De Joodse Raad komt bijeen om te beslissen over het lot van de apostelen. Eigenlijk willen ze van hen af. Gamaliël, een oude en wijze Farizeeër, geeft een andere raad: laten we afwachten wat er gebeurt. Als het van God is, zal het standhouden, anders niet. Dat lijkt een nuchter en goed advies; echter het evangelie heeft haast. Jezus vraagt van ons radicale overgave en gehoorzaamheid. Niet afwachten wat er zal gebeuren, maar onmiddellijk capituleren.
Gehoorzamen of afwachten
Gemeente van onze Heere Jezus Christus, uit het boek Handelingen blijkt dat de eerste gemeente zich snel uitbreidt. Op de Pinksterdag komen er 3.000 tot geloof. De joodse raad kan het niet langer aanzien. Ze besluiten de apostelen gevangen te nemen. Maar een engel laat hen weer vrij.
Dan komt de raad bijeen. 71 man. Ze wachten tot de gevangenen voorgeleid worden. Maar ze zijn ontsnapt. Wij zouden denken: die houden zich rustig. Maar ze zijn alweer naar de tempel gegaan. Ze verkondigen dat Jezus leeft. Ze verkondigen de Ene Naam onder de hemel. De apostelen ervaren de bescherming van de Heer. Wie zal het tegen hen opnemen? Een joodse raad kan toch niet alles.
De hogepriester is er niet tegen opgewassen. Ze vragen zich vertwijfeld af hoe nu verder. Ze moeten komen, die apostelen. En ze treden de zaal binnen. De hogepriester beschuldigt hen. Hebben wij u niet ernstig vermaand?! U mag niet meer preken. Dat is inderdaad zo. Maar de discipelen luisteren liever naar Gods leiding. Daarom zijn ze menselijke wetten ongehoorzaam. Petrus zegt dat ook. Wij zijn verantwoording aan God verschuldigd. We kunnen niet anders. Jezus is gekomen als redder en zaligmaker. Het is nodig dat we dat verkondigen.
Als Petrus dat gezegd heeft, wordt men woedend. Ze beraadslagen hoe ze hen kunnen doden. Een oude Farizeeër neemt het woord. Gamaliël. Staat in grote achting bij het volk. In Handelingen 22 lezen we dat Paulus een leerling van hem was. Een beroemde Farizeeër. Als hij iets zegt, wordt er geluisterd.
Hij verwijst naar 2 voorbeelden van opstandelingen. Het leek heel wat, maar ze zijn opgepakt en gedood en de aanhang verdween weer. Deze volgelingen van Jezus. Jezus is ook opgepakt en gedood. Laat ze gaan. We zien wel wat er van terechtkomt. Als het mensenwerk is, wordt het niks. Stel nou dat het Gods werk is, maar dan red je het niet. Dat willen we toch niet, tegen God strijden.
De joodse raad luistert naar dit advies. Hoe dan ook, de apostelen zijn wel ongehoorzaam geweest ten opzichte van de vorige vermaning. Dus worden ze wel gegeseld. Waarschijnlijk met 39 slagen, het maximum dat bij de joden mocht. En ze leggen op: denk erom, spreek niet meer over Jezus.
Gelukkig, dit loopt met een sisser af. Zo redeneren wij. Het kon slechter aflopen. Maar als we verder kijken, zien we dat de discipelen anders reageren. Vers 41: verblijd om smaadheid geleden te hebben, om Christus wil. Niet dat ze blij waren met de raad van Gamaliël. Maar de geselingen. Die manen hen aan om door te gaan met getuigen.
2 positieve aspecten aan het advies van Gamaliël
Wat moeten we met Gamaliël? Positief beginnen: hij heeft besef van God. Hij is niet bij voorbaat afwijzend. Hij ziet niet direct vast in vooroordelen. Hij gunt deze beweging het voordeel van de twijfel.
Tweede positieve, deze raad kan goed zijn in een gespannen sfeer. In een vergadering, dan kan het zo ontsporen. Handig als iemand dan een nuchtere opmerking maakt.
Maar is dat advies nou altijd goed? Ik woonde in een dorp waar ruzie was over een basisschool. Een behoudende school, maar de ouders wilden een reformatorische school. Gods woord geeft een duidelijk antwoord in Handelingen 5, schreef iemand in een brief. De briefschrijver bedoelde: laten we afwachten, of het uit God is. Nee, zeiden anderen: je moet je inzetten dat die school er komt. En anderen zeiden: nee, voorkomen dat die school er komt.
Gamaliël zegt: afwachten. Saulus was het hierin niet eens met zijn leermeester. Je moet christenen te vuur en te zwaard vervolgen. Afwachten? Welnee. Die christenen gaan zo tegen de thorah in, die moeten vervolgd worden.
