De verschijning van de Heere Jezus op de berg in Galilea na Zijn opstanding uit de doden had Hij reeds voor Zijn lijden en sterven aangekondigd. Al Gods beloften worden vervuld, Zijn Woord is waarheid. Het is Jezus, de Herder, die zorgt voor Zijn schapen en de kleinen bij de hand neemt. Hij gaat voorop, Hij breidt Zijn armen wijd uit. Zijn wij net als de discipelen al in beweging gekomen? Hij, de Koning der Koningen, roept met klem: Mijn zoon, Mijn dochter, geef Mij uw hart. Hij komt dichterbij: hebt goede moed, Ik heb de wereld overwinnen. Luister naar Zijn stem, Hij heeft recht op uw leven.

Mattheüs 28 vers 16-18: ‘[16] En de elf discipelen zijn heengegaan naar Galilea, naar den berg, waar Jezus hen bescheiden had. [17] En als zij Hem zagen, baden zij Hem aan; doch sommigen twijfelden. [18] En Jezus, bij hen komende, sprak tot hen, zeggende: Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde‘.

De verschijning van Jezus op de berg in Galilea
1. De elf discipelen zijn heengegaan naar Galilea op de berg;
2. En Jezus ging hen voor.

1. De elf discipelen zijn heengegaan naar Galilea op de berg

Gemeente, jongeren en ouderen, allen die met ons verbonden zijn. Drie weken geleden hebben wij met elkaar het Paasfeest gevierd. Kinderen, jullie weten vast wat we hebben gevierd. De Heere Jezus opgestaan uit de dood, opgewekt door de Vader. God de Vader stuurde een engel om de steen weg te rollen van het graf. Terwijl de engel naar beneden kwam begon de aarde te beven en de soldaten vielen als dood aan de grond. Niets was er bestand tegen de opstandingskracht. Het was genoeg. De schuld is betaald. God de Vader zag dat het goed was. En zo stond Jezus op uit de dood. De dood heerst niet meer. Jezus leeft. Het graf is leeg. Hij is opgestaan. En toen?

Is Jezus meteen naar Zijn Vader gegaan? Nee, niet direct naar Zijn Vader in de hemel gegaan. Veertig dagen op deze aarde gebleven. Tussen de opstanding en opneming zitten veertig dagen. In die periode openbaarde de Heere Jezus Zich. Hij liet Zich zien. Aan wie? Het valt ons op dat Hij niet verschenen is aan Pontius Pilatus, Annas of het Sanhedrin? Nee, in deze periode verschijnt de Heere Jezus uitsluitend aan Zijn kerk. Aan Zijn geliefden, Zijn gelovigen. Wat een trouwe zorg, wat een liefde toont hier de opgestane Levensvorst. Hij zoekt Zijn verstrooide schapen. Hij opent de Schriften. Wat een zorg. Hij geeft ze versterking in het geloof en Hij bereidt ze voor op dat moment dat ze Hem niet meer met het blote oog zullen zien en Hij zal opgaan tot Zijn Vader. Zo zien we dat Hij ze voorbereidt op de Pinkstermorgen. Het loon van de Vader ontvangt. De discipelen zijn er klaar voor gemaakt, Hij geeft ze onderwijs. In de Evangeliën lezen we verschillende verschijningen.

Vanmiddag gaat het over Zijn verschijning op de berg in Galilea. De elf discipelen, zonder Judas. De discipelen zijn heengegaan. Passieve vorm staat het in het Grieks. Niet zomaar uit eigen beweging zomaar een rondje lopen of uit eigen kracht. Dit heengaan staat in relatie met een bevel en belofte. Omdat hun Meester hen dat bevolen had. En dat maakt deze verschijning op de berg Galilea anders dan de andere verschijningen. Bij de andere verschijningen kondigde Hij Zich niet aan. Bijvoorbeeld toen Hij door gesloten deuren kwam zonder dat Thomas er de eerste keer bij was. Dat was onverwacht. Of de verschijning aan de Emmaüsgangers, ook niet aangekondigd. Maar deze verschijning is dus aangekondigd.

