Is 2020 de tijd dat de hemel niet meer verkwikt en de hel ons niet meer verschrikt? Zoals de Heere Jezus zijn discipelen leerde op Olijfberg in de gelijkenis over de vijf wijze en vijf dwaze maagden dat de bruidegom vertoeft te komen, zo vertoeft Hij nu weder te komen naar deze wereld als het laatste oordeel zal zijn. Dan is de volheid van de tijd en breekt de eeuwigheid aan. Maar nog is Hij Redder van zondaren, Zijn drupt bloed van de kansel in de bediening van verzoening. Ga tot Hem, haast u om uws levens’ wil. Hij wil het van ons overnemen, in Hem is vergeving van zonden. Hij nodigt ons uit voor de eeuwige bruiloft. Zonder de olie, zoals de dwaze maagden in de gelijkenis geen olie hadden, kunnen we niet binnengaan maar staan we eeuwig buiten. God die u genodigd heeft tot de bruiloft wil u ook de olie geven. Hij wil niet dat u verloren gaat. Nog is Hij geduldig over ons. Nog is er plaats. Bent u al bereid?
Mattheüs 25 vers 13: ‘Zo waakt dan; want u weet den dag niet, noch de ure, in dewelke de Zoon des mensen komen zal‘.
De Heere Jezus roept op om waakzaam te zijn
1. Een droevige overeenkomst;
2. Een aangrijpend verschil;
3. Een definitieve scheiding.
1. Een droevige overeenkomst
Gemeente, jongeren en ouderen, de gelijkenis die wij vanmiddag met elkaar hebben gelezen die is denk ik voor de meesten bekend. De vijf wijze en vijf dwaze maagden. De Heere Jezus gebruikte vaker een beeld, een gelijkenis om iets duidelijk te maken. We moeten goed weten dat het niet gaat om het verhaal maar de boodschap. Wat wilde de Heere Jezus duidelijk maken?
Om de boodschap duidelijk voor ogen te krijgen, neem ik u mee naar de Olijfberg. Jezus zit daar en rondom de discipelen. Ze krijgen onderwijs van hun Rabbi, hun Meester. Dat hadden ze best wel even nodig na die indringende preek van de Heere Jezus op het tempelplein. Oordeelspreek. Tot acht keer toe zei Hij: wee u Farizeeën en Schriftgeleerden. Indruk gemaakt, dat kun je begrijpen. Er was iets dat ze niet konden begrijpen, waar ze moeite mee hadden. Echo door hun hoofd en hart. Want Jezus had op het tempelplein deze woorden gezegd: Ik zeg u dat u Mij hier op deze plaats niet meer zult zien. Dat is nogal wat. De discipelen stonden er bij en begrepen het niet. Dat kan toch niet. Niet meer in het huis van de Vader. De laatste preek van Hem. Dat paste totaal niet in het verwachtingspatroon van de discipelen.
En de Heere Jezus was vastberaden. Hij ging uit en vertrok van de tempel. Definitief. Om nooit, nooit meer terug te keren. Nooit meer daar. Geschokt zijn de discipelen achter Hem aan te gaan door de schone poort. Ze hadden Hem graag willen weerhouden. Kijk eens naar dit grote gebouw, hoe vast deze stenen zijn. Maar Jezus loopt door naar de Olijfberg. Jezus spreekt ze onderweg nog aan. Kijk eens naar deze gebouwen. Er zal niet een steen op de andere steen blijven. Zo zijn ze de Meester gevolgd door de Oostpoort, Kidrondal, Hof van Gethsamané, de Olijfberg. Misschien nog achterom gekeken. Hun Meester, de Messias, nooit meer in het huis van de Vader? De tempel verwoest? Wat blijft er nog over van onze verwachting? Hij zal toch in het centrum van Jeruzalem zitten op de troon. Al de volken zullen buigen. Ze passen niet in de kosmologische verwachtingen van hen. Er gaat een streep door.
