Mensen die in God geloven leven een leven met een groot doel. Het leven tot eer en in de dienst van de Heere. De apostel Paulus reikt ons in 2 Korinthe 5 maar liefst tien onderdelen aan. Het gaat over het nieuwe leven in Christus Jezus. We behoren Hem toe. Het is Zijn liefde die ons dringt. Als ambassadeurs van Zijn Koninkrijk. Wij dan wetende de schrik van de Heere, bewegen de mensen tot het geloof.

2 Korinthe 5 vers 9: ‘Daarom zijn wij ook zeer begerig, hetzij inwonende, hetzij uitwonende, om Hem welbehagelijk te zijn‘.

Leven met een groot doel

Normaal gesproken behandelen we een aantal verzen. Als je het mij toestaat vanmorgen dit hoofdstuk. Belangrijk hoofdstuk: 2 Korinthe 5. Leven met een doel, leven met een groot doel.

Natuurlijk, als we dit zeggen geldt dit voor een gelovige. Een ongelovige heeft vergeving van zonden nodig. Een gelovige heeft een groot doel. Levende offerande. Redelijke Godsdienst voor de Heere. Kijk naar het vers, 2 Korinthe 5 vers 9.

Wij begeren. Alle gelovigen. Geen is uitgezonderd voor het werken voor de Heere. Het begeren heeft een bijzondere betekenis in Grieks. Romeinen 15 vers 20: ‘En alzo zeer begerig geweest ben om het Evangelie te verkondigen, niet waar Christus genoemd was, opdat ik niet op eens anders fondament zou bouwen’. Zo heb ik in streven, werken, begeren.

De tweede is in 1 Thessalonicenzen 4 vers 11. Vers 10, de opdracht. En te werken met je eigen handen. De luie mens moet werken met zijn eigen hand. Het woord werk is bedoeld het achten als een eer om te werken. Als een eer te zien, begerig om te werken voor de Heere.

Hebreeën 6 vers 9. Er zijn zekere dingen die de zaligheid zullen volgen. De persoon is gered. Ik wil er tien noemen uit 2 Korinthe 5. Een leven met een doel. Tien redenen om je bemoedigen, vertroosten, werken voor de Heere. Toepassing als we werken om de Heere te dienen.

Want wij weten, dat, zo ons aardse huis dezes tabernakels gebroken wordt, wij een gebouw van God hebben. Dat is de eerste. Een gebouw bij God. Nu ben je in een tent. Nu zijn we op de pelgrimage. Verlies dat nooit uit het oog. Hebreeën 11, de gelovigen, Abraham, Izak en Jakob, door het geloof wisten ze een gebouw te hebben bij God. De mens is er niet de architect ervan, maar God. Is dat niet een motivatie om te werken voor de Heere? Johannes 14, de Heere Jezus beloofde het.

Als deze tabernakel, deze tent, gebroken wordt. Wat kun je dan laten zien aan de Heere God? We hebben een gebouw van God. Niet met handen gemaakt. Niet op aarde maar in de hemel. Ongeacht hoe groot je huis hier is, hoeveel ruimte ook, het is maar steen, hout. Maar dit huis omdat je vertrouwd hebt in de Heere Jezus Christus.

Wij weten. Niet onzeker maar zeker. Vers 6. Wij hebben dan altijd goeden moed. Grote vertroosting voor alle gelovigen. Christus plaatst ons niet in een wachtkamer. Sta daar. Nee, exact waar de Heere Jezus Christus is. Met Hem te zijn is verre weg het beste. Het tweede. Want wij wandelen door geloof en niet door aanschouwen. Hebreeën, zonder geloof is het onmogelijk Gode te behagen. 1 Johannes 5 vers 4. Zonder geloof onmogelijk. Alles wat uit het geloof niet is, is zonde.

Als we met onzekerheden te hebben, bedenk dan we wandelen niet bij het zien maar bij het geloof. De dingen van hier gaan voorbij. Maar alleen de dingen van God zijn eeuwig. God vraagt van ons wat Hij gegeven heeft. Een gebouw bij God door Hem gemaakt. Het tweede het geloof.

Het derde. Geaccepteerd door Hem. Heilig leven. Hebreeën 10 vers 14. Zonder heiliging zal niemand God zien. Jesaja, Jeremia, Petrus. Ga van mij uit want ik met een zondig mens. Jesaja 6. Wee mee. Jesaja 5. Hij zei wee. Als je het leven vergelijkt met God, dan kan het alleen maar wee zijn. Wee mee, een mens van onreine lippen. Mijn leven is om de Heere te dienen. Vlucht weg van het kwaad.

Het vierde in vers 10. Want wij allen moeten geopenbaard worden voor den rechterstoel van Christus, opdat een iegelijk wegdrage, hetgeen door het lichaam geschiedt, naardat hij gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad. Het vierde is dat er een dag van het oordeel is. Of je het nu leuk vindt of niet. We moeten geopenbaard worden. God brengt ons voor. Op de dag niet door mensen bepaald maar door God.

We zien het iedere dag dat een misbruiker, een moordenaar, een rover ermee wegkomt. God moet rechtvaardigheid aanbrengen in deze wereld. Hebreeën 2 vers 14. Alle dingen zijn voor God geopenbaard. Niemand zal er al ontkomen. God zal onze motieven beproeven. Als het vandaag is, wat zal je doen? Als dit je laatste dag te doen is in deze wereld, wat zal je doen? John Wesley werd het gevraagd.

