Wij mensen maken plannen en keuzes. Maar niets is buiten Gods beschikking. God is de Almachtige die alles bestuurt naar de raad van Zijn wil. Het is voor de gelovige een vertroosting: wat mij ook overkomt, het is onder Gods toelating. Het loopt Hem niet uit de hand.

Jeremia 10 vers 23: ‘Ik weet, o Heere! dat bij den mens zijn weg niet is; het is niet bij een man, die wandelt, dat hij zijn gang richte’.

God beschikt

Het overspel van de mensen zal zekerlijk worden gestraft. De ballingschap. We hebben een duidelijk beeld van wat afgoderij. Je zegt geldt het voor mij, ik dien toch geen afgodenbeelden? Afgoden veelkleurig beeld. Dien ik geld? Geplaatst boven God. Christus zegt je kunt God niet dienen en de Mammon. Sport is een afgod. In dit land verdrietig genoeg dienen velen voetbal.

Uit slingeren staat. Zoals David met de steen Goliath uitschakelde. Vers 22. Het kwam nog niet uit. De inval was er nog niet maar het gerucht. Dat is in Jeremia 25. ‘Ziet, er komt een stem des geruchts, en een groot beven uit het land van het noorden; dat men de steden van Juda zal stellen tot een verwoesting, een woning der draken.’ Dit was een waarschuwing. Uit Juda. Niets als dit had plaatsgevonden met Juda. Met de tienstammen wel maar niet met Juda. God beschermde Zijn tempel toch? Nee, die tempel verwoest. Tempel gemaakt bij mensenhanden. Had die tempel niet nodig.

Je kunt denken het zal nooit mij overkomen. Zal nooit gebeuren. Maar denk aan de lockdowns. Niemand kon dat bedenken in februari 2020. Een maand later opgesloten in huis en alleen naar buiten voor een wandeling en noodzakelijke boodschappen.

Dit gezegde: Een Jeremia zijn. Een doemdenker. Die slecht nieuws brengt. Geen goed erin. Ze haatten hem. Klinkt dat bekend voor je? Zoals mensen de waarschuwingen van het Evangelie behandelen. Onze leven zo behandelen. We zijn niet zoals met de afgoden van Juda.

We zijn in eeuwig gevaar. Een dag gaan we van deze wereld. Voor de rechtertroon van Christus staan? Zijn we bereid? Vrienden, we moeten nadenken over hoe we omgaan met waarschuwingen. Hoe is het voor een prediker waartegen iedereen zich keert? We hebben soms vrienden en dat is goed. In de tijden van Jeremia waren er een paar andere.

7000 anderen in de tijd van Elia. Er zijn er die in dit land getrouw christen zijn net als in de tijd van Elia. De Heere Jezus die in alles verzocht is geweest uitgenomen de zonde. Hij heeft onze lasten op Zich genomen. In de laatste drie verzen: ‘Ik weet, o HEERE! dat bij den mens zijn weg niet is; het is niet bij een man, die wandelt, dat hij zijn gang richte. Kastijd mij, HEERE! doch met mate; niet in Uw toorn, opdat Gij mij niet te niet maakt. Stort Uw grimmigheid uit over de heidenen, die U niet kennen, en over de geslachten, die Uw Naam niet aanroepen; want zij hebben Jakob opgegeten, ja, zij hebben hem opgegeten, en hem verteerd, en zijn woning verwoest’.

Er zijn drie delen in dit gebed. Ik richt me op vers 23. Stel je voor dat wij het waren. Dat de Russen hier een invasie beginnen en ons afscheiden van Europa. Gods toorn hangt boven dit land. ‘Ik weet, o Heere! dat bij den mens zijn weg niet is; het is niet bij een man, die wandelt, dat hij zijn gang richte’.

De Babyloniërs waren de vijand. Als God met ons is, dan gebeurt niet meer dan God toelaat. Jeremia: zelfs al zouden ze de invasie doen, het gaat niet verder dan Gods wil is.

