Als de Heere Jezus bij Simon de Farizeeër is, dan komt daar een zondares binnen die Zijn voeten wast, kust en droogt met haar haren. Ze heeft de Heere Jezus veel lief en betoont zo in geloof haar liefde tot Hem die door de Heere Zelf gewerkt is. Simon de zelfgenoegzame Farizeeër krijgt een vraag gesteld. Het is Christus de Zoon van God die uit genade de zonden vergeeft en daarmee betoont wie Hij is: de Zaligmaker van zondaren.
Lukas 7 vers 47: ‘Daarom zeg Ik u: Haar zonden zijn haar vergeven, die vele waren; want zij heeft veel liefgehad; maar dien weinig vergeven wordt, die heeft weinig lief‘.
Voor Luther de Reformator was het een grote ontdekking wat er staat in Romeinen 1 vers 17. De rechtvaardige zal door het geloof leven. Dat zien we eigenlijk ook in deze perikoop. Het leven van deze zondares en Luther komen als het ware samen.
De wenende zondares aan de voeten van de Heere Jezus
- De zondige vrouw en haar daden;
- De zelfgenoegzame Farizeeër en zijn antwoord;
- De genadige Zaligmaker en Zijn zegen.
Gemeente, kerktelefoonluisters, jonge vrienden, we ontmoeten de Heere Jezus te midden van zondaren en Tollenaren. Ergens in Galilea. Wat veel belangrijker is wat de Heere Jezus daar heeft gedaan. Zieken geneest en doden opwekt. Ook preekt en mensen onderwijst. Zijn bediening trekt de aandacht van mensen. Een groot profeet is opgestaan en God heeft Zijn volk bezocht. Onder de indruk wat Hij doet denkt men dat Hij wel een groot profeet moet zijn.
Dit gerucht bereikt ook Johannes de Doper. Als hij dat hoort raakt hij vertwijfeld. Nu in de gevangenis. Eerder bij de doop bij de Jordaan had hij Hem aangewezen: zie het Lam Gods dat de zonden der wereld wegneemt. Vergeet Hij nu Zijn voorloper. Johannes stuurt zijn discipelen naar de Heere Jezus. De vraag is heel eenvoudig: is Hij de beloofde Messias of moeten we naar een andere uitzien?
Lukas vermeldt dat de Heere Jezus bezig is met een overvloed van wonderen. De vraag wordt beantwoord met de praktijk van het leven. In alles wordt het betoond. De Heere Jezus zegt niet: zeg maar dat Ik het ben. Maar ze mogen vertellen wat ze hebben gezien. Zijn daden. Maar dat is precies wat Johannes al heeft gehoord? Wat voegt het alles nog toe?
Dan spreekt de Heere het zalig toe, zalig is hij die aan Mij niet geërgerd zal worden. Die gelooft en vertrouwt ondanks dat je de wegen van de Heere niet begrijpt en de dingen gaan zoals ze gaan. De Heere Jezus spreekt zalig. Met dit alles wil de Heere Jezus zeggen dat Johannes inderdaad de voorloper is.
1. De zondige vrouw en haar daden
Zij kuste Zijn voeten en zalfde ze en droogde ze met de haren van haar hoofd. De Heere Jezus is in Galilea, de exacte locatie is niet bekend. De Heere Jezus is bij Simon de Farizeeër voor een maaltijd. Wat is er dan beter dan om Hem zelf te horen. De Heere Jezus gaat erop in. De Evangelist Lukas meldt nog twee andere maaltijden. De reden van deze maaltijd wordt niet vermeld.
Waarschijnlijk wil Simon ervan overtuigen dat Hij niet de Messias is en daarom nodige hij Hem uit. Ze lagen aan tafel, niet zitten. Zijn voeten werden niet gewassen. Dat was gebruikelijk. Het was op een open binnenplaats. Het was niet ongewoon dat mensen zo binnenkwamen voor een praatje. Wat wel ongewoon is dat deze zondige vrouw daar kwam.
Wie was deze vrouw? Maria Magdalene beweren sommige verklaarders maar er is geen reden voor om dat te staven. Of uit Bethanië. Maar wat er wel staat is dat ze een zondares was, tot drie keer toe. Vrouw uit de stad. Mogelijk prostituée. Waarom ging zij naar de Heere Jezus? Mogelijk had zij er prediking van Johannes de Doper gehoord. Gehoord dat de Heere Jezus een vriend van zondaren was.
Hoe liefdevol is de Heere Jezus voor de hoofdman in Kapaernaüm, of voor de moeder van de jongeling van Naïm. Zij komt niet op hoop van zegen. Maar ze beroept zich op Zijn woorden Zelf, komt in geloof. Gekomen om te roepen en zalig te maken wat verloren was. Daar komt deze vrouw, achter de voeten van de Heere Jezus. Deze vrouw maakte ook deel uit van het volk van het verbond. Maar een groot deel van haar leven besteedde zij aan het rebelleren tegen de God van het verbond.
