De reactie van David richting Joab, de krijgsoverste, is typerend. David is vergevingsgezind en onderwerpt zich ook al was het nog zo onredelijk. Het zijn de Schriften die van Mij getuigen, zegt de Heere Jezus Christus. Ook in het koningschap van David zien we een plaatje van de Heere Jezus Christus. Hij onderwierp Zich volmaakt aan de wil van God de Vader: Uw wil geschiedde. 

2 Samuël 19 vers 1: ‘En Joab werd aangezegd: Zie, de koning weent en bedrijft rouw over Absalom‘.

Een plaatje van de gezindheid van Jezus Christus

Gemeente, wat een bijzonder aangrijpend moment. Worden we zomaar in aanraking mee gebracht. Het gaat over David die zijn zoon Absalom verliest. We hebben gehoord hoe hij daarover klaagt en jammert. Hij uit, klaagt: Absalom mijn zoon, mijn zoon. In het vorige hoofdstuk heeft hij dezelfde klacht met het zinnetje ‘dat ik voor u gestorven was’.

Wat was er gebeurd? Een burgeroorlog. Absalom had gevraagd aan David of hij een offer mocht brengen in Hebron. David was ontzaglijk blij. Ga jij maar naar Hebron. Een geheim lachje bij Absalom. Hij mobiliseerde een leger om zijn vader van de troon te stoten en te doden.

David kon nog net vluchten met zijn vrouw. Ga door de Jordaan heen. Psalm 42 nog aan te danken. Uw golven en benauwde ziel vervaren. Hij is in Mahanaïm gekomen en die strijd losgebarsten. Absalom is gedood, de bazuin heeft geklonken en de overwinning is behaald.

David is naar het bovenste kamer gegaan. Wilde niet dat er iemand anders bij is. Snik zijn hart leeg. Wat is de diepste pijn van David? Nog dieper dan het verlies van zijn zoon Absalom. Het gaat om de eeuwige toekomst van zijn zoon. Dat verschil zien we met het overlijden van zijn eerste kind. Het zoontje van Bathseba.

Hoe kunt u zo opgewekt zijn? Hij heeft het uitgelegd aan zijn knechten. Mijn jongetje is bij mijn God en ik zal daar straks ook zijn. Na de dood is het leven mij bereid. Dit leven is een oefenterrein voor het echte leven. Ook al leeft het verdriet in zijn hart, hij heeft hoop, uitzicht.

Hoe is dit nu met zijn zoon Absalom? Die niet alleen in zonden is gevallen maar in zonden heeft geleefd? Die een landverrader is. Deze jongen die nooit een spoortje van berouw heeft getoond. Geen enkel teken van bekering. Dan is er geen hoop. Geen toekomst. Dan sterf je zonder ooit geleefd te hebben.

Dat dringt tot David in alle ontzetting door. Absalom, mijn zoon, mijn zoon. Zouden wij zo niet wenen over onze zonen die nog in leven zijn? Als ze ten dode toe wankelen? Om hen te grijpen en met het Evangelie te bereiken.

Onderwijl komen de mensen in Mahanaïm. Dat daar een feest gevierd wordt en de koning een toespraak zal houden. Daar is geen sprake van. David ligt met een rouwkleed omdat zijn zoon Absalom is omgekomen.

Ze voelen als dat zij verliezers zijn terwijl de overwinning is behaald. Bedrukte sfeer. Zo komen ze Mahanaïm binnen. Wie is daar bij? Joab, de krijgsoverste. Hij is boos, woest. Hij gaat naar zijn oom David. Wat is dit voor een manier van doen? Wij hebben uw vrouwen en dochters in veiligheid gebracht en nu zit u hier te huilen?

Het signaal dat als Absalom behouden was en uw vrouw en dochters omgekomen waren. U doet alsof wij van geen waarde zijn. Als u dat niet doet zult u het allerergste overkomen. Hij buldert. We merken nooit dat Joab gevoel heeft. Dat hij medelijden had. Naast David was gaan zitten. Uw stok en Uw staf vertroosten mij.

Nooit merken we iets bij Joab dat hij leeft bij het Koninkrijk van God. De beloften van dat Koninkrijk. Hij is wel iemand die tot het uiterste gaat. Hij waagt zijn leven. Innerlijk, geestelijk mist hij alles. Daar kun je je ook wel aan spiegelen. Je kunt in de kerk heel orthodox zijn, voor alle waarheid hebben, maar innerlijk, aanbidding niet hebben.

