jezus Christus.
Jesaja profeteerde voor de mensen van zijn dagen. Maar we lezen bij de apostel Petrus dat het gaat over het lijden van Jezus Christus aan ons geopenbaard. Het Evangelie tot u gepreekt waarvan de engelen begerig zijn in te zien. Niet alleen een profetie voor toen maar ook voor ons nu.
73% van de Bijbel is het Oude Testament. Deze morgen wil ik kijken naar deze twee verzen. In hoofdstuk 1 hebben we het begin van de profetie van Jesaja. Het visioen. Hier vele jaren later hebben we de conclusie. Ik heb maand na maand, jaar na jaar de grootheid van God laten zien, het Evangelie gepreekt.
En nu komen we tot de conclusie van deze zaken. Hij spreekt in Jesaja 66 over het uitrollen van de toekomst. De komst van de Messias. Het verspreiden van het Evangelie. Het binnenbrengen van de heiden volken. Geestelijke armoede en geestelijke voorspoed zal er zijn.
Als we kijken naar de verzen 1 en 2, dan komt het op mij over dat het een reflectie is op hoofdstuk 1. God was boos op hen. Hij had hen met zoveel gezegend. Maar ze kenden Hem niet. Ceremoniële dienst maar hun hart niet erin betrokken. Zo zien we het in vers 18 van hoofdstuk 1: ‘Komt dan, en laat ons samen rechten, zegt de HEERE; al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw, al waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol’.
Ik zet genade en leven voor je en dan het oordeel. Keer na keer. Aan mensen gepreekt. En nu in Jesaja 66. Na zoveel jaren. De grootheid van God voorgesteld en de grote Messias. Wat heeft het uitgewerkt? Welke veranderingen in je leven?
Om vast te stellen wat hun voordeel ervan was van zijn lange leven van dienst. Een geschikt onderwerp voor ons vanmorgen. In hoofdstuk 1 over het kwade en dan de ‘kom laat ons te samen rechten’. Een grote waardering van Gods grootheid in hen. En hoe zij zich moeten omkeren en geloven in het Evangelie.
Laten we reflecteren op waar wij zijn. Wat we getuigd hebben? De laatste tien, twintig, dertig jaren. De meeste van ons erbij opgegroeid onder het Evangelie. Om je te bekeren. Kom nu en laat ons samen rechten. Dienaren die je opgeroepen om je te bekeren.
Hoeveel sabbatten hier in de banken gezeten. Opgeroepen tot bekering. Godvruchtig te zijn. Heiliging. Levens geheiligd en gewijd aan God. Maar hebben we geluisterd? Wat we hebben gehoord bleef het langer bij ons dan maar een enkel ogenblik.
We hebben een bijzonder vers in Hebreeën. Hebreeën 1. God heeft in de laatste dagen tot ons op vele wijzen gesproken. Hebreeën 2 vers 1: ‘Daarom moeten wij ons te meer houden aan hetgeen van ons gehoord is, opdat wij niet te eniger tijd doorvloeien’.
Er is een groot gevaar om vele woorden van het Woord van God te horen en van ons af te laten glijden. De gelijkenis van het zaad. Hij is de grote Zaaier. Zaad in de harten gezaaid. Brengen we vrucht voort? Jou en ik hebben het zaad ontvangen in ons hoofd en sommigen in het hart. Welk effect heeft het gehad?
Velen hier naar school en zijn naar school gegaan. Welke impact had het op ons leven? Jesaja zegt dat er niets belangrijker is dan te leren aan de voeten van Christus. We moeten Zijn Woord horen. Gehoorzamen aan Hem. Aan het Evangelie.
Aan het einde van zijn leven schrijft hij welk effect heeft mijn dienst gehad op de mensen van Israël. Wat hij er ook van maakt, het zal niet correct zijn. Denk aan jezelf. Misschien jaren preken gehoord. Tien jaar, twintig jaar. Denk aan tien maanden of twintig. Wat heb je ervan geleerd, welk voordeel heb je er van gehad?
Denk aan een leraar. Die zal boos zijn als je aan het einde van de week zegt niets geleerd te hebben. Zo met God. We komen tot de troon der genade. Om van Hem te horen. God zegt drie dingen. Hij maakt Zichzelf openbaar Ik ben God. En jij bent onder mij een verplichting voor mij. En ten derde dit is wat Ik wil zien in je leven.
