David heeft een enerverend leven gehad. Dat komt in Psalm 139 terug. Maar hoe het ook gaat; God is er bij. Hij houdt ons vast – ook als wij het niet meer zien zitten.
Gemeente van Christus, bij het zingen van Psalm 139 valt mij op: we zingen over Oppermajesteit en David wordt klein aan het einde. Is voor iedereen bekend. Vaak gezongen. Iedereen kan zich erin herkennen. allerlei levenssituaties. Gaat over mij? Nee, gaat over die grote God. Wie is dat? Deze grote God. Wonderlijk. Dat je er niet bij kunt.
Eerst de schrijver. Dan dieper de psalm in en komt een spiegel op ons aan.
Schrijver. Ja ik noem hem Davidje. Davidje. Ik noem hem zo. Jongetje. Naar de tempel mee. Hield van buiten spelen. Gooien met steentjes. Hij was bij de schapen. Ondernemersgezin. Hobby gedichtjes maken. Muziek maken. Muziek tijdens je werk. Jongen van zijn tijd. Misschien uitzondering op 1 punt: haarkleur. Rossig. Mooi om aan te zien. David. Volop kind.
Ik vroeg me af: was hij gelukkig? We zitten niet te wachten op hypotheses die niet in de schrift staan. Ik denk toch dat hij het niet makkelijk had. Geschiedenis David. Ging mis met Saul. Samuel werd op pad gestuurd. Offermaaltijd. Was een hele tijd in dat gezin. Zoons bij elkaar. Daaruit de nieuwe koning te vinden. Wat er teleurstelling! Het is niet het geval. Zijn dit al uw zoons? Davidje is er niet bij. Schaamtevol moment zie ik. Knecht gestuurd om David te halen. Kleine Davidje. En dan die olie. Gezalfd. Hoe zal hij zich voelen? Denk aan doop. Bijzonder geval. Broers niet, David wel. Wat zouden ze denken.
Tijd gaat verder. Saul is ten strijde getrokken. Broers gaan ook vechten. David op pad gestuurd met proviand. 1 Samuel 16 en 17. Blijft daar wat rond hangen. Eliab krijgt door dat David er nog is. Hoe Eliab tekeer gaat. Dan niet grote bezorgde broer, maar meer een sneer. Moet jij niet naar die schaapjes? Doe ik iets verkeerd dan, vraagt David. David vroeg misschien: hoe zit dat met die zalving? Wat heb ik verkeerd gedaan? Film Home Alone. Zou deze David zich misschien zo hebben gevoeld. Wie kent jou, Davidje.
David wordt groot. Niet makkelijk. Komt vaker bij Saul. Mooie muziek maken. Troostvolle muziek. Krijgt speer op zijn hoofd afgegooid. Wordt er niet beter op. Beste vriend Jonathan afscheid van nemen. Vaarwel. Hij wordt ouder. Huwelijk met dochter koning Saul. Mooi. Maar de vrouw van de achterbuurman was ook mooi. Hier gaat David een stevige scheve schaats. Hij gaat vreemd. Daar laat hij het bij. Met andere fouten verdoezelen. Man moet vermoord worden. Uria. Komt om in het leger. Wordt er niet beter op.
Psalm 139, ik probeer die schrijver in beeld te brengen. Levenservaring.
Is het dan voorbij? Nee. Gezinsproblemen. Absalom. Seksueel misbruik van Amon en Tamar. Ze blijven ook niet allemaal leven. Die David die gezalfd was, Geest was op hem (ook in dat vreemdgaan?). David wil dansen. Krijgt sneer van zijn vrouw.
Deze David veel verwarring in zijn leven heeft gehad. Wij anders? Onze scheve schaatsen anders. Deze David komt bij ons met een psalm. Commentaren verschillen wanneer geschreven. Alle geschiedenis als een trechter hierin?
Paar aspecten willen doornemen nu. Een eerste is iets dubbels. Is persoonlijk beeld. Alsof een dagboekje is. Dingen opschrijft hoe hij het beleefd heeft. Niet alleen voor hem. Nee. Wat staat er boven? De Heere weet alles. Een Psalm van David, voor de koorleider. Niet zomaar een dagboekje. Op muziek zetten. Hier is het, dirigent. Ga het maar zingen.
Beeld wat David heeft ontdekt van God, wil hij delen. Waar hij mee zit, wil hij niet verborgen houden. Wonderlijk grote God.
Een tweede is een ander aspect. Ook karaktertrek. Spaans benauwd krijgen. Waar zou ik vlieden voor Uw geest? U ziet alles. Ik ken uw geloofservaring niet. Je kunt beeld hebben dat God let op wat je niet goed doet. Besef dat God wel inderdaad meekijkt. Maar: in scheve schaats, in donkere dal (Psalm 23).
Twee verzen noemen die die God zo anders laten zien. Vers 5. U legt Uw hand op mij. En vers 10. Ook daar zal Uw hand mij leiden en Uw rechterhand mij vasthouden. Beeld van Gods macht. God houdt mij vast. Zelfs als je het niet meer ziet. Hij houdt vast.
