Als Jozef en Maria met het Kind Jezus op het tempelplein zijn is daar de priester Simeon. Door de Heilige Geest daar gebracht. Hij zegent hen en spreekt over zwaard en zegen. Hij ziet in het Kind het heil, de Zaligmaker, voor alle volken. Zo komt de boodschap van het Evangelie van Christus die naar deze wereld kwam om te lijden tot ons.

Lukas 2 vers 33-35: ‘[33] En Jozef en Zijn moeder verwonderden zich over hetgeen van Hem gezegd werd. [34] En Simeon zegende henlieden, en zeide tot Maria, Zijn moeder: Zie, Deze wordt gezet tot een val en opstanding veler in Israël, en tot een teken, dat wedersproken zal worden. [35] (En ook een zwaard zal door uw eigen ziel gaan) opdat de gedachten uit vele harten geopenbaard worden’.

De laatste Kerstjubel in Jeruzalem

  1. Spreekt van verwondering voor de zegen;
  2. Spreekt van het zwaard onder de zegen;
  3. Spreekt van zegen boven het zwaard.

Gemeente, kerktelefoonluisteraars, in de tekstwoorden ontmoeten we Simeon, Jozef en Maria en het Kindeken Jezus op het tempelplein in Jeruzalem. Juist op het moment dat priester Simeon na de ordening van Melchizedek de handen uitstrekt over Jezus en Jozef en Maria. Zwaard en zegen. We zullen niet spreken over de voorstelling in de tempel, of de eerste keer van Jezus in het huis van de Vader of over armen die vertroost worden. Maar vanavond richten we ons wat Simeon zegt: zegen en zwaard. En wel op een heel bijzondere wijze waar onze Borg en Middelaar aan God de Vader is voorgesteld.

Jozef en Maria hebben twee tortelduiven of jonge duivel geofferd. En dit moment dat Jozef en Maria op het tempelplein komen is een kantelpunt. Het Oude Testament overgaat in het Nieuwe Testament. Dit is de laatste keer dat we de Kerstjubel horen.

1. Spreekt van verwondering voor de zegen

En Jozef en Maria verwonderen zich over wat van Hem gezegd is. Jozef en Maria doen precies wat in de wet van Mozes is voorgeschreven, Thorah. Veertig dagen. Vrouw is veertig dagen onrein. Ouders brengen eerstgeboren kind naar de tempel om te reinigen en te worden geofferd. Woordelijk neemt Lukas over wat er is beschreven. Dan is het wel wonderlijk dat Lukas niet zegt wat ze hebben geofferd. Wat hij wel zegt is dat zij alles wat de wet hen voorschrijft hebben gedaan en terugkeerden naar Nazareth.

In het voorgelezen Schriftgedeelte horen we zes keer over de wet van God, de wet Mozes. Wat wil dat benadrukken? Wil Lukas laten zien dat Jozef en Maria gelovige mensen waren? Nee. Maar dat Christus in de heilsgeschiedenis wordt gelegd. Gewijd en geheiligd aan God. Deuteronomium 13. De eerstegeborene. De God van het verbond de God van het leven is. De Ik ben die Ik ben. Het volk verlost heeft van het systematisch doden van wat Farao deed met de eerstgeborene door ze te doden.

Het is niet een herinneringsteken. Het is een teken van God die verlost uit het slavenhuis. Wat we gezongen hebben: God heb ik lief, want Hij hoort mijn stem, mijn smekingen en mijn klagen. Simeon ziet veel verder. Niet alleen zag hij het offeren van de duiven. Dat God verlost uit de handen van Farao. Maar veel meer, Hij zag Gods verlossende hand in dit Kind.

Herinneren we de woorden van de engel Gabriël, want u zult Zijn Naam heten Jezus want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden. Gods heil. Opdat ieder die in Hem gelooft een nieuw hartje ontvangt. Mijn ogen hebben Uw zaligheid gezien. Dat zijn wel ogen van het geloof. Als de door God gezalfde. De Christus. De Messias. In Christus ligt een oneindig perspectief. Een licht tot verlichting van het volk Israël. Mijn geliefde Zoon, in U heb Ik Mijn welbehagen. God als de Verlosser openbaart.

Het offer van de Heere Jezus zal de omkering zijn van de macht van de dood. Het is precies eender. Bedreiging van Farao. Dat ziet Simeon zo duidelijk. De laatste bedeling. Dat alle volken, ook de heidenen zullen delen in dat heil dat Simeon in de handen heeft. Een licht tot verlichting der heidenen. Een Kind voor het aangezicht van God geschonken.

