De apostel Paulus is op de Areoagus in gesprek met de Grieken die allerlei afgoden dienen. Hij wijst hen erop dat God de enige ware God is en niet hun afgoden die niet kunnen horen en zien. God eist bekering van ons mensen, om ons voor Hem te verootmoedigen. Het is de enige weg waardoor wij God kunnen behagen: door bekering en geloof in de Heere Jezus Christus.
Handelingen 17 vers 29-31: ‘Wij dan, zijnde Gods geslacht, moeten niet menen, dat de Godheid goud, of zilver, of steen gelijk zij, welke door mensenkunst en bedenking gesneden zijn. God dan, de tijden der onwetendheid overzien hebbende, verkondigt nu allen mensen alom, dat zij zich bekeren. Daarom dat Hij een dag gesteld heeft, op welken Hij den aardbodem rechtvaardiglijk zal oordelen, door een Man, Dien Hij daartoe geordineerd heeft, verzekering daarvan doende aan allen, dewijl Hij Hem uit de doden opgewekt heeft’.
De ware God
Deze morgen hebben we gehoord over de preek van de apostel Paulus in Athene. Ze dienden vele goden maar niet de ware levende God. Hij gebruikte het beeld van de onbekende God. En vertelt van Jehova, de enige God. Vanavond komen we tot wat Paulus vertelden over wat ze nodig hebben.
Die goden zijn dood. Jullie moeten de ware God kennen die hemel en aarde gemaakt hebben. Hij bracht hun aandacht tot wat zij werkelijk nodig: Christus de Zaligmaker. De ware God die Paulus verklaart. Wat ze werkelijk nodig hebben is de genade van bekering.
Afkeren van zondig overspel. En tot de kennis te komen wie de grote God is voor hen en zich te vernederen vanwege hun zonden. Vers 29: ‘Wij dan, zijnde Gods geslacht, moeten niet menen, dat de Godheid goud, of zilver, of steen gelijk zij, welke door mensenkunst en bedenking gesneden zijn’. Tijd van onwetendheid is voorbij. Jullie aanwezig in Athene, jullie moeten komen en werpen voor de barmhartigheid van God in Christus.
- Wat is het dat Paulus van hen vraagt te doen.
- Wat God van ons eist;
- De enige weg waarmee wij God kunnen behagen: door bekering en geloof in onze Heere Jezus Christus.
Het is niet alleen voor de onbekeerden hier maar ook die van ons bekeerd zijn. Waar ze van gered zijn. Wanneer we christenreis beginnen is het de dag van bekering. En elke dag de dag van bekering. Gebed in ons hart en gedachten: God wees mij de zondaar genadig. In het Grieks: dé zondaar. Wij hebben gerebelleerd tegen God. Elke dag elk uur hebben we de genade van God nodig.
Paulus was een bekende prediker. Zijn preken waren bekend in grote delen van de wereld. Vers 32-33: ‘Als zij nu van de opstanding der doden hoorden, spotten sommigen daarmede; en sommigen zeiden: Wij zullen u wederom hiervan horen. En alzo is Paulus uit het midden van hen uitgegaan’. En ‘Doch sommige mannen hingen hem aan, en geloofden; onder welke was ook Dionysius, de Areopagiet, en een vrouw, met name Damaris, en anderen met dezelve’ [vers 34]. Sommige waren bekeerd. Bewogen door de krachtige prediking van Paulus door de kracht van God.
Ze gaven hen goederen. Bijgelovig. Ze kunnen niet spreken. Ze zijn krachteloos. Dit is de ware God, Jehova. Geestelijke overspelers. God de Schepper geeft je regen, zonlicht, een huis, alle gaven van Hem. Het is in Hem dat je leeft. Je hebt Hem voor jezelf gebruikt. En hoewel je dat hebt gedaan, zijn Zijn ogen op jou.
Je bent gemaakt om je Maker groot te maken. Je dient die houten dozen. Dwaasheid. Hij zegt dat zij een nood hebben. Luister naar wat ik zeg: ik sprak over de grote God. Hij voorziet in elke nooddruft. Zoals wij gedachten hebben, handen en voeten, dat wij van God afstammen, God is niet een houten doos. Jullie horen de grote Jehova te dienen. Als denkende en actieve schepsels dat is geen dwaasheid maar wijsheid.