Hij had ze bevolen. Hij wil dat Zijn discipelen in beweging komen. En dus niet achter gesloten deuren blijven zitten uit vrees voor de Joden. Het valt op dat Mattheüs niet over de andere verschijningen schrijft. Meteen naar de climax. Sluitstuk. Wat opvalt dat het als een patroon terugkeert. De eerste keer staat in Mattheüs 26. Dat is zo bijzonder. Dat was nog voor dat Jezus werd gevangen werd in Gethsemané. Paasmaal gegeten en volgens de traditie de lofzangen, Psalm 113-118, gezongen. U zult allen aan Mij geërgerd worden. Profetie uit Zacharia wat we gelezen hebben. De Herder zal geslagen worden. Maar nadat Ik opgestaan zal zijn zal Ik voorgaan naar Galilea. De Heere Jezus had dit vooraf al voorzegd. Hij verwijst naar de Schriften.

De Herder zal geslagen worden, dat is de Heere Jezus. De schapen, de discipelen verstrooid. Maar Ik zal mijn hand wenden tot de kleinen. Dat is voorgaan naar Galilea. De rest vergaderd worden. De Heere Jezus had het voorzegd en het is gebeurd. Als de Heere Jezus iets voorzegt, dan kun je daarop aan. De Heere werd geslagen. De dood in geslagen. En de discipelen? Diezelfde avond nog verstrooit toen Hij gevangen genomen worden. De Schriften vervuld. Al Zijn discipelen vluchtten. Twijfel. De donkere nacht in. Hun lieve Meester in de boeien werd geslagen. Ze dwaalden allen als schapen. De Herder werd geslagen. Bloed op Zijn rug. Zijn gezegend lichaam op het kruis. En zij? Zij doolden doelloos door de nacht. Ze waren hun Meester kwijt.

Maar wonder van genade. In die veertig dagen gaat die Herder Zijn schapen weer opzoeken. Opdat de Schriften vervuld zullen worden. Hand tot de kleinen werden. Hij had het al gezegd voor Zijn lijden en sterven. Het loopt Hem niet uit de hand. Zullen we daar altijd aan denken? Dat Hij het voor Zijn lijden en sterven al over Zijn opstanding had? Het loopt Koning Jezus niet uit de hand. Deze verschijning van de opgestane Levensvorst stond al vast. Daar zal de grote Herder Zich verenigen met de schapen. Het keert als een patroon terug in het Evangelie van Mattheüs. Opnieuw klinkt het. Direct na de opstanding. De engel van de Heere geeft de opdracht. Gaat haastelijk heen en vertelt het de discipelen. Dat zij heengaan naar Galilea. Aldaar zullen zij Mij zien. Zijn broeders, zegt Jezus zelf. Het gezin weer compleet maken. Het Hoofd van de kerk. Wat een trouwe zorg heeft de opgestane Levensvorst voor de kerk.

Zo zijn de elf discipelen heengegaan naar de berg. In gedachten zien we ze gaan. Laten we daar bij stilstaan, stoppen. De weg die ze zijn gegaan. Hier ligt veel geestelijk onderwijs in. Een paar dingen hiervoor. De discipelen zijn dus niet in eigen beweging naar Galilea gegaan maar op grond van Zijn Woord. Op grond van het woord van hun Meester zijn ze gegaan. Ondanks hun twijfels. Ze konden niet blijven zitten. Omdat Jezus hen had bevolen. De roepstem, lokstem trekt hen. Ze gaan in de weg van de gehoorzaamheid en gaan ze richting Galilea. Ze komen achter de gesloten deuren en ze gaan in beweging. Niet op grond van hun eigen berekeningen. Nee, op grond van het Woord dat de Meester zelf had gezegd.

Weet u, dat is ook de weg die de Heere ons wijst. Door de bearbeiding van de Heilige Geest. Hij zoekt ze op onder de bediening der verzoening. Zijn ze er: twijfelaars? Verstrooide schapen. Zijn uw wegen duister? Begrijpt u er niets van. Loopt u tastend in het duister? Mag ik uitnodigen om met de discipelen mee te gaan naar Galilea? We zouden ze kunnen vragen: zijn ze zeker van hun zaak? Sommigen twijfelden. Begrijpen ze Gods wegen? Nee, dat denk ik. Doorgronden ze dat Jezus daar als een vloek hing aan het hout. Pas als de Heilige Geest het werkt begrijpen ze het. Begrijpen ze hoe hun leven er verder uitziet? Nee. Weten ze al dat ze als apostelen uitgezonden worden? Nee. Toch in beweging. Die liefde drijft hen. Op grond van Zijn Woord. Al schijnen mijn wegen duister te zijn. Op grond van het Woord kom ik in beweging.

