Als God de profeet Jona roept om naar Ninevé te gaan om tegen haar te prediken, zwijgt Jona en gaat de andere kant op naar Tarsis. Jona wilde niet naar Ninevé, niet ik. Daarmee was hij gehoorzaam aan de stem van de God die Hem riep. Hoe is dat met ons? Zijn wij opmerkzaam op de stem van God en volgen wij Hem, waar ons dat ook brengt en wat het ons ook kost? God is Soeverein, God gaat Zijn ongekende gang. Het oordeel van God komt over de zonden. Vlucht tot Hem, tot Hem die Zijn bloed gestort heeft voor velen. 

Jona 1 vers 1-3: ‘[1] En het woord des Heeren geschiedde tot Jona, den zoon van Amitthai, zeggende: [2] Maak u op, ga naar de grote stad Ninevé, en predik tegen haar; want hunlieder boosheid is opgeklommen voor Mijn aangezicht. [3] Maar Jona maakte zich op om te vluchten naar Tarsis, van het aangezicht des Heeren; en hij kwam af te Jafo, en vond een schip, gaande naar Tarsis, en hij gaf de vracht daarvan, en ging neder in hetzelve, om met henlieden te gaan naar Tarsis, van het aangezicht des Heeren‘.

Gemeente, de zendelinge [naam], ze leefde in de tweede helft van de negentiende eeuw en begin van de twintigste eeuw, werd uitgezonden naar Japan. Ze durfde toen ook wat aan. Toen ze daar nog niet zo lang was bleek dat haar lichaam niet zo goed tegen het Klimaat kon. Ze bezocht een arts en die adviseerde haar om rust te nemen en dan misschien terug te keren. Ze vertrok naar toen naar Shanghai. Shanghai was enkele dagen. Toen stuurde ze een brief naar huis dat ze het schip zou nemen naar Sri Lanka. En dat deed ze en binnen een week zat ze in een andere streek op aarde.

U kunt zich voorstellen dat je als zendingsorganisatie iemand uitzendt en enigszins verrast bent, zo niet verontwaardigd, als je zo’n eigenzinnige beweging ziet. Ze kreeg een brief van een man die ze als een tweede vader zag en hij was kritisch: je moet terugkomen, en ook wel direct. Ze stuurde hem een brief terug en zoals ze zelf zei was ze genezen van haar hoofdpijn. En ze schrijft: spreken over naar huis komen. Rende ooit een soldaat die het waard was die naam te dragen weg na het eerste schot? Prijs Hem, de pijn is nu verdwenen en ik ben nu opnieuw sterk voor de strijd.

Gemeente, als we het verhaal, de geschiedenis van [naam] zetten naast Jona, dan vormt dat haast een contrast van zwart en wit. De bereidheid om te gaan en de weerstand om te gaan. We gaan luisteren naar de eerste drie verzen van Jona 1, de tekst voor de verkondiging.

Jona hoort Gods roeping aan en vlucht
1. God roept Jona;
2. God roept Jona om te roepen tegen Ninevé;
3. Jona zwijgt en vlucht.

1. God roept Jona

Velen zijn bekend met het verhaal van Jona. Misschien dacht u wel: dat verhaal ken ik wel. Jeugdboekjes. Wonderlijk die grote vis die hem opslokte. Als we iemand op straat komen die wat van de Bijbel weten, kennen waarschijnlijk het verhaal van Jona wel. Hier gaat het over de Soevereine God. Wat Hij wil en wie Hij roept. En Jona een onwillige profeet. Ik weet niet hoe u erover denkt, toch een man die zijn eigen spoor trekt.

In 2 Koningen staat er van Jona. Een man van goed nieuws. Het goede. Spreek ons van zachte dingen. Zo stond hij te midden van het volk. Hij was werkelijk een gezonden profeet. Een van de tekenen van een ware profeet is dat wat hij verkondigt ook uitkomt. Bij Jona niet de klacht van andere profeten. Het onrecht. De vele goden die mensen aanhielden tegenover God. Jona was niet de man die onder het volk zo hoefde te spreken.

En ineens wordt hij geroepen. Is daar het spreken van God. Ik weet niet hoe het u vergaat maar dat u ziet dat de Heere u erop voorbereid heeft. Krachtig spreekt. Als Jeremia geroepen wordt voelt hij zich onbekwaam. Wat doet de Heere dan? Hij raakt zijn mond aan. Ik zal Mijn woorden in de mond leggen, Ik geef er alles bij. Bij Jona geeft God een dubbele opdracht. Maak u op en ga. Geen toelichting. In zijn geval naar Ninevé. Dan heb je te gaan. Vertrouw op uw verstand niet, vertrouw op Mij.

Als God roept dan ga je toch? Wat zou je weerhouden? Als je veel vragen hebt maar een ding niet: het is God die spreekt. Komt wat komt. God is aan mijn zijde. Maar als we eerlijk zijn dan weerbarstig. De ja maar. Maak u op en ga. En dan ons lijstje. Wat God zou moeten weten voor nu en over de toekomst. Het brengt ons bij de tweede gedachte.

