In de brief aan de Hebreeën worden ons voorbeelden van gelovigen beschreven. Maar ook een aangrijpend voorbeeld van een ongelovige: Ezau. Ezau, de oudste zoon van Izak en Rebekka die voor een maaltijd zijn eerstgeboorterecht verkwanselde. Ongelovigen zijn als Ezau die alleen bij het uiterlijke leven. Wat te zien, te eten, te drinken is. Maar het christelijk geloof is werkelijk blijdschap en genieting: bevrijd van zonden en de ware blijdschap. In Christus, onze oudste Broer, is vergeving. Waar Hij stierf is de plaats van berouw: de kruisheuvel op Golgotha waar Hij Zijn leven gaf voor zondaren. Wie in Hem is is verenigd met God en voor eeuwig gered. 

Hebreeën 12 vers 16: ‘Dat niet iemand zij een hoereerder, of een onheilige, gelijk Ezau, die om een spijze het recht van zijn eerstgeboorte weggaf‘.

Wees niet zoals Ezau

Het is een ingewikkelde tekst. En een waarschuwing. Wees niet zoals Ezau. Hij gaf zijn eerstgeboorterecht weg met een maaltijd. En ging zijn eigen weg, niet Gods weg. Dit is de Nieuwtestamentatische weg. Hebreeën vol van goede voorbeelden maar hier nu een slecht voorbeeld. Ezau.

Ezau staat voor iedereen die niet bekeerd is. De wereld. De ongelovige die God verwerpt. Ezau is genoemd met zijn broer Jakob. Maar opvallend dat we niets negatiefs lezen over Jakob in het Nieuwe Testament. Ja, zijn naam hielenlichter. In Genesis kunnen we lezen over zijn bekering.

Maar we hebben het nu over Ezau. Die leefde voor wat goederen. Wat hij kan zien. Wat hij kan eten. Onmiddellijk bevrediging. Ik wil vrolijk zijn. Nu en niet wachten. Ongeduldig, dat typeert de wereld. Geef het mij nu! Zonder de consequenties te overzien. Een man, een tiener zonder Christus zal nooit vervuld zijn. Een man denkt een winnaar te zijn maar is, zo zegt de Bijbel, een verliezer.

Maar mag ik je vragen stellen? Wil je een blij mens zijn? Je zonden vergeven? Toegang tot de hemel? Wees niet zoals Ezau. Ik heb vijf punten over Ezau. Zijn persoon, wat voor een persoon hij was. Karakter. Handelingen. Wat hij verloor. En dan als vijfde te zien op onszelf.

Ezau was de oudste zoon van Izak. Tweeling met Jakob, Ezau was de eerste. Ezau was een jager. Zijn vader was trots op hem. Hij joeg ongelimiteerd. Dat moet je zien. Een man van het veld. Een harig persoon. Sterke man, betekent dat. Man met veel potentie. Deze man is geboren in een Godzalig huis. Izak en Rebekka Godvrezend. Izak genoemd in Hebreeën 11. Door het geloof. Izak trouwde met verschillende vrouwen. Niet zoals God het bedoeld had. Vrouwen uit de heidenen. Veel kinderen. Groot verdriet kwam in het huis. Ezau werd een groot volk. Edomieten. Sommigen denken dat Herodus in Jeruzalem die de kindermoord beval. Hij stamde af van Ezau. Alle ongelovigen zijn van Ezau, om het simpel te houden.

Goddeloos was Ezau. Roekeloos. Corrupt. Wijd open voor alles en nog wat. Alles kan binnenkomen. Geen enkele beperking. God maakte ons betekenisvolle mensen. Diepe mensen. Omgang met God. Interesse in hogere zaken. Maar dat alles verwerpen. Dat is wat Ezau deed. Dat maakt bekering zo belangrijk. Je moet bekeerd zijn om in de hemel te komen.

Ik wil alleen maar bevrediging van het lichaam. Wat hij ziet, eet en drinken kan. Zijn plezier is het enige wat hem kan behagen. Een man van een veld. Een aards en zelfgericht mens. Hij verkoos dood boven het leven. Zijn karakter. Een hoereerder geestelijk. Dan word je een overspeler. Dan breek je alle tien de geboden van God.

