De Evangelist Lukas wijst nadrukkelijk op de onderwerping van het heilig Kind Jezus aan de wet van God. Overeenkomstig de reinigingswetten, de offergaven en de heiliging. ‘Hij de bron van reinheid wilde onrein gerekend worden om ons van onze smetten te reinigen’ [Calvijn]. Hij nam onze onreinheid aan waaraan onheiligheid is verbonden. God is heilig en kan niet in aanraking komen met onheiligheid. Zonder bloedstorting geen vergeving en reinheid. Het heilig Kind Jezus is het Lam van God dat de zonde wereld wegneemt.

Lukas 2 vers 22-24: ‘[22] En als de dagen harer reiniging vervuld waren, naar de wet van Mozes, brachten zij Hem te Jeruzalem, opdat zij Hem den Heere voorstelden; [23] (Gelijk geschreven is in de wet des Heeren: Al wat mannelijk is, dat de moeder opent, zal den Heere heilig genaamd worden.) [24] En opdat zij offerande gaven, naar hetgeen in de wet des Heeren gezegd is, een paar tortelduiven, of twee jonge duiven‘.

Het heilig Kind Jezus stelt Zich onder de wet
1. De reiniging die de wet eist;
2. De offergave die de wet eist;
3. De heiliging die de wet eist.

1. De reiniging die de wet eist

Gemeente, nadat de Evangelist Lukas uitvoerig verteld heeft over de komst van de Zaligmaker en de herders, krijgt dit hoofdstuk nog een vervolg. Vanmiddag hopen we bij de ontmoeting met Simeon en Anna stil te staan. Maar het is goed om te zien dat Lukas niet alleen de nadruk legt op de ontmoetingen. Wanneer we het tweede deel van Lukas 2 lezen, dan zien we dat Lukas drie keer de vinger legt bij momenten waarop de Heere Jezus gehoorzaam is aan Gods inzettingen.

Op de achtste dag besneden. Daarna voorgesteld in de tempel, de tweede keer dat is onze tekst. De derde keer is als niet alleen Jozef en Maria maar ook het Kind Jezus opgaat naar het Pascha, naar Jeruzalem.

Deze drie momenten zijn bijzonder van belang in dit hoofdstuk. Lukas laat ons zien dat Jezus met Jozef en Maria gehoorzaam is aan de wet van Zijn Vader. De wet van Mozes, de wet van de Heere. Die is van belang. We komen in vers 27 ook een verwijzing naar de wet tegen.

Om met Hem naar de gewoonte van de wet te doen. In vers 39 lezen we dat ze alles voleindigd hadden alles wat gewoon was te doen naar de wet. Vijf keer staat er wat gewoon was naar de wet te doen. Daarom boven de preek: het heilig Kind Jezus stelt Zich onder de wet. Daar was het allemaal om te doen.

Laten we bij het begin beginnen. Vers 22. De dagen harer reiniging vervuld waren. Bijna zes weken van de Zaligmaker zijn er voorbijgegaan. Er zijn ook verschillende dingen gebeurd. Op de achtste dag besneden. Zo al onder de wet gesteld.

De apostel Paulus schrijft in Galaten die zich laat besnijden is verplicht om te doen naar de wet. De Heere Jezus heeft dat volkomen gedaan: hij draagt de wet in Zijn hart. Ook de komst van de wijzen uit het Oosten heeft plaatsgevonden. Waarschijnlijk heeft de vlucht naar Egypte op dit moment nog niet plaatsgevonden.

Het zou immers te gevaarlijk geweest zijn om naar Jeruzalem te gaan omdat Herodus op zoek is naar het kind en Herodus daar woonde. Waarschijnlijk zou de vlucht naar Egypte plaatsvinden en heeft Jozef de droom in Jeruzalem gehad.

De dagen van de reiniging van Maria zijn voorbij. Wat moeten we daar onder verstaan? Dat hebben we gelezen in Leviticus. De moeder was zeven dagen na de geboorte onrein. Alles wat ze aanraakte werd onrein. Als je haar bed aanraakte, dan was je onrein. Op haar stoel te gaan zitten, dan was je onrein. Een Joodse uitlegger stelt zelfs dat de man en vrouw toen apart aten.

Op de achtste dag veranderde dat. Dan was je nog wel onrein maar wat wij noemen cultisch onrein. Dat wil zeggen: ze mocht in het heiligdom niet komen. Iets dat heilig was mocht zij niet aanraken. Verder was ze rein. Wie na de achtste dag op de stoel van moeder ging zitten was niet onrein. Wie uit haar beker dronk was niet langer onrein. Wie haar aanraakte zou niet langer onrein zijn.