Zo zitten ze op de Olijfberg. Dan komt die prangende vraag. Zeg ons wanneer dit zal zijn. Meester, Rabbi, U moet het ons vertellen want we begrijpen het echt niet meer. Dan begint Jezus te leren. Dat is een belangrijke. Hij leert hen hun ogen niet gericht te houden op het aardse heiligdom. Maar op het hemelse heiligdom. Hier beneden zal alles afgebroken worden. Te bedenken dat de dingen nog staan te gebeuren. Nu krijgen ze een toekomstperspectief over het laatste heilsfeit, de wederkomst van Christus.
De discipelen luisteren aandachtig. Na dat onderwijs geeft de Heere Jezus drie gelijkenissen om het onderwijs duidelijk te verdiepen. Vanmiddag gaat het over de tweede gelijkenis. De tweede gelijkenis over de vijf wijze en vijf dwaze maagden. De Heere Jezus gebruikt het beeld van een bruiloft. Ik denk dat wij daar allemaal wel een beeld bij hebben. Een bruiloft is een feestelijk dag. In die tijd van de Heere Jezus werd het anders gevierd. Wij vieren het meestal op een dag, in Israël soms wel zeven dagen. Nog meer andere gewoonten. Bruidegom vertrok uit het ouderlijk huis naar het ouderlijk huis van de bruid om haar op te halen. Drukte van belang. Feestelijke optocht. Met gejuich en gezang. Want het was feest. Mensen stonden langs de kant van de weg te klappen. Het leek wel een processie.
Als de bruidegom dan bijna bij het huis was van de bruid liet hij de vriend, de heraut uitgaan. Bij dat huis wisten ze wel wat er moest gebeuren. De bruidmeisjes kwamen dan. Om de bruidegom feestelijk tegemoet te gaan met fakkels in de handen. Geen lampen. Maar fakkels, een lap, die je in de olie moest dopen en dan aansteken. Die kon zo’n vijftien minuten branden. Die meisjes hadden een bijzondere taak als het gaat over de tien maagden. Ze hadden de opdracht om de bruidegom op te wachten en als hij kwam dan tegemoet te treden.
Wanneer zou hij komen? Ze wachten, ze wachten. Maar wat duurt het lang. Horen ze daar de heraut al? Het duurt maar, het duurt maar. Hij vertoeft te komen. Hij is, in de ogen van de maagden, te laat. Dan beginnen ze moe te worden. Zo moe van het wachten dat ze alle tien in slaap vallen. Hier stoppen we even. Even nadenken. Wat zou de Heere Jezus hier mee bedoelen? Van de tien in slaap gevallen maagden. Wat heeft het te zeggen? Wat hebben ze gemeen? In ieder geval dit: ze behoren allen die de christelijke naam dragen. Dat komt heel dichtbij hè. Het beeld van de zichtbare kerk. De scheiding is niet in of buiten de kerk. Maar die gaat dwars door de kerk heen. Dat is ernstig. Een scherpe gelijkenis. Wijzen en dwazen. Net als wij, vanmiddag en laten we dat eens vasthouden.
Want er is nog iets waar ze een overeenkomst hebben. Alle tien zijn ze uitgenodigd. Hebben alle tien de uitnodiging ontvangen van de bruidegom en de bruid. Ze zijn geselecteerd, in die zin uitverkoren, apart gezet. Anders dan de andere meisjes in het dorp, mochten zij naar het feest van de bruidegom. Gemeente, is er iemand vanmiddag zonder olie in zijn lamp? Daar kom ik zo nog wel op terug. Vergeet een ding niet. Het aanbod van genade, om te komen tot het feest, wordt uitgesproken tot alle tien. Daar kunt u niet om heen. Hoe vaak bent u uitgenodigd? Mijn zoon, mijn dochter, geef mij je hart. Hoe vaak hebt u het gehoord? Niemand kan vrijuit gaan, u niet en ik niet. Onder de bediening der verzoening komt de Heere Jezus zo dichtbij, kunt u niet zeggen, als de Liefste straks terugkomt, dan kan niemand van ons zeggen: ik wist het niet. O nee, alle tien. Dan vertoeft de bruidegom te komen. Hij is later dan ze dachten. En dan vallen ze ook alle tien in slaap. Dat is een opmerkelijke overeenkomst. Slapen. Er zijn twee betekenissen uit deze gelijkenis die ik u mee wil geven.
