Het stervende tarwegraan als beeld van Christus’ sterven

Op de vraag van de Grieken dat ze Jezus wel wilden zien, antwoordt Jezus met het tweemaal ‘Amen, Amen’ en het beeld van het tarwegraan dat in de aarde valt en sterft om vrucht te dragen. Het is het beeld van de Heere Jezus die Zijn leven gaf tot een rantsoen voor velen, Hij droeg de toorn van God over de zonden voor degenen die Hem toebehoren. Gelooft u dat? Jezus zien betekent geloven in Hem. Waar staan wij zelf, zijn we bereid om te sterven? Voordat Gods kinderen op aarde gestorven zijn, zijn ze al eenmaal gestorven. Hebben ze voor Gods aangezicht al hun recht op leven opgegeven. Als U naar recht zou handelen. En dan zegt God de Vader: Ik heb naar recht gehandeld, want de schuld is betaald. Dan gaat Hij onderwijzen van de weg die wij te gaan hebben.

Johannes 12 vers 24: ‘Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Indien het tarwegraan in de aarde niet valt, en sterft, zo blijft hetzelve alleen; maar indien het sterft, zo brengt het veel vrucht voort‘.

Het stervende tarwegraan als beeld van Christus’ sterven

Het gebeuren wat we lezen vond plaats kort na de intocht in Jeruzalem. Kwamen om te aanbidden in Jeruzalem. Mensen overbrugden grote afstanden. Hele reis. Wat bewoog hen zo lang van huis en werk te zijn? Sommigen nemen aan dat deze Grieken proselieten waren maar veel getuigd daartegen. Ze zijn gekomen om te aanbidden in de voorhof van de tempel. Knielden en zich uitstrekten op de grond voor de Heere God. Nee, niet gekomen om de paasmaaltijd te gebruiken. Dat was alleen voor de Joden en Jodengenoten. Toen in de nacht in Egypte heeft de Heere hen als volk gespaard. Bloed op de deurposten. Wat bracht hen ertoe die reis naar Jeruzalem te ondernemen? Waarschijnlijk het gerucht van Jezus en Zijn daden. Ook doorgedrongen in het land. Met name de opwekking van Lazarus. Veel in de harten losgemaakt. Voor de Overpriesters en Farizeeën was het de aanleiding om het besluit te nemen Hem te doden. Maria, onderricht door de Heilige Geest, zalfde Jezus’ voeten en droogde die met haar haren af. De discipelen kibbelden daarover. Alleen Maria wist het, wist de weg van de Heere Jezus naar het kruis. Zij is eenswillend met de raad van God. Wat de Heere wilde leren met de opstanding van haar broer Lazarus uit de dood. Bij de maaltijd te Bethanië gaan de wegen uiteen.

Johannes schildert de intocht van een triomferende Koning. De Farizeeën hebben het ook zo ervaren: zie de hele wereld volgt Hem na. De Grieken: wij wilden Jezus wel zien. De Heere Jezus is in de eerste plaats naar deze wereld gekomen om de verloren schapen van het huis van Israël te zoeken en zalig te maken. Kort voordat het eigen volk zich afkeert, komen deze Grieken. Was niet alledaags voor de discipelen. Ook de wijze waarop zij er mee omgaan. Filippus. Hem als eerste aangesproken. Als het niet een heiden, een proseliet is die overgegaan is naar het heidendom, wat moet je dan met het verzoek. Gaat naar Andreas. En dan naar de Heere Jezus. Wat willen de Grieken? Hem beter leren kennen. Nader komen tot Hem. Zelf met Hem spreken. Hem alle vragen voorleggen. Ik denk dat wij deze mensen met al hun verlangen, kunnen begrijpen om Jezus te spreken. Ik denk dat menigeen in de kerk met verlangens rondloopt. Heilszekerheid: ben ik zeker een kind van de Heere? Of met zonden. Wat zou het dan rijk zijn als je onder vier ogen in alle openheid met de Heere Jezus kunt spreken. Met die diepe wetenschap dat Hij je bij voorbaat niet verwerpt. Ze wilden met Hem spreken maar niet volgen.

Zo is het ook begonnen met de discipelen van de Heere Jezus. Ook wat met deze Grieken verder is gebeurd, zouden we willen weten. Het antwoord staat er niet. Gaat niet om hen. Het gaat om alle mensen. Wat is Gods bedoeling met Zijn Zoon? Want Zijn ure is gekomen. De ure dat de Zoon des mensen zal verheerlijkt worden. Maakt de Heere Zich op een brute wijze van hen af? Zeker niet. Wat kon de ontmoeting met Hem nog toevoegen? Als je Zijn Woord hebt. Misschien de hoop dat de Heere nog een bijzonder woord tot hen zou spreken of wonder verrichten opdat de laatste aarzeling weggenomen zou worden? Hoe velen zitten niet te wachten op een teken van de Heilige Geest. Ik wil het mij niet toe-eigenen, ik wil geen gestolen Jezus. Maar is het Bijbels? Efeze 1 vers 13. Daar leest u het klip en klaar dat we eerst Zijn Woord geloven. Dat daarna pas de verzegeling plaatsvindt door de Heilige Geest. Eerst het geloof daarna de verzegeling. Je leest er ook over in het Oude Testament. Ezechiël 36 vers 26 en 27. Daar lees je hoe de Heere het hart bewerkt en een verlevendigende geest geeft met een kleine letter. Wat brengt dat teweeg? Dat er een honger komt naar het Woord van God, naar God. De duivel kan honderd keer zeggen het is niet waar. De Geest maakt woning. Komt het leven binnen.

