Zondag 24 december 2017 – Hersteld Hervormde Kerk Putten – kand. D.C. Pater – Lukas 1 vers 46 – 55
Preek over Lukas 1 vers 46 – 55
Een lofprijzing op God omdat Hij alles omkeert
1. De aanleiding (geloof in Gods woorden)
2. Het doel (de Heere grootmaken)
3. De oorzaak (de Heere heeft mij aangezien)
4. De inhoud (de Heere vernedert en verhoogt)
1. De aanleiding
Wanneer kunnen wij zingen? Mogen wij de lofprijzing zingen? Als je zwanger bent: wat kun je dan blij zijn. Als kinderen ook blij zijn als papa en mama weer een kind verwachten. Zo vanzelfsprekend niet. Zoveel ongewenste zwangerschappen. 31.000 abortussen in Nederland jaarlijks. Meteen bij het verwachten van het leven is de dood er.
Haar lied heeft alles met zwangerschap te maken. Haar lofprijzing vanwege. Het geloof in Gods woorden is wat de lofprijzing brengt. Maria spreekt tweemaal. Bij de aankondiging door de engel. Reactie: ‘mij geschiedde naar uw woord’. Het geloof in de woorden uitgewerkt. Ze hoorde de woorden en geloofde de woorden.
Maria gaat naar Elizabet. Misschien in Hebron, bij Jeruzalem. Dag of 3-4 reizen. Elisabet laten delen in de vreugde. Nog voordat Maria gaat spreken, spreekt Elizabet. Werk van de Heilige Geest! Elizabet zegt hetzelfde, bevestiging van de woorden van de Engel.
Moeder des Heeren genoemd. Nog een stapje verder. Het Kind is gekomen, de moeder mijns Heeren. Even tussendoor: opmerkelijk nu al moeder. Opvallend. Niet pas bij moeder bij de geboorte, maar bij de conceptie al.
In vers 38 en Maria zei: Mijn ziel maakt groot de Heere. God sprak tot haar en zij geloofde. God is getrouw, Zijn belofte is waar. In geloof ontvangen, dat doet haar zingen.
Gemeente, als God in deze lofzang zo tot ons spreekt vanmorgen, geloven wij God dan op Zijn Woord? Inzien. Tot dezelfde toonhoogte komen. Alleen in geloof kan dat. Geloof aangevochten en bestreden.
Wat is geloof? Calvijn: onderwerpen aan wat God zegt. En God doet wat Hij gezegd heeft en beloofd heeft.
We zien het bij Maria. Bij Zacharias zien we het tegendeel. Geloofde niet en mond dicht. Kracht van het werk van de Geest missen. Werk van de Geest dat die kracht ervaren wordt.
Wacht niet eerst of verandering, bepaald gevoel, maar geloof Hem. Calvijn: opent of sluit de kracht van de beloften. Zonder geloof geen kracht daarin.
2. Het doel
Het doel van de lofprijzing: de Heere grootmaken. Elizabet noemt Maria gelukzalig. Maria schuift als eerste de woorden van haar af. Gaat de Heere grootmaken. Diepe verborgenheid in. God grootmaken.
Kind aan tafel bij het lezen van God grootmaken. We kunnen de Heere toch niet grootmaken? Hij is toch al groot? Hij is al groot. Door onze eer wordt God (naar Zijn wezen) niet groter. Grootmaken. Aandacht. Maken het werk groot. Centraal in gedachten. Maakt het steeds groter.
God grootmaken: Hem in het middelpunt zetten. Een grote lofzang op wie God is en Zijn daden. Ze gaat over Hem spreken en roemen. Vrucht van het werk van de Heilige Geest. Bij Pinksteren ook: hoorden hen spreken in onze taal over de grote daden van God. Als de Geest er niet is, dan spreken we niet groot van God maar van onszelf. Dat is onze zondige natuur. Zelf in staat om in deze dienst te zingen: loof de Heere mijn ziel, en morgen de top 40 of Justin Bieber. Meezingen. Hem grootmaken.
