Cornelius, een Romeinse officier, wordt in Handelingen 10 beschreven. Op ons komt hij over als een voorbeeldig man waar mensen goed van spreken. Zo iemand verdient de zaligheid toch wel? Gods Woord is er duidelijk over: alleen Christus werkt de zaligheid. Bij God is geen aannemings des persoons. Alle mensen hebben gezondigd en missen de heerlijkheid van God. Er is één weg tot eeuwig behoud. En dat is Jezus Christus. Hij is de Middelaar van God van de mensen. In Hem is de zaligheid. Hij is dé Weg. Ga tot Hem, ga nu tot Hem. Het is de taal van de Bijbel: heden, nu.
Handelingen 10 vers 43: ‘Dezen geven getuigenis al de profeten, dat een iegelijk, die in Hem gelooft, vergeving der zonden ontvangen zal door Zijn Naam‘.
Alleen Christus werkt de zaligheid
Handelingen 10 gaat over de bekering van Cornelius. De beschrijving is de langste beschrijving van een bekering in de Bijbel.
Een vraag. In welke religie vinden we een Zaligmaker? Het is beschamend om te zeggen maar voor sommige christenen is dit een vraag. Maar er is maar een Zaligmaker en een religie met een Zaligmaker.
In een bepaalee religie is een man die voorgesteld wordt. Deze man heeft allerlei kwaliteiten maar is niet geschikt als zaligmaker. Er mist iets. Er is geen hoop in dit leven en het toekomende leven met zo’n man.
In vers 1 staat dat Cornelius een Romeinse officier was. Hij was een heiden. Hij had geen godsdienst. Het is geen kennis voor de Romeinen. Wat voor hen uitmaakt is eigen kracht en macht. Maar Cornelius in Cesarea kwam tot de Joodse godsdienst. Hij was een religieus man. Van heiden tot Jood. Hij was eerlijk.
Er zijn veel mensen die eerlijk zijn. Die bidden. Je kunt eerlijk zijn maar verkeerd zitten. Eerlijkheid geeft geen toegang tot God. Hij vreesde God. We vragen mensen: waarom ben je een christen? Ik vrees God. Deze man zegt het ook. Maar dat was niet genoeg. Hij nam zijn hele huis erin mee. Een grote kwaliteit maar niet genoeg. Eerlijke mensen. Komen naar de kerk. Maar zijn niet bekeerd. Komen naar alle diensten. Maar nooit gekomen tot het punt van persoonlijke bekering. Ik heb een Zaligmaker nodig. Een relatie met de levende God.
Het hart is leeg. Niet in relatie tot God. Dat was eerst de situatie met Cornelius. Hij was goed voor andere mensen. Hij was een zegen voor anderen. Hij bad God. Maar het is niet genoeg. Niet de kwantiteit van onze gebeden maakt ons aangenaam voor God.
De gebeden zijn tot gedachtenis opgekomen voor God. Zelfs de gebeden van ongelovigen worden gehoord. Gebed voor bekering. De algemene genade. De zon schijnt niet alleen voor gelovigen of de regen valt niet alleen op hen. Er is bijzondere genade, die God werkt in het hart.
Cornelius had een visioen. Een engel sprak tot hem. Tot Handelingen was het Evangelie alleen gebracht tot de Joden. Daarna tot de heidenen ook. God heeft een soort kinderen. Door het bloed van Jezus Christus. Wij hebben geen visioen nodig, een engel uit de hemel. Wij hebben alles wat nodig is om zalig te worden in de Bijbel. De Bijbel is voldoende in alles voor geloof en praktijk.
Cornelius was een eerlijke man. Werd goed van hem gesproken. Vreesde God. Hij was goed, rechtvaardig naar eigen maatstaven. Maar voor God niet. Daarvoor is de Heere Jezus Christus nodig. Het recht van God.
