Kand. A.C. Baan
12 februari 2017
Fil. 3:14
Gaan voor goud
Dat is het thema voor vanmorgen. Gemeente, ik denk dat het heel belangrijk is om in een preek praktische voorbeelden te gebruiken. Heere Jezus heeft dat gedaan, heel veel gelijkenissen, zaad, beeld van kandelaar, beeld van een verloren penning en schaap. En zoals de Heere Jezus beelden gebruikte ter verduidelijking, zo heeft Paulus dat ook gedaan. Beeld van christen als soldaat die moet strijden (Efeze 6), landbouwer (Timotheusbrief), ook regelmatig beeld uit de sportwereld. Ook in die dagen voor velen bekend.
Vanmorgen vooraf, twee dingen daarover zeggen. In sportwereld belangrijk om je te houden aan de spelregels. 2 Tim. 2:5, aan wedstrijd deelneemt, geen krans als je de spelregels niet in acht heeft genomen. Goud willen krijgen, prijs willen behalen, dan moeten we de spelregels in acht nemen. Nou, ik weet niet of u liefhebber bent van sport, dat iemand een prijs niet heeft behaald omdat hij een regel heeft overtreden. Raakte mij destijds, Olympische Spelen in 2010, Sven Kramer, Olympisch goud behalen, vinger naar links wees, met dat hij van baan verwisselde, een stap opzij, uiteindelijk geen goud behaald. Want spelregels overtreden. In deze postmoderne tijd om dat voor ogen te houden, als christenen bijeenkomen: we hebben spelregels. Die spelregels is niets anders als wat de Heere ons voorhoudt. Minus en plus niets. Mensen peuteren aan woord, aan gezag. Ja staat er wel, maar moet je anders zien. Krachteloos maken. Eigen spelregels op na houden. Gaat erom dat we het Woord van God van kaft tot kaft serieus moeten nemen. Heil van God ontvangen staat erin. Niet aan sjoemelen, anders worden we gedis
Iets anders, heel veel bedrog in sportwereld. Oneerlijkheid. Corruptie kunnen noemen. Door gebruik van doping of steekpenningen, alle mogelijke manieren, resultaten behaald worden op een oneerlijke manier. Toewijzen van WK-voetbal door steekpenningen, of Lance Amstrong zegt met ijzeren gezicht dat hij geen doping heeft gebruikt, maar toch blijkt zo te zijn.
Nou gaan we het naar het ons hart brengen. Kunnen we hier ook niet met een stalen gezicht zitten? Met een mooi pak. Maar we komen hier niet voor elkaar, maar voor het aangezicht van God. Geen schepsel onzichtbaar voor hem (Hebr. 4). Alles ligt naakt en ontbloot voor Hem, aan Wie wij rekenschap hebben af te leggen. Sjoemelen, corrupt, soms komt het aan het licht, soms niet. In christendom komt alles aan het ligt. Straks op de dag van de rekenschap. Heerlijk, op zondag samenkomen, God wil verder komen dan ons pak en trui, maar ons hart zoekt. Waar christendom. God in je hart kijken. Psalm 139: al is er een schadelijke weg, leid me op de rechte weg. Christendom, als het goed is, integriteit en oprechtheid. Hart zo verdorven, dat we denken te kunnen sjoemelen. Ik hoop en bid dat de boodschap van vanmorgen een woord van opwekking en aansporing zal zijn.
Gaan voor goud, wat is dat nou? Voor Paulus betekent? Gaan voor de hoofdprijs, goud. Betekent eigenlijk twee dingen.
In eerste plaats: Jezus Christus kennen. En in tweede plaats: winnen (gelijkvormig worden). Maak mij zoals de Heere Jezus. Gaan voor goud, kennen en winnen.