2. God roept Jona om te roepen tegen Ninevé

Ga naar de grote stad Ninevé en predik tegen haar. We zouden ook kunnen lezen: roep tegen haar. Grote stad. Groot komt terug in het boek van Jona. Een boodschap van tegenover. We doen de Bijbel onrecht als we doen als de zending van de apostelen. Jona moet het oordeel brengen. Hij roept uit tegen het roepen van de stad. Zoals Sodom en Gomorra het kwaad is opgestegen ten hemel. God weet toch alle dingen? Toch kan het zijn dat het kwaad tegen Zijn aangezicht is opgeklommen. Tenhemelschreiend wat daar gebeurde in Ninevé.

U en ik zullen ons afvragen wat daar gebeurde in Ninevé. Abortuspraktijken zullen ze daar niet geweest zijn. Dat raakt ons wat minder als het ons niet betreft, maar toch ons volk. Van stemmen die niet gehoord worden die gedood worden. Wat leeft er in mijn hart. Wat mij kan meevoeren bij de Heere vandaan. Van Hem afvoeren en zeker gevangen neemt als we God niet kennen. God roept Jona om te gaan. Om ze te laten voelen.

Hij zal het straks op het schip gaan zeggen wie zijn God is. De God die alles gemaakt heeft. Namens deze God moet hij het aan gaan zeggen. Hij zal jullie stad binnen drie dagen, of binnen korte tijd, om gaan keren. Jona kent zijn God, weet wie zijn God is. Ik weet niet hoe u God ziet. Allesbepalend voor hoe u naar anderen kijkt die God niet kennen. Jona kent zijn God. Naar die stad waarvan we weten vanuit de boeken dat het een stad met vijftien torens was. Met drie wagens tegelijk door de poort rijden. 120.000 kinderen. Een machtige stad.

Als hij wordt opgeroepen om te gaan naar Ninevé om het oordeel uit te spreken. Hij dacht aan wat we lezen in Jona 4 vers 2: ‘En hij bad tot den HEERE, en zeide: Och HEERE! was dit mijn woord niet, als ik nog in mijn land was? Daarom kwam ik het voor, vluchtende naar Tarsis; want ik wist, dat Gij een genadig en barmhartig God zijt, lankmoedig en groot van goedertierenheid, en berouw hebbende over het kwaad’.

Mozes in de spelonk zei God: ‘Ik ben’. Had Hij in de woestijn gezegd. Hier wordt het uitgewerkt. Welke dingen haalt Hij eruit? Dat God barmhartig is, groot van goedertierenheid. Hij heeft het oordeel toch niet nodig om aan te kondigen? Hij kan met een wenk de stad omkeren.

Nee, niet ik naar Ninevé. Want hij kent zijn God. Waarom niet naar Ninevé? Nahum spreekt van de stad waar de kooplieden zijn als de sterren van de hemel. New York. Als daar iets gebeurd hoor je ervan. Profeet moet naar die vijandige stad. Als hij daar heen gaat en daar het oordeel uitspreekt, dan zal het gehoord wordt.

Het blijft iets vreemds onder je eigen volk het oordeel spreekt, dan krijg je daar instemming. Daar waar ik scherp moest brengen, dan valt mij op dat iemand dan een hand om mijn schouder leg ten dan zegt: je hebt het eerlijk gezegd. Vreemd, onder eigen volk gaat het wel. Maar het te moeten aanzeggen aan vreemden en dat het dan ook nog mijn naam kost. God is Soeverein.

Eerst moet ik tegen de weerstand daar en dan moet ik tegen de weerstand thuis. Niet ik naar Ninevé. Daar is het waar het mij raakt. Niet daar waar het mij kost. Het is geen zendingsgeschiedenis, nee het gaat over het oordeel van God.

God is onmachtig om het ondenkbare te doen. Waar Hij u ook zendt. 500 meter verderop of aan het einden van de aarde. Ik maak wel wat over maar niet voor mij. En zeker niet naar mensen die mijn naam schaden. Daar waar je culturele grenzen overschrijdt, daar wordt het moeilijk is, is het niet? Niet de straat verderop. Ga naar de grote stad Ninevé en predik tegen haar. Er was toch genoeg te doen onder het eigen volk? Het was echt niet nodig om iemand over de aarde te sturen. Het is wel de weg van God. Het is wel waar God hem toe roept.

De man die zijn God kent, persoonlijk kent wijkt en vlucht. Als u zich vanmorgen helemaal niet herkent in Jona, dan tref ik u niet aan in Ninevé maar veel dichter bij huis. Verbondsteken aan uw voorhoofd. Kent u Hem die u moet veroordelen. Tyrus en Sidon verdraaglijker in het oordeel dan die Zijn verbondstekenen hebben. Buig u voor Hem. God zal oordelen, geen twijfel over mogelijk. Kijk maar naar Sodom en Gomorra, niets van over. Maar Hij is vandaag genadig. Hier is een gestorven Christus voor u. Buigt u dan voor Hem neer. Barmhartig, genadig, goedertieren. Maar Jona vlucht. Onze derde gedachte.