Maar het zou nog 33 dagen duren voordat deze moeder naar de tempel mocht gaan. Waarom was dat eigenlijk zo? Om te beginnen zien we hier de wonderlijke bescherming van de moeder. De Heere draagt zorg voor de moeder. In die tijd stierven veel moeders in het kraambed.

Zou dat niet zo zijn, dan was de kraamvrouw niet beschermd en met alles in aanraking komen. Zij moest om zo te zeggen in quarantaine. Een woord wat we in deze tijd wel meer horen. Maar u begrijpt dat is niet de enige reden waarom de Heere dit alles had ingesteld.

Het is namelijk een wet. Als Jozef en Maria bij het heiligdom komen, dan moet er een offer gebracht worden. Een zondoffer. Vanwege de onreinheid van Maria. Een zondoffer had niet zozeer te maken met een zonde die iemand dadelijk had begaan maar kon ook te maken hebben met onreinheid die iemand zonder zonde had opgelopen.

Dan denken we nog even aan Leviticus 12. Het staat tussen allemaal hoofdstukken met allerlei onreinheden. Er zijn onreine plaatsen. Er zijn onreine dieren. Door een bepaalde ziekte, een melaatse was onrein. Maar ook een vrouw naar de geboorte van een kindje was onrein.

Waarom was dat? Is dat niet juist van grote blijdschap dat de Heere leven schenkt en leven spaart? Zeker dat is het ook. Er wordt in de Bijbel met blijde en lovende woorden over de kinderzegen gesproken. Maar als een kindje geboren wordt vloeit er bloed. Dan is er sprake van onreinheid.

Mogelijk is er iemand die denkt dat gaat mij wel heel ver. Wel dan is het goed om samen even de vinger bij te leggen. Wat aan al die wetten van Leviticus voorafgaat. Leviticus 10 over Nadab en Abihu, zonen van Aäron. Beiden priesters kwamen met eigen vuur. Wat ze zelf aangestoken hadden. Niet met vuur van het offer van het altaar maar eigen vuur. Onheilig vuur noemt de Bijbel dat.

Waarom deden ze dat? Misschien dachten Nadab en Abihu dachten misschien wel dat het niet zo nauw kwam. Het ging toch wel ver al die wetten. Een eigenwillige godsdienst. Dat is de zonde tegen het tweede gebod van de wet. God dienen op onze eigen manier.

Wat gebeurt er als Nadab en Abihu komen, wat gebeurt er dan? Dan komt er een vuur uit de hemel dat hen verteert. Daarmee laat de Heere zien hoe Hij gediend wil worden. De Heere woont Zelf bij het volk in de tempel. Rein en onrein hebben te maken met heilig en onheilig.

De dienst aan de Heere is niet zomaar iets alledaags. Dat is een heilige dienst. Wanneer iets onreins bij het heiligdom komt, dan verontreinigt dat. Dan is iets niet langer heilig meer. Dan kan het niet meer bestaan.

Wees heilig want Ik ben heilig, zegt de Heere telkens. Wat Jozef en Maria doen heeft alles te maken met gehoorzaamheid. Laten wij dat ter harte nemen. Zeker, heel veel wetten over reiniging zijn vervuld. Een moeder is nu niet meer onrein.

Maar er zijn nog wetten die gelden. De Tien geboden. De heiliging van Gods dag. Gehoorzaamheid aan hen die over ons gesteld zijn. Och of wij Uw geboden volbrachten, gun door het geloof in Christus krachten om die te doen uit dankbaarheid. Wees heilig want Ik ben heilig.

2. De offergave die de wet eist

Bij die heiliging hoort een offer. Zoals we lezen in vers 24 brengen Jozef en Maria het offer van twee tortelduiven of twee jonge duiven. Waarom eerst vers 24 en dan bij vers 23 stilstaan? Leviticus 12 eerst het offer gebracht bij de ingang van de tempel, daarna voorstellen. Als dat offer niet was gebracht, dan was Maria onrein en mocht ze de tempel niet in.

Daarom moest eerst dat offer worden gebracht om hun eerstgeboren Zoon aan de Heere voor te stellen. Iemand die aandachtig thuis of hier in kerk zit te luisteren, vraagt misschien wel: hoe zit het met de volgorde hier. Heel eenvoudig: het gaat Lukas niet allereerst om de volgorde.

Voor Lukas is het van belang dat de Heere voorgesteld is. Hij noemt het offer eigenlijk maar terloops. En hij noemt niet alles. Gericht op de voorstelling met Simeon en Anna. Wij letten op de volgorde van Leviticus. Waarom hebben Jozef en Maria het offer gebracht?