Die grote God in de Hemel is dezelfde als het Kind in haar buik. Hij is gekomen in de nederigste plaats. Kind in de baarmoeder. Dat Kind dat uit u geboren is, zo Jezus heten. Ze roemt in God haar Zaligmaker. De grote God is nederig geworden in haar.
Zelfde Heere als de moeder mijns Heeren. Dezelfde! Twee keer over roemt zij de Heere haar God. Hij heeft zich tot een vrucht in haar buik vernederd. Niet de eerste omkering. Het begint bij God zelf. Mens geworden. Legt Zijn eer en heerlijkheid af. Hij gebruikt zijn kracht om zwak te worden. Hij gebruikt Zijn almacht om zwak en nederig te worden. Mens/kind in afhankelijkheid.
Bonhoeffer: het is zo, dat God zelf, de Schepper van alle dingen, in hulpeloosheid gekomen. Alle menselijke grootheid te onttronen. God is gekomen in het ongeboren leven. Als God Zijn verlossingswerk begint, dan komt Hij in het ongeboren leven.
Strijd: Herodus probeerde Hem al te doden met de kindermoord. Met de kindermoord al. Rachel weende over haar kinderen. Strijd zichtbaar tussen de dood en het leven. Ook bij de 31.000 abortussen jaarlijks.
Wij hebben ons op een plek gezet die ons niet toekomt. Troon in te nemen. Niet tevreden met onze staat. Troon tot in de Hemel.
God heeft ons gemaakt in een bepaalde plek. Wij wilden niet. En nu is God gekomen in die plaats.
Augustinus: hoe kan het dat God nederig is en de mens hoogmoedig blijft? Blijft deze vraag niet klemmen vandaag de dag?
3. De oorzaak
God heeft mij aangezien in mijn nederigheid. Gods daden zijn de oorzaak. Haar aangezien. God die nederig is geworden, zoekt ook het nederige. Zoals God is, wil Hij het ook geven in mensen. Aangezien in mijn nederigheid.
De Heere had ook geboren kunnen worden in een paleis. Dan nog nederig. Maar dan hadden velen er niet van willen weten. Maar God in nederigheid gekomen!
Nederigheid ziet op een bepaalde positie. Die het minder hebben, arm zijn. Lage positie. Onaanzienlijk. Maria. Tweede ook nederheid op nederigheid, hoe ze is. Nederige gezindheid.
God zoekt juist ook wat door anderen niet gezien wordt. Het eenzame. Wat een bemoediging dit ook. Als we niet gezien worden. De Heere zoekt het nederige! Wat veracht wordt en niet gezien wordt. Herders bijvoorbeeld.
Belofte vanmorgen, niemand van ons in een positie dat God hem/haar niet kan opzoeken. Onderwerpt aan Gods woorden. Overtuiging dat Hij doet wat Hij zegt.
Nederige gezindheid. Noemt zichzelf dienstmaagd. Elizabet zet Maria in de belangstelling en dan noemt zij zichzelf dienstmaagd. Ondanks zoveel. Genade openbaar. Ze blijft zelf nederig. Dubbele genade.
Als God ons aanziet, al zo genadig! Maar ook nederigheid. God heeft mij aangezien. Ergens een overgang. Nadruk op mij. En dan slaat het over. Nederig te blijven dubbele genade.
God zoekt de nederigen van hart. Werk van de Geest, hoe kunnen wij dan die nederigheid zoeken? Nederigheid is niet dat wij proberen om nederig te praten. Of op wat wij hebben ontvangen. Ware nederigheid wordt gevonden als wij ons des te meer op God richten. Hoe meer op Hem gericht, hoe meer van onszelf afzien.
Voorbeeld. Dagenlang varen op de oceaan. Alleen maar water zien. Of woestijnreis: Sahara alleen maar zand. Hoe groot is de aarde niet. Maar als je een atlas pakt en de grootte van de zon. Dat maakt de aarde klein(er). Zon ook. Maar dan het helal. Dan zon klein. Aarde maar een speldenknopje dan.