Ezechiël 21 vers 18-22. ‘Wederom geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende: Gij nu, mensenkind, stel u twee wegen voor, waardoor het zwaard des konings van Babel komt; uit een land zullen zij beide voortkomen; en kies een zijde, kies ze aan het hoofd van den weg der stad. Gij zult een weg voorstellen, waardoor het zwaard inkomen zal tegen Rabba der kinderen Ammons, of tegen Juda, tot de vaste stad Jeruzalem. Want de koning van Babel zal aan de wegscheiding staan, aan het hoofd van de twee wegen, om waarzegging te gebruiken; hij zal zijn pijlen slijpen; hij zal de terafim vragen, hij zal de lever bezien. De waarzegging zal aan zijn rechterhand zijn op Jeruzalem, om hoofdmannen te stellen, om den mond te openen in het doodslaan, om de stem op te heffen met gejuich, om stormrammen te stellen tegen de poorten, om sterkten op te werpen, om bolwerken te bouwen’.

Naar rechts Jeruzalem. Naar links Ammons. Het is bijna als een munt opwerpen. Van een macht buiten zichzelf, welke weg te gaan? We hebben een voorbeeld van vorige week. Verkiezing hoofd van het district. Gelijk aantal stemmen. Na drie hertellingen. Toen lot geworpen en conservatieve kandidaat werd het. Het invullen van de plaats van Judas. Twee kandidaten. Zij wierpen loten. Matthias won. Een munt tossen, is een kans. We doen dat niet met alle beslissingen, we hebben verstand gekregen.

Psalm 32. Wil toch niet stug gelijk een paard weerstreven, of als een muil voortgedreven. Als wijsheid ons niet helpt, dan kan het in een uitzonderlijk geval voorkomen om een lot te werpen.

Prediker 9 vers 12: ‘Dat ook de mens zijn tijd niet weet, gelijk de vissen, die gevangen worden met het boze net; en gelijk de vogelen, die gevangen worden met den strik; gelijk die, alzo worden de kinderen der mensen verstrikt, ter bozer tijd, wanneer derzelve haastelijk over hen valt’. Wie is er verantwoordelijk voor? God is soeverein over kans. God beschikte het. Niemand weet of we morgen onze gezondheid hebben of welvaart, laat staan dat we erop rekenen. Wat kans maakt is onder Gods maakt.

Dood van koning Ahab. Een pijl trof hem. 2 Koningen 22. Ongelukkig voor Ahab, gelukkige poging voor de vijanden van Israël. Micha had dit gebeuren voorzegd. Geprofeteerd. Het was niet een kans-gebeuren. God had voorbeschikt. Kans voor mensen, bij God bedacht. Het is een vertroosting voor de gelovige.

Mattheüs 10 vers 29-31. Mussen hebben geen waarde in dit land. Staat niet op het menu -ik wil je niet ontmoeten voor het avondeten. Dit betekent niet dat er geen mus valt. Maar dat een mus alleen valt als God het toelaat. Hoeveel meer zorgt Hij voor jou.

Door te bidden zoals Jeremia doet. Hij wist het meest slechte van mensen is alleen wat God toelaat. Het kan niet verder gaan. We zien het keer op keer in de Schrift. Jozefs broeders. Zo vol van boosheid. Zijn veelkleurige rok. Kinderen, misschien ken het wel ‘Jozef en de rok’ de musical.

Broers wilden hem doden. Kamelen kwamen. Handelaren en namen hem mee. Hij werd een heerser in Egypte en vooruitgestuurd en zorgde voor eten toen er hongersnood was.

Genesis 45 vers 7: ‘Doch God heeft mij voor uw aangezicht henen gezonden, om u een overblijfsel te stellen op de aarde, en om u bij het leven te behouden, door een grote verlossing’. Wat een uitzonderlijke zaak. Niet de broeders. Maar God. God grijpt in voor het goede. Herodus wilde Petrus executeren na de broer Jakobus. Maar God verhinderde het.

In 1508 verbrand. In vlammen opgegaan. Het verhaal gaat dat een stier degene pakte en aan zijn hoornen meenam en spietste. Gods soevereiniteit zover en niet verder. De les voor ons. Dat we dwaas zijn als we denken beslissingen kunnen nemen zonder God. Zoals de rijke man.

Lukas 12 vers 18-22: ‘En hij zeide: Dit zal ik doen; ik zal mijn schuren afbreken, en grotere bouwen, en zal aldaar verzamelen al dit mijn gewas, en deze mijn goederen. En ik zal tot mijn ziel zeggen: Ziel! gij hebt vele goederen, die opgelegd zijn voor vele jaren, neem rust, eet, drink, wees vrolijk. Maar God zeide tot hem: Gij dwaas! in dezen nacht zal men uw ziel van u afeisen; en hetgeen gij bereid hebt, wiens zal het zijn? Alzo is het met dien, die zichzelven schatten vergadert, en niet rijk is in God. En Hij zeide tot Zijn discipelen: Daarom zeg Ik u: Zijt niet bezorgd voor uw leven, wat gij eten zult, noch voor het lichaam, waarmede gij u kleden zult’. Ik wil grotere schuren bouwen. Dit zegt niet vrienden dat je geen geld kan hebben als een christen.