U zegt: omdat Maria onrein was. U heeft gelijk. In het Grieks staat er niet de dagen harer reiniging maar hunner, meervoud. Was Jozef onrein geworden? We kunnen het niet bevestigen of ontkennen. Wat wordt bedoeld met het meervoud? We gaan ervan uit zoals Calvijn schrijft: Hij de bron van reinheid wilde onrein gerekend om ons van onze smetten te reinigen.

Wat is dat een Evangelie, gemeente. Hij de bron van reinheid wilde onrein gerekend worden. Onreinheid hangt samen met onheiligheid. Onheiligheid heeft alles te maken met zonden. 41 dagen zijn er voor Maria voorbijgegaan. Al die zes weken onrein. Als ik zo naar de priester ga, dan zal hij mij afwijzen. Ik mag zo niet de tempel in.

Dan de 41e dag breekt het wonder open. De Heere Jezus trekt vrijwillig die onreinheid naar Zich toe. Dat zien we heel het Evangelie door. Wilt u een voorbeeld? Lukas 5. Een man vol melaatsheid komt naar hem toe. Niet zomaar een paar plekjes, volle melaatsheid, schrijft Lukas de arts.

De Heere Jezus zeg raak mij maar aan. Dan trekt hij de onreinheid naar Zich toe. Hij wilde onrein gerekend worden. Lukas 8. Bloedvloeiende vrouw. Volgens Leviticus ook onrein. Ze raakt van achter het kleed aan. Dan is de Heere Jezus toch ook onrein? Hij de bron van reinheid wil onrein gerekend worden om ons van onze smetten te reinigen.

Gemeente, jonge mensen, bent u, ben jij rein voor God? Kun jij voor God bestaan? De Heere ziet naar reinheid. We hoorden het al, ook van die Tien geboden geldt, wees heilig want Ik ben heilig. Ze het eens met alles wat u, jij, ik gedaan hebben. In het openbaar en in het verborgene. In het groot, in het kleine.

Hoe zit het met uw en jouw gedachten? Misschien heb je wel letterlijk met die onreinheid beziggehouden door de verslaving aan de porno. Mogelijk zit er iemand in de kerk, die al heel goed weet waar ik naar toe wil. Wij kunnen voor God niet bestaan. En toch je leeft maar door.

Vastgekleefd aan de zonden. Misschien af en toe van die gevoelige indrukken in ons hart of geweten. En toch misschien onverschillig ten opzichte van de dienst van de Heere. Godsdienstig onverschillig. Hoe komt dat? Omdat wij bedrogen worden door de zonden.

Hij ziet iets maar niet zoals ze echt zijn. U ziet de zonde als spannend, uitdagend, maar u ziet de zonde niet als opstand tegen de Allerhoogste God. Wat gaat de Heilige Geest dan laten zien wanneer Hij onze ogen opent. Dan zal de Heilige Geest ons gaan onderwijzen vanuit het onderwijs uit Leviticus of uit een andere tekst of op een andere manier.

Maar hoe dan ook, we zullen de onreinheid van ons leven gaan zien. Er moet een offer komen. Andrew Gray: al zouden we de ene helft van ons leven op onze knieën doorbrengen en de andere helft in tranen en berouw, dan nog zijn wij onrein voor God. Als ik onrein en naakt komen staan voor God niet leer in mijn leven, er zijn ook mensen die door Christus teruggestuurd worden naar Mozes.

Het is helemaal in het spoor van de reformatie dat de gelovige verwondering over dit offer de keerzijde heeft dat ik afstand neem van al mijn werken. Zo krijgt dat heilig Kind Jezus waarde voor mijn ziel. En na ontvangen genade steeds verder verdiept.

David, al jaren een kind van God, reinig mij van al mijn zonden. Psalm 19. Reinig mij van mijn verborgen afdwalingen. Heimelijke zonden zijn die zonden die u heel bewust voor de Heere verbergt. Maar verborgen zonden zijn die zonden die wij nog niet kennen om aan die ontdekt te worden.

Zo krijgt u dat heilig Kind Jezus, de bron van reinheid, hoe langer hoe meer nodig. Zit er iemand hier of thuis die zijn eigen onreinheid ziet? Nou gemeente, het wonder is dat Hij nog steeds die onreinheid ziet. Stort voor Hem uit uw ganse hart.

