De dichter van Psalm 130 – een van de pelgrimsliederen – zien hoe een mens gered wordt. De mens is van nature dood in zonden maar kan door Gods genade gered worden. Daarvoor is nodig dat de mens op de knieën terechtkomt en de ernst en zwaarte van de zonde leert in te zien. We doen niet alleen zonde, we zijn zondaars. Bij God is echter dankzij Christus véél vergeving en véél redding.

Roep nu om redding

Met Gods hulp wil ik nadenken over deze Psalm. Het is de 11e van de 15 psalmen die de pelgrims zongen, toen ze opgingen naar Jeruzalem. Een pelgrimspsalm. Beginnend bij 120, eindigend bij 134. Songs of Degrees. Ze gingen op in pelgrimage. Deze psalmen werden 6x per jaar gezongen, tijdens de feesten en festivals. Het is ook een van de boetepsalmen, een van de 7. Een psalm over bekering. De woorden zijn geschreven duizenden jaren voor het nieuwe testament. Maar het staat het al. Over bekering. We moeten er goed op letten. Woorden van redding. Hoe vertrouw je op God? Wat deed Jezus op Golgotha!

Mijn vriend, ik weet niet waar je geestelijk staat. Is er vrede met God? Waar kan je het vinden? Als dat je vragen zijn, je vindt de vragen in deze psalm. Bad je al voor redding? We bidden voor van alles, bijvoorbeeld voor vrienden. Het grootste gebed is om te bidden voor je ziel.

Als je kijkt naar de psalm, het is niet generiek. Het is persoonlijk. Uit de diepte heb ik geroepen. Ik. Hoor mijn stem. Een erg persoonlijke psalm. Als je door de verzen gaat zie je een progressie. Een beweging van zonde naar hoop. Ik leg het uit in simpele woorden. Hier zijn 4 dingen. Als je redding zoekt, luister dan.

  • Uit de diepte

Deze man is in grote moeite. Uit de diepte. Uit de zee, oceaan. De zee van zonden. De zee van wanhoop, angst. De zondaar zegt: mijn zonde is te groot voor mij. En mijn zonde is altijd voor me. Ik ben in grote problemen.

Wil je gered worden? Dit is de eerste stap: uit de diepte. Ik vertel je: je bent totaal verloren. Je komt er niet uit door de samenleving of regering. Wie tot God wil komen, moet zeggen: ik ben in de diepte. Het is niet te dragen. Ik kan er niet mee komen. Ik ben zo ver van de levende God. Verwijderd van alle goede dingen. Mijn zonden hebben me in de greep. In de diepte. Zonder Jezus en redding is er alleen maar leegte in je leven. Corruptie zelfs. Ik spreek er geestelijk over.

De dichter spreekt over zijn eigen conditie. Ik moet realiseren, ik ben verloren. De zonde is om me heen, de zonde verwijdert me van God. Nergens lees je in de bijbel dat zonde je optilt of dichter bij God brengt. Nee, het brengt je dieper en dieper. Zonde is een dictator. Het neemt je over. Het neemt je in. Ingenomen door zonde. Ik ben ongehoorzaam, ik ben verdoemd. Ik ben dood in mijn zonden en ongerechtigheden. Ik kan niet naar het ziekenhuis voor een medicijn. Ik heb opstanding nodig.

Waar kan redding van komen? Zal ik kijken naar de staat, de filosofie, de goeroes? Kijk naar vers 1. Uit de diepte roep ik. Deze man heeft geen pretenties. Hij zit niet vol van zichzelf. Er is niet wat hij kan doen wat goed is in de ogen van God. Totaal verloren. Niemand kan me helpen in de wereld. Wat moet ik doen dan? Mensen zeggen, ik ben oké, ik kan het zelf regelen? Maar nee. Deze man gaat naar de hoop toe.

  • Gebed komt uit de diepte

De tweede stap is: het gebed komt uit de diepte. Ik bid en blijf bidden. Roepen. Ik roep tot God. Ik blijf roepen. Ik bid niet voor materiële zaken, voor nieuw werk of zo. Deze man schreeuwt het uit. Ik roep tot U, o God!

Natuurlijk, deze man, het is zijn zaak. Er zijn mensen die in andere religies die zichzelf onder handen nemen. Maar die zullen nooit begrijpen wat God deed in Christus. Er is goed nieuws. Geen man, religie, ceremonie, filosofie kan me helpen. Ze kunnen niet voor mijn ziel zorgen. Niemand. Waar kan ik iemand vinden? De psalm geeft een antwoord. Kijk naar de verzen. Heer, Heer, Heer. Ik roep niet tot een man, filosofie, religie. Maar tot U, God! Ik kom alleen maar dieper in de ellende. Ik roep tot U God!