Als je het geld voor jezelf houdt. Niet rijk in God maar alleen rijk voor jezelf. De eerste nacht. Mogelijk zijn pensioen. Zijn leven was genomen. Sommige mensen komen op hun droomlocatie voor pensioen en ze zijn er nog niet een nacht of ze overlijden. Het gebeurt.

Voor ons. Vandaag. Morgen. Dan hoef je niet bang. Rijk in God te zijn. God zal voorzien. Jakobus 4. Zo de Heere wil en wij leven. Herinner me hierover gepreekt te hebben aan het begin van Covid. Vanaf vers 13. Als de Heere wil en dit of dat doet. ‘Zo de Heere wil’ zeggen we over onze plannen. Godvrezende man John Berridge. Volgeling van Wesley. Constante oefening van Gods kinderen. Had die droom. Had God autoriteit.

Tegen Ramoth strijden of niet. Josafat zette geen stap voordat hij raad van God had. Navraag. 1 Koningen 22 vers 2: ‘Maar het geschiedde in het derde jaar, als Josafat, de koning van Juda, tot den koning van Israël afgekomen was’. Richteren 1 vers 1: ‘En het geschiedde na den dood van Jozua, dat de kinderen Israëls den HEERE vraagden, zeggende: Wie zal onder ons het eerst optrekken naar de Kanaänieten, om tegen hen te krijgen?’.

De kinderen van Israel wie zal voor ons opgaan tegen de Kanaänieten. Psalm 24 vers 6. Een christen is iemand die Gods aangezicht zoekt. Sommige mensen zeggen christenen te zijn. Of gaan we onze vrolijke weg en hopen we dat God met ons in. Doen wij dat, jij en ik? Vraag Hem eerst. Ik preek tot je en tot mijzelf. We wijken snel af vrienden.

Ik kom tot de andere twee verzen. Nog kort hierover. ‘Kastijd mij, Heere! doch met mate; niet in Uw toorn, opdat Gij mij niet te niet maakt’. God doet het op twee manieren. God straft. Het is makkelijk te denken over een ander dat God die straft, moet gezondigd hebben. Om te heiligen zoals Job.

Ontrouw met stiefmoeder. 1 Koriste 5 vers 1: ‘Men hoort ganselijk, dat er hoererij onder u is, en zodanige hoererij, die ook onder de heidenen niet genoemd wordt, alzo dat er een zijns vaders huisvrouw heeft’. En: ‘Denzulken over te geven aan den satan, tot verderf des vleses, opdat de geest behouden moge worden in den dag van den Heere Jezus’ [vers 5]. Paulus zegt: dat hij zich bekeert. Hij deed het. 2 Korinthe. Eindigde goed in dit geval.

Als je door moeilijkheden gaat. Kastijd mij, Heere. Doe wat nodig is om me terug te brengen op het rechte pad. Laat het jou weg zijn en mijn weg. Hoe oneerlijk is het. Vers 25: ‘Stort Uw grimmigheid uit over de heidenen, die U niet kennen, en over de geslachten, die Uw Naam niet aanroepen; want zij hebben Jakob opgegeten, ja, zij hebben hem opgegeten, en hem verteerd, en zijn woning verwoest’. Ja God kan hen besteld hebben. Tot de Joden. Nebukadnezar ik denk dat hij gered was. Maar volk gestraft. Lezen het in Klaagliederen. Kwaad. Waren ervoor gestraft.

God is rechtvaardig. Geen kwaad gaat aan Zijn oog voorbij. Hij ziet alles. En is alles vol liefde voor Zijn kinderen. Roepen wij de Naam van de Heere aan? In kastijding en niet in toorn. Moge de Heere ons helpen.

Amen.

 

Zondag 23 juli 2023 – Strangers Rest Mission Church Londen, Verenigd Koninkrijk – M. Mullins – Schriftlezing Jeremia 10 en Mattheüs 10 vers 16-33