Hij keek in zijn agenda en zei: dit is precies wat ik zou doen. Hij was een bereid mens. En Luther zei als ik weet dat dit mijn laatste dag in deze wereld is, dan zou ik vandaag een andere appelboom planten. Waarom? Hij was bereid. Hij heeft een hele studie gemaakt van de Bijbel zien in het beeld van een appelboom.

Wij hebben een gebouw bij God. De tweede: wij wandelen bij geloof en niet bij aanschouwen. De derde: we willen alle dingen, een heilig leven leven, voor de Heere. We willen wegvluchten van al het kwaad. Als dit je niet motiveert, bemoedigend om te werken, het als een eer te zien, om dat leven met een doel voor de Heere te leven, dan denk ik niet dat er een andere reden is.

Maar zie hier de vijfde. Wij dan, wetende den schrik des Heeren. We zien dat Christus de Heere is. We zien de verdrietige staat van de verlorenen. We zien de verdrietige staat van mensen die de Heere Jezus Christus niet kennen. We waarschuwen we niet alleen, we bewegen hen. We bewegen hen met de vreze van de Heere in onze eigen harten.

Mensen zijn zoals Farao. Herinner je je hoe Mozes stond voor Farao? Farao zei in zijn trots: wie is de Heere dat ik naar Hem zou luisteren? Zo bewegen wij mensen want daar is de schrik van God. God is een verterend vuur. We verkondigen Christus. We verkondigen Calvarie. We verkondigen de noodzakelijkheid van bekering en geloof. Wat een praktische stimulans om de Heere Jezus Christus te dienen.

Wetende de schrik des Heere. Hij zegt niet we bewegen mensen met de schrik van God. Dat zegt het vers niet. Maar wij, wetende de schrik des Heere, bewegen mensen met het Evangelie. Dat is waarom wij mensen niet bedreigen, mensen niet veroordelen. Ik zou wensen dat we konden spreken op de meest genadige wijze, op de vriendelijkste manier in het brengen van het Evangelie. Omdat wij de schrik van de Heere kennen. Het is vreselijk om te vallen in de handen van de levende God. Dat was de vijfde.

De zesde wordt ons aangereikt in vers 14. Want de liefde van Christus dringt ons. De zesde is dat Christus ons liefheeft. Je hebt Hem lief, niets zal je verhinderen. Ik ben gemotiveerd omdat ik Zijn liefde niet verdien zelfs niet voor een seconde. Er is geen grotere liefde dan het leven te geven voor vrienden. Christus gaf Zijn leven. De zevende. Vers 17. Elke gelovige moet deze tekst kennen. Zo dan, indien iemand in Christus is, die is een nieuw schepsel; het oude is voorbijgegaan, ziet, het is alles nieuw geworden. We zijn niet meer onderdeel het probleem.

Laat je verleden je niet gehandicapt maken. Maar alleen gedenken om meer de Heere te dienen. Je bent volkomen vergeven. 1 Johannes 1 vers 7. Kijk naar de achtste, vers 18 en 19. En al deze dingen zijn uit God, Die ons met Zichzelven verzoend heeft door Jezus Christus, en ons de bediening der verzoening gegeven heeft. De bediening der verzoening. Overeenkomstig Gods voorwaarden. De zondaar moet zich bekeren en zich keren tot de Zaligmaker.

Soms vragen mensen: waar is God? Hier in vers 19. God was met Christus op het kruis. Wat deed Hij? Want God was in Christus de wereld met Zichzelven verzoenende, hun zonden hun niet toerekenende; en heeft het woord der verzoening in ons gelegd. Het betekent vrede, eenheid, en hemel met de levende God.

Ik geef je de negende. In vers 20. Je hebt geen prediker nodig. Wij zijn ambassadeurs. Wat is zijn functie? Hij spreekt niet over zichzelf. Zo zijn wij dan gezanten van Christus wege, alsof God door ons bade; wij bidden van Christus wege: laat u met God verzoenen. Uitbreiding van Zijn Koninkrijk. God zendt geen vreemde als een ambassadeurs. Alleen gegeven aan wedergeboren. Ik geef de tiende. Ik begrijp het niet. Jij wel? Je bent een gezegend mens dan. Begrijp je die grote transactie die in jouw plaats heeft plaatsgevonden? Je was in een gevangenis vanwege de zonde en verontreiniging.

Maar zie vers 21. Want Dien, Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij zonde voor ons gemaakt, opdat wij zouden worden rechtvaardigheid Gods in Hem. Is dit geen motivatie om de Heere te dienen? Hij nam mijn schuld, mijn begeren. Hij is de God-mens. Op dat kruis heb je niet zomaar een mens. Nee, de volmaakte mens. 100% mens. 100% God. Wat zag je die drie uren duisternis op Hem? Je kunt het niet zien. De zonden niet van honderd, duizend, maar van miljoenen op Hem gelegd.

Ik eindig met vers 18. En al deze dingen zijn uit God, Die ons met Zichzelven verzoend heeft door Jezus Christus, en ons de bediening der verzoening gegeven heeft. De schrik des Heeren. Verzoening met God. Ambassadeurs van Christus. Onze nieuwe kleed, de gerechtigheid van Christus. Alle dingen van God. Die is onze geestelijke doel. Het is een eer.

Werk je slechts terloops? Het kleinste deel? Nee, met grote intensiteit. Als ik afsluit lees ik het vers opnieuw voor je: Daarom zijn wij ook zeer begerig, hetzij inwonende, hetzij uitwonende, om Hem welbehagelijk te zijn. Leven met een doel.

 

Zondag 16 mei 2021 – Metropolitan Tabernacle Londen [Verenigd Koninkrijk] – Ibrahim Ag Mohamed – Schriftlezing Psalm 92 en 2 Korinthe 5 vers 9-21