Wat hij deed is het derde waar we op letten. Hij gaf zijn eerstgeboorterecht weg. Om alleen voor het hier en nu te leven. Wat het betekent eerstgeboorterecht is zekerheid te hebben. Status. Priester van het huis. Opvolger van vader. Ook de helft, dubbele portie van het kindsdeel, van de erfenis voor de eerstgeborene.

Ezau komt van het veld. Hij ruikt het eten dat Jakob gekookt heeft. Waarom Jakob kookte staat er niet. In ieder geval Gods voorzienigheid. Ezau zegt geef me dat eten anders dan sterf ik. Dat was een leugen. Hij was gericht op wat kon bevredigen. Maar hij kon nee zeggen. Zoals Jozef bij de vrouw van Potifar. Zou ik God verdriet doen?

Ezau gaf het weg voor een maaltijd. Nog een voorbeeld? Judas gaf verried Jezus voor dertig zilverlingen, de prijs voor een slaaf. Tussendoor mag ik een vraag stellen: hoeveel zou je voor je ziel over hebben? En voor de Heere Jezus Christus over hebben? Rijkdom had te doen met hoeveel je had. Hoeveel koeien. Maar het leven van Ezau stierf als een arme zwerver. De rest van zijn leven na het weggeven van zijn eerstgeboorterecht leefde hij in bitterheid.

Wat verloor hij? Zijn leven. Waar heb ik de Heere voor nodig, die vraag stelde hij niet. Zijn ziel verloor hij. Voor ijdelheid verloor hij het. Wees niet zoals Ezau. Hij vond geen plaats van berouw. Hij bekeerde zich niet werkelijk. Het heeft te maken met de gedachte van vader Izak. Sommige mensen zeggen dat er geen plaats van berouw voor hen is als Ezau. Ga er nooit in mee. Het is niet waar. Ieder die werkelijk berouw heeft en komt zal nooit verworpen worden.

Ezau gaf het eerstgeboorterecht weg. Het is het beeld van de wereld. Wil zich niet bekeren. Als je komt in geloof en bekering tot de Heere Jezus Christus, dan zul je niet verworpen worden lezen we in het Woord. Ezau gaf het weg voor een moment. Mozes verkoos liever met het volk van God kwalijk behandeld te worden dan de genieting van de zonden.

Zonden is als voedsel. Denk aan een goede maaltijd. Het bevredigt voor een korte tijd. Een kleine dwaasheid kan een mens naar de hel leiden. Een zonden is nooit klein. Mensen spelen er mee.

Nu naar ons. Wil je je leven verwerpen met niets?! Jakob was zo onverdiend. Hij was een bedrieger, een hielenlichter. Jakob is in het geslachtsregister van Jezus Christus. We lezen het in advertenties: koop nu en betaal later. Doe dat nooit met je ziel voor iets in deze wereld. Denk aan je ziel.

Eeuwigheid met God. Wat is de actie die je van God afhoudt? Een vrouw. Een man. Carrière. Ben je bereid om voor iets je ziel weg te geven? Voor Ezau was de zegen een aardse zegen. In Christus is een leven transformerende zegen. Je wordt een heilige. Vader Izak kon maar een zegen geven, we zien het later. Maar Christus kan alle zegeningen geven. Efeze 1 vers 3.

Er was een zegen te verkrijgen en Ezau miste die. Er is een Zaligmaker. Mis Hem niet. Ezau vond geen plaats van berouw. Er is voor elke zondaar een plaats van berouw. Waar is het? Bij het kruis van Golgotha. Hij wil je het eeuwige leven geven. Zonden vergeven. Hij geeft de eeuwige zaligheid. Niemand kan je uit Zijn handen rukken.

Christus is de oudste Broer. Hij werd een onzer. Er is niets groters. Zegen op zegen. De vreugde van de eeuwige vreugde en blijdschap. Geef het niet weg voor een speeltje. Een maaltijd. Het christelijk leven is niet de blijdschap voorkomen. Maar de zonden wegnemen om de eeuwige blijdschap te hebben. Laat het niet voorbij gaan. Wees niet als Ezau.

 

Zondag 6 september 2020 – Metropolitan Tabernacle Londen [Verenigd Koninkrijk] – Ibrahim Ag Mohamed – Schriftlezingen Genesis 25 vers 19-34 en Hebreeën 12 vers 1-17