Als eerste Ik ben God. Het tweede jij bent aan Mij onderdanig. En het derde deze dingen moet je doen. Met een verslagen hart. Laten we als eerste denken aan dat God Zich aan ons openbaart. De Heere spreekt. Door profeten. Mozes, de eerste vijf boeken van de Bijbel. Daarna de andere schrijvers van de Bijbel.
In die tijd speciaal tot Israël. Onder de speciale bediening van God. En jij en ik zijn dat. Groot voorrecht de Bijbel te hebben van Genesis van Openbaring. Stelt ons voor het wezen van de Allerhoogste God. De hemel is Mijn troon en de aarde mijn voetbank. Ik ben God Zelf. De Majesteit van de hemel.
Jesaja wist dat niet. De lucht vol van de glorie van God met de sterren. Hoeveel biljoenen er zijn. En daarboven waar de troon van God is. We moeten een groot en waar begrip hebben van wie God is. Die gemeenschap met ons heeft. Hier in Varden Street, in Londen, omgang met God hebben.
Niemand kan ooit de grootheid van God verstaan. Niemand zoals Hij. En ondertussen Hij komt naar beneden. Hij kent ieder van ons. De hele geschiedenis. Hij weet alles wat gebeurt. Vandaag en morgen. Alles in Zijn handen. Het is in Hem dat wij bewegen en leven. De hemel is Mijn troon en de aarde Mijn voetbank.
Kijk op naar de lucht. De biljoenen sterren. Ik leef in de troon. Ik begrijp alles wat we gebeurt. In elke stad. In elk huis. In de gedachten van ieder individu. Alles mij bekend, niets voor mij verborgen. En Jesaja zegt dit is de God van wie ik spreek.
God zegt kom nou en laat ons te samen rechten. Ik ben de grote God. Ik ben de grote Schepper en jullie de schepselen. Jesaja beschrijft niet alleen de goedheid en grootheid van God maar ook de rebellie van mensen. Ze hebben een schijn van Godsvrucht maar hebben dat niet.
Jesaja roept op om te bekeren. Om heilig te leven. Afwenden van zonden, van de wegen van het kwaad tot Christus. Leven we met de wereld mee of transformeren naar de verheerlijking van Christus. Ik ben een jaloers God. Zijn doel is dat Zijn Naam verhoogd wordt.
De Westminster Catechismus de eerste vraag wat is het hoogste van de mens? God verheerlijken. Doe je dat? Verheug je je elke dag in Hem? Dat je op de weg bent om met Hem te zijn voor altijd. De christen kan zich verheugen in God omdat hij onderweg naar huis is. Voor eeuwig. En daarom verheugd. Tot die tijd dat hij van deze tijd genomen wordt naar Christus voor eeuwig.
Maar wij zijn gehouden om Hem te verheerlijken. Om dat vandaag te doen. En als we dat niet doen dan de vraag stellen: verheerlijken we? Die twee gaan niet samen. Ons in Hem verheugen en Hem verheerlijken. Onuitsprekelijke vreugde. Vol van glorie. Dit is erg tegenstrijdig met somberheid. De christen is niet al te somber maar vol van vreugde. De vreugde van onze Heere is onze kracht.
Degenen die onder vervolging zijn die verheugen zich in God. Velen hier in Londen gingen naar de brandstapel zich verheugende in God. Hoe is dat mogelijk? Alle dingen zijn mogelijk bij God. Ik ben God, jullie zijn Mijn schepselen.
Ik geef je alles in je leven. Alles wat je verheugt in je leven is van Mij. Je bent de lener. Je mag het voor een tijd dragen. We kunnen zeggen dat wij bijna direct van God ontvangen. Alles bij God bekendmaken. Hij is de vrijgevige Gever van alle goederen. Hij geeft het om niet.
Hij weet wat we nodig hebben. Maar Hij wil dat wij het van Hem vragen. Hij weet wat we nodig hebben voor de volgende Sabbat. Herkennen we het? Ik haal mijn eten bij Tesco en Sainsbury’s en kleding bij Mark & Spencer of andere. Nee, Ik geef het je zegt God. Je hebt geen water als Ik het je niet geef.
Je hebt een verantwoordelijkheid om heilig gericht op God te zijn. Jesaja 1 vers 3-4: ‘Een os kent zijn bezitter, en een ezel de krib zijns heren; maar Israël heeft geen kennis, Mijn volk verstaat niet. Wee het zondige volk, het volk van zware ongerechtigheid, het zaad der boosdoeners, de verdervende kinderen! Zij hebben den HEERE verlaten, zij hebben den Heilige Israëls gelasterd, zij hebben zich vervreemd, wijkende achterwaarts’.
