Het zijn de wijzen uit het Oosten die in beweging komen en op weg gaan naar de geboren Koning. Vol gedachten en verwachtingen met de eeuw in hun hart zoals wij de eeuw in ons hart hebben. Jeruzalem is ontzet en komt niet in de beweging. Maar de wijzen gaan van Jeruzalem naar Bethlehem. Ze hebben liefgekregen en komen om te aanbidden. Ze vinden het Kind Jezus, de Eeuwige God, in Bethlehem en vallen voor Hem neer. Ze sterven aan zichzelf. Wat brengt ons hier? Blijven wij als de mensen in Jeruzalem stokstijf staan of komen we in aanbidding om Hem te aanbidden? Er is vijandschap, ook vandaag. In Jeruzalem is koning Herodes de voorbereidingen aan het treffen om het Kind te doden. Kus de Zoon opdat Hij niet toorne. Buiten Hem is geen leven. In Hem is het Leven, de gerechtigheid. We zijn in de verkondiging vanmorgen zo dicht bij deze Koning; bent u al binnengegaan en gekomen om Hem te aanbidden?
Mattheüs 2 vers 11: ‘En in het huis gekomen zijnde, vonden zij het Kindeken met Maria, Zijn moeder, en nedervallende hebben zij Hetzelve aangebeden; en hun schatten opengedaan hebbende, brachten zij Hem geschenken: goud en wierook, en mirre‘.
De bekende opwekkingsprediker John Wesley had een behoorlijk opgewekt karakter. Misschien niet zo vermoeden als u iets van zijn geschriften gelezen heeft. Hij verlangde naar Licht. Maar niets is meer vergeleken met de liefde. Gebed van Taylor: wilt u mij geheel vullen met liefde, en liefde omzetten tot gehoorzaamheid. De wijzen moesten gaan. Ze kregen lief, ze kwamen en ze bogen. Mattheüs 2 vers 11: ‘En in het huis gekomen zijnde, vonden zij het Kindeken met Maria, Zijn moeder, en nedervallende hebben zij Hetzelve aangebeden; en hun schatten opengedaan hebbende, brachten zij Hem geschenken: goud en wierook, en mirre’.
Gemeente, het thema voor deze dienst, voor de verkondiging is buigen voor het Koningskind:
1. Heidenen vinden Hem;
2. Heidenen aanbidden Hem.
1. Heidenen vinden Hem
Maak u op wordt verlicht, maak u op, duisternis zal de aarde bedekken, maar over u zal de Heere opgaan en over u zal de heerlijkheid gezien worden. Jesaja 60. Gemeente, Jesaja zag het eeuwen van te voren gebeuren. De duisternis die zijn tijd omfloerste. Ook eeuwen later. De wereld die in het boze ligt. Zonder de Koning van de Joden. Hij zag in de verte ook het Licht dat komen zal. Doorklieft door God. Een Licht zal opgaan voor de heidenen. Ze zijn onstuitbaar in beweging gekomen. Het Licht komt. Het komt vast en zeker. Jesaja hij zag het vooruit en hier in deze geschiedenis we het gebeuren en vandaag gaat het nog steeds door. Ze komen om God te aanbidden in Sion, in het heiligdom. En zij zullen zich onderwerpen en zij die zich niet onderwerpen zullen omkomen in eeuwig.
Gemeente, in deze geschiedenis van de wijzen uit het oosten, Magio, Magiërs, ze moesten komen. Overlevering wellicht. Hoe dan ook ze komen in beweging. Veel opvattingen over. Zou het komen door de wijsheid van Daniël? Onderwezen uit de Schriften. Daniël 7. En ziet er kwam er een met de wolken van de hemel als eens Mensenzoon. En ze deden Hem voor dezelfde naderen. Hem werd gegeven alle eer. Waren het deze woorden die daar ergens in het heidendom achtergebleven waren? Of was het de vermenging van godsdiensten? Zekere belangstelling voor het Jodendom in die dagen. Syncretisme. Vermenging van godsdiensten. Verwachting van de komst van een Koning.
