Wat maakt dat David, de dichter van Psalm 27, op de been blijft? De levende relatie met God. In alles te beginnen en te eindigen met God. Voor Hem te leven, naar Hem te verlangen, op Hem te zien en naar Hem te luisteren. Hij is het Licht der wereld, wij komen uit de duisternis. Aan het einde klinkt tweemaal het wachten op de Heere. God zal voorzien. Wie op Hem vertrouwt vindt in Hem een sterke Rots.

Psalm 27 vers 12: ‘Wacht op den Heere, zijt sterk, en Hij zal uw hart versterken, ja, wacht op den Heere’.

Psalm 27. We weten dat de Psalmen een grote zegen is van God. De ervaring van Gods kinderen in het leven. David weet van grote beproevingen. Wat we hier zien in Psalm 27 zijn echte ervaringen. In de strijd van het geloof. Een Bijbels patroon dat ons wil helpen. David deelt zijn twijfelingen en als hij er ook maar in staat is, laat Hij het werk van de Heere zien.

We kunnen niet de Heere vrezen zonder de beproevingen. Het spreekt zo tot ons. Ons leven kan moeilijk zijn. Werk en families. De vijand probeert te verstrooien. In het leven met de Heere kunnen er tijden zijn dat we geestelijk vermoeid voelen. Moeilijke tijden voor het Evangelie. Het landschap is misschien moeilijker dan ooit te voren. Zoveel dat uit naam van het christendom gebracht wordt wat het niet is.

Het kan moeilijk zijn om getrouw te blijven aan de Heere in deze dagen. Moeilijkheden omdat we de Heere volgen. De weg is nauw. We zoeken de Heere Jezus Zelf. Zijn kostbaar leven. Hij werd beproeft. Joannes 15. Wat voor Hem geldt, geldt voor hen die Hem volgen.

De vijand die niet in staat is te laten vallen, is in staat om ons te vullen met vreze. We moeten rusten op dat Christus onze kracht is. Hoe gaat het met je in de strijd? De moeilijkheden in het leven? Het grote plaatje te zien.

Laten we kijken naar de strategie voor de strijd. Altijd met de Heere te beginnen. De problemen waar we voor staan altijd met een hemels perspectief te zien. Vertroosting in de Heere onze zaligheid.

Het begint en eindigt met de Heere. Dat is het thema van deze Psalm. Nooit met onszelf starten of met anderen. Dat is een uitdaging voor ons. We zien iets zo snel dat het ons hindert. Zelfgerichtheid is een van onze grootste vijanden. Dat we beter verdienen dan we ontvangen.

Maar de relatie met de Heere. Dat is zo anders dan relaties in de wereld. We moeten starten met de Heere. Vers 1-6. De Heere te herinneren. Als strijd komt. Daar is waar David begint. Hoeveel hebben we die juiste kijk nodig op God en Zijn Woord. Hem prijzen. Hem vertrouwen, in Hem rusten, grootste hulp in moeilijkheden.

Het is voor David meer dan vertrouwen in de eigenschappen van God, maar ook een levende relatie met God. Dat is het echt. De Heere is mijn Licht. Die uit de duisternis leidt. Het is een groot beeld. Zondaren die kinderen van de duisternis zijn. We rennen weg van het Licht. Toen God ons trok, bracht Hij ons van de duisternis naar het Licht. Christus het grootste Licht breekt door in onze duisternis.

Mattheus 4 vers 16. Deze grote woorden. Wanneer we in de duisternis blijven, dan weten we niet wat er gebeurt, gefrustreerd, waarom gebeurt dit met mij. Het laat ons niet de weg van bevrijding zien. Boos, cynisch. Maar David zegt de Heere is mij Licht. Johannes 8 vers 11.

Zij die geloven in de Heere zijn niet verbaasd dat de wereld is zoals die is. David zegt de Heere is mijn Licht. Mijn Zaligmaker. Hij is de Enige die mij kan bevrijden. Vrienden, welke hoop hebben we? God is de grote Behouder. Niet alleen Zijn eigenschappen maar een geheel vertrouwen in Hem. Rust in Hem, vreest Hem.