Simeon tekent de Heere Jezus als een Licht. Zoals de Heere Jezus Zelf heeft gesproken: Ik ben het licht der wereld. Zoals Meleachi heeft gesproken, Zacharia heeft gesproken. Zo hebben Jozef en Maria daar gestaan. En ze hebben zich verwonderd. En als dat is gebeurd, dan lezen we Simeon zegende hen. Niet zomaar. Hij sprak hier en was hier door de Heilige Geest. Dan spreekt God Zelf tot hen. Zo staan Jozef en Maria op het tempelplein onder de zegen van de Heere. Wat denkt u, wat denk jij, zullen ze daar moed en kracht uit hebben geput? Zullen ze daar niet aan gedacht hebben als ze straks moeten vluchten naar Egypte? Door de dorre woestijn Sinaï. Als die zegen met hen meegaat, dan wil dat zeggen dat God Zelf met hen meegaat. Hij zegent met vrede en troost. Vrede met God door dat Kind dat hij in de hand heeft gehad.

Genadelicht. Hij zegent met leven en zaligheid. Leven dat sterker is dan de dood. In die zegen te delen jonge vrienden is alles. Is het niet wonderlijk gemeente, kerktelefoonluisteraars, is het niet verwonderlijk hoe de Heere werkt? Voordat Jozef en Maria moeten vluchten met het Kind naar Egypte, zegent Hij hen. God verzoekt niet boven hun vermogen. Hij schenkt kracht na kruis.

Ik hoop dat die verwondering ook bij die familie […] is. Overlijden. En ook geboorte. Er mag ook vreugde zijn over nieuw leven. Wat is God goed en wijs. Dat Hij ook daarin goed dat Hij kracht wil geven om het kruis te dragen. Wat is God goed voor iemand als ik ben. De grootste van de zondaren.

2. Spreekt van het zwaard onder de zegen

Dit laat de laatste Kerstklanken horen. Dit maakt niet bepaald blij. Ik denk eerder dat het somber maakt. Alles begon zo blij. Een blijde engelenstem. En Maria die het uitzong. Nu maakt mijn ziel groot de Heere. En engelenschare. En Simeon die God prijs. Nu lijkt de vreugde verstikt te worden. Dat de heerlijkheid van de Heere niet meer schijnt.

We horen wel van een zwaard die door de ziel zal gaan. Is dan de blijdschap van de Kerstvreugde verdwenen? Hij is toch de Verlosser die komen zou. Simeon die hier op het tempelplein zojuist het Kindje in de armen heeft gehad. Spreekt van dat hij nu heen kan gaan in vrede. Simeon zegent als een priester van de Heere. Maar zijn zegende handen zijn ook boven het zwaard en smart. Dan is er in die laatste Kerstklank toch nog vreugde. In leed toch nog licht.

Ja, je hebt gelijk. Het is geen blijde boodschap die Simeon aan Jozef en Maria brengt. Hij zal een lijdende Zaligmaker, een lijdende Jezus zijn. Want Maria u zult met Hem mee-lijden. Waarmee u een sterke moeder-kindrelatie hebt, u zult met Hem lijden. Niet van martelaarschap; ‘maar in de rijkste genietingen en voorspoed in deze wereld te weten, dat ons banden en verdrukkingen aanstaande zijn’, tekent Matthew Henry aan.

Spreker, het is toch niet bepaald aardig van Simeon om zo wijze de ouders geluk te wensen met de geboorte van hun Kind. Moeten we het camoufleren? Zoals Adam en Eva probeerden. Daar hebben wij mensen nog wel een handje van, onder het vloerkleed. Maar zo werkt de Heere niet.

Maar spreker, de engelen zongen van vrede op aarde? Ja, dat is waar. Maar die vrede daalt pas op aarde, als dit Kind dat nu in de armen van moeder ligt, als Hij aan het kruis op Golgotha heeft uitgeroepen het is volbracht. Dit Kind dat gekomen is om de wet te vervullen. Om de straf weggedragen heeft op het kruishout van Golgotha. Toen Hij heeft uitgeroepen het is volbracht, scheurde het kleed van boven naar beneden tussen het heilige en heilige der heiligen in de tempel.

Toen is die vrede gekomen. Dat welbehagen Gods is door dat Kind volbracht. Van al die onwelbehaaglijke mensen die u, jij en ik van nature zijn. Toen is er vrede op aarde gekomen. Dat God de Vader heeft gegeven aan dit Kind. Vader, Ik wil dat waar Ik ben ook zij zijn die U Mij gegeven hebt. Het zwaard is scherp voor Maria als de Joden de Heere Jezus radicaal verwerpen en Hem aan het kruis nagelen.

