Als Maria en Jozef met hun kind Jezus in de tempel komen dan is daar Simeon die door de Heilige Geest daar geleid is. Hij neemt daar de Heere Jezus Christus in de armen en spreekt zijn getuigenis uit over Hem: ‘Een Licht tot verlichting der heidenen, en tot heerlijkheid van Uw volk Israël’. God heeft gedaan wat Hij belooft heeft. Simeon heeft met eigen ogen de Christus gezien.

Lukas 2 vers 32: ‘Een Licht tot verlichting der heidenen, en tot heerlijkheid van Uw volk Israël’.

Simeon zijn getuigenis over de Messias

Gemeente u die hier aanwezig bent en u thuis verbonden, vanmiddag gaan we nadenken over de lofzang van Simeon. Wat opvalt dat Lukas zo aan het begin geen aandacht heeft voor de grotendeels Augustus, maar voor de enkeling. Simeon. Anna. Wat Lukas over Simeon schrijft, vers 25, rechtvaardig, Godvrezend, verwachtend de vertroosting Israëls.

Kinderen, als ik je vraag, wie was Simeon? Een oude man. We weten het niet. Er valt wel iets anders op. Drie keer in dit gedeelte wordt de Heilige Geest. Vers 25, 26 en 27. Meer hoeft ook niet. Lukas richt onze aandacht op het reddende werk van God, reddende Kind. Simeon wordt naar de tempel geleid door de Heilige Geest. In Simeon leefde een verlangen.

Van Anna staat dat ze niet week uit de tempel. Ik denk dat we kunnen aannemen dat Simeon veel in de tempel was. Met het Kind in de armen. Nu laat U Heere Uw dienstknecht gaan in vrede. Daarom gedacht dat hij nu gaat sterven, een oude man was. Band tussen verwachting en vervulling van de belofte is gekomen. Ja, straks zal hij heengaan en sterven maar kan ook nog langer duren.

Nu heeft Hij die vertroosting van Israël in zijn armen. Vers 25. Jesaja 40: troost troost Mijn volk, zal ulieder God zeggen. Dat uw ongerechtigheid verzoend is. Als Simeon Hem in armen heeft, dan verwacht hij niet zomaar iemand maar de Verlosser die gekomen is om alle schuld op Zich te nemen. Verlossen van het oordeel en verlorenheid van de wereld op zich nemen.

Gemeente, wat een rijkdom zien wij hierin. Belofte gekregen. Hij krijgt meer dan dat. Vervulling van de belofte in armen nemen. De Heere geeft zelfs meer. Wat een vertroosting voor ons. Als we al zo lang bidden, wachten op de vervulling van de beloften. Wat zijn nu onze verlangens? Verlangen wij naar de tweede komst van de Messias? Zijn we er werkzaam mee. Zijn tweede komst.

Of verlangt u naar de Heere Jezus in uw leven? Hunkert u ernaar? Blijf dan vasthouden. Houd dan moed. Grijp Hem aan op Zijn Woord. Met Zijn Woord werkt de Heere dwars overal doorheen. Blinde zegt: dat ik ziende mag worden. Zo Hem aankleven. Nu laat U Uw dienstknecht gaan.

Nu een belangrijk woord voor ons. Nu laat Christus Zich verkondigen. Nu is de tijd om ons te bekeren. Nu staat Christus voor ons. Nu is de dag der zaligheid. Simeon gaat verder, vers 30. Mijn ogen hebben Uw zaligheid gezien. Dit Woord wordt door Lukas niet vaak gebruikt. De redding, zaligheid zelf, of het middel, of de Zaligmaker. Kanttekening: of uw zaligmaking, door de Zaligmaker teweeggebracht. Simeon ik zie met mijn ogen de zaligheid zelf. De Heere heeft Zelf de zaligheid bereid in de eeuwigheid. De Zoon zei: Vader, zie Ik kom om Uw wil te doen.

Dit Kind is het reddende Kind van God. Is dit Kind er voor Simeon alleen? Nee, voor alle volken. Dat is toch ruim. Heidenen en Israëlieten mogen delen van het verlossingsplan. Simeon noemt dit Kind een Licht. Hoe kan dit nu? Wanneer het donker wordt doen wij een lamp aan. De zon geeft licht. Geeft de Heere Jezus dan licht? Nee, de Heere Jezus is gewoon een mens.