Als de Heere iets beveelt dan belooft Hij er iets bij. Mag ik u dan gemeente uitnodigen hetzelfde te doen? Kom dan achter die gesloten van uw hart. Verhard u niet maar laat u leiden door Zijn Woord. Het is Christus die in het gewaad van het Woord zo uw huiskamer binnenkomt. Leg uw oor te luister bij Hem. Laat uw mitsen en maren weg. Kom. Hij de Koning der koningen roept met klem. Mijn zoon, dochter, kom dan. Op grond van het Woord. Ja, maar ik twijfel zo. Ik heb nog zoveel zonden. Stop daarmee en luister naar Zijn stem. Voor wie is de Heere Jezus gekomen? Voor goddelozen, voor zondaren die niets meer in zichzelf hebben. Doodschuldigen.

Gemeente, hoort u dat? Luister dan naar Koning Jezus. We zitten hier niet vrijblijvend. Hier niet en thuis niet. Het Woord komt met ernst en kracht. U kunt het niet vrijblijvend aanhoren. God spreekt vanmiddag. Hij beveelt. Hij strekt Zijn Middelaarshanden wijd uit. Jongeren, ouderen, zijn we al in beweging gekomen? De discipelen zijn in beweging gekomen. Ze gaan die weg in gehoorzaamheid. De vrucht van het geloof. Het kan nog zo donker zijn. Het kan nog zo aangevochten zijn. Maar een ding hebben de elf discipelen gemeen. De Meester is daar en Hij roept u. Daar wil Hij Zijn kerk hebben. Luisterend naar Zijn stem. De weg van de gehoorzaamheid is door Christus Zelf geopend. Hij is in volmaakte gehoorzaamheid aan Zijn Vader gegaan. Vader, Ik kom om Uw wil te doen. In volkomen gehoorzaamheid heeft Hij die straf gedragen die wij hadden moeten dragen. De straf gedragen aan het vloekhout. Hij is de dood ingegaan, ter helle neergedaald in volkomen gehoorzaamheid. Gewacht op de Vader om op te staan in volkomen gehoorzaamheid. Zo leert de kerk dwars door alle aanvechtingen te luisteren naar de Meester, volgen. Hem alleen. Luisterend naar Zijn stem. Zo komt Zijn kerk dus in beweging. Zo gaan de discipelen naar Galilea. Jezus ging hen voor.

2. En Jezus ging hen voor

Jeruzalem ligt achter hen. Daar waar de Herder geslagen is. Nu gaat Hij hen voor naar Galilea. Hij zal Zijn hand uitstrekken tot de kleinen. Het is wat. De Heere brengt ze terug naar de plaats waar het allemaal begon. Galilea. Daar hebben ze de vissersnetten achter gelaten. Volg mij. Daar kwamen ze al in beweging. Zo klimmen ze de berg op. De berg waar Jezus hen bescheiden had. Naar die berg waar Jezus hen de verordeningen, bevelen opgelegd had. Het is expliciet die berg geweest waar Jezus Zijn bevelen had opgelegd. Welke berg was dat? De berg waar Jezus de grondregels van het Koninkrijk had gegeven. Van de Bergrede. Mattheüs. Onderwijs bij de discipelen en de schare aankwam. Dit is niet zomaar een Schriftgeleerde die spreekt maar deze is een Machthebbende. Die woorden klinken als een echo nog door de hoofden en harten van de discipelen. Nu klimmen ze vol verwachting de berg op.

Dan ineens zien ze Jezus. Merkt u het op? Jezus staat er dus al. Daar staat Koning Jezus. Te wachten. Als Hij iets zegt dan kunt u daarop aan. Ik zal u voorgaan. Jezus ging hen voor. Ziet u Hem daar staan? Daar staat de Herder die geslagen was. Hij staat te wachten op Zijn verstrooide slapen. Zoals de Vader op de uitkijk stond voor Zijn verloren zoon. Ik ken de Mijnen en word van de Mijnen gekend. Hij staat daar vol van macht en majesteit. Uit de dood verrezen. Omgord met macht. Deze verschijning is weer anders dan de andere verschijning. Bij die andere verschijnen, aan de Emmaüsgangers en aan de zee van Tiberias, als een man. Nu staat Hij daar in Zijn Goddelijke heerlijkheid. De discipelen vallen plat op de grond. De diepste manier om te vernederen. Hij staat voor de verstrooide schapen. Hij kent ze door en door. Hij weet dat er onder hen nog twijfelden. Waaraan? Het staat er niet. Misschien dat ze twijfelden aan dat Hij aan het vloekhout heeft gehangen. Vervloekt is een iegelijk die hangt aan het hout. Dat ze dat niet konden rijmen. Of dat ze allemaal gevlucht waren.