Ze trekken met elkaar de conclusie. Ze komen. De Koning van de Joden geboren. Licht van de heidenen. Het was iets bijzonders. Natuurverschijnsel. Zoals de vuurkolom. Een ding zeker het is het overtuigende werk van de Heilige Geest. Ik mis Iemand die ik wel kennen moet. Daar komt beweging ook vandaag. Er is niemand die God zoekt, toen niet en nu niet. Maar hier zie ik wijzen die ontzagwekkend lang moeten reizen. Ze willen de Koning zien.
God gaat met ieder Zijn ongekende gang, is het niet? Hoe ontmoet ik u op deze Eerste Kerstdag? U kwam in beweging. U bent hier, jij bent hier. Waarom? Iets gezien van Zijn heerlijkheid en geen rust meer gevonden. Iets gezien van Zijn majesteit en overtuigd dat Hij er moet zijn. Onrustig is het hart, eindeloos, tot dat het rust vindt in God. Wat doe je hier op Eerste Kerstdag? Er is een Licht opgegaan voor de heidenen. Waarom? Ze willen de Koning zien.
Hoewel hun gedachten beneveld zijn door het bijgeloof, zoals wij de eeuw in ons dragen. Wat brengt u hier? Bent u hier om het Kind, om de Koning? Of bent u hier omdat anderen u omringen en het zo hoort en gaat. Wij hebben Zijn ster gezien en zijn gekomen om Hem te aanbidden. Zie daar. Aandacht gericht op Jeruzalem, door de schrijver benadrukt. Jeruzalem. Daar moet de Koning geboren worden. Een machtige karavaan komt daar uit de woestijn gerezen. Machtige plaats in hun koninkrijk. Dienaren meegenomen. Schatten. Rustige gang gemaakt op het kameel. Ze verwachten daar een geweldige ontvangst. Waar is het paleis? Zijn wieg? Waar is Zijn heerlijkheid? Dienaren wellicht door de stad gegaan: waar is de Koning? Misschien wel rechtstreeks naar het paleis. Herodes reageerde 40 jaar voor Christus. Sluwe vos. Had geld gegeven voor de tempel en daarmee de Joden aan zijn kant hand gekregen. We lezen in de geschiedenis dat hij zijn eigen drie zoons vermoord had. Waarom? Om zelf op de troon te blijven.
En dan komen de wijzen naar koning Herodes. De schrik slaat je in het hart. Fijn trekje van de geschiedenis. Niemand die in Jeruzalem in beweging komt maar heidenen komen het vertellen en in beweging. Totdat een heidense koning nu zegt: komt nu samen en onderzoek de Schriften. Al snel de conclusie dat als er een koning geboren is, dan is het in Bethlehem. Wat verwacht je? Herodes erachteraan? Nee, hij is wel angstig. De Joden dan? Ze blijven achter in Jeruzalem. Ze verzetten geen voetstap. De heidenen gaan de weg op naar Bethlehem. Vol vreugde is daar weer de oude vriend. De ster en die gaat hen voor.
Gemeente, ziet u wat hier gebeurt? Ze hebben een ster gezien. Iets van de heerlijkheid van God gezien. Geraakt. God gebruikt soms ongedachte middelen om iemand in beweging te brengen. Het levende woord, Micha 5 en woorden uit Daniël samen. Dat is de eeuwen door. Komt in aanraking met het Woord. Stuwt op. Leidt naar het Kind. God leidt naar Zijn raad. Mag ik u vragen: wat zoekt u hier? Wat doet jou buigen? Er is een Kind geboren in Bethlehem.
In vers 11 zie je het gebeuren. En in het huis gekomen zijn vonden zij het Kind met Maria. Bethlehem, dat kleine huisje dat ze wellicht gehuurd hebben, hoe dan ook. Ze komen. Deurtje open. Wij kijken vaak om ons heen. Je kijkt om je heen en je begrijpt. Mijn handelen, gedrag op afstemmen. Deze wijzen die het weten hoe het hoort, ze hadden een onderhoud met Herodes. Het doet ze allemaal niets meer. Ze komen en zien het Kind.