Jonge vrienden, er is niets nieuws onder de zon. Dat de Heere de dagen van je verkort. Dat de Heere Zijn Geest van je terugtrekt, zegt Matthew Henry. Haar tranen regende op de voeten van de Heere Jezus. Ik moest onderweg hiernaartoe met die hevige regen aan denken. Ze weende over haar zonden, berouw. Ervoor al geweend Nu zij de gelegenheid heeft om tot Christus te komen, werd de wond geopend. Zij oog in oog met de Zoon van de heilige God. En zij de zondares.
Ze gebruikt haar haren om de voeten af te drogen. Kust uit teken van respect Zijn voeten. Ze neemt dure zalf. We zien wat Gods Geest in haar hart heeft gewerkt. Het geloof is een genadewerk van de Geest. Hunkert naar de genade in Christus, zegt de Puritein Sheppard. Haar hart breekt.
2. De zelfgenoegzame Farizeeër en zijn antwoord
Simon antwoordde ik meen dat hij het is die het meest kwijtgescholden is. Simon een streng gelovig man, zou zich nooit met deze vrouw die letterlijk een allemansvriendje is inlaten. Hij mocht haar niet eens aanraken omdat hij dan ook onrein zou worden. Voor Simon een schokkend gebeuren in zijn huiskamer. Een zondares die de Rabbi van Nazareth aanraakt. Deze daad maakt dat de Rabbi dan ook onrein wordt. En ten tweede dat Hij haar niet wegduwt. Je zou toch minstens verwachten dat Hij zegt: ga weg zondares, weet jou wil Ik niets te maken hebben.
Maar zonder enig protest laat Hij haar Zijn voeten kussen en met haar Zijn voeten drogen. Indien Hij een profeet ware, het zijn gedachten die in hart van Simon opklimmen. Hij zegt het niet hardop. Als deze een Profeet is, wat Hij niet is, deze Farizeeër niet onpartijdig. Jezus is helemaal geen profeet of iets wat daarop moet lijken, denkt Simon. De Farizeeër, de zelf rechtvaardige man heeft boze gedachten over wie Christus is. In plaats daarvan drijft hij in het hart de spot met Christus. In zijn hart veracht hij de Zone Gods.
En Jezus antwoordde. Simon, Ik heb u iets te zeggen. Jonge vrienden, Simon heeft nog niets gezegd. Jezus antwoordt. De gedachten van Simon zijn voor Hem een geopend boek. Hij is niet alleen almachtig maar ook alwetend. Hij weet wat er in het hart van de Farizeeër leeft. Hij weet of er geloof is in je hart. Hij roept om geloof en bekering. Eer dat u roept heb Ik al geantwoord. Ik heb geen lust in je dood maar daarin dat je je bekeert en leeft. Ik ken je niet alleen, maar weet ook wat je te wachten staat als je aan Mijn stem ongehoorzaam bent.
Dat is wat hier gebeurt. De Heere Jezus nadert liefdevol tot Simon. Het enige wat Simon kan zeggen: Heere zeg het Heere. De Heere Jezus gebruikt een voorbeeld van twee kredietverstrekker. De ene tien keer zo veel. Denarii. Dagloon. Die schuldeiser een barmhartig man. Wie van deze zal hem meer liefhebben? Wie zal meer genegenheid hebben voor deze kredietverstrekker.
De wijze waarop deze Farizeeër zijn antwoord begint, getuigt van een aarzeling. Ik acht. Je kunt ook vertalen: ik vermoed. Degene die het meeste is kwijtgescholden. De Heere Jezus zegt dat is juist. Hij wendde Zich tot de vrouw.
Deze vrouw waste met haar tranen Zijn voeten. En droogde met haar haren. Simon begroette Jezus niet met een kus. Deze vrouw deed veel meer. Gast zalven met olijfolie. Weliswaar goedkoop maar teken van eer en respect. Maar Simon verzuimde dit voor de meest geerde Gast die je in his kunt hebben. De vrouw deed zelfs Zijn voeten.
Zien hier weer de tegenstelling. Deze vrouw overtrof de zelfgenoegzame Farizeeër. Gemeente, jonge vrienden, wat is het nodig dat we ons dagelijks bestaan onder de ogen van God komen als deze vrouw. Dat Gods Geest ons ontdekt, we hebben allen gezondigd en derven de heerlijkheid van God. We zijn van huis uit zelfgenoegzaam.
We zijn zeker niet zo goed voor de hemel, maar zeker niet zo slecht dat we verloren moeten gaan. Maar als Gods Geest ons ontdekt dat we voor God niet kunnen bestaan, dan geen been meer om op te staan. Al je deugden een wegwerpelijk kleed. Wenen voor de Heere Jezus. Je belijdt je zonden voor God. En bidt het gebed van die Farizeeër: wees mij de zondaar genadig. Is dat alles? Schuld en genade gaan samen. Geen rust voordat je genade ontvangen hebt van de Zaligmaker.