God is voor je, wie is tegen je? Dat is het juiste perspectief. Vers 3-4. David beschrijft de mogelijkheden waar hij in zit. Het vrezen van die achter hem aanzitten. Maar ondertussen geen vrees in het hart want de Heere is met hem.

1 Johannes 4 vers 4: ‘Kinderkens, u bent uit God, en hebt hen overwonnen; want Hij is meerder, Die in u is, dan die in de wereld is’. De vijand is er van alle kanten waar hij maar kan komen. Overweldigend. Maar David zegt daar is vrede en rust in God. Een ding heb ik begeerd. Te midden van alles. Het karakteriseert het leven van de kinderen van God. De nabijheid van de Heere. Zijn schoonheid. Zijn dierbaarheid. Met anderen in de dienst van de Heere. Hij verlangt de aanwezigheid van de Heere te midden van alles. Vers 5.

Beste vrienden, er is geen betere plaats in moeilijkheden dan te schuilen in de schaduw van de Almachtige. Hij laat niet toe dat onze voeten zouden struikelen. Geeft perspectief in onze beproevingen. God is erin. Werkt alles ten goede.

De Heere heeft de leiding. Het werkt echte dienst uit. Als we Hem echt dienen, zullen we versterkt worden. We moeten echt naar Hem toe als moeilijkheden zich aandienen. Zijn genade is genoeg. Heb je dat vertrouwen en die hoop? David de Psalmist zegt er is niets in hemzelf. Het hangt alles af van de belofte dat God hem vasthoudt.

Als je hier bent en vertrouwen in jezelf hebt, dan weet je niet wat dit is. We hebben de strijd tegen overheden, geestelijke boosheden in de lucht.

Herinner te bidden. Vers 7-12. Ik roep tot U. David komt de Heere en pleit op Gods barmhartigheid. Op basis van de eigenschappen van God. Zo te doen we moeten Hem kennen. Dat is zeker wat David hier doet. Vers 8.

Het herinnert het ons aan dat machtige werk van herschepping. Dood in zonden en misdaden. Het is alleen Gods werk en zonder dat was het er niet. God die zo groot en heilig is, en die ons niet nodig heeft, is bewogen met zondaren zoals jij en ik. Hij bidt ons om tot Hem te komen. En onze lasten op Hem te leggen.

Als we gefrustreerd zijn. Hij kent jou. Hij is erin. Je haren op je hoofd zijn geteld. In Christus die is zo’n Zaligmaker die alles heeft doorstaan. Hij verlangt ons te helpen. Christus wil ons helpen.

Niet dat God het verlangt dat Zijn kinderen ver bij Hem vandaan zijn. Maar op een bepaalde manier gebeurt het. David bidt dat de Heere nabij is. Dat verlangen wij ook. Wat kostbaar dat Hij nabij wil zijn.

Misschien hebben sommige dat ervaren van nauwe vrienden die je afwezen. Hij is nabij in de eeuwige hand. Die hand neemt mij op. Als er niemand is, dan is daar altijd die Eeuwige die ons op te pakken. Machtig als Hij is, waar menselijke bones

niet in staat is. Wij zijn allemaal veranderlijk, maar Hij niet. God is daar zelfs in de grootste smarten. Hij is in de dood zelfs nabij. We moeten ons daaraan vastkleven. Dat is de duidelijke weg. David is daar. De weg kan onduidelijk zijn. Soms met intenties soms zonder intenties, de wereld die de gelovige wil laten vallen. De vijand wil laten vallen. David bidt leer mij Uw weg.

We moeten de Heere herinneren, tot Hem bidden. Ons hart uitstorten. Die in staat ons te helpen. Vers 14 en 15. Hoe kan David verder? Deze zekerheid te kennen. Zonder geloof is het onmogelijk Gode te behagen.