Moeten opletten wat er staat. Deze wordt gezet tot een val en opstanding. Het zwaard staat tot een teken. God zet Zijn Zoon tot een val en opstanding van velen in Israël. Horen bij elkaar. Er staat niet een val, een opstanding. Velen zullen in die verlossing delen door eerst neer te vallen. God doet eerst vallen en je opstaan in een nieuw leven. We staan hier op het kantelpunt van het Oude naar het Nieuwe Testament.

Een schone voorstelling van het Kerstfeest ligt aan scherven. Maria zal gehuiverd hebben. Christus is gekomen in het vlees. Als de tweede Adam is Hij gedaald in die peilloze diepte van onze radicale verlorenheid. Wat onze eerste Adam verbroken heeft. De Kind in de kribbe zal straks de Man van smarten zijn aan het kruis. Maar Hij richt weer op. Dat is het fundament van de zaligheid voor allen die Hem lief hebben gekregen. Dan kan er van alles tegenaan, maar het zal blijven staan omdat het gefundeerd is in het werk van God. Door Zijn lieve Geest. Om te overtuigen van zonden en oordeel. Maar die lieve Geest is er ook om je te ontdekken aan de liefde van Christus. Als een doemwaardige aan Zijn voeten. Dan maakt Christus van dood levend. Ingeplant worden in de rank Christus.

3. Spreekt van het zwaard boven de zegen

Ook een zwaard zal door uw eigen ziel gaan. Kun je dat wel zeggen? Is er zegen het zwaard? Door de armen zegenend op Jozef en Maria en het Kind te leggen. Maar die zegen is wel een belangrijke. Simeon spreekt niet alleen tot Jozef en Maria. Maar klinkt al de eeuwen door, ook hier vanavond in Katwijk. Uit smart bloeit Gods vreugde op. Omdat Gods Zoon naar deze wereld is gekomen. Zijn leed tot blijdschap. Zijn dood tot leven. Zijn kruis tot kroon. In Hem lossen al de tegenstellingen op als ze in de hemelse heerlijkheid zullen zijn met Hem.

Het leven van Simeon wordt gekenmerkt in het verlangen. Hij heeft niet voor niets gewacht op de vertroosting van Israël. De Heere Jezus maakt scheiding. Geloof en ongeloof kan niet samen gaan. Olie en water zijn niet te mengen. In deze Messias. Niet alleen in het verleden maar ook in het heden. Het is geen filosofie wat Simeon hier uitspreekt maar profetie en zegen. En dat wordt gezegd in de naam van de Heere.

In datzelfde kruis roemen nu al Gods kinderen. Christus moest de gedachte van velen zijn. Zijn Evangelie moest de aard van velen aan het licht brengen, zegt Ryle. Deze rede is hard, wilt u ook niet weggaan. Daar zien we wat de mens werkelijk is: een vijand van God en de naaste. Wat denkt u van de Christus? Welke gedachten roept Hij op in het hart? Deze vragen moeten de hoogste prioriteit hebben.

Of laten we Hem maar praten. Tomorrow is another day. Of laten we Hem maar kloppen? Mijn Zoon, Mijn dochter geef Mij je hart. Heb geen rust voor je Hem hebt gevonden. De eredienst nadert zijn einde. Maar de Kerstklanken klinken nog.

Dan zien we boven het zwaard in de moeite en het verdriet in het leven, Hem die het zegt. Ik voor u. Dat Hij eeuwig bij hen wil wonen. Dat wordt iedere zondag gepredikt. Maar van nature leven we aan Hem voorbij. Het is het teken van oneindige liefde Gods. Maar we spreken Hem tegen. Kan openlijk of in stilte. In je eigen godsdienst. We willen niet buigen. Dat is onze nood en uiteindelijk onze dood.

Als God er niet aan te pas kwam, zou geen mens zalig worden. Maar niet om je achter te verschuilen. Christus wordt gepredikt als Gods ontferming in Hem. Kom tot Mij. Ik heb geen lust in je dood. In Hem valt het zwaard weg en blijft er zegen over in die gezegende handen. En als dat kind eenmaal binnen mag komen, dan zien de zegende handen van Christus met de nagelen. Maar niet voor hen die de toevlucht niet hebben genomen. Maar alleen maar vloek. Maar voor hen die zegen van Hem gevonden hebben, die zingen het met Simeon: geloofd zij God met diepst ontzag.

Amen.

 

Zondag 15 januari 2023 – Triumfatorkerk Hersteld Hervormde Gemeente Katwijk-upon-Sea – kand. W.J. Korving – Schriftlezing Lukas 2 vers 22-40