Maar in de Bijbel voorbeelden gebruikt. Waar de Heere Jezus komt daar gaat het Licht aan. Zegt iets over het volk Israël. Aangedragen om een lichtdrager voor de volken te zijn. Maar dat volk keert keer op keer van God af. Geen licht. Maar ze zijn in hun zonden soms nog gruwelijker dan de volken om hen heen.

Jesaja 49 vers 6: Ik heb u gegeven tot een Licht der heidenen. Waar Israël faalt, daar zal de Heere Jezus schijnen als het Licht der heidenen. Wel weten dat ook heidenen zijn ingezet in het plan van God. Elia die naar weduwevrouw kwam, kind van deze weduwevrouw moet en kind wordt opgewekt. Naar Naäman. Jona enige profeet naar Ninevé. Naar heidenen. Eerst nog weinig heidenen die bestraalt worden. Maar het worden er steeds meer. Naar Pinksteren breekt het open en stroomt het overal heen.

Openbaren. Het bekendmaken van iets. En de heidenen leven in hun duisternis en donkerheid en zijn onbekenden in het Koninkrijk van God. Jesaja 49, kom tevoorschijn. God gaat Zich openbaren, onthullen. Het stroompje wat heel smal was wordt een brede rivier. Zo gaat Jezus in het Koninkrijk van God uit tot de heidenen. Want die leven in de duisternis, de donkerheid en duisternis noemt Paulus ook. Romeinenbrief. Efeziërs. Niet meer leven als de heidenen. Verduisterd in het verstand. Maar nu moeten zij wandelen als kinderen van het licht. Het openbaren dat is het werk van de Heere Jezus. Ik ben het Licht van de wereld. Die Mij volgt zal in de duisternis niet wandelen.

Gemeente, geloof en bekering, is overgaan van de duisternis naar het licht. Heeft dat Licht ons al beschenen? Weten we dat we overgebracht zijn van de duisternis naar dat Licht? We mogen dankbaar zijn dat dat Licht ook in ons land geopenbaard is. Zendingswerk, als het lijkt op ploegen op de rotsen. De Heere draagt er Zelf zorg voor dat de heidenen zullen komen.

Het is ook tot troost in ons persoonlijk leven. De Heere openbaart Zich. Het is tot troost voor ouders waarvan kinderen dreigen af te haken, of afgedreven zijn. Dat geeft troost. Het hangt van God af die ons behoud op het oog heeft. Tijdens Zijn leven heeft de Heere Jezus gezegd tot Zijn discipelen dat zij lichtdragers zijn, u bent een stad op de berg. De vraag komt op ons af of wij lichtdragers zijn. Wij hebben dat licht zelf niet. Reflecteren. De zon heeft licht en schijnt op de maan die heeft zelf geen licht. Die geeft het licht door.

Zien de mensen in onze omgeving het licht van Christus weerspiegelen? In de crisis. Coronacrisis, klimaatcrisis. Zijn wij die lichtdragers? Momenteel zitten we in de derde lockdown. Wat wil de Heere ons hiermee te zeggen? Heeft het ons op de knieën gebracht? Verlangen we naar het oude normaal. Heeft de Heere ons land en de kerk wat te zeggen? Kunnen we makkelijk naar anderen wijzen. Maar stellen we ons zelf de vraag of wij het licht weerspiegelen aan anderen om ons heen.

Jona kreeg een opdracht om te gaan. Hij verzette zich. Hij ging naar een schip en vertrok de andere kant op. Is dit geen waarschuwend beeld voor de kerk van Nederland? Keren wij ons niet af van de kerk van God? Hebben wij als kerk, als persoon, geen opdracht gekregen van de Heere Jezus. Laten wij ons leven eens naast deze vraag leggen. Stralen wij in onze spraak het licht van Jezus Christus uit in deze donkere tijd? Moeten wij belijden dat wij zo vaak spreken over onze eigen waarheid en niet over Jezus Christus als het Licht voor de wereld.

Doen wij aan zending en Evangelisatie? Komt die dorheid omdat wij zo minimaal invulling geven aan de opdracht om Zijn getuigen te zijn. Slapend in het schip in de storm net als Jona. Gemeente, is het dan hopeloos met zo’n slapende kerk? Nee, het Licht is gekomen. Simeon zingt het uit: een Licht zo groot zo schoon. Ondanks ons straalt dit Licht ons in de ogen. God houdt Zijn werk in stand.