Paulus tot Timotheüs: Maakt wijs tot zaligheid. Ze waren dwazen. Jij en ik zijn dwaas van natuur. Totdat we komen tot de kennis. Realiseren onze grote nooddruft is het hebben van een Messias. Zij vonden het prima in eigen gewoonten door te gaan. Over de opstanding uit de doden, ze waren onwijs.
Ze waren ondankbaar. Hoe ondankbaar kunnen wij zijn. Ik wil dit graag hebben. In plaats van alles ontvangen in de voorzienigheid van de Almachtige God. Het is in Zijn goedheid. Verachten van God.
De rijkdommen van Zijn goedheid. Die leidt tot bekering. We dienen tot bekering gebracht te worden. De goedheid van de Almachtige God, dat maakt ons nederig. Jullie hebt niets aan te bieden aan de grote God. Maar Hij alles aan jou te geven. Voor mensen in deze wereld. Want alzo lief had God de wereld dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft opdat een ieder die in Hem gelooft niet verderve maar het eeuwige leven hebben. Zond niet Zijn eigen Zoon om te veroordelen maar om te behouden.
Je hebt je eigen goud. Maar wat is de waarde ervan? Als ze hier en daar naartoe gedragen moeten worden, ze hebben geen enkele waarde. Hij is de God van het universum. Al de rijkdommen van goedheid en genade. Dit woord is alle aanneming waardig, ik de voornaamste van de zondaren. Dat is mijn leven: ik leef door Christus.
Hij is mijn God en Zaligmaker. Leeft voor eeuwig. In Hem leven en bewegen wij. Ik leef in Christus, ik beweeg in Christus. Christus leeft in mij. Er kan geen scheiding tussen mij en Christus zijn. Hij is bij mij met eeuwige liefde. Er kan geen scheiding zijn tussen Hem en mij.
Paulus zegt je hebt het niet. Je hebt alleen leven in God Zelf. In Athene zegt ik ben een christen. Mijn leven is verborgen in Hem. Maar jij? Je bent niet in Christus. Geen Zaligmaker, geen Meester. In plaats van deze dwaze afgoden bij je.
Er is geen verdoemenis voor hen die in Christus zijn. Paulus maakt het onderscheid tussen hen en hemzelf die bekeerd is. Ik ben in de tweede Adam. Ik ben in Christus. In Christus ben ik geaccepteerd. Ik Christus ben ik rein. Een volmaakte rechtvaardigheid.
Wat heb je nodig? Een verandering van gedachten. Een verandering van leven. Je moet vluchten van de afgoden. Je moet bekeren. In plaats van weg te rennen van God maar tot God. Dat is bekering.
Hier zegt Paulus de doctrine van Christus: bekeer je en geloof in Christus. Een verandering van gedachten, hart en leven. Je moet wederom geboren worden. Geboren door de Geest van God. Vernederen voor God in bekering en geloof.
Hier was Paulus aan het preken tot de Atheners. Zij moeten gered worden en hoe konden ze gered worden? In al hun verdorvenheid, haters van God, verachters van God. De God de Schepper van hemel, Hij is de heilige God.
Als ik zeg bekeer je moet je weten wat dat is, wie je bent, en wat God is en wie God is. God is een God van de hemel der hemelen: heilig heilig heilig God. Oneindig heilig en rechtvaardig. Zijn eigen zijn vol van gerechtigheid. Hoe kan Hij je ooit zien, zondaar. Hij is een heilige, rechtvaardige God. Je hebt zaligheid nodig maar het is buiten je eigen bereik. Zonder God en daarom zonder hoop.
De wet van de besnijdenis. Je zegt dat je zonder zonden bent. Hij eist een volmaakte rechtvaardigheid in je leven. Je hebt gezondigd keer na keer en jaar en jaar. Een rots die toorn opwekt. Paulus stelt de rechtvaardigheid en heiligheid van de heilige God voor.
Ja het is waar dat God genadig is. Maar je bent nog steeds schuldig. God eist een absolute heiligheid. Paulus opent de deur voor hen en verklaart de grote gave van de grote Schepper. Er is een open deur. Een weg voor zondaren.
Want alzo lief had God de wereld dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft opdat een ieder die in Hem gelooft niet verderve maar het eeuwige leven hebben. De Atheners wisten er niet van. Die mensen wisten er weinig van. Maar Paulus stelt de glorie van God voor. Is het niet zo als christenen dat we het in elk detail beseffen? Dat Christus kwam als de tweede Adam. Om een volmaakt te leven. Het is mijn vreugde Uw wet volmaakt te houden.