Als er twijfel is dan komt dat omdat wij de ogen naar beneden hebben gericht of naar onszelf. Niet gericht op Koning Jezus. Dan gaan we dwalen. Ook na ontvangen genade. Juist. Zo kan het iemand zit geslagen door de omstandigheden van het leven. Pijn. Moeite. Verdriet. De pijnlijke werkelijkheid van het leven. Je kijkt om je heen. De dood heerst. Het Coronavirus jaagt door het land en eist zijn doden. Wat hebben we nog te verwachten van ons leven? En in de zee van de twijfel zak ik steeds dieper weg. Ook na ontvangen genade. Zou God nog naar mij omzien? Ben ik wel gelovig? Heb ik het niet allemaal aangepraat? Waar is God nu? Zo getwijfeld voor over gebogen. Die twijfel lezen we ook bij het wandelen van Jezus op het water en Petrus daar op het water liep. Toen hij op Jezus zag, ging het goed. Maar toen hij op de sterke wind en het water zag, schonk hij weg. Ook toen ging Jezus voor. Hij pakte zijn hand. Hij is de Herder van de schapen. Hij strekt Zijn hand uit tot de schapen. Zijn trouwe zorg, wat een liefde.

Er staat dat Jezus dichterbij komt. Naderbij. Dan gaat Hij ze opzoeken. Hij strekt Zijn hand uit. Hij komt een stapje dichterbij. Ook vanmiddag zoekt Hij ze op. Door de omstandigheden geslagen. Hun lieve Meester kwijt zijn. Uw Heiland komt dichterbij. Hij staat garant voor Zijn kerk. Echt waar. Hij zal u niet verlaten. Arme, beproefde schapen. Allen die vanmiddag misschien wel in hun gemis de kerktelefoon hebben aangezet, luister toch eens naar Zijn troostrijk Woord. Terwijl Hij dichterbij komt spreekt Hij: Mijn is gegeven alle macht in de hemel en aarde. Heft uw ogen op. Hij zoekt ook vanmiddag ook Zijn verstrooide schapen in Putten op. Het gaat allemaal van Hem uit. Jezus komt dichterbij. Hij begint te spreken. Hij wijst naar Zichzelf. Hij toont Zijn almacht. Zo zorgt Hij dat de twijfel mag omslaan: ziet uw Koning.

Net als op de berg in Galilea verzamelt Hij Zijn schapen. De Heere Jezus komt ons naderbij. Ziet u Hem? Hij staat daar, de Heere Jezus in het midden van uw kamer? Ziet u Hem, de geslagen Herder? Kijk eens in Zijn zijde, Zijn handpalmen. Al die namen staan gegraveerd met onuitwisbaar schrift. Niemand zal ze daar ooit uit wissen. Jezus komt dichtbij en Hij zegt het: Mij is gegeven alle macht. Wat een troost, wat een bemoediging. De Zoon van God zit op de troon. Alle koningen zullen voor Hem buigen. Als Hij straks terugkomt op de wolken van de hemel in al Zijn heerlijkheid. Volmaken. Zijn stem klinkt dwars overal doorheen, ook de Coronacrisis. Hebt dan goede moed verstrooide schapen. ‘Eens zal op de grote morgen, klinken het bazuingeschal, dan zal Jezus wederkomen, als de rechter van ’t heelal’.

Als laatste wil ik mij nog een keer richten tot mensen, als die er zijn, die zich verzetten tegen deze geslagen Herder. Als er nog mensen ongehoorzaam zijn. Deze Koning heeft alle macht in hemel en op aarde. Alle recht. Alle rechten in de hemel en op de aarde. In de bediening van de verzoening vertoont deze Koning vanmiddag Zijn recht. Niemand heeft het recht om onbekeerd door te leven. Durft u dat? Hij heeft het recht om gediend te worden. De opgestane Levensvorst heeft alle recht om geëerd te worden. Hoe lang bent u nog van plan aan Zijn recht voorbij te gaan? Luister naar Zijn stem. Verhard u niet maar laat u leiden. Kust dan vanmiddag nog de Zoon vanouds u toegezegd. Amen.

 

 

Zondag 3 mei 2020 – Hersteld Hervormde Gemeente Putten [dienst online uitgezonden via YouTube vanwege de huidige omstandigheden] – kand. L.G. de Deugd – Schriftlezingen Zacharia 13 vers 7, Mattheüs 26 vers 31-32 en Mattheüs 28