Hoe kan ik nu dat Licht van Jezus Christus reflecteren? Dat kan alleen als wij in het geloof in Jezus Christus door het werk van de Heilige Geest verbonden zijn. Om vruchten te dragen die Hij heeft voorbereid. Om een licht te zijn voor de mensen om ons heen. Alleen op deze manier is er hoop voor de wereld en de kerk.

Er staat nog iets achter. Voor Israël. Israël heeft altijd al een aparte plaats gehad. Het werd ook een groot volk. Daar sluit de Heere een verbond, daar wordt Israël echt het volk van God, echt Zijn volk. Uw volk Israël, zegt Simeon. Het volk dat de Heere verzorgt, bewaart. Ondanks hun afkering. Dat het Evangelie nu uitgaat naar de heidenen, betekent dit niet dat Israël heeft opgehouden het volk van God te zijn. Israël als het ware het kanaal. Uit Israël de Heere Jezus Christus voortgekomen. Vanuit Israël verschijnt de Heere Jezus Christus als de Lichtkrans. Jesaja 46. Heil gegeven aan Sion.

Naar de belofte mogen we reikhalzend uitzien. Wanneer de oudste broeder zal komen tot de kennis van de zaligheid. Ondanks dat het volk de Messias niet aanvaart, heeft de Heere het volk Israël niet verstoten. Wanneer de Heere Jezus Zijn discipelen uitzendt, dan begint dat bij Jeruzalem. Tot aan het einde van de aarde en dan weer terugkeren tot Israël. De Arabier, Afrikaan, Amerikaan, Rus in onze tijd.

Israël zal ook verheerlijkt worden als zij de Heere Jezus aanvaarden. Hoewel zij leven onder een bedekking. De Heere zal niet blijvend voorbijgaan aan Israël. Romeinen 11, geheel Israël zal zalig worden. In Simeon zien we dit als het ware gebeuren. Hij is een ware Israëliet. Israël zal ook de Messias omarmen om in Hem gezegend te worden. Dan niet meer Israël apart met de volken maar samen met de volken.

Dan zullen heiden en Israëliet God verhogen en Hem dienen. Verheerlijking heeft iets in zich van dienen en stralen. Berg van verheerlijking, dan nog aan de Heere Jezus te zien, dat straalt er nog van af. Zo zal het afstralen van Israël. Wat een wonder van Kerst. Er is hoop om het verlorene te zoeken en zalig te maken van hun zonden.

Straks aan het einde van de tijden zullen Israël en de heidenen in Christus verheerlijkt worden. Gemeente, hebt u tijdens deze Kerstdagen een ontmoeting gehad met dit Licht. Het is vandaag de laatste zondag van het jaar. Wat heeft het evangelie bij die Lichtkrans nu al ons hart verlicht? Tijdens het leven van de Heere Jezus op aarde, leven we meerdere keren dat mensen zich verwonderen. Wat is onze reactie? Verwonderen wij ons nog dat het Evangelie keer op keer is uitgegaan. Heeft dat het uitgewerkt?

De ernst van Evangelie is dat er ook kinderen van het verbond buiten uitgeworpen worden. Maar er is hoop. Straks zullen de Israëlieten de Messias omarmen. Maar het zou wat zijn als wij niet willen buigen. Dat je niet hebben gewild dat Hij Koning zou zijn. Verzet u niet langer. Kom tot uw Heiland, toef langer niet, kom! Nogmaals de vraag: heeft de verkondiging van het Evangelie ertoe geleid dat u op de knieën bent gegaan. De duisternis of onmogelijkheden van uw hart u er niet van weerhouden.

Vanmiddag mag ik u Hem verkondigen. Als het ware in de armen leg. Die vrije gunst die eeuwig Hem bewoog. Naast Simeon, mag ik Hem even vasthouden? Dan wordt Kerst echt Kerst. Niets uit ons maar alles uit Hem. Heerlijkheid van Hem die is en die komen zal.

Amen.

 

Tweede Kerstdag 26 december 2021 – Hersteld Hervormde Gemeente Putten – kand. G. Kos- Schriftlezing Lukas 2 vers 22-38