Hersteld Hervormde Gemeente Driebruggen
Zondag 9 september 2012; 09.30 uur
Votum en Groet
Psalm 139:10
Wet des Heeren (“ook vanmorgen stellen we ons onder de tucht en belofte”)
Psalm 131:4
Gebed en voorbede
Schriftlezing Lukas 17: 11-19
Psalm 25:3,6,10 (collecte)
Preekaantekeningen
Christus roept om Hem te erkennen, volledig te erkennen
1. Hij wordt herkend door tien
2. Miskent door negen
3. Erkent door een
1
- Jezus op reis van Galilea (noorden), naar Judea (zuiden). Lukas beschrijft deze reis heel uitgebreid. In hoofdstuk 9 (vs 51) lezen we dat al.
- Jezus maakt de reis niet om dat Hij veel bekendheid wil krijgen, maar omdat Hij naar Jeruzalem moet gaan. De Heere doet nooit iets voor niets.
- Weg loopt door grensgebied. Staat er niet voor niets. De Heilige Geest wil laten zien: de Heere doet nooit iets voor niets. Hij gaat over die weg omdat Hij weet dat daar tien melaatse mannen zullen zijn.
- Je zit ook niet voor niets in de kerk. De Heere heeft je op het oog.
- De melaatsen hadden verwachting. Ze gaan in hun ellende Hem tegemoet. In hun ellende hun hoop gevestigd op de Heere Jezus, de enige overgebleven redding.
- Ziekte melaatsheid: huid aantast, grote zweren ontstaan, we weten het niet precies wat voor ziekte het was, uiteindelijk sterf je eraan, weinig kans op genezing.
- Het roepen van die mannen laat een groot vertrouwen zien. Op zoekt in de grondtekst, komt maar 7x voor in de hele Bijbel. Andere 6x uitgesproken door discipelen, door Petrus. Woordje Meester drukt intieme relatie uit (van diegenen die dicht om Hem heen staan). Alsof ze om Hem heen staan. Ontfermen: erbarm U. Psalm 25: gedenk aan Uw barmhartigheid.
- De Heere wil ze horen!
- Die mannen zijn melaats, ze staan daar niet omdat ze overtuigd zijn van hun zonden. Goed in de gaten houden, anders gaan de zaken door elkaar lopen. In de bijbel wel parallel melaatsheid – zonde (Psalm 51: zonden, gans melaats). Melaatsheid wel beeld van de zonde, maar hier uit elkaar houden. Melaatsheid als ziekte van het lichaam en zonde als ziekte van de ziel.
- Misschien u ook wel gehoord: ernstig ziek. Toch wel de nood bij de Heere neergelegd?
- De tien mannen hebben Hem herkend als degene die hen aangekondigd was, als degene die naar het lichaam helpen kan.
2
- De Heere Jezus heeft in Evangelie bijzondere manier van genezen. Met ieder een eigen weg.
- Het was een beproeving, zo je over te geven aan de macht van de Heere.
- Geschiedenis doet denken aan geschiedenis van Naäman.
- Ik mag me alleen vertonen aan de priester als ik gezond ben, dus heeft dat wel zin?
- Zo zondig als u bent, toch doen wat de Heere bevolen heeft! Zou het verkeerd uitpakken? Dat zien we bij deze mannen!
- Blind achter de Heere aangaan, kan geen mens vanuit zichzelf, is een werk van de Heilige Geest.
- De melaatsen gingen niet als zondaren, maar als melaatsen. Toch wil de Heere dat horen, al komen ze niet voor het belangrijkste wat er is in het leven (namelijk de ziel en niet het lichaam). Als de Heere belooft, doet Hij het ook.
- Met dat ze zich omdraaien zijn ze genezen. Ontstekingen, rode plekken wegtrekken.
- Weer in de tempel komen, vrouw weer omhelzen, weer aan het werk, kinderen weer vastpakken. Hun hele leven staat weer op de rails. Gebeurt door dat ene woord.
- Gaan ze naar Jeruzalem, daar ongeveer 2 weken blijven (ceremoniën doorlopen), krijgen een certificaat mee van gezondheid. Maar voordat ze het certificaat krijgen, voordat hij in de tempel is geweest, keert er een terug.
- Waarom keert die ene terug en die negen niet? Die zien toch ook dat ze genezen zijn? Waarin onderscheidt zich de gelovige van de ongelovige? Want daar gaat het hier om in dit Schriftgedeelte. Die andere negen het nog niet zeker weten? Die andere willen eerst bevestiging van de priester? Van tijdelijke aard?
- Als u naar uw eigen leven kijkt, als u de Heere kent, gehoord heeft vanuit Woord, zonden vergeven zijn, verzoend bent, bij tijd en wijle, heel vaak misschien wel, twijfel?! Is het nou wel echt waar? Geen schijn? Misschien bent u wel eens bij de priester mee geweest, bij de dominee.
