De Heere Jezus leert ons met een alledaags voorbeeld om aanhoudend te bidden en niet de moed te laten zinken. In de gelijkenis is een weduwe die onrecht is aangedaan en aanhoudt bij de aardse rechter die maar niet naar haar wil horen. Uiteindelijk gaat hij na lange tijd overstag. Als de aardse rechter al zo is die God niet eert en geen mens ontziet, hoeveel te meer zal de hemelse Vader horen die tot Hem roepen? 

Lukas 18 vers 1: ‘En Hij zeide ook een gelijkenis tot hen, daartoe strekkende, dat men altijd bidden moet, en niet vertragen’.

Bidden met het oog op de wederkomst

  1. Een alledaags voorbeeld;
  2. Een krachtige bemoediging;
  3. Een indringende vraag.

1. Een alledaags voorbeeld

Gemeente, we kennen allemaal het beeld van een rechtszitting in ons land. Aanklager met een advocaat tegenover die probeert te overtuigen dat degene schuldig is. Die tegenpartij zal er alles voor doen om aan te tonen dat hij onschuldig is. En een advocaat daarbij, daar heb je recht op in Nederland. Het is dit alledaagse voorbeeld dat de Heere Jezus gebruikt.

De rechtspraktijk was in die tijd van het oude Israël niet heel veel anders dan het er in ons land eraan toegaat. Maar wel anders ten aanzien dan de rechter. De rechter die het onrecht voort laat gaan. Zelf geen enkel belang bij recht doen aan die weduwe. Die geboden van God vormen voor hem geen drijfveer terwijl hij daar wel toe geroepen was. We hebben het gezongen met Psalm 68.

Laten we daar vanmorgen oog voor hebben dat die twee samen opgaan. God liefhebben boven alles en zijn naasten als zichzelf. Wie de Heere God niet op de eerste plaats heeft staan, zal zichzelf op de eerste plaats hebben. Wat wil ik en wat is mijn belang. Dat is die rechter. Laten wij in die spiegel kijken: hoe is mijn leven? God vergeten en ik als eerst, mijn belang. Dat is het eerste verschil in deze gelijkenis.

Een tweede verschil is die weduwe. Weduwe nu hebben het hier nu beter, ondanks al het verdriet, dan toen. Werkende vrouwen was er toen ook niet zoals het er nu is. Erfenis verviel niet aan haar, maar aan de familie van de mannelijke familie. Enige waar ze recht op was de bruidsschat. Dat hadden ze haar niet gegeven.

Deze vrouw komt op voor haar recht. Kunnen we ons ongemakkelijk bij voelen. Toch doet deze vrouw er goed aan. Ze pleit erop dat God haar rechter zal zijn. Maar die rechter heeft daar geen enkele boodschap aan. Lange tijd wil deze rechter niet voor haar doen. Bij welk loket ze ook staat, er gaat geen luik voor haar open. Misschien wel keer op keer grijpt ze die rechter bij zijn jas maar die rechter wil niet antwoorden. Lange tijd, echt lange tijd.

Tot een zeker moment. Dan verandert die rechter. Het kan zo niet langer doorgaan. Dat heeft niet met het beeld van God te maken. Statenvertaling: Het hoofd zou breken. Herziene Statenvertaling: op het oog zal slaan. Komt uit de sport, bokswedstrijd. Blauw oog slaan. Dat heeft die rechter er niet voor over.

2. Een krachtige bemoediging

Waarom vertelt de Heere Jezus deze gelijkenis aan Zijn leerlingen? En als het goed is zijn we dat vanmorgen allemaal en laten we ons daar maar bij insluiten. Vers 1. Altijd moet bidden en niet moet vertragen. Niet de moed moeten verliezen. Dat is een belangrijke les. Altijd blijven bidden. Als een ding geldt voor christenen, dan wel dat.