In besef van de grootheid van God, onze nederigheid uitwerken. Maria spreekt over drie dingen: machtig, heilig, barmhartigheid. Daardoor wordt zij nederig. Zijn daden overdenken. Beseffen dat God zo groot is, nederig wilde worden, en juist zo wilde komen. Hoe groot is God!?
Bepaald denken: dat het wel logisch dat God komt. Liefde geeft. Lieve mensen. Nee! Mensen in opstand. Die Hem van de troon staken. Hij is barmhartig voor vijanden.
Appgroep, eentje in de groep die je zwartmaakt. Anderen nemen het over. Dan wil je misschien wel uit de groep, maar ja schoolklas. Daar ben je boos op. Die kun je wel. Maar aan die persoon barmhartig te zijn?!
Dat doet God. Hoe groot bent U?! Voor mij. Bid om het werk van Gods Geest. Tot verootmoediging zal brengen. Dit is wat God uit wil werken. Op Zijn beloften. Die zal Zijn kracht ervaren. Omkeren, veranderen. Omkering gezien bij God zelf. Geloof is een persoonlijke zaak. Daarover verslagen van hart.
4. De inhoud
Het is God die vernedert en verhoogt. Wat Maria eerst persoonlijk bezingt, en ook voor ons moet gelden, zal komen. Gods plan wordt uitgewerkt. Verwachting van Zijn tweede komst.
Gods doel is deze schepping te herstellen. Staat van gerechtigheid. Toekomst van God wordt zo opengelegd. Gods Zijn plaats weer in zal nemen. Waarin gerechtigheid zal zijn. Geen trotsheid en hoogmoed meer.
Wat doet ze in geloof? Het omarmen. Alsof het er al is. Heeft gedaan! Heeft een krachtig werk gedaan. Spreekt in de tegenwoordige tijd. Geloof ziet op de toekomst, wederkomst. Eerste tekenen en ritselen van het nieuwe leven te zien.
Veel belangrijker om de vraag te stellen hoe je je geld kunt besteden.
Besteden ten dienste van het Koninkrijk. En niet om dit of dat te kopen.
Drie zaken omkeren. Nederigen, hongerigen en armen. Geen omkering van de sociale orde. Armen gingen rijken onderdrukken. Veranderde er niets.
Ook met macht. Eerst geen macht en dan de onderdrukte de macht die dan de ander gaat onderdrukken. Zelfde gedrag. Komt niet van binnen.
Hoogmoedigen, rijken en machten. Zijn we een van de drie. Drie karaktertrekken. Mens in Adam. Niet een van de drie, dan kan het zijn dat we als een vierde groep uit de kerk gaan.
Onszelf erin gaan herkennen. God keert alles om. Niet de vraag of, maar gaat komen. Wanneer omkeren en ervoor buigen? Nu of straks.
Punt van macht. Hoe handelen we dan? Als God in ons werkt, dan wordt het concreet. Hoe we met geld omgaan ook. Geld niet neutraal. Hoe Hem te dienen? Ten dienste van het Koninkrijk. Houding zoals Zacheüs. Helft weggeven, schulden terugbetaald. Dan komt er gerechtigheid.
Lazarus, arm, betekenis: God is mijn hulp. Zijn belofte dat God hem verhoogt! Hem aangezien. Maria had nog niet al het zicht op de beloften aan de volken. Stopt bij Israël. Dat volk verhogen. Binnen dat volk gediend worden zonder vrees. Romeinen 11, Paulus. Heidenen er ook in delen.
Onze ontrouw vermindert Gods trouw niet. Onze hoogmoed Zijn nederigheid niet. Ongeloof sluit ons buiten. Verlaten op Gods Woord. Onderwerpen aan wat Hij zegt. Ook al mist u het zicht erop. Mist in uw leven, op wat voor wijze ook. Dat het met Maria gezongen wordt: mijn ziel maakt groot de Heere! Amen.