In de Bergrede spreekt de Heere Jezus Christus over de zaligheid en noemt Hij acht karaktertrekken van de gelovigen. Een ervan is dat gelovigen rein van hart zijn. Van nature zijn wij zondaren maar door Gods Geest wordt het hart vernieuwd om te leven naar Zijn wil, Hem lief te hebben en ons leven in oprechtheid toe te wijden aan de Heere en Zijn dienst.
Mattheüs 5 vers 8: ‘Zalig zijn de reinen van hart, want zij zullen God zien’.
Een rein hart
- De vraag ernaar
- Het ontvangen ervan
- De beloften die gelden
1. De vraag ernaar
Gemeente onze tekst lijkt wel de omgekeerde wereld. Grieks woord […] hier gebruikt betekent geluk, hemels geluk. Maar zijn die mensen echt gelukkig? Die treuren, dorsten. Hoe kunnen die gelukkig zijn? Paradoxale. Toch die mensen gelukkig van de schare en ons vandaag.
Hij is op een berg geklommen. Doet aan Mozes denken die op een berg klom. Toch hier heel anders. Andere zaken hier tellen dan de aardse, gaat over de hemel. Acht karaktertrekken. Van de een of andere iets meer dan de ander. Maar van allen iets. Die treuren. Zij die barmhartig zijn. Vandaag vers 8 die reinen van hart zijn. Doe de andere geen recht maar u begrijpt dat we anders de hele dag bezig zijn.
Rein van hart dan echt gelukkig. Rein van hart dan zalig. Daar kun je van schrikken. Onreinen van hart ongelukkig, onzalig zelfs rampzalig. Wij willen allemaal wel naar de hemel. Is dat dat je geen zonden meer doet? Christenen geweest die gezegd hebben je kunt een staat bereiken dat je niet meer zondigt, en die zijn er nog. Heiligheidsperfectionisme. Jezus spreekt toch over de zonden vergeven? De tollenaar juist onrein. En nog sterker waarom zou Hij Zijn leven geven aan het kruis? Als wij zelf helemaal rein zijn, dan Zijn offer niet meer nodig?
Gaat over de vraag wat wij onder onreinheid verstaan. Reinigingswetten. Vrouw in haar maandelijkse periode was onrein. Iemand die een dode aanraakt onrein. Een melaatse onrein. Om in de voorhof van de tempel komen eerst gewassen worden. Zij het op zekere afstand in het voorhof. Niet in het heilige laat staan heilige der heiligen alleen de priester.
Wie kan daar binnengaan? Een nietig zondaarsmens kan niet voor Hem verschijnen in zichzelf. Dachten in die tijd aan die reinigingswetten. Farizeeën. Sadduceeën dachten weer meer aan de liturgische wetten. In beide gevallen moest je iets doen. Wat zegt Jezus? Niet die Oud-Testamentische wetten voldoen. Zalig die rein van hart zijn. Niet zij die aan die aan die wetten voldoen. Joden hadden daar 630 aan toegevoegd.
Jezus zegt: Zalig zijn de reinen van hart. Iemand kan aan alle wetten voldoen. Dat zijn goede dingen. Kleedt volgens de Bijbel. In kerk en jeugdwerk meedoet, goede dingen. Geeft je giften. Deelnemen aan het Heilig Avondmaal. Aan de buitenkant alles keurig in orde.
Het gaat niet om die buitenkant die iedereen kan zien. U ziet er vanmorgen keurig uit. Maar gaat om het hart. Liefde. Hartstochten. Zit niet voor niets het woord hart in. Haat. Wil. Heel belangrijk. Spreuken: behoed uw hart boven al wat te bewaren is. Plaats waar Gods Geest werkt met geloof en bekering. Tegen kinderen zeggen we je moet een nieuw hart hebben. Ernst mee maken.
Wat is een rein hart? Begeerten en verlangens gericht zijn dat God onze God is. Leven naar Zijn wil. Hem lief te hebben. Hele leven gewijd aan Hem en Zijn dienst. Oprecht en ongeveinsd helemaal aan de Heere overgeeft.