Als Jezus gaat prediken, dan zijn er eigenlijk maar twee speerpunten. Aan de ene kant zegt de Heere bekeerd u en aan de andere kant gelooft het Evangelie. Het zijn allebei bevelen die de Heere geeft. Ze horen bij elkaar, je kunt ze niet scheiden. Lees het maar eens na. Je kunt geen zonden aanhouden die in strijd zijn met de genade van God. Die twee horen samen. De weg die de Heere gaat met je is niet verenigbaar met de wereld. Niet dat je moeilijk moet gaan leven, zwartgallig moet gaan leven. Maar wel dat er een breuk komt. Loslaten wat losgelaten moet worden. En omarmen wat omarmt moet worden. U zegt: een mens kan niet geloven. Dat is waar. Maar als de Heere het hart verlevendigd heeft, dan ga je het Woord anders lezen. Het is duidelijk geworden dat je zelf niets te bieden hebt. Ik leef niet meer, Christus leeft in mij. Dan blijft alleen de Heere over. Dan ga je met dat Woord naar de Heere toe. Waar moet je anders over praten met de Heere God dan over Zijn Woord? Daar doet Hij beloften en toezeggingen in. Daarmee ga ik naar de Heere toe. U hebt het gezegd, ik heb er geen recht op. U bent gekomen om het verlorene te zoeken. De Heere beademt dat door Zijn Geest. Dat er een opwassen komt in de genade. De eeuwen door heeft de kerk mensen gekend die een teken zochten. De jaren gingen voorbij. Dit is een getrouw woord, schrijft Paulus. Wij wilden de Heere wel zien. Maar de heerlijkheid van de Heere Jezus was niet te zien als je Hem in levende lijve ontmoette. Verzoek niet ingewilligd. Jezus staat bij de Jordaan om gedoopt te worden en niemand zag Hem. Johannes moest Hem aanwijzen.

Jezus zien betekent geloven in Hem. Natuurlijke ogen niet geschikt voor. Mens moet wederom geboren worden. Nicodemus. Die sprak onder vier ogen met Jezus. Maar Zijn ure was gekomen, het antwoord aan de Grieken en discipelen. Het ure van Zijn lijden en sterven. Voorwaar, voorwaar zeg ik u. Amen, Amen. Tarwegraan dat sterft, da n vrucht. Indien de graankorrel in de aarde niet valt en sterft. De Heere Jezus is die graankorrel. Met het Amen Amen waarmee de tekst wordt ingeleid, onderstrepen de vastheid en zekerheid van die woorden. Niets kan dit tegenhouden. De weg van triomferen gaat wel door het graf heen. Ik heb weleens gelezen, ik weet niet of het waar is, dat mensen in tijden van hongersnood mensen zaadgoed gingen opeten. Begrijpelijk, zagen rauw van de honger. Beroofden zichzelf van voedsel. Het tarwegraan moet sterven om nieuw leven voort te brengen.

De Grieken wilden Jezus wel zien. Als het taal van het hart is, dan zal het groter zijn dan zij ooit hebben kunnen bedenken. Daartoe moet de graankorrel sterven. Waar twee of drie in Zijn Naam zijn daarna, is Hij aanwezig. Nu kan Jezus het gesprek met hun niet aangaan. Maar straks als zij in het verre Griekenland is, dan zal de Heere zelf bij Hem zijn. Zo ook vanmiddag bij ons. Als er twee of drie de overtuiging hebben dat de Heere bij hen is. We mogen tot Hem gaan. We mogen Hem vragen om voortgaande, ontdekkende genade. Waartoe alles van ons afgebroken wordt en pleitend op Zijn verdienste vragen of wij een plant met Hem mogen worden. De Heere zegt dat wij Hem alleen maar liefhebben als wij Zijn Woord bewaren. Dat is iets anders dan het luisteren en lezen van Zijn Woord. Het Woord bewaren dat is dat je woorden vasthoudt, dat ze in je hoofd zitten. Het is de gespreksstof die je hebt met Hem in gebed. De Heere zegt: wie Mij liefheeft, die bewaart dat Woord. Hebt u het dat als u het Woord leest of hoort, en in de avond bent u het kwijt of de volgende dag. We lezen hoe Gods kinderen het Woord bewaren. Ik heb een keer een meneer ontmoet, misschien mag ik het een keer vertellen, het was een ruige bonk. Moeder kwam te overlijden. Huis moest leeg geruimd worden. Hij zag het Bijbeltje liggen. Schudde het even uit of er iets inzat. Hij zag hoeveel er onderstreept was. Hij begon die woorden te lezen die het gesprek waren van Zijn moeder met de Heere God. Al lezend raakte dat ook Zijn hart aan. Er is iemand toegevoegd aan die schare die Zijn Woord bewaart. De bron van heil is ontsloten doordat de graankorrel door dood en graf heeft getriomfeerd. De Heilige Geest kon worden uitgestort. Dat nieuwe leven. Dat leven is zo sterk. Daar bijt de overste van deze wereld zijn tanden op uit. Alle godslastering in de media, 2000 jaar slaan de golven erover heen. Het is niet stuk te krijgen.