Als we de Bijbel verder doorlezen, dan kom we het in bijna elk wel tegen. Paulus: houd aan in het gebed, bid zonder ophouden. Aangelegen punt. Leerlingen van Jezus zijn biddende mensen. Dat is mooi maar hoe werkt dat dan in de praktijk? Moet je dan altijd met je handen samen en met je ogen dicht. Er zijn wel christenen die zo gehoor hebben gegeven aan deze opdracht, allerlei groepen monniken die zich terugtrokken in een klooster en altijd aan het bidden waren.

Bidden gezind leven. Gericht op de hemel. Vroeger zeiden ze bidden met de pet op en met de pet af. Als je aan het werk bent. Op school. Of in de supermarkt, ziet iemand waar je zorgen over hebt, gebed. De meesten niet op de knieën in de supermarkt, maar toch in je hart. Levend contact met de hemel.

Doe mij recht. Die weduwe. Wat kunnen wij ons soms benadeeld voelen. Onrecht zo voelt dat je geen hoop hebt dat het goed komt. Doe mij recht tegen mijn wederpartij. In het Grieks staat er anti, anti-partij. Hard tegen hard. Roept spanning op. Laten wij die situatie van die rechter inleven, tegelijkertijd voelen

Recht van weduwen steeds beter verankerd in Nederlandse wetgeving. We voelen wel aan dat ons rechtssysteem niet volmaakt is. Ook niet altijd barmhartig. Misschien wel een cijfer op school. Laag cijfer. Had een hoger cijfer verdiend. Hij was niet te bewegen. Misschien heb je wel een winkel. Wat kan het zwaar zijn. Coronatijd. Spaargeld aanspreken, voelt zo onrechtvaardig. Klopt bij overheid aan maar krijgt nul op rekest. Of ruzie met je broertje, voor deze ene keer echt niet jouw schuld. Toch gestraft. Onrecht aangedaan.

Breder zien. We leven in een wereld waar veel onrecht is. Hoeveel mensen lijden niet onder onrecht en vervolging. We lezen het in een krant op nieuws-app. Moderne slavernij, prostitutie, abortus. Wat kunnen die kinderen aan doen dat ze niet op tijd komen? Paulus brengt het onder de rechtvaardiging van de goddeloze. Hij heeft het recht volbracht, de straf weggenomen. Rechtvaardiging van de goddeloze.

Als dat zo in je leven is, dat je dat nog bij anderen om je heen ziet. Die die wortel van onrecht nog in zich hebben, nog niet leven uit de verzoening van Jezus Christus. Die rechter. God niet vreest en geen mens ontziet. Dat doet toch pijn?! Misschien wel je buurman of je eigen kind. Nog nooit geschuild aan de voet van het kruis van Golgotha.

Leeft nog uit het onrecht. Zijn recht is nog niet betaald door de Heere Jezus aan het kruis. Zoals in de dagen van Noach, vorige hoofdstuk u moet dat maar eens nalezen. We hebben het over genade. Hoeveel mensen raken nu dit woord? Ze aten en dronken. Die onrecht gaat hen niet aan. Soms wel, die algemene goedheid.

Raakt het uw hart? Om te bidden om recht? Om een antwoord uit de hemel. Heeft het nog wel zin? Misschien wel zegt, ik bid er al jaren om maar zie er niks van. Die weduwe toch ook al jaren bezig maar geen verandering, geen omkering. Zou je de moed niet verliezen in deze tijd? Letterlijk staat er geen slappe knieën krijgen? De motivatie niet verliezen? Hoe kan dat dan?

Luister naar die bemoediging van de Heere Jezus Christus. Laat het tot je doordringen in die hopeloze zaak van die weduwe. Heeft haar moed niet verloren en haar antwoord gekregen. Hoeveel te meer die rechtvaardige Rechter, Antwoorder van het gebed. Hoeveel te meer die rechtvaardige God.