Als ik nu een blik naar binnen treedt, doet u dat bij uzelf ook. Ik zal niet met details naar buiten treden. Hebben we een rein hart? Ongemeend. Een zuiver en rein hart. Ik noem een paar teksten. Genesis 6. Hart van de mensen is alle dagen boos. Job zegt ergens wie zal een reine geven uit een onreine. In Psalmen en Romeinenbrief. Niemand die God zoekt. Onreine, onfris.
Jesaja ziet op de troon driemaal heilige God. Wee mij want ik verga. Onrein van lippen. Jezus zegt deze discipelen: uit het hart komen voor boze bedenkingen, overspelen, dieverijen, lasteringen. Maar eten met ongewassen handen verontreinigd de mens niet.
Zeggen we dit is waar. Niet tegen stribbelen. Zo zit het mij. Ik ben niet rein. Zeker ik leef niet in grote zonden. Maar rein van hart dat is iets anders. Deze tekst grijpt mij aan. Ik ben niet zalig maar juist daarom rampzalig. Een rein hart het is er niet bij mij.
2. Het ontvangen ervan
Als je dit gaat zien, dan ga je twee dingen zeggen. Waar begint een rein hart? Niet jezelf op te knappen. Grote mislukking uitlopen. Dat je tegen de Heere gaat zeggen ik heb zo’n onrein hart. Ik kan niet zeggen dat aan mijn kant reinheid bespeur. Hoe het ermee voorstaat een onrein mens.
De farizeeën zichzelf kwijtraken. Die tollenaar wees mij zondaar genadig. Psalm 51: schep een nieuw hart. Een ding doen. Neem maar de toevlucht tot Christus. Zijn leven gaf voor onreine mensen. De straf die wij rechtvaardig moesten ondergaan wilde Hij vrijwillig ondergaan.
Jezus de weg naar het kruis. En te lijden. Waarom? Om de schuld weg te nemen. De onreinheid weg te nemen. Onze zaligheid zoeken buiten onszelf in Zijn volbrachte Middelaarswerk. Wilt u, wil jij een rein hart? Op geen enkele manier in staat. Ga ermee naar Hem toe. Omdat Hij de Heilige Geest schenkt. Een rein hart begint met een onrein hart.
Het tweede is wie is in Mattheüs aan het woord? Een profeet, apostel zelf onrein. Nee, zegt u, Jezus Zelf. Als Hij spreekt, spreekt Hij niet vanuit onze gebondenheid. Bij Hem zijn alle dingen mogelijk. Beneemt Hij het niet bij onze onmogelijkheid. Dat Hij spreekt vanuit de Bergrede spreekt Hij vanuit Zijn hemels Koninkrijk. Spreekt Hij scheppend vanuit de herschepping. Zoals Hij in het begin allee schiep. Hij spreekt en het is er, gebiedt en het staat er.
3. De beloften die gelden
Wat betekent dat met al onze onreinheid die ons aankleeft? Hij zegt je zult rein zijn. Een verwachting van Hem. Gemeente zeg maar vanmorgen een beloften karakter. Is het hier als Mozes ga niet met ons, we kunnen er niet aan voldoen? Nee, het werk van de Zaligmaker.
Die de redding en zaligheid van Hem verwachten, dan zegt Hij u bent rein. Nu in beginsel en straks volkomen. Daarom kwam Ik in deze wereld om te scheppen door Zijn reinmakende Geest. Hij kwam niet om een paar reinen te zoeken. Maar rein te maken.
Hier wordt vanmorgen niet de wet gepreekt, dat dacht u misschien. Als Hij komt, dan komen die reinen ook. Daar zorgt Hij Zelf voor. Ze moeten er zijn en zullen er zijn. Mensen die niet zonder zonden zijn. Mensen die met hun zonden en ellenden zich tot Hem wenden. Hij alles voor mij.
Hoe komt dat? Door het Woord, het Evangelie. De werking van Gods Geest erbij. Zo komen die mensen hier. Zo spreekt de Heere Jezus tot de discipelen en zitten de schare daarbij. Wij moeten het horen. Leren beseffen hoe onrein we zijn, dood we zijn van nature. Schep mij een rein hart en zo leven uit Hem.