Dan ben je een soort Joab. Voor de waarheid maar niet verbroken voor de waarheid. Wat zal de reactie van Joab zijn? Stel je voor je ben in rouw, hebt verdriet. En er komt iemand onbehouwen jou vermanen, iemand die ondergeschikt is. En ook nog eens dingen zegt die onwaar zijn. Alsof jij het volk zou haten en niet om zou geven.

Wat zou jouw reactie zijn? Bitter, kortaf. Of je gaat om dezelfde manier reageren als Joab. Jij moordenaar, je hebt mijn zoon gedood. Haardos aan die eik. Toen hij daar weerloos hing heb je hem laten afranselen. Ellendeling, scheer je weg.

David was ook een man van passie. Maar het wonderlijke van deze tekst is dat je er geen spoortje van vindt. David staat op en gaat de trappen af. Hoe is het mogelijk? Wat is dit voor gezindheid van David? Wat voor gezindheid is dat jij je op je gebreken laat wijzen? Nederig van hart. Ontvankelijk voor vermaningen en bestraffingen.

Mijn oude hart is niet zo ontvankelijk ervoor. Die gaat er tegenover staan. Maar het nederige hart buigt onder bestraffing, vermaning. Uw doen is gans rechtvaardig. Nederig van hart. Het betekent ook dat je mild bent naar een ander. Vergevingsgezindheid, zelfs naar Joab.

Je moet het onderscheiden van vergeven. Als Joab zijn schuld belijdt. Ik had de wettige weg moeten gaan en Absalom niet moeten doden. Ondanks dat Joab dat niet belijdt is David vergevingsgezind. Het is wat later Jezus uit zal spreken. Die een miljoenenschuld had. Die onbarmhartige dienstknecht. Hij werd vergeven. Maar die onbarmhartige dienstknecht gaf vervolgens niet de schuldenaar die een tienduizenden bij hem had. Elkaar vergeven.

Zo zal Mijn Vader doen die de ander de misdaden vergeeft. Dat proeven we hier deze gezindheid bij David. Dan moet je denken aan Davids grote Zoon. Hij kon als enige zeggen dat Hij nederig van hart was. Hij hing aan het kruis. Aan zijn voeten verdobbelen de beulen zijn kleren en bad Vader vergeef het hun want zij weten niet wat ze doen.

Hij werd verraden door Judas met een kus. Zei hij: schurk dat je bent. Nee. Vriend! Hij is bewogen met Judas. Vriend, vriendin, verraad jij de Zoon des mensen met een kus? Ben je zo godsdienstig maar van binnen zo verrot, zo gemeen.

Vriend, Ik bid je Mijn vriendschap. Zo jij heden Mijn stem hoort. Eeuwig jouw Vriend zijn. Zo is Jezus, nederig en mild. Ken je Hem? Dat je beseft dat je als het ware in Zijn verdrietige ogen kijkt. Hoe je Hem beledigt, pijn doet van binnen. Misdaden doet tegen Hem.

Dat je in die ogen van Jezus toch vriendelijkheid ziet. Milde handen, vriendelijke ogen. Je bent nooit klein in de ogen van Jezus. Dat Hij toch een brandend hart over je heeft. Dan blijft er alleen verwondering over. Mijn Jezus U zal ik eeuwig loven omdat U het hebt gedaan.

Groot van goedertierenheid. Wie is een God als U? Groot van genademacht. Eeuwige juichensstof om Uw lof met hart en mond te melden. Ga je dan ook niet een beetje om Hem lijken? Vader, vergeef ons onze schulden gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren. Zijn er echte misdadigers naar jou toe en hebt toch liefde voor je vijanden.

Draagt ze op aan de troon van Gods genade. Dat maak je niet zelf. Die neiging zit niet in jouw en mijn hart. Die gezindheid zit in Gods hart. Hij stort dat uit in je hart. Vergeef ons onze schuldenaren. Wat ervaar je daarin? Wat vrede heeft elk die Uwe wet bemint. Het is zaliger te geven dan te ontvangen. Herken je dat? Iets van die Godzaligheid in je hart. Doorbraak van Gods koninkrijk in je binnen.

