Het tweede teken dat de Heere Jezus heeft gedaan in Kana, de zoon van de koninklijk hoveling op afstand genezen, toont ons dat het de Heere Jezus niet om een wondergeloof maar om het ‘woordgeloof’ gaat. Als de Heere Jezus gaat spreken dan doet Hij dat eerlijk en ontdekkend omdat Hij niet wil dat u verloren gaat. Het echte wonder ligt niet in de genezing van de zoon van de koninklijk hoveling maar dat hij Jezus’ woorden geloofde en zijn gehele huis. Alleen dan is de ziel voor de eeuwigheid beveiligd, dat is werkelijk heerlijk en bevrijdend.
Johannes 4 vers 50: ‘Jezus zeide tot hem: Ga heen, uw zoon leeft. En de mens geloofde het woord, dat Jezus tot hem zeide, en ging heen‘.
De woorden van de Heere Jezus zijn:
1. Eerlijk en ontdekkend [tenzij dat u tekenen en wonderen ziet, zo zult u niet geloven];
2. Heerlijk en bevrijdend [gaat heen uw zoon leeft].
1. Eerlijk en ontdekkend
Gemeente, jongeren en ouderen, vanmorgen mochten we getuigen zijn van het eerste wonder. Van dat diepe getuigenis bij de bruiloft van Kana. Vanmiddag willen we stilstaan bij het tweede teken. Jezus is opnieuw in Kana.
Als we letter op het ontvangst, dan is er wel iets veranderd. Toen bij de bruiloft was Hij zoon van de timmerman uit Nazareth. Gast tussen de gasten. Maar nu is het bij de mensen doorgedrongen. Zijn wonderen en tekenen. Ze zijn er helemaal vol van. Toch wat chauvinisme. Het is er toch maar een uit Galilea. Met trots verwelkomen ze Jezus.
Ze zijn razend enthousiast over Zijn tekenen. Als Hij er is, dan gebeurt er wat. Ze zien Hem als een wonderdoener. Zou de Heere Jezus er blij mee zijn geweest? Was dit de bedoeling? Nou, nee. Je zou het zo samen kunnen vatten: ze komen voor de gave maar de Gever laten ze staan.
Wat een verschil als je terugleest. De Samaritanen. Vers 41. Er geloofden er velen om Zijn Woords wil. Dat is wel iets anders. Zij belijden dat Jezus is waarschijnlijk de Christus, de Zaligmaker. Hier in Galilea willen ze sensatie. Ze willen nog meer tekenen en wonderen. Ze staren zich blind om Zijn gaven, niet op Zijn persoon. Zij zien zijn heerlijkheid niet.
Zo wordt Jezus ontvangen in Kana. Toch wel iets anders dan die eerste keer. Maar het gaat om die geestelijke gaven. Dat de Heere Jezus mens is geworden maar ook God gebleven. Dat Hij schittert in Zijn heerlijkheid.
Als Jezus aankomt in Galilea dan komt Hij in Kapernaum. De Heere Jezus is daar enkele dagen daarvoor al geweest. Kapernaum in het noorden. Welgestelde man. Aan het hof van de vierpost Herodus antipas werkte. Een Minister nu. Welgestelde man. Maar verkeert in een groot probleem.
Zijn zoon is ernstig ziek, met hoge koorts in bed. Het is kort voor zijn sterveen. Vader heeft er alles aan gedaan maar het mocht niet baten. Ongeneeslijk ziek. Bij de voorbereiding vond ik dit best moeilijk. Wij weten allemaal dat de zoon genezen is. Er zitten hier misschien wel mensen in de kerk die een kind verloren hebben.
Toch moet ik dit tweede teken preken. Het gaat om het Woord gepredikt door de Heere Jezus, daar gaat het ten diepste in. Deze hoveling gelooft in de almacht van Jezus. Had gehoord over die ‘Weldoener’. Hij vertrekt direct vanuit Kapernaum. Zo’n zes uur onderweg ongeveer.
Ondertussen is Jezus in Kana. In Zijn Goddelijke wijsheid wist Hij dat die koninklijke hoveling zal komen in zijn nood. We zouden zo kunnen zeggen dat Jezus dat zo gewerkt heeft dat die koninklijke hoveling naar Hem toetrekt.
Juist in uw nood naar Jezus te trekken. Rake uitspraak: soms geeft de Heere een kras op je ziel om je bij het kruis van de verzoening te brengen. Hij gaat met zijn nood naar Jezus. Hij vlucht naar Jezus. In de vroege morgen naar zijn zieke zoon gekeken. In zijn haast komt hij steeds dichterbij. Dan ziet hij Jezus.