4 bezwaren tegen het advies van Gamaliël
Er zitten nadelen aan het advies van Gamaliël. Als een beweging verdwijnt, zeg je: het stelde niets voor, het was niet uit God. Maar stel dat een beweging groeit? Is het dan uit God? Dat is toch riskant. Ik denk aan het bhoedisme, hindoeïsme, islam. Niet dat het daarom, vanwege de aanhang, uit God. Het is geen principe dat altijd geldig is. Op lange termijn wel. Maar op korte termijn kunnen de tegenkrachten de overhand hebben.
Ik las en hoorde dat president Trump nu naar Noord-Korea is om zijn collega daar de hand te drukken. In Noord-Korea is veel christenvervolging. Christenen hebben geen vrijheid. De beweging lijkt weg te zijn. Veel tegenkracht. Uit ontwikkelingen in de geschiedenis kan je niet zomaar aflezen of het uit God is.
Het tweede bezwaar. Beproef alle dingen. Of het uit God is. Oproep tot toetsen, doet de Bijbel. Met Pinksteren is de Geest uitgestort. Veel verschijnselen, genezingswonderen. De discipelen zijn niet bang meer. We wachten af of het uit God is? Nee, de bijbel roept op een keuze te maken. Niet afwachten wat het wordt. Wat dat betreft is de houding van Gamaliël slap. Hij durft niet te kiezen. Jozua zegt: kies dan heden wie gij dienen zult.
Derde bezwaar. Er is toch al een beslissing genomen? Jezus is al gevangen genomen. Hebben wij (als Sanhedrin) daarin juist gehandeld? Je kunt volgelingen vrijlaten, maar was de beslissing over Jezus terecht of niet? Die keuze wordt vermeden.
Vierde bezwaar. Als we de raad opvolgen worden we slap en machteloos als kerk. Dan verdwijnt de tucht. Dan kunnen ketters opstaan. Zien we wel wat er van terechtkomt? Sommige dingen weet je direct of het goed of fout is.
Ik herhaal de vier bezwaren: (1) De groei van de groep valt niet altijd samen met het werk van God. (2) Pinksteren is een oproep. (3) Gamaliël spreekt alleen over de discipelen, niet over de Meester. (4) De kerk wordt slap en machteloos als ze niet goed en fout wilt aanwijzen.
In deze omstandigheden komt het voor de discipelen goed uit. In dit geval worden ze vrijgelaten.
De discipelen wachten niet af; zij gehoorzamen de Heere
Wij zitten niet in de situatie? Herkennen wij iets van Gamaliël? We zitten wel in de kerk, maar … We leven voort. We schuiven de beslissing op lange termijn. Ook als we trouw meeleven. Ik ben nu nog jong. Zoveel belangen. Nu nog geen zin in een radicale keuze. Dan in zekere zin dus net als Gamaliël. Niet te moeilijk doen, we kijken wel wat ervan terechtkomt. Het evangelie zegt dat we mogen komen. Jezus vraagt een radicale overgave. Zelfs als we tegen Hem gestreden hebben. We mogen komen.
Deze preek heeft het thema ‘Gehoorzamen of afwachten’. Gamaliël wacht af. De discipelen gehoorzamen. Dat woordje komt een paar keer voor. Petrus zegt: men moet aan God meer gehoorzaam zijn. Niet je eigen leven is het belangrijkste. Nee, gehoorzamen! In vers 32: God heeft de Geest gegeven aan gehoorzame leerlingen. Nou, wanneer waren ze gehoorzaam? Ze hebben Jezus gevolgd. Jezus zei dat ze de wereld in moesten trekken. Maar eerst wachten, op kracht uit de hoogte. 10 dagen gewacht op de Geest. Bidden, wachten, de Geest ontvangen. Wat gebeurt er dan na die Pinksterdag? Ze worden met vreugde vervuld en komen tevoorschijn. Als ze gearresteerd worden, zeggen ze niet: daar waren we al bang voor. Nee, ze gehoorzamen. Ze ontvangen de Heilige Geest. Die zorgt ervoor dat ze anders met die omstandigheden omgaan, innerlijk anders. Omstandigheden waren moeilijk, maar de Geest zorgde ervoor dat ze innerlijk er anders mee omgaat. God is aan het werk! Daarom zegt Petrus: God heeft de Geest gegeven aan hen die Hem gehoorzaam zijn. Jullie, Sanhedrin, zijn dat niet. Reken er maar niet op dat je die Geest ontvangt.
Nu naar ons. Mate waarin je de Geest ervaart, is anders. Verschillend. Bidden, Bijbellezen, zingen. Maar ook: dorheid, geesteloosheid. We doen onze plicht, maar, de Geest kan ook terugtrekken.