Twee betekenissen over dat slapen van de tien maagden. De eerste gaat hier over, het beeld van dat slapen, is het beeld van de slaap van de dood, zegt Calvijn zoals iedereen eenmaal zal sterven. Als gevolg van onze zonden zullen ze sterven. Matthew Henry stalt uit dat het over een geestelijke slaap gaat. Verflauwen. Beeld van de slapende kerk. Het eerste het beeld van de slapende dood. Het beeld van het moment dat wij het tijdelijke met het eeuwige moeten verwisselen. Dat uur dat wij moeten sterven. Dat droevige moment dat het uur van de dood door onze zonden intreedt. Dwaas of wijs, we zullen moeten sterven. Dan scheidt de ziel van het lichaam en gaan wij naar ons eeuwige huis. Zo lang de verhoogde Christus nog niet gekomen is op de wolken op de hemel, zullen de zowel de wijze en dwaze maagden zijn in het graf. Dat is de enige overeenkomst dan wel. Dat ze allen zullen sterven. Wie leeft er die er niet eens zal sterven? De zielen van de wijzen die juichen al reeds voor Gods genadetroon. Zij kijken vol verwachting en spanning uit naar die dag dat de bruidegom komt. De wederkomst van Christus. De zielen van de dwazen kijken ook uit maar dan met vrees en beven naar de dag van de wederkomst. Wij allen moeten geopenbaard worden voor de rechterstoel van Christus.
Het tweede beeld is de lijn van Matthew Henry die hij uitbeeldt. Alle tien slapen, de wijze en dwaze maagden. Het beeld van de slapende kerk. Omdat de bruidegom vertoeft te komen, is de eerste liefde verdwenen. Daarom een aansporing. Ook voor de gemeente van Putten. Als de Heilige Geest de ogen opende en gericht op Christus bent, het bloed van Christus in uw leven gekomen is, dat licht van de Heilige Geest u in vuur en vlam zet, mag u weten dat er olie in uw lampen is? Dat we in de liefde blijven. Niet in de geestelijk slaap blijven. Zo worden de discipelen aangespoord om te waken. Ze zitten nog aandachtig te luisteren. Wees dan waakzaam. Waakt! Niet wetend dat ze straks beneden, in de hof van Gethsemané nog geen uur konden waken. Kunt u dan niet een uurtje met Mij waken?
De Heere Jezus moedigt de kerk aan om te waken. Niet alleen in de tijd voor Kerst, de Adventsperiode. Nee. De Heere Jezus roept op om de ogen de kost te geven, op te letten. Of de voetstappen van de bruidegom al aankomen. Hoe staat het ervoor gemeente, in Putten? Hoe staat het ervoor met het verlangen naar Zijn wederkomt in deze slaapzieke tijd? Waar de tijd rondgaat als een briesende leeuw. Denk je echt dat het waar is dat de Heere Jezus terugkomt? Hoe lang is het niet geleden dat Hij het zei? Vinden we nog hoop en verwachting? Het is een droevig beeld als we dit aantreffen in 2020. Leef uit de hoop en de verwachting. Wees er waakzaam op en werkzaam mee. Waar zijn ze de wachters op Sions muren? Waar zijn de brandende lampen in de gemeente? Die lichten op de kandelaar? Die levende brieven van Christus. Waar kunnen de jongeren naar toe? Weten ze het waar ze moeten zijn? Neemt u ze mee aan de hand om ze bij de Heere Jezus te brengen? Waakt dan. Is dit niet de reden van het geestelijk verval in deze tijd, dat de wijze maagden in slaap zijn gesust. Durven we in onze tijd nog te wijzen op de verschrikking, met liefde, de verschrikking van de eeuwige hel? Of durven we het niet meer te doen? De duivel die daar tiert. Durven we het nog te doen, of ben je dan een zware dominee?