Moedeloos en radeloos snelt Hij op Jezus af. Als iemand zo in nood zit, dan zal de Heere Jezus zeggen Ik ga meteen met u mee. Nee, dat zegt Hij niet. Tenzij u tekenen en wonderen zien, dan willen jullie geloven. De Heere Jezus legt de vinger met eerbied gesproken op de zere plek. Jullie zijn uit op het wonder. Ondanks dat deze man geloofde in de macht van Jezus, was hij uit op het teken, op het wonder.
Is het dan niet hard? Is het dan niet hard van de Heere Jezus? Het is toch te begrijpen. Jazeker. Hij had kunnen zeggen en daarna wil Ik nog wat zeggen. Maar dat doet de Heere Jezus niet. Is Hij dan niet met ontferming bewogen. De Heere Jezus kijkt verder. Hij wil niet dat deze man blijft steken in zijn wondergeloof. Als Jezus hem meteen beter had gemaakt, dan had deze minister, hoveling misschien wel zijn leven lang gezegd: deze heeft mijn zoon beter gemaakt en daar ben ik dankbaar voor. Jezus wil deze man niet een wondergeloof maar een woordgeloof heeft.
Zijn wonderen staan in het teken van Zijn Woord. Hij is gekomen om zoeken en zalig te maken dat verloren is. Daarom laat Hij deze man niet gaan. Hij wil niet dat deze man blijft hangen in het wonder, en toch nog verloren gaat. Hij raakt bewogen door zijn kortzichtigheid. Hij komt voor een wonderlijke uitredding terwijl zijn ziel nog niet gered is. Terwijl zijn zoon een ziel heeft voor de eeuwigheid. Gemeente, dat is het doel van Jezus. Als de Heere Jezus door Zijn Woord tot u spreekt, dan dringt Hij door tot het diepst van je onsterfelijke ziel.
Hij wil niet dat er iemand verloren gaat. Dan is dat eerlijk en ontdekkend. Hij wil ruimte maken daar waar bij ons geen ruimte is. De Heere Jezus ziet het hart aan. Net als toen in Kana spreekt de Heere ook in Putten ons hart aan. Hoe staat het ervoor, ouderen, jongeren. Wat is nu werkelijk uw nood, jouw nood, mijn nood? Wat is uw nood? Weleens ogen gekregen om die vieze smerigheid van het hart gezien?
Het is al wat jaren geleden dat ik voor de klas stond en schreven op waarvoor te bidden. We schreven ze op, Hele lijst. Goede cijfers, vrienden, geen ruzie in de klas. Enzovoort, enzovoort. Goed hè je mag de Heere overal voor bidden. Onderaan, er stak opeens iemand zijn vinger op, dat we bekeerd mogen worden. Zet dat er ook maar even bij. Oké, schrijven we dat ook even bij.
Is ons gebed een verlanglijstje? Zijn we uit op de gaven of zien we uit naar de Gever? Denk daar eens over na als we sterven zoals we geboren zijn gaan we voor eeuwig verloren. Zijn we op weg naar eeuwig verderf. Zou je dan niet vrezen?! Gemeente, waar bidden we voor? Gaat ons hart naar Hem uit?
Niet om wat Hij geeft maar allereerst om Zijn Persoon. Dan krijg je nog meer dan je vraagt. Komt zo nog. In liefde zet Jezus een vraagteken achter het geloof van de hoveling, de minister. Het gaat niet om Zijn wonder maar om Hemzelf, de Heere Jezus.
De Heere Jezus gaat plaats voor Hemzelf maken. Hoe doet de Heere dat dan? Eerst door eerlijk te zijn. Door te dringen. Hij behandelt ons altijd eerlijk. Ontdekkend. Doet wel zeer. Tegen je vlees in. Hij pelt als het ware de schillen van je hart. Hij is op zoek naar de pit, het probleem. De bodem van je hart, waar draait het nu eigenlijk om in je leven?
Verlangt u naar voorspoed? Zoekt u een Jezus die Zich aanpast aan jouw verlangens? Gaat het in mijn leven om mijn belang of om Zijn eer? Kijk, toen ik vroeger op school zat, ik was een jaar of zestien, toen was er een jongetje in de klas, dat was heel verdrietig, hij had weinig vrienden. Niet dat hij geplaagd werd maar hij had weinig vrienden.
Totdat hij zestien jaar werd. Hij had zijn scootercertificaat gehaald en kreeg een mooie scooter, een Peugeot Speedake. Nou in die tijd was dat echt wat, dan hoorde je er helemaal bij. En iedereen wilde mee met hem. En wat een vrienden. Hij zei het ook tegen mij, hij kwam bij mij thuis, sinds ik die scooter heb ik zoveel vrienden. Zijn dat vrienden dan? Nee hè. Ze zijn uit op zijn gaven, hij had iets moois en dat konden ze wel gebruiken.