We gaan weer terug naar David. Ze komen de trappen af. In de poort. Daar waar men ging trouwen. Of als er een stuk land verkocht werd. Of een rechtspraak plaatsvond. In die poort stelt David zich op. David houdt zijn toespraak waar Joab op had aangedrongen.

Kun je voorstellen. Soldaten van Israël. Voor mijn verlies van mijn zoon Absalom die is omgekomen. Ik dank jullie van harte. Voor je heldenmoed en doortastendheid. Dat je je leven voor het vaderland hebt gewaagd. Maar de Heere gaf ons de overwinning. Wij waren maar met 4000. Dit werk is door Gods alvermogen. Wij zien het maar doorgronden het niet. In deze geest zal David zich tot het volk hebben gericht.

Hij doet het toch. Dat kan de zwaarte zijn van een ambt, als ambtsdrager. Hij doet het. Zoals ik net zei de gestalte van de Heere Jezus Christus die we zagen, mogen we die hier ook zien? Onderzoekt 2 Samuel 19 vers 1-8 want dat getuigt van mij. Heel dat koninkrijk van David getuigt van mij. Dat ambt van David getuigt van Mij. Hier vinden we in een Oud-Testamentisch plaatje iets van de gezindheid van Jezus Christus. Hij had ook een ambt en ook gevoelens.

In de hof van Gethsemane zien we het. Hij geeft Zich over aan een hoger plan. Helemaal gewillig. Ik draag Uw heilige wet die U de sterveling zet. Mijn liefde brandt. Die liefde die Zichzelf helemaal geeft. Wanneer stelt Hij het Avondmaal in? In de nacht dat Hij verraden werd. Ook voor de gemeente van Putten. Hij dacht aan uw belang, aan jouw belang. Hoe kan dat aangevochten geloof versterkt worden.

Als u Mij zoekt, laat deze heengaan. Mijn vertegenwoordigers te Putten, Ik ga voor hen staan. Zijn eigen wil te verloochenen om de wil van God te doen. Het is Majesteit al wat U doet. Dat is al vanaf de vroege kerk, in de Heidelbergse Catechismus prachtig samengekomen, dat niet alleen Zijn koninklijk ambt maar ook Zijn priester- en profetenambt in Jezus.

Al die koningen, al die priesters, profeten, ze komen allemaal samen in de persoon van Jezus. Wie zien nu een tipje van het koningsambt van David terugkomen. Wie zien het allemaal terugkomen aan Jezus. Als ik zeg de Heidelberger, waar denk je aan? Als nou Jezus gezalfd is met de Heilige Geest zonder enige beperking, als wij niet los gedacht kunnen worden van Christus, dan delen wij in die zalving van profeet, priester en koning.

Dan luister je nog eens naar deze geschiedenis. Deze botte vermaning van Joab aan David. Dan denk je zou die voor mij niet nodig zijn? Als je nederig van hart bent, dan trek je die allemaal naar jezelf toe. Misschien zit jij wel opgesloten in je eigen ambities. Zonder dat je oog hebt voor de naam, het belang van God.

Als je thuis de Institutie hebt van Johannes Calvijn. Boek 3, zevende hoofdstuk over het christelijke leven. Wij zijn niet van onszelf maar wij zijn van de Heere. Dat zegt hij nog een keer. En ook een derde keer in dezelfde paragraaf. Zo levend was dat voor Johannes Calvijn. Laat mij maar verteren als ik nuttig kan zijn. Ik ben niet van mezelf maar van Hem.

Zo heilig ontspannend. Dienstbaar zijn. Misschien hebben wij die vermaning van Joab nodig. Ben je de afgelopen week een profeet geweest? Of heb je gezwegen waar je kon getuigen? Dan kan deze vermaning om toch te gaan spreken. Het gebed: geef me de gelegenheid en ook de genegenheid om van U te spreken.

Neem mijn leven laat het toegewijd zijn aan Uw glorie. Profeet zijn of priester. Een priester is iemand die het belang van een ander op het oog gehad? Misschien wel in de gebeden. Voorbede. De geschiedenis van Job eindigt ermee. De Heere wendde de gevangenis van Job, zijn ziekte, toen hij voor zijn vrienden die geen aardige mensen waren geweest had gebeden.

De voorbede wezenlijk onderdeel van het christenleven. Hoe ruimer je hart je de naastenliefde gaat beoefenen in de voorbede. Hoe enorme kracht zit er in het gebed. Voor je collega’s, vrienden, baas, buren en familie. Hij maakt op hun gebeden gans Israël eens vrij, zo doe Hij ook aan mij.