Leven we niet in een tijd dat de hemel niet verkwikt en de hel niet verschrikt. Waar ze zijn van de levende kerk? Dat we Hem verwachten. Ik moest denken bij de voorbereiding aan een dominee die mij dat eens vertelde. Een oma, een oud vrouwtje, stond op het perron op Rotterdam Centraal. Naast haar stond ook een sterke, stoere havenarbeider. Die havenarbeider springt in de wagon. Tijd geleden. Oude wagon. Moeite voor doen. Die oude vrouw doet er alles aan om in de wagon te komen. Die havenarbeider zegt op zijn Rotterdams: zo vrouwtje, u hebt uw beste tijd ook al gehad. Ze stak haar stok omhoog: mijn beste tijd moet nog komen. Dat is leven uit verwachting. Mag ik u erop wijzen, aanmoedigen, als het leven verzwakt. Juist in die tijd dat alles tegenzit, dat u vasthoudt aan Zijn beloften. Dat Hij komen zal. Waakt dan. Leg uw hand op Gods beloften. Breng uw hand maar bij de Heere. Waakt.
2. Een aangrijpend verschil
De Heere Jezus vertelt verder. Op het moment dat ze slapen komt daar ineens de heraut aan. De bruidegom komt, gaat uit hem tegemoet! Ze worden alle tien opgewekt. Zowel de wijze als de dwaze. Ze moeten allen voor God verschijnen. En dan de fakkels. Waar zijn ze? De wijzen hadden voorraad. Fakkel die in de olie gedoopt werd. Het was zo natuurlijk om olie mee te nemen. Het is niet een tragisch verschil. Het was dom, staat er in het Grieks. Het is wel aangrijpend. We hebben geen medelijden met de dwaze maagden. Dit verschil als Christus terugkomt op de wolken. Zoals Hij werd opgenomen op de Olijfberg, alzo zal Hij wederkeren, zei de engel. Hij komt om de aarde te richten. Zo totaal anders dan Zijn eerste komt. Bij Zijn eerste komt kwam Hij in de vernedering. In de trappen van Zijn vernedering. In de kribbe in Bethlehem. Toen kwam Hij als Redder, om zondaren zalig te maken. Nu nog steeds. Als ik u Christus mag verkondigen. Maar dan als Hij komt, dat is de hoogste trap van Zijn verhoging. Dan komt Hij als Rechter. Dat is als verschil met olie of zonder, met vuur of zonder vuur. Verschil tussen leven en dood. Alle tien uitgenodigd. Ze liepen mee in hetzelfde straatje. In het pad der vaderen. Geen onverschilligen, geen atheïsten. Als ik het zo mag zeggen: nette voorgangers. Gemeente, zitten hier vanmiddag mensen, met een gedoopt voorhoofd, u bent genodigd, zonder olie. Is het echt zo? U hebt de belofte op uw voorhoofd verzegeld gekregen. En u haakt af. Wordt wakker alstublieft. Ontwaakt u die slaap, sta op uit uw geestelijke dood.
Maar ja. Daar komen de ja-maars. Die olie hè, die moet mij gegeven. Dat is waar. Ik neem de middelen waar. Ik zit hier, ga naar catechisatie, ik lees met regelmaat. Maar ja de olie ontbreekt. O ja. Gemeente, kunt u het zonder droge ogen zeggen? Weet u hoe die mensen, ik had een docent die zei, dat zijn mensen die zijn eerlijk onbekeerd. Gemeente, wat denkt u, als wij de nodiging van de hemelse Bruidegom allen, allen!, ontvangen, dat is genade, zou Hij dan de olie ook niet willen geven? Dat is toch dwaas. Te denken uitgenodigd te worden maar geen olie krijgt. U bent op de juiste plaats. Daar waar de Heere Jezus nodigt is de Heilige Geest om u olie te geven en u in vuur en vlam te zetten. Echt waar, twijfel daar niet aan. Of denkt u dat God in wraak Zijn lust heeft? Nee toch. Wees voorbereid en waakt. Voor dat die grote dag zal komen en er geen olie in de vaten is.