Nou zegt de Heere Jezus, als je nou alleen maar voor de wonderen en tekenen komt, dat is niet waarvoor Ik gekomen ben. En dan zien we iets opvallends gebeuren. Ze zou denken, dat die koninklijk hoveling, die minister, denkt dan ga ik maar naar huis. Tevergeefs, vol verdriet. Maar dat doet de koninklijk hoveling niet. Hij komt niet in opstand, hij is niet boos.
Nee, hij blijft aanhoudend smeken. Hij klemt zich vast aan de Heere Jezus. Hier zien we iets van het werk dat de Heilige Geest aan het werk is in deze minister. Er klinkt geen gebed voor een wonder, Heere Jezus kom naar beneden, maar hier zien we een smekende minister die met zijn nood de toevlucht neemt tot Jezus.
Die rijke minister raakt even zijn status kwijt. Hij legt even zijn heerlijkheid af. Want wat staat er dan? Hij erkent Jezus als zijn meerdere. Hij roept de Heere Jezus aan met Heere. De titel van de keizer, waar hij indirect voor werkt. Eigenaar, Heerser, U heeft alle macht. U bent de Schepper van hemel en van aarde. U bent Kurieu.
Het is de eerste, de koninklijke hoveling, de minister, die Jezus aanspreekt met Kurieu. Na dit ootmoedig smeekgebed begint Jezus opnieuw te spreken. Dan zegt de Heere Jezus: gaat heen, uw zoon leeft. Maar wacht eens even, wat gebeurt hier nou? Wordt de koninklijke hoveling hier weggestuurd met een woord? Ja.
Gaat de Heere Jezus niet mee, dat had de koninklijk hoveling toch gevraagd. De Heere Jezus gaat niet mee. Hij stuurt hem weg met een woord: uw zoon leeft. Hij krijgt geen zalfje mee, geen medicijn, geen wonderspreuk zoals de Grieken dat dachten. Zijn Woord.
Dat is het kantelpunt in de tekst. Hoe weet ik dat dan? Hoe kan ik dat geloven? Kunt u niet even mee? Nee. Hij gaat. En de mens, zie je het: geen koninklijk hoveling, geloofde het woord dat Jezus tot hem zei. Mooi hè, het eerste teken de discipelen geloofden en het tweede teken, de mens, die minister, hij gelooft. Anders dan de discipelen die hebben het voor hun ogen zien gebeuren.
Nu gaat de Heere Jezus een stapje verder. Hij laat die minister gaan op Zijn Woord. Zo wonderlijk hè. Hij laat hem gaan met Zijn Woord. Hij geloofde de Heere Jezus op Zijn Woord. Kijk, als de Heere Jezus gaat leiden dan doet Hij dat door Zijn Woord. En weet u, als Jezus gaat spreken door Zijn Woord, dan gaat dat zo anders dan je zult denken.
Dat is het eerste wat we gaan leren uit deze geschiedenis. Die minister had zijn plan al klaar. Jezus kom af, kom naar beneden, mijn zoon ligt op sterven, u moet hem beter maken. Maar zijn plan daar ging een streep door. O nee. De Heere Jezus werkt soeverein precies zoals Hij het wil. Niet zoals wij het willen.
Ga heen uw zoon leeft. Zijn uitgedachte plan komt niets van terecht, helemaal niets. Als de Heere nou in je leven gaat werken, dan gaat het anders dan je zult denken. Dan moet je afleren om de Heere Jezus de les te lezen, de weg voor te schrijven. Dat geldt niet alleen voor deze man, laat het Woord ons tot lering zijn. Wij hebben toch ook onze eigen plannen hoe God een mens gaat bekeren. En wat je allemaal mee moet maken. En o ja als er iets gemist wordt, nou zou het wel waar zijn. Dan ben je net als de hoveling, dan ga je aan de Heere Jezus vertellen hoe Hij het moet doen. Zult u dat niet doen, gemeente?
We hebben een soeverein God. En Zijn Woord daar gaat het om. Niet hoe wij denken dat het moet. Daar gaat een streep door. Geef je over. Luister naar Zijn Woord, laat je leiden door Zijn Woord. En de Heilige Geest die dat levende Woord persoonlijk gaat maken in je hart. Verhard je niet maar laat je leiden. Ook dwars tegen de bedenkingen in om het buiten jezelf te zoeken in de Heere Jezus Christus. Geloven in Zijn Woord. Geloven zoals Petrus deed. Ze hadden de hele nacht niets gevangen. Maar op Uw Woord zal ik het net uitwerpen. Op Uw Woord.
We zien hier een verandering in deze minister. Zijn wondergeloof verandert in een woordgeloof. Dat is wat de Heilige Geest wil werken in de jongste tot de oudste toe. Maarten Luther: Woord hangt aan het geloof in Jezus Christus. Hij is je alles geworden.