Misschien heeft het te maken met afwachten of gehoorzamen. Veel christenen vinden belangrijk om vergeving te ontvangen. En verder: we zijn toch zondaren. Andere christenen kijken naar anderen die actief zijn. Ze lijken op toeristen. Ze kijken overal. Niet bereid om God echt te dienen. Waartoe roept God ons? Wat vraagt Hij aan gehoorzaamheid van ons? Niet aan elkaar voorschrijven. Kan verschillend zijn qua gave en achtergrond. Misschien roept God tot een andere houding, of tot gehoorzaamheid. Maar wij hebben daar geen zin in?!
God geeft de Geest aan wie Hem gehoorzaam zijn. Wij willen meer gevoel, ervaring, vreugde. Maar dat is ook onszelf gericht. De geest is vooral gegeven voor bekrachtiging en toerusting. Voor het effect op wat ze doen. Als we ons niet laten inschakelen, waar hebben we dan de Geest voor nodig? Zijn er zaken waar God ons voor roept? Heb ik de Geest daar heel hard bij nodig?
Moeten wij eerst aan allerlei voorwaarden voldoen? Ik ben toch zwak, machteloos. Ik vecht al lang tegen een bepaalde zonde. Hangt het van mij af? Nee. De genade komt van God. Hij rust de discipelen toe. Als God werkt, blijven we dan zitten? Of als we de roepstem verstaan, dat kan betekenen dat we een ander opzoeken, helpen. Of in buitenland een speciale taak. Als we bidden om de Geest, kan je zeggen: ik wil meer van de Geest. Maar Hij heeft dan de leiding van ons leven! Het gaat om de leiding en overgave. Na de doop van Jezus stuurt de Geest Jezus eerst de woestijn in! Maar Hij rust Hem ook toe. De Heere wil schenken wat we nodig hebben.
Gehoorzamen of afwachten. Misschien zijn er dingen te doen die we diep in ons hart weten. Ik sprak gemeenteleden, die hadden een jarenlange vete. Maar ze hadden het in hun hart gehad om naar die mensen toe te stappen. Het was een goed gesprek. Alles uit de weg geruimd. We hebben Gods aanwezigheid ervaren. God schenkt de Geest, ook in schuldbelijden naar elkaar. Ik weet niet waar het naar toe gaat. Als God de leiding heeft, gaat het goed.
Nog één voorbeeld van Guido de Bres. Hij was gehoorzaam. Hij was zeer gezocht. Maar ging door het evangelie te verkondigen. Uiteindelijk werd hij gevangen genomen. Hij kreeg nog gelegenheid een brief te schrijven:
‘Ik ben blij, ja, mijn hart is vrolijk. Er ontbreekt mij te midden van al mijn droefenis niets. Ik ben vervuld met de overvloed van de rijkdommen van mijn God. Nooit had ik gedacht dat God zo goedertieren zou zijn tegenover zo’n ellendig schepsel als ik ben. Ik gevoel de trouw van mijn Heere Jezus Christus. Nu beoefen ik wat ik anderen zo dikwijls heb gepreekt. En eerlijk, ik moet bekennen dat ik toen sprak als een blinde over kleuren. Sinds ik gevangen ben, heb ik meer vorderingen gemaakt en meer geleerd, dan gedurende mijn hele leven. Zo ben ik dan nu op een zeer goede school. De Heilige Geest is mij geschonken! Onze Heere doet mij aan de ene kant mijn zwakheid en kleinheid gevoelen en dat ik niets anders ben dan een ellendig mens, opdat ik mij verneder en opdat al de roem van de overwinning voor Hem zal zijn. Aan de andere kant vertroost en sterkt Hij mij op een ongelooflijke manier en ik voel mij daarom meer gerust en beter tevreden dan de vijanden van het Evangelie. Ik slaap beter dan zij! En al lig ik in het meest ondraaglijke hol, dat men denken kan…; al ontvang ik haast geen lucht en geen licht…; al ben ik dan met zware ijzers aan handen en voeten geboeid…; al lijd ik daardoor de ergste pijn…; toch laat mijn God niet na Zijn belofte te houden en mijn hart te troosten en mij vergenoeging in Hem te schenken.’
Heeft hij dat van zichzelf? Nee, God schenkt de Geest aan wie Hem gehoorzaam zijn. Laten we de raad van Gamaliël niet te snel tot ons eigen maken. Zo van: laten we zien wat ervan komt. Nee. Laten we God alleen gehoorzaam zijn. Amen.
Hervormde gemeente Reeuwijk, Ichthuskerk, zondag 30 juni 2019, 9:30 uur. Schriftlezing Handelingen 5:24-42.