God liefhebben met heel het hart, met alle kracht. Dag na dag. Een volle liefde. Gegeven aan de Vader door de Zoon door absolute gehoorzaamheid. Niet voor Zichzelf maar voor mensen, mannen en vrouwen, jongens en meisjes. Wij hebben geen rechtvaardigheid. Gaan onze eigen weg. Wij die zondigen opnieuw en opnieuw en opnieuw.
Hij is genoemd onze rechtvaardigheid. Dat wij een rechtvaardigheid hebben die wij van ons mogen noemen. Heilig voor God. Dit is Mijn geliefde Zoon in wien Ik Mijn vermaak heb.
Ik heb gezien in elk detail van het leven. Als een kind, een volwassene. Hij was vrij van zonden. God de Vader houdt van de Zoon. Een vermaak in Hem.
Deze mensen uit Griekenland en van elders, zij hebben een rechtvaardigheid nodig. De geliefde Zoon kwam en gaf Zichzelf in heiligheid. De Vader had een vermaak in de Zoon en de Zoon in de Vader. Toen Hij bespot werd. Gaf zich voor zondige mannen en vrouwen.
Hij eist rechtvaardigheid. Deze mannen zondigen elke keer weer opnieuw. Christus betaalde. De rechtvaardige voor de onrechtvaardige. De herder voor de schapen. De heilige voor de onheilige. Hij liet Zijn bloed vergieten.
Hij zegt tot de Vader keer op keer. Zie Mijn rechtvaardigheid. Kijk naar deze man, vrouw, dit kind, en zie Mij. Mijn bloed. Het is betaald. Zo schrijft de apostel Johannes: het bloed van Christus reinigt van alle zonden.
God de Vader verklaart de Zoon Zelf. Zie Mijn geliefde Zoon. Hij is Rechtvaardige. Hij is de Verlosser. De grote God die kan zaligmaken zelfs de slechtste. Hij gaf Zichzelf om te redden.
Tot slot. Wat is de grote nood? Belangrijk en urgent, de matrix. Hier zijn zaken het meest belangrijke en meest urgent. Voor onze bestemming na de dood. Zijn we in Christus of nog steeds buiten?
Dat ieder zich werkelijk bekeert. God geeft een gebod. U zult niet doden. En hier u moet zich bekeren. God eist van ieder zich te bekeren. Paulus tegen de Atheners: kom op andere gedachten, werp je voor Zijn genade en Christus Jezus. En hier in Whitecapel hier in Londen, Groot-Brittianië.
Als we nog steeds zijn in onheiligheid. O wat een zaak is dat. Vers 31: ‘Daarom dat Hij een dag gesteld heeft, op welken Hij den aardbodem rechtvaardiglijk zal oordelen, door een Man, Dien Hij daartoe geordineerd heeft, verzekering daarvan doende aan allen, dewijl Hij Hem uit de doden opgewekt heeft’.
Hij die nu de Zaligmaker is, zal snel komen als de Rechter. Hij zegt kom tot Mij allen die vermoeid en belast zijn en Ik zal u rust geven.
Vandaag Zaligmaker, morgen Rechter. We zullen voor Hem verschijen. En of aan de rechterhand staan en gewassen van alle zonden. Of aan de linkerhand, buiten staan. Die stierf in rebellie. Stierf zonder hoop. Zonder hoop voor leven en eeuwigheid. Heel somber. Whitechapel heeft Christus nodig. Brittannië heeft Christus nodig. Hebben Christus nodig. Het Evangelie van de genade.
Ik ben gekomen om de Zaligmaker te zijn. De Vriend die tot Hem komen. Nee, we kunnen niet komen, ons bekeren zeggen de Atheners. Maar Paulus vertelt ze wat nodig hebben.
De doctrine van Gods soevereiniteit, neemt onze nooddruft niet weg. Nee, we moeten onze vernederen voor God. Nee, vrienden je kunt het niet. Je bent zonder kracht. Nee, het is door Christus Hij moest komen om te sterven. Wat we nodig hebben is tot Hem komen. Dat we verdorven zijn en niets kunnen doen voor onze zaligheid. Maar Zijn Naam aanroepen.
Amen.
Zondag 18 juni 2023 – Free Presbyterian Church Zoar Chapel London, Verenigd Koninkrijk – D.P. Rowland – Schriftlezing Romeinen 2 en Romeinen 3 vers 1-11