Was je het afgelopen week koning? Moet je maar eens kijken hoe de koningen fulmineerden opkwamen tegen onrecht. Opkomen tegen onrecht. Misschien ben jij op je werk wel opgekomen voor degene die onrecht wordt aangedaan. Dan kom je voor de weerloze, voor de zwakken op. De genade om profeet, priester en ook koninklijk te handelen.

Door de Geest met de hoofdletter. We hebben eigenlijk twee toepassingen gemaakt. David vertegenwoordigt de nederigheid van Jezus. En het ambt van Jezus. Maar ook nog een derde. De liefde van Jezus. Kijk naar David. Joab zegt: het is absurd dat u Absalom liefhebt. Joab had totaal ongelijk dat hij haat had voor wie hij liefheeft, en liefheeft die hij haat. Maar dat eerste had hij wel goed gezien.

Het is wel waar dat David liefde had voor Absalom. Voel je die liefde in het Oud-Testamentische? Zoals Abraham zijn zoon Izak moest gaan offeren. Hier gaat het nog verder. Hier een vader die zichzelf opoffert voor een zoon. De onbaatzuchtige liefde van God. Die zichzelf niet zoekt maar de ander, de tegenstander die hem zoveel heeft aangedaan.

Dit is nog maar druppeltje van de oceaan van de liefde van God. Hier wordt het heel concreet gemaakt in de gezindheid van David naar Absalom toe. Moet je voorstellen dat jij moet ontdekken dat jij een zondaar bent, een absolute goddeloze. Dat wat in Absalom zit, ook in jou zit. Dat je alleen maar voor jezelf gaat. En er leugen voor over hebt om er zelf beter uit te komen en een ander schade toe te brengen.

Dat is mijn oude vlees. Vijandschap tegen God en tegen het kruis. Het Evangelie. Gods liefde voor brave, aardige mensen?! Dan kun je de deur wel sluiten. Misschien vind je het wel mooi zo. Maar als het nooit meevalt hoe je bent? En daar komt ook nog eens onze prestatiecultuur bij. Je moet aan dit en dat voldoen. Maar het ontbreekt aan alles.

God bewijst Zijn liefde jegens ons als wij nog zondaars waren. Dat is het Evangelie. Goddeloze genade ontvangen. Dat geeft moed. Dat wordt ongelimiteerd gepredikt. In al je verbrokenheid zicht gaat krijgen op Hem. Met een verbroken hart. Dat je Amen! gaat zeggen. Dit kan mijn hart en zinnen strelen. Hoe wonderlijk is Uw getuigenis.

Moet je eens aan Paulus vragen. Vervolger van de gemeente. Wat schrijft hij aan de Galaten? Die mij heeft liefgehad en Die Zich voor mij, persoonlijk, heeft overgegeven. Jezus, U mij liefhebben?! Vervolger van de gemeente. U niet onderhouden over de prijs. Maar zeggen: mijn liefde en ijver brandt. Is dat uw liefde? O daar ben ik eeuwig niet over uitgezongen.

Dat vind ik niet in deze wereld en nog minder in mijzelf. Daar ben ik eeuwig niet over uitgezongen. U bent het waardig om alle lof te ontvangen in alle eeuwigheid. Wat zie je uit de liefde van Jezus? De liefde van de Vader. Zo lief de wereld, mij, gehad en Uw Zoon gegeven. En daarom Uw Geest uitgestort.

Niet klein te krijgen. Psalm 116 vers 1 zoals we voor de dienst zongen. Hij geeft, Hij blijft maar geven. Als we het over de liefde van de Vader hebben, dan mogen we het ook hebben van de liefde van de Heilige Geest. Die niet maar even een flitsbezoek bracht, maar daarin kwam wonen. Bouwval, varkenshok.

En maar doorgaan, en mij maar verzekeren, dat verzekeren in mijn hart. Te groot voor mij maar niet te groot voor God. De Geest getuigt met mijn geest dat God betrouwbaar is. Dat Hij vast is. De vaste rots van mijn behoud. O, de liefde van de Heilige Geest, Drie-enig, U ongestoord al de eer te geven. Amen.

 

Zondag 25 oktober 2020 – Hersteld Hervormde Gemeente Putten – ds. W. van Vlastuin – Schriftlezing 2 Samuël 19 vers 1-8