2. Heidenen aanbidden Hem
In het huis gekomen zijnde vonden zij het Kind met Maria Zijn moeder. Neervallende hebben zij het aanbeden. Grote mannen, wijze mannen, bezwerende mannen. Ze konden wat. Bekend als mannen die stonden tussen hemel en aarde. Ze zien dit kindje. Hebben Hem aanbeden. Dit woord voor nedervallen betekent dat je richting de vloer gaat, door je voeten. Het woord wordt ook wel gebruikt voor iemand die dreigt te sterven in een aanval. Ik heb nog nooit de ervaring gehad naar de grond te vallen. In die eeuw. Om die Koning te ontmoeten. Ze sterven aan zichzelf, aan hun verwachtingen van wat Hij zou zijn. Ze sterven daar aan alles wat ze geloven. Ze liggen daar op de grond voor de Koning.
Hoe ontmoet ik u hier vanmorgen? Met een hoofd vol gedachten in Jeruzalem. Een hoofd vol overtuigingen boven de teksten. Zo zal het gaan en moet het gebeuren. Of ontmoet ik u hier plat op de grond voor de Messias. Waar ik Hem moet ontmoeten, daar moet ik van de voeten. Is dit is dit uw Koning? De machtige Koning, de triomferende God. De eeuwige Koning. Hij die spreekt en het is er. Hij die ligt daar in de gedaante van een Kind. Ze sterven daar aan alles wat ze dachten en vonden. Vind ik u stervende aan Zijn voeten? Of had u graag nog wat willen zeggen?
Wie Koning Jezus ontmoet juist daar in Zijn nederigheid. Als een Kind, die buigt. U die Hem dient, hoe lang, zijn dit niet de momenten die steeds weer terugkeren. Aan het einde van je redenen plat op de grond Hem aanbidt. Zie hier uw Koning. Hoe klein, hoe kwetsbaar klein moest Hij Zich maken? Maar blijft u staan? Ze sterven aan Zijn voeten om te leven.
Stokstijf staan daar de Jeruzalem en nog eeuwen. Hoe zit u hier? Stokstijf in de bank, zoals ik ook van nature. Of ziet u in Hem de Koning? Wanneer hebt u een Koning nodig van dit formaat? Als je beseft dat niets je redden kan, dan alleen Een die voor jou instaat. Die jouw gerechtigheid in Persoon is. Is dit is dit Koning, dat kruis, die doornenkroon, zo nederig, zo klein.
Gemeente, u heeft veel meer kennis dan die wijzen is het niet? Dat maakt het ook wat moeilijk. Zullen we eens wat verder lezen? Nedervallen. Er is een gedicht over. ‘We waren getuige van een geboorte, waar ik vroeger geboorte of dood las, dacht ik dat ze tegenstellingen waren, we voelden ons niet meer thuis bij andere goden aanbidden.’ Veel af te dingen aan dit gedicht, maar dit is waar: wie zijn Koning heeft ontmoet, is gestorven aan al zijn goden. Wie zijn uw goden?
Wat zien we dan? Ze aanbidden Hem. Kussen Hem. Aanbidt de Zoon. Daar in dat huisje op de vloer waar iedereen aan voorbij gaat. Apart verhaal Maria en Jozef. Maar daar kusten zij. In de tweede Psalm. Hij komt met Zijn scepter en zal de aarde richten. Buigen de heidenen, kussen in hun gebeden. Kus de Zoon opdat Hij niet toorne. Wie kus je? Die je lief hebt. Waar wij plat op de grond gaan, daar komt toch ook het verlangen om te kussen en te aanbidden.
Wie kus jij? Gaat het allemaal aan je voorbij? Staan voor de eeuwige God en daar het Kind. Hij zelf gelegd in mensenarmen. Daar buigt en aanbidt. Daar wil je toch niet anders, daar kun je toch niet anders dan Hem kussen. Omdat Hij mijn gerechtigheid is. Gemeente, aanbidt u Hem? Brengt u Hem hulde? Zwart, maar lieflijk. Om het Kind dat in onze wereld mens wilde worden als u.
