Op weg naar Jeruzalem reist de Heere Jezus Christus door Samaria. Met een doel, Hij reisde altijd met een doel. Zijn doel was daar en toen om een ziel voor de eeuwigheid te behouden. Een van de tien melaatsen is een Samaritaan. Alle tien roepen om ontferming en gaan op het bevel van Christus naar de priester. Onderweg worden ze genezen. Maar alleen de Samaritaan keert terug tot Jezus. Hij gelooft en bekeert zich, Hij keert om tot Christus door wat God in Hem gewerkt heeft. Zo komt het voor ons ook aan op geloof en bekering. Om genezen te worden van onze geestelijke melaatsheid van de zonden en het eeuwige leven te ontvangen.
Lukas 17 vers 19: ‘En Hij zeide tot hem: Sta op, en ga heen; uw geloof heeft u behouden‘.
Geloof als een Samaritaan
Niet het geloof als iemand die goede dingen doet, de barmhartige Samaritaan. Maar geloof als een Samaritaan. Jezus ging met een doel naar Jeruzalem door Samaria. Houd in gedachten dat Christus altijd met een doel ergens naartoe ging. Zo ook hier. Hij zegt vijf keer naar Jeruzalem te gaan om daar te lijden en te sterven. Hier zien we dat Hij met een doel door Samaria ging. Voor een ziel.
Hoe kostbaar een ziel is. De tien mensen zijn melaats. Een is een Samaritaan die de Heere vindt. Zijn zonden vergeven. Wil je leven voor je ziel? Zonden vergeven? Naar de hemel gaan? Hoe kunnen we aan Hem verbonden zijn, vergeving van zonden? Dat zijn de vragen om te onderzoeken.
Melaatsheid was een verschrikkelijke ziekte. Het is een beeld van de zonden. Het is als een beeld van wat wij nodig hebben voor God. Het laat het zien. Zonden als melaatsheid laat het zien op de huid. Hoe kan ik gered worden? Hoe kan ik een relatie hebben met de Zaligmaker? Er zijn zoveel goeroes die zeggen zaligmaker te zijn. Maar hoe kunnen we weten dat Christus de ware Zaligmaker is?
Christus kwam naar deze wereld om ons te bevrijden van de melaatsheid van de zonden. Wat kunnen wij inbrengen? Niets anders dan zonden. Ik wil op deze manier naar de Samaritaanse man kijken. Er zijn verschillende manieren naar dit gebeuren te kijken. Wat was zijn conditie en positie? Waar bad hij voor? Wat is zijn bekering? Wat is zijn reactie? En als laatste het vijfde, de zegen. Wat zijn we de zegeningen als wij vertrouwen op de Heere Jezus Christus?
De eerste. Zijn conditie en positie. Vers 11. Hij was een melaatse. Een Samaritaan. En een vreemdeling. Leek onwaarschijnlijk dat hij zal worden gered door de Zaligmaker. Maar dit het wonder van het Evangelie. Juist die je niet verwacht, die worden gered. Zij werden in die tijd genoemd de wandelende doden. Ze hadden niets te brengen.
We moeten onze nood herkennen. Wat ik nodig heb. Dat ik meer ben dan een lichaam. Er is een immaterieel deel in ons. Al wat je nodig hebt is gered te worden. Als je in nood bent, dan kun je naar de Heere Jezus Christus. Ik heb niets te brengen dan mijn schuld.
Zijn positie. Hij stond van verre. Dat geldt ons ook. Geen gemeenschap met God. Op grote afstand. Wanneer iemand een melaatse was, die moesten zich afzonderen. En anderen waarschuwen, roepen: onrein, onrein, raak hem niet aan. Dat geldt ons. Onrein voor God. Onze conditie voor God.
Melaatsheid werd gezien als een vloek van God, nog niet eens als een ziekte. Het misvormde mensen. Zij leden aan eenzaamheid, isolatie. Dit geldt ons zonder de vergeving van God. Ja, we kunnen mensen om ons heen hebben. Familie. Academische graad. Maar afgezonderd van God.
Melaatsen en bedelaars zijn we voor God. Met zonden kun je niet naar de dokter gaan. Geen mens kan goed doen aan je ziel. Daarom is Christus de Enige juiste voor je ziel die de ziel kan behandelen. Christus is de Enige die kwam en het middel gaf tegen de melaatsheid van de zonden. Het tegengif tegen de zonden. We keken naar de Samaritaan zijn positie en conditie. Hij was geestelijk en sociaal onrein.