- Toch is twijfel niet het onderscheid. Wie zal dan zalig worden? Als twijfel een kenmerk is van de ongelovige dan kan niemand zalig worden. Van onszelf zo zwak, onmachtig.
- Die negen laten zien dat het om zichzelf ging, die ander vertoond dankbaarheid. Maar, zullen die andere niet neergevallen zijn in de tempel? Grote dank in hun leven? Zou het niet zo zijn? Gemeend dat het tussen hen en de Heere wel goed zat. Dankbaarheid kan gericht zijn op u zelf alleen. Waar ging het om, gaat het om? Onderscheid maar op één ding neer: duidelijk in deze geschiedenis, een zaak, een persoon: de Heere Jezus Christus en wat Hij gedaan heeft.
- Dat Hij het belangrijkste is in het leven en Hij het belangrijkste wil hebben in het leven (= uw ziel).
3
- Werk van de Heilige Geest zien we zo heerlijk: hij ziet in dat Jezus de verlosser is, dat Hij verlossen kan naar de ziel.
- Komt hij aanrennen, eerst op een afstand, de Heere te roepen; maar nu komt hij terug, valt plat op zijn gezicht, ligt languit. Is bijzonder! God verheerlijkend! Lezen we in Lukas wel vaker, mensen die voor de Heere neervallen. Deze man wel een uitzondering. Lezen wel een keer van iemand die plat op de grond de Heere dankt. Zijn er uitleggers die zeggen dat het een vorm is van aanbidding (erkent als degene die komen zou, duidelijk geworden dat het Jezus is, mensen ook plat in de tempel). Ik denk dat dat te kort is, zeker waar. Drukt nog meer uit: het laat zien dat deze man zichzelf onwaardig acht. Niet waard, U naar mij omziet. In de erkenning van de waardigheid daarin erkent hij zijn eigen onwaardigheid.
- Zal die man zijn zonden niet belijden? Hij erkent wie Jezus werkelijk is!
- Veel mensen hebben wonderen van Jezus gezien, Hem gehoord, zul je verwachten, deze mensen zwijgen. Lezen we helemaal niks van. Het is alsof de Heere Jezus alleen is, samen met deze man. Geen mens verder bij. Is niet waar, staan er zeer veel mensen omheen.
- Deze man looft en prijst, de rest blijft stil. Juist in dat danken en zingen wordt de stilte zo hoorbaar.
- Dan vraagt de Heere, aan de schare, zijn niet de tien gereinigd? Waar zijn de negen? Klinkt de smart van de Heere Jezus uit. Vraag aan de Schriftgeleerden, Farizeeën en de schare. Met andere woorden: waar bent u, Farizeeën, schare, gelooft u mijn Naam niet. Die vraag klinkt ook door in de gemeente. Waar bent u? Dag aan dag Zijn zegeningen, iedere zondag het Woord.
- De vraag is: hoe sta je tegenover de Heere Jezus?
- Deed mij denken aan Christenreis, allerlaatste bladzijde, ondergang Onkunde. Bunyan ziet in zijn droom dat iemand de rivier oversteekt met een bootje. Gaat ook naar de stad, geen engelen die hem opwachten, heeft toch de moed aan te kloppen. Ik heb met de koning gegeten en gedronken, in onze straten geleerd, hij is mij zo nabij. Zegt de engel die hem te woord staat: waar is het bewijs? Heeft hij niet. Zoveel gunsten genoten, kent toch Jezus Christus niet. Blijkt vlakbij de poort van de hemel een poort naar de hel te zijn, wordt gebonden en in de hel geworpen, afschuwelijk.
- We moeten onderzoeken of we met ons zelf aan ons zelf genoeg hebben. Wel fijn om in de kerk te zitten, wel goed om te spreken over genade en barmhartigheid, zeker ook over oordeel en wet te spreken, maar toch genoeg aan u zelf. Een theoloog uit de vorige eeuw heeft dat goedkope genade genoemd. Voor eeuwig te kort.
- Erkent u Hem als uw zaligmaker? Al tot Hem gevlucht? Beladen met uw zonden? U hoeft niet eerst te komen, gereinigd. Nee, beladen met de zonde. Hopend en vertrouwend op Zijn beloften en genade. Zo ziek als u bent, zo zondig als u bent. Dat leert zingen, kunt u meezingen, als u gaat naar de Heere Jezus Christus: vluchtte ik tot Jezus, Hij heeft mij gered, mijn heil, mijn vreugde werd Hij, mijn God sprak mij vrij [Mc Cheyne]. Kunt u dat niet meezingen? Ga dan toch tot Hem, of Hij u wil ontdekken wie u zelf bent. Dat alleen van Hem verwachten. Hij laat geen bidder staan, dat maakt deze geschiedenis ook duidelijk. Amen.
Psalm 146:1,3
Dankgebed
Psalm 66:6
Geef een reactie