Onrein en lig je er vaak onder, en toch de hoop op God. Heel nauw leven dicht bij Christus. Die krijgen een belofte: God zien. Wat moet je daarbij denken? Laten we eerst terugkeren naar de tempel. Plaats waar God woonde. Als je daar als priester binnenging kwam je in de nabijheid van God. Heel donker was het daar, alleen hogepriester mocht daar een keer per jaar binnengaan. Rituele reinigingsvoorschriften aan voldoen. Voorrecht van de priester. Gewone Israëlieten kwamen niet verder dan de voorhof. Of je nu priester of gewone Israëliet was, God zien en leven was onmogelijk.
Nu spreekt Jezus zalig de reinen van hart zullen God zien. God niet meer ziet in de symboliek van de tempel. Maar veel rijker op twee manieren. Hem zien door het geloof in Jezus. God heeft Zich in Christus geopenbaard. Als Hij de zieken geneest. De zonden vergeeft bij de Samaritaanse vrouw. Dan zien we in die dingen God Zelf aan het werk. Rijk in barmhartigheid. God zien in Christus. Ook als Hij hangt aan het kruis op Golgotha. Als wij de toevlucht nemen tot Hem, zou je kunnen zeggen hebben we al gemeenschap met God.
Ja zegt iemand, dat is wel in geloof. Dat is in geloof zien. Is er ook een direct zien? Ja, van aangezicht tot aangezicht. Eenmaal in de voleinding van de tijden. Bokken weggenomen van de schapen. De directe gemeenschap van God. God kwam in de hof en sprak met Adam en Eva. Straks altijd.
In een spiegel een duistere rede. Straks van aangezicht tot aangezicht. Straks zien wie ik ben. Zo eindigt 1 Korinthe 13. Is dat ook jouw uitzien? Volmaakt van Hem te zijn. Komen we terug bij de vraag in het begin: wat is zalig? Is zalig de gouden poorten in Jeruzalem. Ja. En alle tranen afgewist, ja dat is ook zalig. Verlost van de strijd tegen de zonden en zo vaak onderligt. Nooit meer zonden. Zo zijn er meer dingen te noemen die horen bij de zaligheid.
Het meeste is dat je bij God bent. Dat is het toppunt. Paulus: bij Christus te zijn zeer verre het beste. Is dat gemeente uw verlangen. Kindschap van God. Niet alleen de hemel te zoeken maar God te zoeken. Als kind kruip je naar je vader en moeder.
Waarmee we begonnen het paradoxale. God alles en in allen. 1 Johannes 3. Geliefden, nu zijn we kinderen van Gods maar het is nog niet geopenbaard wat we zijn zullen. Zullen Hem zien zoals Hij is. Rein. Horen we onze tekst terug, hoop ik.
God liefhebben en tegelijkertijd de wereld liefhebben, dat gaat niet. Zo’n dubbel hart. Daar past geen onreinheid bij. Dat moet weg, uit het leven. Bruidskerk eeuwig met Christus. Daar Hem te ontmoeten. De duisternis van de nacht zal wijken.
Het is gemeente niet onbereikbaar. Vanuit ons gezien wel, ik ben een onreine van hart dat is waar. Maar van Christus uit wel mogelijk. Hij is de dood ingegaan. Door Zijn levendmakende Geest na Zijn opstanding uit te delen. Hij laat geen bidder staan. Augustinus bad al: beveel wat Gij wilt, en geef wat Gij beveelt.
Wat we straks gaan zingen: Blij vooruitzicht dat mij streelt, ik zal ontwaakt Uw lof ontvouwen, U in gerechtigheid aanschouwen, verzadigd met Uw Goddelijk beeld.
Amen.
Zondag 26 januari 2025 – Fonteinkerk Hersteld Hervormde Gemeente Katwijk-upon-Sea, Holland – kand. M. Diepeveen – Schriftlezing Mattheüs 5 vers 1-12 en Lukas 18 vers 9-14