Het is veel erger, dan mensen denken. Hij ziet het nog veel erger. Stel het voor Hem uit uw ganse hart. Hij de reine wilde tot een onreine gerekend worden. Jozef en Maria hebben het offer gebracht. Een zond- en brandoffer. Eigenlijk moest er een duif en een lam van een jaar oud gegeven worden.

Maar de armen onder het volk mochten ook twee duiven geven. Dus in plaats van het lam een duif. En wie zo arm was dat hij geen duif kon betalen, mocht een offer van meel aan de Heere brengen. Jozef en Maria brengen dus niet het offer van de aller allerarmsten maar een armenoffer.

Jozef en Maria komen bij het offer zonder lam. Ik hoop dat er iemand zegt: dat klopt niet wat u nu zegt. Ze komen met het grote Lam, het Lam Gods dat de zonder der wereld wegneemt. Dat is waar. Al die offers wijzen op hem.

Wat gebeurde bij die opening van de tempel? Waarschijnlijk werd eerst het zondoffer gebracht. De duif werd door de priester gedood en het bloed werd gesprenkeld, druppelsgewijs, tegen de wand van het altaar en daarna volgde het brandoffer.

Ook die duif werd gedood, ook dat bloed werd gesprenkeld tegen de wand van het altaar. Maar het verschil tussen het zond- en het brandoffer is dat het overige van de duif bij het zondoffer weggeworpen moest worden bij het afval het heiligdom en het brandoffer moest voor een groot gedeelte verbrand worden op het altaar.

Het zondoffer was voor de reiniging van Maria waar dus ook de reiniging van het heilig Kind Jezus bij inbegrepen is, hunner reiniging. En het brandoffer wijst erop dat deze ouders hun leven volkomen in de dienst van de Heere willen besteden.

Het onderwijs uit de offers is duidelijk: zonder bloedstorting geen vergeving. Al eeuwen waren die offers gebracht. Maar nu zo anders, zo heel anders. Want het grote Lam Gods die de zonden der wereld wegneemt is erbij. O gemeente, had de priester die op dat moment dienst deed het maar verstaan.

Dan had die man zijn priesterjas uit kunnen trekken, dan had hij zijn eigen vuile hart open kunnen leggen aan de voeten van Hem de bron van reinheid. Het zou niet tevergeefs geweest zijn. Want dit heilig Kind Jezus is met heel Zij hart berekend op onreine bankroetiers die het faillissement van hun leven moeten erkennen. Omdat ze God naar de eis van Zijn wet het volle pond niet meer kunnen geven. Hij is met heel Zijn hart op zulken bankroetiers berekend.

3. De heiliging die de wet eist

Want naast deze offers is er nog iets dat Jozef en Maria in de tempel brengt. Iets wat van groot belang is. Zij komen met hun Kind Jezus in de tempel om Hem voor te stellen. Waar moeten we daarbij voorstellen? Jezus is de eerstgeborene Zoon van Jozef en Maria.

Al wat de moeder opent, zal de Heere voorgesteld worden. Alle eerstgeborene zonen zijn voor de Heere. Dat gaat terug op de tijd dat het volk Israël nog in Egypte woonde. De Heere noemde het volk Zijn eerstgeborene. Met die boodschap moest Mozes naar de Farao gaan.

Laat Mijn eerstgeborene gaan. En zo niet zo zal Ik uw eerstgeborene doden. En wij weten: Farao heeft zijn rug gerecht en zijn nek verhard en de tiende plaag volgde. En de eerstgeborene in Egypte zijn gedood. Sindsdien zijn de eerstgeborene voor de Heere.

Niet alleen de eerstgeborene van de mensen maar zelfs van de dieren. Die moesten geofferd worden. Eigenlijk zouden alle eerstgeboren jongens de Heere in het heiligdom moeten dienen. Daar ligt een bijzondere gedachte in. Ben jij de oudste thuis? Dan zou jij eigenlijk dominee moeten worden.

Nee, ik zeg dat niet als een wet maar ik hoop dat er iemand in Putten is die het niet meer vergeet. Dan denk ik ook aan de ouders, wat is het een voorrecht om je kind zo aan de Heere te geven. Dat is een zaak van veel gebed. En ook als het er helemaal niet naar uitziet gelet op de wegen die uw kinderen gaan, de Heere kan op het gebed grote dingen doen.

Hij is het waard en de Heere heeft het recht om het in ons leven te doen. Later kwamen de Levieten in plaats van de eerstgeborene. Zij moesten dienst doen in het heiligdom. Maar nog steeds had de Heere recht op de eerstgeborenen. Daarom moesten de eerstgeborene losgekocht, vrijgekocht worden.