3. Jona zwijgt en vlucht

Gemeente, we zien hem zijn spullen pakken. Kinderen, je moet je voorstellen dat hij bij de eerste karavaan meegegaan was. Komt wat komt, God zal met hem te zijn. Maar het gaat allemaal snel de andere kant op. Het gaat altijd snel van God vandaan. Het schip naar Tarsis. Havenstad. Portland, zoals dat vandaag een veelgebruikte naam is. Dan komt Psalm 139 in beeld. ‘Al waar’ aan ’t uiterste der zee, de plaats van mijne legerstee, daar zoud’ ook Uwe hand mij leiden, Uw rechterhand niet van mij scheiden’.

Hoe vaak heb ik mijzelf niet aangetroffen ergens onder in het schip. En het leek nog goed te gaan. Als je het spreken van de Heere hoort, en dan je bezet met gedachten bij Hem vandaan. Beneveld daardoor. Dan wordt het stil. Het spreken van de Heere wordt stil. Je gaat jezelf er ook nog in bevestigen. Dan tref je jezelf op de bodem van een schip aan. Niets maakt je wakker dan als God je weer tegenkomt.

Jona kent God die barmhartig, genadig en goedertieren is. Wat een grondtrekken in het bestaan als de duivel je afleidt. U die Hem kent. Waar tref ik u aan? Maak u op en ga naar Ninevé en God zal voorzien en wijk niet langer. Of Hij komt u tegen, ik bid het u: ga terug. Hij gaat Zijn ongekende gang. Wie Hij wil en wanneer Hij wil.

Jona vlucht van het aangezicht van de Heere. De nabijheid, de omgang. Daar waar je je hebt uitgestort voor de Heere. En dan de trekkracht van de Heere vandaan. We zien het Adam al doen in de struiken weggestopt. Kaïn ook. En hier zien we het Jona doen, een geliefd kind van God. Maar wie zijn God kent, genadig, barmhartig en groot van goedertierenheid. Die moet vanmorgen belijden dat we wegvluchten, daar liet U het er niet bij zitten. God die genoeg is van Zichzelf, Soeverein is en een mens niet nodig heeft. God zendt Zelf Zijn Zoon van de vluchtende mens achterna. God komt ons Zelf achteraan.

Het is ons alsof Hij ons de kin optilt. Zie nu wie jou tegemoet is gekomen: de Zoon, de Heere Jezus Christus. Waar ik mezelf er niet voor over heb. Daar waar het weerbarstig is. Waar het kerkelijke belangrijker is dan het behoud van de mensen om mij heen. Daar zien we in de verte als de Heere ons tegenkomt en ons hoofd optilt, Hem hangen die ons tegemoet kwam in deze wereld. Het Lam als geslacht. De slang daar in de woestijn verhoogd, de Zaligmaker, Jezus Christus. Het Lam van God dat de zonden van de wereld wegnam.

Vader, Ik zal gaan. Er is een gestorven Christus. Bij Hem is uitkomst en herstel. Als wij na ontvangen genade zijn weggevlucht. Hij ons een spiegel voorhoudt. Hier is Mijn geliefde Zoon. En ook als u Hem niet kent en Zijn spreken niet kent, Zijn barmhartigheid. Bij Hem is vergeving van de zonden. Ook jouw kwaad is tenhemelschreiend. Hij kent uw gedachten. Huiveringwekkend hoe jij bent en ik niet anders. Daar is Hij. God met ons, Immanuel. Die bloedend over deze wereld ging.

God komt Jona tegen in een vis. En hij moet alsnog gaan. God komt in uw leven. Ik weet niet waar de storm is opgestoken of kan opsteken. Maar laat het er niet op aankomen. Hij komt u toe barmhartig en genadig. Maar u die Hem niet kent, als er voor Adam, Jona genade is, voor u dan? Als u netter gezondigd heeft en niet wil vergeleken worden met wie dan ook, en niet met Ninevé. Wie zegt u dat het oordeel niet morgen komt. Vlucht tot Hem. Die Zijn bloed gestort voor velen.

Wie op afstand gaat staan, ziet dat de Almachtige God alles al weet van Zijn vluchtende knecht, van die stad waar het kwaad tegen hemel opsteeg, van jou waarvan ik niet weet waar je je hebt opgehouden. Die God bidt dat: geef ze in Mijn handen. In die handen ben je eeuwig veilig. En ja, Hij kan je zenden naar Nineve en dan heb je te gaan. Maak u op en ga naar de grote stad Ninevé en predik tegen haar. Amen.

 

Zondag 24 mei 2020 – Hersteld Hervormde Gemeente Putten [dienst online uitgezonden via YouTube] – kand. A.S. Middelkoop – Schriftlezing Jona 1