Mij bekruipt zo het gevoel dat het verhaal van het Kind met de Kerst zo ontzagwekkend bekend in de oren klinkt dat we het zo goed kunnen hanteren. Zo begrijpelijk. Natuurlijk een maagd zal zwanger worden. Maria begreep er niets van. Natuurlijk er komen wijzen uit het Oosten. Eeuwen van profetie gingen eraan vooraf. Door het vuur beproefd. Je zou met de wijzen in Jeruzalem hebben gestaan. Ook nu. Het zijn de theologen die niet geloven. Maar je weet het moet: Hij trekt met liefdekoorden tot in het huisje in Bethlehem.
Tref ik jou zo aan voor je bed of hier in Zijn huis. Gemeente, het lijkt zo’n vredig tafereel. Maar in de verte hoor ik een man zijn zwaard slijpen, Herodes. Maar het is niet vredig. Het staat onder hoogspanning. Hier zal straks een gehuil opgaan van al die moeders die huilen om hun kleine kinderen. Zij die het kennen beseffen er iets van. Er is daar een heiden die het zwaard slijpt. Die onder de aandrang van de satan tegenover de aandrang van de Geest. Deze tegenstander moet eraan, denkt hij. Waar het Goddelijke zo nabij is, en zo kwetsbaar is, daar de duivel klaarstaat om in te springen.
Als God het niet verhoedde zou door een enkele soldaat van Herodes het met dit Kind hier geëindigd zijn. Maar God voorkomt het. Hij gaat door het satanische heen. Dit probeerde het Licht te verdrijven. Maar God gaa door. Voor wie? Voor ongelovigen zoals wij. Voor wij die in het zicht van het Kind de neiging hebben de schouders op te halen en door te lopen. Blind, doof. Maar daar waar ik straks en u straks voor Zijn troon staan wie zien we daar? Het zijn dezelfde ogen als het Kind. Hoe zal ik U ontmoeten? Aanbidden. Aanbidden. Want alleen achter Zijn gerechtigheid, borgleven, is er leven.
Wie zien het altijd weer gebeuren. Stervend aan zijn voeten de wijzen de toekomst in hun hart legt. Hoe het verder is gegaan weten we niet. Maar wel dat ze schatten geven: goud, wierook en mirre. Goud voor een koning. Wierook in de dienst van de Heere. Mirre voor een zalvende en stervende. Ze hebben voorzien in het praktische wat Hij nodig heeft. Daar waar de Heere uw harten geopend worden, worden uw schatten Zijn schatten. Mijn leven is ingebed in Zijn leven. Mijn bestaan ingebed in Zijn Koninkrijk. Mijn schatten zijn Zijn schatten.
Is dit uw Koning, gemeente? Is dit uw Koning. Neem mijn leven Heere toegewijd Zijn aan Uw eer. Neem mijzelf en alle tijd ben ik aan u toegewijd. Gemeente, we ontmoeten we vandaag op deze Eerste Kerstdag. U hoefde misschien niet ver te gaan, bekende tijd en plaats. Wellicht op weg naar familie of vrienden. De Koning is ons midden. Ik kan u geen paleis tonen, geen engelenscharen die staan rond Zijn troon kan ik niet openen. Ik kan u de hemelse gewesten niet openen en u daarin doen blikken. Maar ik kan u tonen, daar in Bethlehem lag een Kindje, in de armen van Maria. Hij gaat door de tijd en richt op en zal de Joden brengen aan Zijn voeten. Maar gemeente u, die zo dichtbij bent, bent u nu ook ingegaan? Tot aan Zijn voeten? De wijzen konden u niet veel vertellen maar ze moesten naar de Koning. U die vanmorgen deze Koning verkondigd hoort, ik bid u kus de Zoon opdat Hij niet toornen en u op de weg vergaat. Dan moet er nog heel wat gebeuren, zeiden de Joden in Jeruzalem. En de wijzen vielen neer en aanbaden. Amen.
Woensdag 25 december 2019 [Eerste Kerstdag] – Hersteld Hervormde Kerk Putten – kand. A.S. Middelkoop – Schriftlezing Mattheüs 2 vers 1-12