Nou, eerst over kennen. Ik zat onder een ontdekkende prediking. Mensen veel gewezen op feit, dat velen op de deur zullen kloppen, gezegd: Ik ken u niet. Mattheus 25, gelijkenis wijze en dwaze maagden. Zal toch wat zijn! Altijd in de kerk gezeten, maar dan toch: maar Ik ken jou niet. Heb je dat ook wel eens? Of denk je daar nooit over na? Ik denk in sommige kerken teveel over gepreekt, in andere kerken te weinig. Ken ik Hem werkelijk? Wat is dat, Hem kennen? In intieme liefdesrelatie hebt leren kennen. 1 Kor. 1:9. Hiertoe geroepen: gemeenschap te hebben met Zijn Zoon. Is de roeping. Liefdevolle verhouding met Heere Jezus. (…) Vers 8: beschouw alles als schade. Gaat om het kennen van Jezus. Verderop: opdat ik Hem mag kennen. Dat was zijn passie. Wat betekende het nou om Jezus te kennen? Nou, laten we het brengen naar aardse vader en kind-verhouding. Sommigen kijken niet zo positief terug op verhouding met ouders. In goed geval, gekenmerkt door liefde. Hebt elkaar van harte lief. In tweede plaats, vertrouwen. Deelt dingen met ouders, vader, die je niet met anderen zou delen. Intimiteit, deelt je hart, je geheimen, je strijd, worsteling. Afhankelijkheid, klein kind met zijn vader naar de stad, ben bang dat ik verdwaal. Legt je hand in de hand van vader. Ook van wederzijdse communicatie. Veel huwelijken en opvoedingen falen soms omdat er geen wederzijdse communicatie is. Wordt niet meer gepraat, gedeeld. Groeit uit elkaar. Te blijven communiceren. Ook in opvoeding. Zo ook christen: ik deel mijn hart met Vader in de hemel. Hij deelt Zijn hart met mij, in stille tijd en op zondag. Wederzijdse communicatie, relatie. Iets heel anders dan religie. Dat is een lijstje van 10 punten, buitenkant. Maar we zijn hier, God zegt: Ik wil een intieme liefdesverhouding met jou. Keuzes en overgave. Dat is wat Paulus had ervaren in zijn leven.
Hoe leren kennen? Paulus schrijft in eerste verzen dat hij dacht op weg te zijn. Maar blijkt vuilnis te zijn. In eerste verzen (3:3), wij zijn de besnijdenis. God in de Geest dienen. Heilige Geest inwonend ontvangen. Doordat we besneden worden van hart, wedergeboorte. Nicodemus: je moet wederomgeboren worden. Wat gebeurt er dan? Ontvangen wij Gods natuur. Goddelijke dna. Petrusbrief: goddelijke natuur deelachtig geworden. Heilige natuur meedeelt. Hij komt in mij, zondaar, wonen. God op geestelijke manier dienen. Onder leiding van Heilige Geest. Alles onder beheer van de Heilige Geest. Dat is het eerste.
Het tweede is, wat Paulus zegt, niet op het vlees vertrouwen. Het opgeven van je zelf-leven, wat zich niet aan God wil onderwerpen. Ik-gerichte-leven. Daar je vertrouwen op stelt. Paulus had wat om op te vertrouwen, hij was van de goeie club, familie, bijbelschool. Uit het goede land. Hij hield de wet onberispelijk. Hij had zoveel ijver voor de dienst van God dat hij naar Damascus ging. Zo’n ijver voor God. Maar niet met verstand, maar vanuit het vlees, vanuit Adamsnatuur.
Laten we voor ogen houden: staan voor God. Paspoort, dat stonden goede stempels in. Zou ik de hemelpoort mee binnen komen. Totdat ik God leerde zien. Hele paspoort waardeloos is. Ik heb op de verkeerde dingen vertrouwd. Moet ineens denken, leiderschapsgoeroes, Steven Covey, leiderschap: is toch aangrijpend aan het eind van je leven komt, dan staat je ladder tegen de verkeerde muur aan. Paulus was er op tijd achter gekomen. Van die trap af, andere trap op.