Het slapen van de maagden leert ons dat de komst van de Heere Jezus lang zal duren. Het is ook waar geworden. De eerste volgelingen waren vol van Zijn komst, maar de bruidegom vertoeft te komen tot de dag van vandaag, nou ja van dit uur. Ook toen de maagden stierven. Die verwachting bleef. Want zij stierven met olie in de vaten. Gods kerk kent die verwachting. Vrucht van het geloof. In de hemel en op aarde. Want Gods kinderen sterven met olie in de vaten. De vijf wijze maagden sterven in de Heere. Voor de vijf wijze maagden wordt het slapen. Zij die ontslapen zijn, als het gaat over de dood. Paulus schrijft in 1 Thessalonicenzen 4 vers 13 erover. Ik wil niet dat u ontwetende zijt van degenen die ontslapen zijn. De vijf wijze maagden zijn ontslapen. Van de anderen die geen hoop hebben. Dat zijn de dwazen. Paulus wenst al ontbonden te zijn. Johannes hoort op Patmos, zalig zijn de doden die mogen rusten van hun werken. In hun witte klederen staan voor de troon met hun witte klederen. Juichen al voor de troon. Tot die dag die komen zal waar Hij zal oordelen de levenden en de doden. De wijze maagden, hier beneden en boven, mogen rusten in de Heere. Er is geen beter verwachten. Zo verlangen wij die grote dag om helemaal te genieten van God in Jezus Christus.
3. Een definitieve scheiding
Gemeente, wat denkt u ervan over die verschil en die definitieve scheiding. Als de bruidegom komt, dan is het te laat. Dan is het feest. Eeuwig feest. Op hemel en aarde. Volmaakt. Daar bent u voor uitgenodigd. Maar voor degenen die het naast zich neerleggen volgt de eeuwige dood. Dat is een definitieve scheiding. Ik vind het heel moeilijk om te zeggen. Scherp. Maar het niet mijn woord maar het woord van de Heere Jezus. Als de graven zullen opengaan. In Openbaring 20 beschreven. Ik zag ook de doden, kleinen en groten. Ook zij zullen opstaan, de doden. Ze zullen opstaan in oneer. Een afgrijselijk gezicht zal het zijn. De dag van de komst is ook de dag van het oordeel. Dan kun je kloppen en kloppen, ik heb een gedoopt voorhoofd. Dan klinkt er iets. Ik ken u niet. Dan niet meer. Dan zijn we uitgewist, vergeten. Dat is de hel hè. Als God, de totale godverlatenheid. Dat God je niet eens meer kent. Je kunt roepen tot je ons weegt. Hij kent ons niet meer. Gemeente, laat het zover niet komen. Mag ik u bidden: laat u met God verzoenen. Het is nog genadetijd. Verhard je niet maar laat je leiden. Hij is nog niet gekomen. Dan moet u thuis 2 Petrus 3 maar eens lezen. De Heere is lankmoedig. Als die bruidegom in de file had gestaan, dan had het aan hem gelegen. Maar Hij vertraagt niet maar Hij is geduldig. Hij zit te wachten. Waarom dan? Over alle tien. Niet willende dat enige verloren gaan. Dat wil de Heere niet. Niet dat er een iemand in Putten verloren gaat. Daarom vertoeft Hij te komen. Daarom bent u nu onder de bediening van de verzoening. Drupt het bloed van de kansel dat er niet iemand straks buiten staat. Maar dat zij allen tot bekering komen. Dat is duidelijk taal. Zult u God de schuld niet geven, alstublieft. Als er iemand buitenstaat, als Hij komt. Hij nodigt, vanavond nog. Ga op je knieën. Buig je. Kus de Zoon. Dat kan ik niet. Ik ook niet. Maar Hij nodigt en Hij geeft. Ga naar de Heere Jezus toe. Vouw je handen, buig je knieën. Laat maar zien hoe dwaas en dom we zijn. Kom maar. De Heere laat geen bidder staan. Met al je zonden en schuld. Er is genoegzaam. Kom Mijn zoon, Mijn dochter, geef je hart. Waakt dan, gemeente. Ben je bereid? Bent u bereid? Amen.
Zondag 12 januari 2020 – Hersteld Hervormde Kerk Putten – kand. L.G. de Deugd – Schriftlezing Mattheüs 25 vers 1-13