Er is hier niets voor je als je niet gelooft in het Woord. Ik kan je geen hoop bieden in deze wereld, dan in te vertrouwen in God en Zijn Woord. Je kunt geloven in God en toch in grote strijd zijn. Niet gefocust op Gods Woord. Zelfs de duivelen geloven en sidderen. Het moet geloven zijn met die ene focus. Te geloven in de Heere. Niemand komt tot de Vader dan door Christus.

Relatie met Christus. Filippenzen 3. Hem te kennen. Dat ene ding. Dat vertrouwen in Hem. Glorierijke opstanding. De goedheid van de Heere. Te verlangen wie de Heere is. De Psalmist verlangt de Heere te kennen zoals Hij is. Is dat jouw verlangen?

Hymn Josef Addiso: ‘When all Thy mercies, O my God, My rising soul surveys, Transported with the view, I’m lost, In wonder, love and praise.’ Ben je niet overweldigd bij de goedheid van God in het land van de levenden zoals David doet? Vers 14. Te wachten op de Heere in onze moeilijkheden. Het is twee keer herhaald. Zijn vertrouwen is in de Heere. Zij die wachten op de Heere zullen de kracht vernieuwen.

Het veranderde leven. Door souvereine genade. Onze zwakheid bij Hem en Zijn kracht. Gelaten, gekruisigd met Christus. Efeze 4. Wees sterk in de Heere.

Wat betekent het te wachten op de Heere? Het kan zijn dat we het gebruiken maar wat betekent? Wat betekent het als we struikelen? Laat mij je leiding geven vanuit de Schriften. Wachten op de Heere.

Psalm 61. Van Hem komt mij hulp. David wist dat het alleen van de Heere kan komen. Als je dat niet weet mis je het. We willen de Heere Zelf. Te midden van de vallei met Hem te wandelen. Spreuken 8 vers 34: ‘Welgelukzalig is de mens, die naar Mij hoort, dagelijks wakende aan Mijn poorten, waarnemende de posten Mijner deuren’.

Hier zit een persoon die hoopt en wacht tot de Heere tot Hem spreekt. De Heere tot je spreekt door Zijn Woord. Ben je dagelijks bij de poort? Verlang je Hem, luister je naar Hem? Er zijn er die luisteren naar Hem in Zijn Woord en anderen niet. Hoe zit dat bij jou?

Wees genoeg bij de Heere, in het verborgen, versterkt voor de dienst. Geloven we werkelijk dat de Heere zal voorzien? Totale afhankelijk. Dat de Heere ons tegemoet komt in onze nood. Of kijken we in werkelijkheid naar iets anders of onszelf? Naar Hem te kijken en werkelijk van Hem te wachten.

Wachten betekent de Heere dienen. De Meester dienen. Als we Hem zoeken, dan wil Hij door Zijn genade ons tegemoet komen. Te doen wat Hij verwacht van ons om te doen. De Schrift zegt de krachten zullen vernieuwd worden. Zelfs als de omstandigheden niet veranderen. Hij zal onze zwakheid wegnemen, en Zijn kracht geven. Zijn macht en kracht. Dat belooft Hij te doen voor hen die Hem zoeken.

Het komt allen toe aan hen die hun hoop stellen in de Zaligmaker. David zegt hebt goede moed. Hij zal je alles geven wat je nodig hebt. Hij verschijnt voor je. Als alles verloren lijkt, daar is de Heere. Om ons te ondersteunen. Ik moedig je aan Zijn aangezicht te zoeken. Als je dat doet, wil Hij jouw sterke Rots zijn.

We kunnen de dingen niet zelf overwinnen. Maar het is Zijn overwinning. Hij zal ons naar een plaats leiden van glorierijke overwinning. Niet alleen vandaag maar alle dagen. Naar huis te brengen in die eeuwige glorie. Mag je een volk zijn tot Zijn glorie. Amen.

 

Zondag 31 juli 2022 – Metropolitan Tabernacle Londen – J. Stobbs – Schriftlezing Psalm 27 en 2 Korinthe 4 vers 6-17