Maar zeg je: daar heb je het al. Hoeveel te meer zal God de uitverkorenen horen. Hoe weet ik of ik uitverkoren ben? Luther: die vreugde vindt in Christus en Zijn Woord, mag zeker zijn van Zijn verkiezing en zaligheid. Heb je Jezus lief? Gemeente, dan mag je zeker zijn van Zijn verkiezing. Of heb je die vreugde niet? Des te meer reden om tot hem te gaan. Luther zegt des te meer reden om tot Christus te gaan. Aangrijpen in wat Hij Zelf zegt in dat gebed. Wie gelooft zal hebben en gedoopt zal zijn, zal zalig worden. Dat nieuwe leven ontstaat uit Hem. Al biddend leeft uit Hem. Bidden met de pet op en af. De moed niet verliezen.

Die gebedshouding waar Jezus het over heeft, dat zit in mijn hoofd en hart. Maar ik ben de moed verloren. Het is zo leeg en dor. Begin opnieuw. Vertel het de Heere maar. Daar ben ik van overtuigd. God zal het geven. Hij zal er Zijn oren niet voor dichtdoen. Dat onze zaligheid en ons behoud Hem aan het hart gaat. Hij zal luisteren en is bewogen. Hoewel het soms wel kan duren, Hij kan ons laten wachten. Waarom? Omdat het Gods tijd nog niet is of wij er nog niet klaar voor zijn? Wie zal het zeggen.

Iemand schreef: God wil door ons gebed vermoeid worden. Wij hebben het spreekwoord: kinderen die vragen worden overgeslagen. Ik zou het vandaag willen omdraaien. Kinderen die zwijgen lopen de kans niets te krijgen. Gemeente wees niet bang niet uitverkoren te zijn. Wees niet bang de Heere Jezus teveel te vragen. Spurgeon: hoe meer we Hem vragen, hoe meer we Hem behagen.

3. Een indringende vraag

Ik geloof dat het een van die teksten die het verkeerd begrepen wordt. Meestal mensen die er zwaar in staan. Daar klinkt dan vast in door: er zullen er niet veel zijn. Ik denk niet dat dat hier bedoeld is. Er zal een grote schare zijn die voor de troon zal staan. Het gaat om geloofsvertrouwen. Dat de hemelse Vader met barmhartigheid bewogen is met degenen die van Hem zijn. Als die rechter al te bewegen is tot verhoring, hoeveel te meer die hemelse Vader.

Zal Hij, als de Heere Jezus, terugkomt dat geloofsvertrouwen terugvinden? Hoe zit dat bij jou, bij u. Dat de Heere Jezus werkelijk recht zal doen in deze wereld. Een nieuwe wereld waarop gerechtigheid heerst.

Dat woord gerechtigheid hebben wij niet meer sinds de val. Maar ik weet wel dat de Heere dat werkt in het hart. Als je ziet wat er allemaal gebeurt in deze wereld, moedeloos hebben. Kleingelovig. Maar goed dat het zo zit, met al onze kleingelovigheid. Dat Hij ons geeft, al wat wij smeken, mild en overvloedig.

Wreekt u ons bloed niet aan hen die op de aarde bidden. Dat is wel waar wij om bidden als wij om recht. Psalm 54. Stevige woorden. Als God komt zal Hij al het onrecht uit deze wereld wegdoen. Met wortel en tak uitroeien. Nieuwe wereld vol recht en vrede. Niet als we letten op ons bidden, we zouden moedeloos worden. Maar wel omdat wat Hij doet.

Eens komt die dag dat Jezus Christus definitief zal afrekenen met het onrecht. Gemeente, hoe sta je erin? Leef je in dat vertrouwen of in ongeloof verder en heb je er geen vertrouwen in. Dan is vandaag de dag om te stoppen en te schuilen aan het kruis. De Heere Jezus eindigt met die indringende vraag en Hij geeft geen antwoord. Dat antwoord is aan ons. Zegt u Amen?

Amen.

 

Zondag 16 januari 2022 – Uni-zaal Benjamin Hersteld Hervormde Gemeente Katwijk – kand. J.W. Bonenberg – Schriftlezing Lukas 18 vers 1-8