Met de andere negen riep hij uit: ontferm U onzer. Niet genees ons, riepen ze. Zoals velen zeggen: Heere, ik wil in U geloven als u mij gezondheid geeft, examen haal. Nee, zij roepen: ontferm U onzer. Christus zegt: vertoon u de priester. Christus eerde de wet hierin uit het Oude Testament. En Christus toont Zijn macht.
Religies van mensen kunnen niet zalig maken. Die kunnen niet genezen en zonden vergeven. Christus zond hen naar de priester. Maar daar vroegen zij om. Zij gingen. En toen werden ze genezen. Gehoorzaamheid in geloven is de sleutel. Ze moeten gaan. Daarom zegt Jezus tot ons: kom. En dat moeten wij doen, gelovige gehoorzaamheid.
De climax is dat die ene die genezen was, vers 15. Toen hij zag dat hij genezen was, keerde terug. Dat is zijn geloof. Zijn bekering. We kunnen een boek schrijven over bekering. Wat betekent bekering? Hij keert terug. Dat is wat het werkelijk betekent. Terugkeren van de vloek van onze melaatsheid.
Ik wil terugkeren van mijn vorige leven, is wat deze man doet en keert zich tot de Heere Jezus Christus. De anderen deden het niet. Deze man wel. Wil je dat vanavond doen, terugkeren tot de wereld?! Keer je tot de Heere Jezus Christus.
Kijk naar zijn reactie in vers 16. Hij viel op zijn aangezicht. Taal van vernedering. Christus dienen. Dat Christus is werkelijk God. Zijn dankbaarheid is groot. Hij noemt Hem meester maar ook Heere God. Als Christus niet ook Heere was, dan was deze man nooit op zijn aangezicht voor Zijn voeten gevallen. Dat was niet toegestaan als Hij niet die macht had.
De priester kon hem niet redden. De Samaritaan en de Joden hadden geen contact. In zijn reactie zie je dat hij gelooft dat Christus niet alleen een Genezer is maar de Zaligheid. Hij riep het uit. Het is Christus die Hem genas. En dankte Hem. Hij verheerlijkt Hem.
Dit is een voorbeeld van impliciet en expliciet dat Christus God is. Een geredde zondaar is een getrouwe heilige. Je roept de dank aan de Heere uit. Waar de negen? Mag ik je dezelfde vraag stellen: waar ben jij? Ben jij als een van de negen of als de Samaritaan? Geloof is altijd God aan Zijn Woord houden.
De Heere zegt ga en hij gaat. Hij zegt komt en hij komt. Kijk naar wat Christus zegt in vers 19. Ga heen, uw geloof heeft u behouden. Zie hier wat er gebeurt. De negen waren genezen maar niet behouden door geloof. Het geloof behoud je. De negen missen dat. Waar sta ik vanavond als je de verbinding uitzet vanavond? Jezus is onderweg naar de Jeruzalem om daar gekruisigd te worden voor de zonden.
Zie hier de zegeningen. Ga heen, uw geloof heeft u behouden. Sta op en ga heen. Het is alles op het initiatief van Christus. Hij werkt het. Hij gaf niet alleen zaligmakend geloof maar gaf ook de opdracht: sta op en ga heen. Waar ga je voor? Hoe je eruit ziet, titels? Wat brengt het je voor voordeel? Genezen van ziekten? Van Covid-19, kanker, noem maar op. En dan in de zee van vuur zonder genieting, zonder muziek.
Waarom zou je dat verkiezen? Er is vergeving voor je zonden te verkrijgen. Christus werkte voor jou. Sta op, zegt Christus. De zonden zijn weggeworpen in de diepten van de zee. Komen nooit terug. Geloof is niet natuurlijk. Het is een geestelijke gave. Het moet om niet worden ontvangen en om niet worden gegeven. Christus geeft het.
Ga heen. Hij kan teruggaan naar zijn werk. Zijn familie. Hij kan getuigen. Hij kan terug naar de synagoge. Zijn zonden zijn hem vergeven. Roep tot Christus vanavond. Onrein, onrein. Red mij Heere, red mij. Hij werd genezen. Geloof in Christus. Vertrouw op Hem.
Eeuwigheidszondag 22 november 2020 – Metropolitan Tabernacle Londen [Verenigd Koninkrijk] – Ibrahim Ag Mohamed – Schriftlezingen Psalm 36 en Lukas 17 vers 6-19