Iedereen die gered is, je moet een nederig persoon zijn. We zijn van onze natuur trotse mensen. Diep in ons. Cornelius moest buigen voor Petrus. Als een teken van respect betuigen. Niet dat Petrus wilde geprezen worden. Bedenk: buigen voor een visser. Ik kan zeggen: ik heb vele getuigenissen gehoord waarin mensen dachten zelf belangrijk te zijn en zichzelf in het midden plaatsten. Maar tot stof worden en weten voor God te zijn. Geen kracht op aarde kan dat. Dat kan alleen van boven. Ben je een nederig persoon? Al onze werken zijn een wegwerpelijk kleed. Je hebt niets in te brengen voor God.
Cornelius was een gehoorzaam man. Recent preekte ik hier. Het Evangelie is hier nu. Zonder vertraging gaan. Niet wachten omdat niemand weet wat gaat komen. Cornelius was direct gehoorzaam. Wat voor Zaligmaker hebben we? Een levende Zaligmaker die op de derde dag uit de doden opstond. Cornelius moest dat horen. Niet van zichzelf maar gebaseerd op wat Jezus Christus heeft gedaan.
Zaligheid is onmiddellijk. Nu. Op dit moment. Ouderen spreken vaak over het verleden. Jongeren over de toekomst. De taal van de Bijbel is nu. In het heden. Petrus vertelt dat het werk van Jezus Christus niet in het verborgen is gebeurd. Juist zichtbaar.
Al de kwaliteiten van Corelius maken niet dat hij door God gered is. Stel je hem voor als een moslim die zich aan alle geboden houdt in de koran. Rechtvaardig in eigen ogen. Petrus wordt gebruikt als instrument om grote dingen te vertellen van Jezus Christus. Cornelius hoort ze. Vers 31. Bij God geen aanneming van persoon. Wij plaatsen mensen in groepen. Nationaliteit. Opleiding. Het mooie van het christelijk geloof dat bij God geen aanneming des persoons is. Wie ook maar vertrouwt op Jezus, in het bloed van Hem. Er is niets gedaan door ons om in te roemen.
Petrus wilde hiervoor niet ingaan in een huis van Joden. Gaat om de Naam van Jezus. Jezus van Nazareth. Heere van alle heren. Van allen. Die in Hem geloven. Hij is Koning der koningen en Heere der heren. Zijn getuigenis blijkt uit Zijn daden. Uit de dood opgestaan. Mensen wonderlijk eten gegeven. Zieken genezen. Ik vraag moslims: noem een wonder door de profeet gedaan. Slechts een. In Markus al meer dan dertig wonderen beschreven van Jezus Christus.
Jezus van Nazareth deed grote wonderen. Uit de doden opgestaan op de derde dag. God heeft Hem opgewekt uit de doden. Opnieuw vraag ik aan moslims. Wie waren de getuigen van Mohammed? Niemand. Met Christus alleen al 500 op een dag. De discipelen aten met Hem naar Zijn opstanding.
Christus heeft het oordeel in Zijn handen van de doden en levenden. Wie in Hem is, geen veroordeling voor hen. Het Evangelie is inclusief en sluit al het andere uit. Alleen Christus. Door Hem geven de profeten getuigenis. Hier zijn de condities om gered te worden. Wie ook maar. Geen kwaliteit nodig. Niet van die of dat familie te zijn. God hoort al zondaren die tot Hem roepen.
Door Zijn Naam. Geen andere naam. Wie Hem aanroept. En gelooft. De profeten geven getuigenis van Hem. Geloven in Hem. Niet in anderen. Niet bidden, vrezen. Geloven. Geloven wat is dat? Is vertrouwen. Je leven overgeven aan Christus. Geloof is de hand die ontvangt uit genade.
Wat ontvangt die? Verzoening van zonden. Meervoud! Als je Christus niet kent. Zoek Hem. Verlaat dit gebouw niet zonder Hem te zoeken. Vraag niet een andere man.
Christus is de enige Zaligmaker. Geloof komt door te horen. Wat we horen van het Woord van God over Christus. Kom tot Hem. Er is geen andere Zaligmaker.
Zondag 10 november 2019 – Metropolitan Tabernacle Londen – Ibrahim Ag Mohamed – Schriftlezingen Psalm 90 en Handelingen 10 vers 34-48