Nog een ding over zeggen. Is wedergeboorte nodig, niet vertrouwen op vlees. In derde plaats: belijden dat Jezus mijn Heer is. Luther zegt: het geloof heeft geen waarde zonder ‘mijn’ en ‘ons’. Mijn Jezus. Mijn Christus. Mijn Heiland. Niet alleen Jezus is, mijn Heere. Kurios. De absolute eigenaar van mijn leven. Baas. Paulus zegt, kennis van Jezus mijn Heere: ik heb het roer uit handen gegeven. Van kruin tot grote teen toe. Tot die overgave komen, dan ontvangen wij niet rechtvaardigheid die uit de wet is, maar die uit het geloof is. Ontvangen wij de toegerekende gerechtigheid van Jezus Christus. Dan kunnen we rein, heilig en volmaakt staan voor God.
Nu brengen we het naar ons hart. U verlangt toch ook naar een relatie met Jezus? Of bent u een religieus kerkmens? Wat heb je met Jezus, zou Henk Binnendijk zeggen. Of is het een Jezus van 5 letters. Hoe kunnen we staan voor God? Wedergeboren, tot persoonlijke geloofsbelijdenis komen. Niet meer vertrouwen op de stempels: kerkgang, avondmaalsgang, wat ik voor de kerk heb gedaan. Ik heb de Heere Jezus nodig. O, ja dat heb ik geleerd, om te schuilen bij de Heere Jezus. Toevlucht met al mijn zonden en falen. Ja, heb ik geleerd om te vluchten naar Christus. Dan sta je aan de goede kant van de lijn. Dan ben je aan het rennen. Persoonlijk belijden: Heere Jezus, U bent ook voor mij gestorven. Ik dank U voor Uw verzoenend sterven.
Bent u al tot die overgave gekomen? Ik maak mee in conferenties, of in het buitenland, ja tot bekering gekomen, voor universiteit was ik in Brazilië, was daar in Pinkstergemeente, zo indrukwekkend, God sprak zo tot mijn hart. Heb je nou werkelijk een keuze gemaakt voor de Heere? Toen ben ik gaan staan, vertelde hij. Totdat de Geest echt tot ons praat. Wat gebeurt er op datzelfde ogenblik. Dan worden we bekleed met de gerechtigheid van Christus. Tekstvers, Jesaja 61:10. Vrolijk in de Heere, bekleed met de klederen van het heil, mantel van de gerechtigheid. Bruid zich tooit met sieraden. Zo’n groot wonder, dat we voor God kunnen staan! Op grond van het bloed van het Lam.
Goed luisteren, zo belangrijk. Dat is zo bevrijdend. Dat is het geheim van heiligmaking. Anders wordt het wettisch. Je moet zoveel. Nee, leven vanuit verwondering. In Christus volmaakt zijn in ogen van God. Kol. 2:8 of 10, gij zijt volmaakt in Hem. Geniet je er wel eens van? Van je positie in Christus? Wie je bent in Christus Jezus? Ook al heb ik weer gefaald, teruggevallen, zoveel in mijn leven wat niet goed is, in mijzelf heb ik het niet, maar dankzij toegerekende gerechtigheid van Christus. Heilig in de Heere Jezus. Genieten we daar wel eens van? Falen, vallen we daar op terug? Of wettisch: gaan we het beter doen, gaan we aan de slag. Romeinen 7-strijd, goede te doen, maar geen zin in. Ik ellendig mens. Maar we komen niet bij Romeinen 8, ik dank God, door Jezus Christus. U doet het in en door mij heen! Ik denk, gemeente, dat ons falen in de wandel met de Heere Jezus begint met onvoldoende verstaan dat we volmaakt heilig zijn in ogen van God. Toch begenadigd in de geliefde.