Jonge vrienden. Wij zijn niet alleen. Niet een klein groepje hier. Wereldwijd heeft het zijn loop. Alle knie moet zich voor Hem buigen. Nu is Mijn ziel ontroerd. Voor het oog is Zijn werk op aarde op niets uitgelopen op het kruis. Als Zoon van God bezit Hij alle majesteit. Als mens, eerste van alle mensen, zal Hij weldra tot eer komen. Het betaamde Hem om alle eer af te leggen. Ook al geloven wij in de opstanding der doden. Toch zien wij op tegen het sterven, de laatste vijand. Het geheim van de stervende graankorrel. Ook dan geeft de Heere bijzondere genade om de doodsjordaan door te gaan. Jezus: Vader, Uw wil geschiedde. Het verheerlijkt worden van de Heere Jezus is een verheerlijking van de Heere God. Wie de Heere Jezus wil zien moet Hem zien als de stervende graankorrel. In die weg moeten Hem volgen die in Hem geloven. Waar Ik ben, daar zal ook Mijn dienaar zijn. Indien iemand Mij dient, de Vader zal hem eren. Christus volgen is niet alleen maar bij Hem horen maar ook niet omzien naar achteren maar je kruis opnemen en treden in Zijn spoor zetten. Enerzijds is het waar dat Hij plaatsvervangend heeft geleden en gekruisigd. Anderzijds kunnen wij niet vrij over de wereld lopen. In de navolging van Hem ook de wrevel van Hem ondervinden. Soms voor het christenzijn ook een bepaalde prijs is. Dat is het. Het betekent niet dat wij allemaal als martelaar zullen sterven. Hoe ons leven zal verlopen, bepaalt de Heere Jezus voor allen afzonderlijk. Wel bereid zijn. Liefhebben en haten. Semitisch taalgebruik. Haten: minder liefhebben, op de tweede plaats hebben. Wij hoeven geen negatieve gevoelens ten opzichte van onszelf te hebben. Maar wel als wij een keuze moeten maken: waar kiezen wij voor? Wie neemt de eerste plaats in? Indien iemand tot mij komt, en niet haat, op de tweede plaats zet, ouders, broers en zussen, zelfs zijn eigen leven, die kan Mijn discipel niet zijn. Je leven liefhebben dat is zelf de leiding over je leven behouden. Niet gehoorzaam zijn aan Zijn Woord. Je leven haten doe je als je door genade jezelf hebt leren kennen, als je ziet dat het een leven is buiten God en buiten Christus. Dat is een leven zonder toekomst. Je leven op de tweede plaats zetten is je afkeren van jezelf en je leven uit genade richten op God.

Waar staan we zelf? Zijn we bereid? Of kiezen we eigen veiligheid en rust? Je kunt niet zeggen: ik wil de Heere wel volgen maar niets voor laten. De oude Adam in ons heeft geen zin in moeilijkheden, in lijden. Van nature is de oude Adam zelfzuchtig. Betekent het leven als christen zelfkastijding en lijden? Nee. Heel nadrukkelijk: we mogen zelfs genieten van alles wat God ons geeft. Mensen om ons heen waar we van houden en de Heere dienen. Genieten van werk en gaven besteden. Genieten van het jonge leven in het voorjaar en het vee in de wei zien. Heere danken en ervan genieten. Wat mogen we niet? Ons hart erop zetten. Wie zijn hart zet op dingen van deze wereld, is niet meer vrij in zijn handelen. Is eigenlijk weer in de boeien geslagen. 1 Korinthe 7. Een christen koopt als niet-bezittend. Alles is van de Heere en wat we hebben is in bruikleen.

Het tarwegraan moet in de aarde vallen anders blijft het alleen. Dat gold voor Jezus op bijzondere wijze. Dat geldt voor Gods kinderen. Voordat Gods kinderen op aarde gestorven zijn, zijn ze al eenmaal gestorven. Hebben ze voor Gods aangezicht al hun recht op leven opgegeven. Als U naar recht zou handelen. En dan zegt God de Vader: Ik heb naar recht gehandeld, want de schuld is betaald. Dan gaat Hij onderwijzen van de weg die wij te gaan hebben. Calvijn: wie tot Jezus wil komen, moet Hem dienen, Hem volgen, door lijden met Hem tot heerlijkheid geraken. Dat is waar. Waar de Heere Jezus is, daar zullen ook Zijn dienaars zijn. Amen.

 

Zondag 31 maart 2019 – Hersteld Hervormde Kerk Putten – kand. J. Kooij [Barendrecht] – Johannes 12 vers 24