3. De genadige Zaligmaker en Zijn zegen
We zien in deze perikoop dat de Farizeeër in ongeloof blijft steken, maar de vrouw komt tot geloof. De Farizeeër bekrachtigd als het ware zijn ongeloof. De engel sprak tot Maria: en u zult Hem heten Jezus, want Hij zal Zijn volk zalig maken van de zonden. Haar liefde was het gevolg van Zijn vergeving. Niet de oorzaak, niet de reden.
Ryle: het was omdat ze zich veel vergeven voelde. Zou de Farizeeër weten waarom hij de Gast zoveel verschuldigd was? Hij was het niet bewust. Christus ons uit genade de zonden vergeeft. De rechtvaardiging gaat voor de heiliging. Vrede met God in Christus is de enige vrucht die de wortel zal dragen.
We moeten werken vanuit het leven uit God. Niet uit het leven van de mens. Onze werken zijn niet beter dan ‘prachtige’ zonden. Luther heeft dat ook moeten leren. Zulk een is mijn liefste en alles aan Hem is gans begeerlijk. Simon wist niet wie hij in huis had gehad. De vrouw kwam daar meteen op af. Door de Geest kwam ze daarop af. Die vrouw is wel een grote zondares in de stad, maar haar liefde tot Hem betoont dat zij dat weet. Dat bevestigt de Heere Jezus het geloof bij de zondares.
En dat roept vragen op bij de tafelgenoten bij de Farizeeër. Wie Hij is? In ieder geval geen Profeet denkt de Farizeeër. Maar de tafelgenoten denken meer. Uw geloof heeft u behouden. Daarom wordt door Goddelijke macht haar de zonden vergeven. Hij is gekomen om te zoeken en zalig te maken wat verloren is. Zij weet zich door het geloof gered, gerechtvaardigd.
Als je zonden vergeven zijn, dan is er geen verdoemenis voor degenen die in Christus Jezus zijn. Dat is de worsteling waar de Reformator Maarten Luther in zat. Het geloof weet dat de zonden vergeven zijn. Het was haar geloof. Niet van haar man, niet van haar moeder. Uw geloof zegt de Heere. Gemeente, onze vrienden, onze zaligheid is niet dat een ander het van ons gelooft. Het heeft voor de eeuwigheid geen waarde. Het is een gave Gods.
Uw geloof heeft u behouden. Een voldongen feit. Ben je dan altijd zeker, ligt het altijd vast? Aan Gods kant wel. Maar als je eigen wegen gaat, ook na ontvangen genade, dan begeef je je op gevaarlijk terrein. Dan raak je Christus uit het zicht. Aan Gods kant ligt het vast. Aan onze kant is het alleen het genoten als het oog op Christus wordt geslagen.
Gemeente, we gaan afronden, op zondagavond 31 oktober 2021. Gaan onze gedachten naar Maarten Luther. Zalfde zijn ogen met zich voor God met genoegdoening door eigen werken. De rechtvaardige zal uit het geloof leven. Belijden zelf midden in de dood te liggen. Heb je geen woorden? Tranen zeggen meer dan woorden. Je durft de Heere niet onder ogen te komen? Ga maar achter Hem staan aan Zijn voeten. Hij weet wat van Zijn maaksel zij te wachten. Door de prediking horen we de stem van God. De rechtvaardige zal uit het geloof leven. De Heere vraagt een reactie van het hart. En dan zijn er maar twee reacties: of je ontvangt het Woord van de Heere in geloof of je wijst het af.
En wat is de zonde van ongeloof ernstig. Ongeloof is niet niets doen. Maar actieve tegenstand. Zeg niet: ik heb nog de tijd. Je hebt helemaal geen tijd. Onze tijden zijn in Gods hand. Daar zijn de drie rouwdragende families getuige van. In de eeuwigheid heeft God de tijd geschapen. Die tijd dat is die jij krijgt. Die begint in de eeuwigheid en keert weer terug naar de eeuwigheid. In die tussentijd een antwoord op die levensbelangrijke vraag: wat heb je met Mijn Zoon gedaan? Niet eigendom van jezelf maar van je getrouwe Zaligmaker. Die met Zijn dierbaar bloed voor al mijn zonden volkomen betaald heeft. Dat moet je weten.
Geloof is ontdekking aan je zonden en daarin de toevlucht tot de Heere neemt. Geloof is je leven leggen in de dierbare haren van de Zaligmaker. Geloof is wat Hij belooft in Zijn Woord. Geloof is toen je gedoopt werd in de armen van je moeder lag. Toen heeft de Heere gesproken. Dat Zijn bloed reinigt van alle zonden. Kom tot Mij, Mijn Zoon, Mijn dochter. Ik heb geen lust in je dood maar daarin dat je je bekeert en leeft. Geloof dat je hoort: Uw geloof heeft u behouden. Ga heen in vrede.
Amen.
Hervormingsdag zondag 31 oktober 2021 – Triumfatorkerk Herstelde Hervormde Gemeente Katwijk – kand. W.J. Korving – Schriftlezing Lukas 7 vers 36-50