Woord in je hart gepland. Dat gaat leven. Eeuwig wonder. Woorden die Jezus spreekt zijn Geest en leven. Zo ontdekkend. Pijnlijk voor jezelf maar ook zo ontdekkend en bevrijdend. Zo werkt de Heere. Door de Heilige Geest. Door het hart van deze man ontdekte. Zo werkt de Heere ook vanmiddag. Stel je vertrouwen op de Heere.
Wat zo mooi is: deze man gaat in geloof terug naar zijn huis. Woord in zijn hart. Een jongere die wilde militair worden. Hij vertelde dat als je alleen op je kompas gaat in het donker, dan ga je rechter naar A naar B dan als je zelf keuzes moet maken. Zo werkt de Heere door Zijn Woord. Kompas voor je leven. Heere, wat wilt U dat ik doen zal in mijn leven.
Hij gaat op het kompas van het leven naar huis. En wij? Hoe vaak hebben wij het Woord van Jezus gehoord? Gelooft u Zijn Woord? Zo niet, wat staat er in de weg? Wacht u op een krachtdadige bekering? Net zoals uw vader of moeder. Is dat het? Zoals de koninklijk hoveling, kom af, mijn zoon ligt op sterven. Gelooft Zijn troost- en heilrijk woord. Geloof in Zijn Woord.
Zoals de Samaritaan. Zoals Petrus: op Uw Woord zal ik het net uitwerpen. Het echte wonder ligt niet in de genezing van zijn zoon. Maar dat hij Jezus’ woorden gelooft. Dat was maatwerk voor hem. Kent u dat? Dat Hij vanuit Zijn Woord tot je spreekt. Je merkt dat de Heere doordringt in je leven. Dat je er niet meer vanaf kunt. Dat God persoonlijk begint te spreken. Dat is maatwerk. Dat wil Hij schenken.
Er is iemand: dat heb ik weleens. Dan ben ik in de kerk en denk ik dat zijn woorden voor mij. En dan kom je thuis, en dan denk je dat was een emotie. Ik voelde me niet zo goed. Dat is er een hoor. De duivel wil je het laten doen geloven. Onrechtmatig toegeëigend. Gestolen Jezus. De Heere belooft: waar twee of drie in Mijn Naam verzameld zijn, daar ben Ik. Ook thuis.
Als je eraan twijfelt, vraag de Heere om bevestiging. Hij zal het bevestigen. Als de hoveling terugkeert, dan komen zijn dienaren hem tegemoet. Je kind leeft, roepen ze hem toe. Zie je wel. Het is echt.
2. Heerlijk en bevrijdend
Heerlijk en bevrijdend. Ga het maar onderzoeken. Graaf maar in Zijn Woord. Zeg, kunnen jullie zeggen: wanneer was de tijd? Gisteren ter zevende ure. Precies! Exact op dat moment! Het wordt onderzocht en bevestigd. Hij krijgt nog meer dan waar hij om vroeg. Dat is de Heere Jezus ten voeten uit.
Wat krijgt de man die met zijn nood tot de Heere Jezus vlucht? Zijn zoon genezen. En er staat: en hij, die minister, en zijn gehele huis geloofden. Wat een wonder. Nu kan zijn zoon sterven. Nu is hij beveiligd. Hij vraagt om genezing, hij krijgt het geloof. Hij en zijn gehele huis.
Gemeente, zo werkt de Heere dus. Dat is het tweede teken. De Heere Jezus heeft zeven tekenen in het Johannesevangelie laten optekenen. Getal van de volheid. Eerste teken vreugde van de Heere vol te maken. Niet om maar te wassen en te wassen door de wet. Maar het bloed wees op het Koninkrijk van God. Hij zoekt nog onderdanen.
Bent u al onderdaan van Koning Jezus? Gelooft u al in Zijn Woord? Dat is het tweede teken. Dat je niet voor Zijn gave maar voor de Gever gaat. Dat je gelooft in Jezus. Dat is het teken. Daarom lezen we opnieuw in Johannes 20 de laatste twee verzen.
Jezus dan heeft nog wel vele andere tekenen in de tegenwoordigheid Zijner discipelen gedaan, die niet zijn geschreven in dit boek. Maar deze, ook dit tweede teken, zijn geschreven opdat u gelooft dat Jezus is Christus de Zoon van God. En opdat u gelovende het leven hebt in Zijn Naam. Gelooft u dat? Geloof je dat? Amen.
Zondag 24 januari 2021 – Hersteld Hervormde Gemeente Putten – kand. L.G. de Deugd – Schriftlezing Johannes 4 vers 43-54 en Johannes 20 vers 30 en 31