Want, gemeente, gaan voor goud, kennen en Hem ook gelijkvormig worden. Voorbeeld gehoord, uitleggen: stel je voor, er is een jongen van 20, bouwvakker, wordt aangenomen bij een timmerman. Ik ga jou in mijn handen nemen, ik ga van jou een timmerman maken. We beginnen onderaan, komende weken ga je het vuil opnemen. Ik zal je betalen als een timmerman, maar in het begin moet je vuil opnemen. Als je tijd op weg bent, dan mag je deur ophangen. Maar het staat op je loonstrook. Dat is nou heiligmaking: we moeten in de praktijk worden wie we in Christus reeds zijn. Paulus: nou jaag ik er naar om te worden als Hem. Om aan Hem gelijkvormig te worden. Passie op de bodem van mijn hart. Te worden als de Heere Jezus. Nog niet bent, misschien dat ik het nooit op aarde volmaakt zal worden, maar ik strek me er wel naar uit. Gods plan met mijn leven? Liefdesverhouding, maar ook (dat is de boodschap die God op mijn hart geeft ook voor het land) dat we op Hem lijken. Mensen waar wat van uit gaat. Goede geur, leesbare brief. Is iemand, daar zit weinig meer van de persoon bij. Ego kom je daar eigenlijk niet meer zo tegen. Met die man omgaat, met die oudere vrouw, ik weet het niet, maar het is wel alsof je bij Jezus op bezoek komt. Een bepaalde warmte, liefde, wat niets anders is dan het leven van de Heere Jezus. Is een proces. Niet een second blessing, zo van nu heb ik dat leven. Voortdurend jagen, ernaar uit strekken. Vallen en opstaan. Ik grijp er wel naar.
Beeld gebruikt, is een beeld van sporters. Sporters hebben dromen. Ik vind dat interessant wat de focus van een coach kan zijn. Wat sporters mag kosten om goud te halen. Hele leven beheersen, gevaarlijk dus. Maar als het alles mag kosten, geen verjaardagen, geen Mc Donalds, want ik moet en ik zal die gouden plak behalen. Ongelofelijk, wat een discipline. Wat een training, rusttijden er zijn, voor die felbegeerde plak te gaan. Mag ze iets kosten.
Wat is de prijs van Paulus? Deze Christus te kennen en Hem te winnen. In Hem gevonden worden. Dicht bij Hem weten, meer leren kennen. Een focus: Jezus. Zegt hij over: een ding doe ik (focus), vergeet wat achter is, strek mij uit naar wat voor mij is. Nou, heel onverstandig om atletiekbaan achterom te kijken. Kan een tiende van een seconde schelen. Jaagt naar de prijs en het doel. Voorwaarts. Geestelijk ook zo zijn, nazorg, pastorale gesprekken, zijn er veel lieve kinderen van de Heere die voortdurend achterom kijken. Altijd bezig met verleden, soms met zwarte bladzijdes omdat de duivel ze aanklaagt (Jozua in Zacharia 3). Nee zegt de engel: trek een feestkleding aan, feesttulband. Mantel der gerechtigheid. Hoe vaak wordt u, jij bepaald door het verleden. Ik zie dat bij zusters, vrouwen, worstelen met negatief zelfbeeld, dingen in verleden gebeurt, laten ze zich door satan aanklagen. Als er iemand was die aangeklaagd werd, was Paulus het. Vervolger van de gemeente. He Paulus luister is, weet je nog, je bent een moordenaar, voor jou is er geen hoop. In Christus een nieuwe schepping. Alles is nieuw geworden. Ik vergeet wat achter mij is. Ik vertrouw niet meer op de juiste stempels maar ook niet meer op de misstappen. Ik kijk naar wat voor is.