Jesaja zegt ga terug tot God. Neervallen voor de Allerhoogste. Voor de toekomst. En hier aan het einde van zijn laatste preken. De Heere zegt kom nou en laat ons samen rechten. Je hebt dit keer op keer gehoord. Over jaren. De Bijbel gelezen jaar na jaar. En predikers gehoord. Wij zijn Hem alles verschuldigd.
Ik denk dat dit bedoeld is, het huis gebouwd. Ik heb het gedaan, niet jij hebt het gedaan. Bekende puritein die hierover preekte: Hoeveel van ons zijn leners van Gods goedheid maar betalen Hem onze rente niet? We geven Hem niet de prijs en ere.
Ik verwacht van je dat je verslagen van hart bent. Voor Mijn Woord buigt. Paulus heeft het over hetzelfde. De zonden heeft onze levens vernietigd, en onze gedachten. Dood in zonden en misdaden. Kanker in ons hele wezen vanwege onze aantrekking tot zonden. Daarom citeert Paulus zo vrij van David. De corruptie. Mensen hebben gezondigd.
En hier roept God ons tot bekering. En Johannes de Doper de grote profeet van het Oude Testament. Bekeer en geloof het Evangelie. En Christus kwam. Dit is wat God van ons eist. En wat we niet hebben, ons vernietigd. Dood van nature. Zonden neemt alles van ons leven. Van God uit gezien zijn we verloren. O wat een verschrikkelijke staat. Onder de toorn van God.
Maar in het midden van dit alles hebben we het Evangelie. Jesaja en al die andere schrijvers kwamen met leven. Stelden voor dat mensen dood zijn maar dat er leven is in de Messias. We hebben het in het boek van Jesaja. Een Messias komen. Zijn Naam genoemd worden Wonderlijk, Raad, sterke God, Vader der eeuwigheid, Vredevorst.
Hij zal genoemd worden de Heere onze gerechtigheid. Jesaja’s naam zegt mijn naam betekent de zaligheid is van de Heere. Maar God had de wereld zo lief dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven opdat een ieder die in Hem gelooft niet verderve maar het eeuwige leven heeft. God zond Zijn Zoon niet om de wereld te veroordelen maar om te redden.
Wij hebben niets dan zonden en kwaad. Een verslagen hart. Verbroken te zijn in geweten. Voor God te komen. Ik heb niet alleen rebelleert maar me er ook in verheugd. Ik ben een schepsel van stof. Kwaad in mijn zijn voor U een heilige en rechtvaardige God. Wie was zo? De tollenaar. God wees mij zondaar genadig.
Ik weet nergens ergens heen te gaan. Ik weet dat U bent genadig en lankmoedig. Het is niets in mijzelf, ik heb mijzelf vernietigd. Ik kom tot U met erkenning van mijn zonden. Verslagen van hart. Tot Hem opziende dat Hij genadig is.
Die voor Mijn Woord beeft. In grote mate meesters over ons eigen leven. Maar kunnen we dat werkelijk? Nee, het is dwaas. In dienst, prijzen van God. Hagar, U God ziet mij. Een God in de hemel. God vanuit de troon Zijn oog op mij. Hagar uit het stof, God ziet mij.
Niet beven in vrees. Maar in alles. In verwondering. Dat God tot individuen spreekt. Deze persoon die verslagen is voor zichzelf horen. Niet zozeer dat zij God horen spreken tot de hele stad of de hele familie, maar horen voor zichzelf als een individu. Horen het tot henzelf spreken. In een verbazing, hoe kan het zijn? Die ongrijpbare God hoe kan dit tot mij spreken?
Verslagen van hart en beven voor Gods Woord. Hoe kan het vrienden? Was het omdat een andere Man was. God-mens. Die kwam in de Naam van de Jehova de Vader en Jehova de Heilige Geest. Hij was volmaakt en heilig. Toegewijd aan Zijn God. Zijn hele leven in de tegenwoordigheid van God geleefd. Geen kwaad in Hem. Die God liefhad met heel Zijn hart en gedachten.
Die kwam aan Zijn voet als arm, en verslagen, en beefde voor elk Woord van God. Onze relatie met God is of in Christus of buiten Christus. We zijn of leden van het lichaam van Christus rustend in Hem, Hem in alles in allen.
Amen.
Zondag 16 juni 2024 – Free Presbyterian Church of Scotland Zoar chapel Londen, Verenigd Koninkrijk – P. Rowlands – Schriftlezing Jesaja 1 vers 1-20 en Jesaja 66