Deze man laat de houding zien die je moet hebben voor God. Roepen tot God. Met nederigheid. Bidden om barmhartigheid. Ik ben totaal verloren. Hij offert niets fysieke aan God. Geen goede daden, goud en zilver. Uit de diepte roep ik! Ik heb een diepe schreeuw – dat kan ik brengen. Een intens verlangen. Met mijn eigen corruptie. Diep en intens. De dichter realiseerde zich: het is niet mogelijk vrede met God te krijgen zonder schreeuwen, bidden. We kunnen alleen vrede met God krijgen door Christus. Laat Uw ogen zijn op mijn smeekbeden. Ik ben in de dood. Hij roept het tot God uit. Het eerste is, je bent verloren, dood. Het tweede is, ik kan alleen bidden met intens verlangen.

  • De inmensheid van je zonden zien: ik moet op mijn knieën

Het derde dan. In vers 3, als U op mijn ongerechtigheid let, wie kan dan staan? Wie kan staande blijven voor Gods rechtvaardigheid. God heeft alles van ons nodig. Alle gerechtigheid. Islam is nu de tweede grootste religie in de wereld. Ik leg de feiten uit. Iedereen zal geoordeeld worden. Op de ene hand heb je je zonden. Op de andere je goede worden. Mijn vrienden, als het zo werkt, wie kan bestaan?! Zonde is niet alleen wat we doen. We zijn zondaars bij natuur en keuze. In onze gedachte. In praktijk. Kom mijn vrienden, zeg ja in je hart, als God je ongerechtigheid laat. Je bent dood en verdoemd. Onze ongerechtigheid is zo groot. Wie kan bestaan voor God?! Als God let op de ongerechtigheid, wie kan staande blijven? Mensen willen het misschien niet horen: zonde heeft ons misvormd. Ik kan de kleur van mijn huid niet veranderen. En de zonde in mij ook niet. De mensen naar Jeruzalem gingen naar God toe. Dat is de paradox. Het gaat niet om goede werken! Hoeveel zou je er wel niet moeten doen… Onze zonden, onze verlangens en foute daden. Miljoenen gewoon!

Dit is de paradox: je moet niet staande blijven voor God, maar op je knieën terechtkomen. Vrij wordt de genade gegeven. Alles in het leven moet je betalen. Ga maar naar een winkel. Je moet betalen. De dingen van God zijn vrij verkrijgbaar. Dat is de paradox.

Je kunt voor God niet bestaan. Niemand kan voor Hem blijven bestaan. Geen advocaat kan je verdedigen. Maar Jezus kan je advocaat worden. Hij zal voor je staan. Hij zal je verdedigen. Omdat Hij de straf kreeg voor jou. Hoe staande blijven? In Christus. God schrijft je naam in het boek of leven. We zijn gelimiteerd, God adopteert ons. Een kind van de Koning der Hemelen.

  • Er is vergeving bij God!

Vers 3 en 4 de vierde. Maar daar is vergeving! Vergeving bij U. Je ziet het contrast. Vers 7: daar is vergeving bij Hem en veel verlossing. Mijn beste vrienden, heb je het contrast gezien? Wie zal staande blijven voor God? God schenkt Zijn gift. Hij geeft ook de attributen. Hij hoort je ziel. Hij geneest het. Hij laat het opstaan uit de dood. De man in wanhoop komt in de ruimte terecht. Hij krijgt hoop.

Ik geef drie dingen mee.

  1. Je kunt gered worden. Er is vergeving bij God. Een filosoof zei, God kan vergeven, maar hij leefde zonder te weten hoe God het doet. Welzalig wiens zonden vergeven zijn (Psalm 32). Daar is. Niet: daar zal of daar komt. Nee. Daar is! Roep tot Hem. Uit de dood. Er is nu redding voor mij. Het Hebreeuws zegt: er is die vergeving, de enige vergeving, de echte vergeving. Wie dat ontvangt, raakt het nooit meer kwijt. Gebaseerd op het werk van Jezus Christus. Vergeving met U! Bij U! Geen priester, ouder, preker, goeroe, religie, wetenschapper kan helpen. Ja er is vergeving bij God.
  2. Er is barmhartigheid bij God. Dit is het gebed van de zondaar: wees genadig voor mij God! Hoe kan ik het zeggen? Ik bid voor redding. Het enige wat ik kan doen is naar het kruis gaan. Ik ontvang hoop en leven. Ik vestig mijn hoop op Hem!
  3. Het laatste: er is veel verlossing! Ik was een slaaf van de zonde. Slaaf in geestelijk opzicht. In mijn vlees. Toen ik op Hem ging vertrouwen, heeft de zonde geen kracht meer. Christus is de Redder, de Machtige. Verlossing is er. In Christus. Christus kwam van de hemel naar de aarde. Hij stierf aan het kruis. Maar stond op uit de dood. Als ik op Hem vertrouw, dan zegt God de Vader tot hem: mijn zoon, mijn dochter. Hij betaalde de prijs. Hij droeg het oordeel. Hij deed het wat God vroeg, perfect. Genade, vrede, verlossing: het is alles in Christus. Als je komt tot Hem. Efeze 1:6. Verlossing door Zijn bloed. Overeenkomstig de rijkdom van Zijn genade. De man is opgetild van misère (ellende) tot mercy (barmhartigheid).

Metropolitan Tabernacle London, zondag 27 februari 2022, 18.30 uur. Schriftlezing Psalm 130 en Lukas 5:17-32.