Gemeente, in welke mate hebt u afgerekend met het verleden? Ja maar je moest eens weten wat er gebeurt is… Financieel, materiaal, verkeerde woorden. Doen wat God van je vraagt. Zacheüs: ik betaal het terug. Restitutie. Gezondigd hebben: belijden tegen de Heere, maar ook terug naar de mensen. Mijn vader had nog meer aandeel daarin? Jij jouw aandeel belijden. Pa, vergeef het me. Of tegen collega. Zonde belijden. Dan op een gegeven moment, dan schuilen achter het bloed van Jezus. Als de duivel komt: ik wil niks met je te maken hebben, ik ga voorwaarts en wil voor Hem leven. Littekens kunnen blijven, maar zien op Zijn offer, zo bevrijdend. Volkomen verzoening van al onze zonden. Vergeving ontvangen, staan op Gods beloften. Er is kracht in het wonderbare bloed van het Lam. Een ding doe ik. Een focus. Wat is dat ene in uw, jouw leven? Je ziet het soms op een begrafenis: manage, pa was zo graag jeu de boules, of de auto’s. Wat zou u willen dat ze op uw begrafenis zouden zeggen? Denk aan hem of haar… denk ik aan Jezus?! Dat was zijn focus. Kennen we dat verlangen. Hem meer te leren kennen. Gelijkvormig te worden. Als je Luther zou opensnijden, komt Jezus tevoorschijn.
Kan zelfs zijn, een ding staat bij jou in de weg. Voor deze focus. Kan zijn dat de Geest, woord van opwekking, of geest van uitbranding (wat niet Jezus is), tegen u of jou zegt: bij u,jou een ding wat er tussen jou en de Heere instaat. Geen brandend hart voor de Heere Jezus. Maar voor je werk, zaak, personen. Breng het naar het kruis, reken er maar mee af. Op zichzelf veel levensgewoonten die niet zondig zijn, maar wel in de weg kunnen staan. Televisie bijvoorbeeld. Op zich niet verkeerd, zit niet van buiten he. Leg je televisieprogramma’s op het altaar. Selectiever kijken. Eerder naar bed toe gaan, ’s morgens geen stille tijd houden, begint de avond ervoor al. Een ding doe ik.
Missionair gemeente zijn, ach we zijn in staat om mooiste plannen te maken, maar de Ichthusgemeente zal missonair zijn als we die ene focus hebben. Wat verhindert mij? Brandend hart voor Hem. Hem uitleven, voor Hem leven. Hebr. 12 gaat over geestelijk wedloop, vraagt volharding. Wij falen allemaal in ons leven. Maar we moeten ons niet laten ontmoedigen. Om plat te gaan, aangeschoten te worden, en dan: ach, ik heb al zoveel gefaald, stop er maar mee. Somtijds in zonde vallen, niet twijfelen, maar opstaan, belijden. Volharden. Afleggen alle last en zonde die ons zo makkelijk kunnen verstrikken. Lasten kunnen er veel zijn, verleden, bitterheid, traditie, wetticisme, wereldgezindheid. Kom leg het af. Rugzakje moet af, leeg. Alleen niet kan, zoek bemoediging. Laten we het samen afleggen. Zonde die ons zo makkelijk kan verstrikken. Ziende op overste leidsman van het geloof. Niet ik hoef het te doen, Hij doet het. Zonder Hem kan ik niets doen. Hoe intiem we een relatie hebben door wedergeboorte. Zo innig verbonden met de Heere Jezus. Nou zeg ik het zo: mijn zondeprobleem is Zijn probleem. Zijn genade is mijn genade. Mijn strijd is Zijn strijd. Zo al eens gezien? Zo bij Hem gebracht. Strijd bij Hem gebracht. Wilt U mij vullen met Heilige Geest? We proberen teveel in eigen kracht die wedloop te lopen. Het enigste wat de Heere vraagt is lege handen, afhankelijkheid, verlegenheid, verlangen. Hoe vaak sta ik voor de Heere: Heere, ik heb een probleem. Wilt U mij helpen? Ik heb U zo nodig. Ik kan niet van U getuigen als U mij niet vult met de Heilige Geest. Vul mij met Uw Geest steeds meer. Gemeente, laten we dat met elkaar doen en ons daarnaar uitstrekken. Amen.
Geef een reactie