En we stellen ons zo voor dat de priester het kind uit handen nam en ophief. En de ouders moesten een prijs betalen. Daar had de Heere in Zijn wet over gesproken. Vijf sikkels, dat is niet weinig. Het loon van veertig dagen werken. En dan mocht die zoon weer mee naar huis.

En zo gebeurt het nu ook bij de Heere Jezus. Hij wordt losgekocht, vrijgekocht. Er zal een Leviet in Zijn plaats gaan dienen. Was dat nu nodig? Zou Hij niet als de Enige Zijn leven lang de Vader dienen? Was dat nu nodig dat Hij vrijgekocht werd? Ja, dat was nodig. Want Hij zou de Vader niet dienen als een Leviet maar als priester. Als de grote Hogepriester van het huis van God.

Niet uit het geslacht van Aaron. Maar uit de orde van Melchizedek, koning en priester in een persoon. Toch valt het ons op dat wij in onze tekst niet lezen over die losprijs. Waarom is dat geweest? We gaan er niet vanuit dat Lukas niet op de hoogte was. In heel het Evangelie blijkt dat Lukas goed op de hoogte was van het Oude Testament.

Mogelijk heeft Lukas dit bewust niet genoemd. Lukas heeft dit Evangelie immers geschreven na een zorgvuldig onderzoek. Ik denk met die verklaarders mee dat hij het bewust dit niet heeft geschreven omdat ten diepste de Heere Jezus niet is teruggegeven aan Zijn ouders.

Heel treffend is dat we direct op de voorstelling in de tempel direct erop volgend lezen van de twaalfjarige Jezus in de tempel. Wist u niet dat Ik moest zijn in de dingen van Mijn Vader? Waarschijnlijk is Hij wel meegegaan op die 41e dag. Maar als Hij twaalf jaar is blijft Hij langer in het heiligdom. Hij is niet los van het heiligdom.

Mijn ziel U opgedragen, wil U alleen behagen. Hij heeft Zichzelf opgedragen. Want er moest nog een prijs betaald worden. De hoogste prijs die ooit betaald is op aarde. De prijs niet voor Zijn eigen lossing maar tot lossing van al de Zijnen. En aan die taak heeft Hij Zich verbonden met eeuwige liefde.

Ook al lag die kerk verloren in schuld. Toch heeft Hij deze taak niet uit handen gegeven. Hij is getrouw gebleven tot in de dood aan het kruis. Zelfs in de hof van Gethsemane leeft het in Zijn hart niet Mijn wil maar Uw wil geschiedde.

Daarom betaalde Hij de hoogste prijs. Veel aardse priesters hebben het niet begrepen. Uit dezelfde kist waar de vijf sikkels ingingen later de dertig zilverlingen waarvoor Hij verraden was genomen. Het verradersloon, het slavenloon. Om Judas Iskaroit.

Maar deze Jezus is getrouw gebleven tot in de dood aan het kruis. Zo heeft Hij een volkomen verzoening aangebracht. Rantsoen voor velen. Met deze prijs heeft Hij de banden verbroken. Heeft Hij de gevangenis van de hel verbroken en de fundamenten van de hel weggebroken.

En de grote blijdschap van het Evangelie is dat het grote jubeljaar is aangebroken. Dat er vrijmaking, verlossing gepredikt wordt. Voor degenen die zitten in de duisternis en schaduw van de dood. Hij wordt voorgesteld als een Middelaar tot volkomen verzoening. Het vrijkomen van gevangen zondaren.

Ook wij zullen eenmaal de Heere voorgesteld worden. Allen zullen voor de rechterstoel verschijnen. Hoe zullen wij daar staan? In verwondering omdat wij vrijgekocht zijn met het bloed van het Lam? Of zal dan voor aller ogen zichtbaar worden dat wij op zo’n grote zaligheid geen acht geslagen hebben?

Nog wordt ons dit heilig Kind Jezus verkondigd. Nog wordt die dure prijs ons aangeboden, om niet, zonder prijs. God de Vader stelt u de vraag: o mens, wat zult u mij geven tot lossing van uw ziel? Waar ons dan ons alles ontvalt, niets meer overhouden dan het faillissement van ons leven. Totale onreinheid van ons leven voor God. Daar wordt ons vanmorgen gevraagd, heel persoonlijk op de man af: bent u met dit Lam tevreden? Amen.

 

Zondag 17 januari 2021 – Hersteld Hervormde Gemeente Putten – kand. P.J.T. van den Herik – Schriftlezing Leviticus 12 vers 1-8 en Lukas 2 vers 21-35