Inhoudelijk wil ik daar paar aspecten aanstippen. Eerst vers waar ik overheen wilde lezen. Vers 8. Of leg ik mij neer in de hel, U bent daar. Is God daar?! Ik lees verder vers 11. En dat in verband brengen. De nacht een licht mij heen. In Hebreeuws woord dodenrijk. Wij hebben daar hel van gemaakt. Leven door een hel gaat. Gezin van David. Jonge jaren. Ja, door de hel gaat. Moederziel alleen voelt. Duister. Donker.
Het dwingt mij naar een parallel met Jezus zelf. Denken aan het kruis? Jezus ten onder ging voor ons. Mag weten: ik ben daar niet alleen. In diepste moment is de Heere geweest. Hij Zelf! NT in OT verborgen.
Paar andere verzen. Verzen 13-16. Wonderlijk gemaakt. Beenderen voor U niet verborgen. Ligt er duimendik bovenop: God in de hemel, jouw omgevormd begin (die 9 maanden) alle dagen waren geteld. Wie zijn Gods kinderen eigenlijk? Waar begint het? Bij de Doop? Toch weten: Gods rechterhand houdt je vast, ook kind wat te vroeg overleden is, wat niet gedoopt is. Of leven van nu. Sombere ervaring. Wonderlijke. Daar wijst David naar toe. Is een troostende gedachte.
Ik zou geneigd zijn om het over te slaan, zit ook een moeilijk gedeelte in de psalm. Vers 19. Moeilijk. Ik ben er ook niet helemaal uitgekomen. Haten wie U haten. Dit later toegevoegd? Geloof ik niks van. Dit hoort erin. David schetst grote beeld. Eer groter wordt. Kan er niet bij, bij die vijanden dat ze zo hardnekkig zijn. Drukt zich dan zo uit. Hij heeft een probleem dat zij een probleem met God hebben. Misschien is het zo, kan ik dat zo zeggen. Doorgrond mij. En ken mij. Gedachten van haat en boosheid. Of er bij mij een schadelijke weg is. Leid mij op de eeuwige weg.
David heeft ontdekt dat God niet loslaat. Geest laat niet los. Er is hoop gekomen. Opstanding. Maar het is te wonderlijk. Ik kan er niet bij.
Een ander aspect. Te maken met Paulus. Hoofdstuk is heel bekend, over de liefde. Beeld van een spiegel. U vanmorgen in de spiegel gekeken. Blij mee. Goede spiegels. Dat was in die tijd niet zo. Paulus kijkt niet in 2018. Wil zeggen: je bent zoals je bent gemaakt. Maar in die spiegel kijkt, die brokkelige spiegel. Verkeerd spiegel. Verkeerd zelfdbeeld. Kijk met de bril van de Heere. Let er nou maar op. Er komt een dag dat we het wel goed zullen zijn. Ook de moeilijke dingen in het leven.
En wij dan? 3000 jaar geleden was het David. 2000 jaar geleden Paulus. Bijbel staat er vol mee. Jozef. Ruth: Uw God is mijn God. Daniel in de leeuwenkuil. Gods rechterhand houdt vast. Ze kijken ons aan.
En Jezus in de diepe duisternis. Vanuit de hel. En nu vanuit de hemel. Deze psalm gaat ons ook aan. De Heere door de dood gegaan. Als wij ver weg gaan, de Heere is erbij. Wat kan ik ermee? Met de koorleider. Ik kijk u aan. Krijgt die rechterhand ook niet vorm in discipelschap. Deel uit van je gaven en talenten. We zijn leden voor elkaar. Zo met elkaar om te gaan. Tranen en glimlach. Blij in deze gemeente. Nodig om voorbede te doen. Willen wij een stukje licht van Christus zijn? Laten we delen met elkaar. Zingend. Of diaconaal. Ook dankbaar voor zijn wat er gebeurd. Samen te spreken over God die nabij is.
Een andere jongen. Was een jongetje wat als slaaf was meegenomen naar Ierland. Berooid. Achter schapen gezet. Patrick. Wij noemden hem nu Sint Patrick. Zegenbede kennen we van hem. Daarmee verkondiging afsluiten. God is nabij, waar je ook gaat.
De Heer zal voor je zijn, om je de juiste weg te wijzen.
De Heer zal achter je zijn, om je te beschermen tegen gevaar.
De Heer zal onder je zijn, zodat je nooit ten onder kunt gaan.
De Heer zal in je zijn, om je te troosten als je verdriet hebt.
De Heer zal naast je zijn als een beschermende muur, wanneer anderen over je vallen.
De Heer zal boven je zijn om je te zegenen.
Zo zegene je God, vandaag, morgen, al de dage dat je leeft, in eeuwigheid.
Amen.
Hervormde gemeente Reeuwijk, Ichthuskerk, zondag 3 juni 2018, 9:30 uur. Schriftlezing Psalm 139 en 1 Korinthe 13:11-13.